Alcm. Victrix I-
G.V.fl.V. I
HET BETOVERDE BOS
De H.L.O.-training.
Ervaringen en conclusies.
De harmonische
lichaamsontwikkeling.
/OM) M» a.«. 2 uur:
Noordel. Ie klasse.
Tribune f 0,55; Paddock f 0,40;
2e Rang f 0,30; Jongens en werk-
loozen f 0,10.
Donateur*- en Seizoenkaarten
aan het loket verkrijgbaar.
wone prijzen voor den wedstrijd Neder
land—Luxemburg niet gehandhaafd kon
den blijven, doch b.v. tot de helft zouden
moeten worden teruggebracht.
De directie van het Amsterdamsche sta
dion heeft aan den K. N. V. B. geantwoord,
dat men prijs zou stellen op het handhaven
van de voorwaarden, zooals die contractu
eel tusschen K. N. V. B.. en stadion waren
vastgelegd, voor de ontmoetingen Neder
landFrankrijk en NederlandBelgië en
dat men de bepaling voor de vergoeding
voor Nederland—Luxemburg geheel zou
overlaten aan het K. N. V. B.-bestuur. De
directie van het stadion zou zich bij voor
baat met elke beslissing dienaangaande
accoord verklaren.
Van de zijde van het bestuur van den K.
N. V. B. is vervolgens een schrijven bin7
nengekomen, dat alleen Nederland
Frankrijk te Amsterdam zou worden ge
speeld.
Alvorens over te gaan tot de financieele
kwestie deelde de heer van den Berg me
de, dat er toch ook moreele motieven wa
ren aan te wijzen, dat ditmaal de wedstrijd
NederlandBelgië aan Amsterdam zou
worden toegewezen. Is men dan vergeten,
dat het Amsterdamsche stadion 23 jaren
lang achter elkaar NederlandBelgië heeft
gehuisvest? Is er niet met den K. N. V. B.
in de jaren 1929 en 1930 overleg gepleegd
inzake eventueele uitbreiding en is toen
niet van die zijde verklaard, dat men er
geen prijs op stelde, dat men het liever
had, zooals het was?
De financiën.
Het is de laatste seizoenen niet voorgeko
men, dat NederlandBelgië niet lang van
te voren het bordje „uitverkocht" kon ver
melden. Gewoonlijk was het aantal aanvra
gen dubbel zoo groot, als kon worden ge
borgen. Men mag, aldus de Amsterdamsche
directie, dan ook aannemen, dat in welke
plaats NederlandBelgië ook wordt ge
speeld, te Amsterdam of te Rotterdam,
altijd een kleine 60.000 toeschouwers aan
wezig zullen zijn. De directie van het
Stadion heeft ons vergelijkende cijfers ver
strekt, waarbij rekening is gehouden, dat
ongeveer 10.000 plaatsen van 3 in het
Olympisch Stadion tot 2 werden verlaagd,
omdat de vraag naar goedkooper zitplaat
sen de laatste jaren buitengewoon groot is.
Indien men deze verlaging niet zou toepas
sen, en ook dan zou het Stadion uitverkocht
zijn, zou men bruto 10.000 meer ontvan
gen. De K.N.V.B. zou de helft van dit be
drag meer innen, m.a.w. de inkomsten voor
den K.N.V.B. van den wedstrijd Nederland
België zouden ongeveer 2000 hooger
zijn, dan men in het Feijenoordstadion 2
Mei 1.1. heeft ontvangen.
Verder is het aantal goedkoopere z i t-
plaatsen in het Amsterdamsche Stadion
veel grooter dan dat te Rotterdam.
Rekening houdende met de vrijkaarten,
waarover door den K. N. V. B., pers en
aandeelhouders sportpark steeds wordt be
schikt, wordt de opbrengst in Amsterdam
incl. 20 pet. sted. belasting 135.375.
Indien de K.N.V.B. den HollandBelgië-
wedstrijd in Amsterdam zou laten spelen,
overeenkomstig het tusschen K. N. V. B. en
sportpark bestaande contract, dan zou de
afrekening voor den K. N. V. B. er als volgt
uitzien:
Ontvangsten kaartverkoop 135.375.
Ontvangsten programmarecht 350.
135.725.—
Af: belasting
fixum
22.562.50
10.000.—
32.562.50
Te verdeelen saldo f 103.162.50
Aandeel K. N. V. B. 50 pet f 51.581.25
Verhoogd met fixum 10.000.
Totaal 61.581.25
Daar de wedstrijd HollandBelgië in het
a.s. voorjaar in Rotterdam op dezelfde voor
waarden gespeeld zal worden als in het af-
geloopen seizoen, zal de afrekening voor den
K. N. V. B. er uitzien, zooals deze in het
jaarverslag 1936/1937 gepubliceerd is:
Ontvangsten kaartverkoop
Ontvangsten programmarecht
132.205.83
350.-
132.555.83
Af: belasting 23.066.77
fixum 20.000.43.066.77
Te verdeelen saldo 89.489.06
Aandeel K. N. V. B. 50 pet. f 44.744.53
Verhoogd met fixum 20.000.
Totaal f 64.744.53
Wanneer, zooals men meende te mogen
verwachten, het in de bedoeling lag, dat de
wedstrijd Nederland—België, die de vorige
maal in Rotterdam gespeeld werd, nu in
Amsterdam zou plaats vinden, dan kan,
volgens de directie van het Amsterdamsche
stadion, dit kleine geldelijke verschil moei
lijk als argument gelden.
De motieven van den K. N. V. B.
Een officieele verklaring van de zijde van
bet K. N. V. B.-bestuur is tot nu toe niet
gegeven.
Niettemin hebben wij van personen, die
nauw betrokken zijn geweest by de beslis
singen, in deze door het K. N. V. B.-bestuur
genomen, verscheidene gegevens ontvangen,
welke een duidelijk licht werpen op deze
aangelegenheid.
Voorop zy gesteld, dat het in de be
doeling zou liggen van het bestuur
van den K. N. V. B„ indien de om
standigheden daar althans aanleiding
toe zullen geven, in de toekomst een
volkomen evenwicht te scheppen tus
schen Amsterdam en Roterdam.
Het bestuur van den K. N. V. B. meent,
dat er in het algemeen een dalende lijn in
de publieke belangstelling valt te ontdek
ken. Nu is in verschillende opzichten ge
bleken, dat de belangstelling in de stad
Rotterdam op het oogenblik grooter is dan
in de stad Amsterdam, hetgeen ook ver
klaard kan worden door het feit, dat de
aantrekkingskracht van een nieuw stadion
natuurlijk grooter is dan'èèri gebouw, dat
er reeds vele jaren staat.
De wedstrijd tegen België zal waar
schijnlijk begin Februari worden gespeeld,
dus vroeg in het seizoen. De weersomstan
digheden kunnen dan van dien aard zijn,
dat de voetbalbelangstellenden van het
standpunt uitgaan: bij een stadion met
60.000 toeschouwers zal ik eerst maar eens
afwachten, hoe het weer is. En men heeft
meer vertrouwen in een groote belangstel
ling te Rotterdam bij ongunstige weers
omstandigheden dan te Amsterdam.
Ook het argument, dat het Nederlandsch
elftal niet meer op die hoogte staat van
weleer, dat er noodzakelijke wijzigingen in
het team moeten komen, hetgeen ongetwij
feld weer van invloed zal zjjn op de pu
blieke belangstelling, is een der motieven
van het besluit van het K.N.V.B.-bestuur
geweest.
Inlmers men weet, dat de "publieke be
langstelling te Rotterdam op het oogenblik
voor voetbal enorm is, terwijl voor Amster
dam de onzekerheid veel grooter is, m.a.w
men is er geenszins bij voorbaat van over
tuigd, dat NederlandBelgië te Amsterdam
uitverkocht zal zijn.
Ten slotte is het bepalen Van het fixum
van groote beteekenis geweest. De éerste
winst is het meest safe, aldus heeft mén in
het bestuur van den K.N.V.B. gedacht, en
gezien de onzekere omstandigheden, in bo
venstaande feiten neergelegd, is een bedrag
van 20.000 van Rotterdam veiliger dan een
bedrag van 10.000 van Amsterdam. En al
leen in het geval dat ook Amsterdam een
uitverkocht Stadion zou krijgen, zouden de
ontvangsten van Amsterdam en Rotterdam,
ongeveer gelijk zijn en uit bovenstaande
mededeelingen is het wel duidelijk, dat
men in bestivrskringen van den K.N.V.B.
daaraan twijfelt. -
Schaken.
HET TORNOOI OP DE SEMMERING.
Flohr wint van Petrov.
Gisteren werd de derde ronde gespeeld
van den achtkamp.
De party ReshevskyRagozin eindigde
na 62 zetten in remise. Het was een ge
weigerd damegambiet, waaruit zich een
zeer interessante partij ontwikkelde.
Ragozin had vrijwel -•"•voortdurend het
initiatief. Met twee torens plus ëen pion
voor de dame had de Rus langen tijd
winstkansen. By het afbreken voor de
middagpauze werd algemeen aangenomen,
dat Ragozin zou winnen. By de voortzet
ting verdedigde Reshevsky zich echter
schitterend en kon ten slotte door eeuwig
schaak geven remise bereiken.
FlohrPetrov, een Engelsche opening,
werd na 54 zetten door den Tsjech gewon
nen. Het eindspel bood gelijke kansen,
doch Petrov behandelde het niet bijzonder
goed, zoodat Flohr een regelmatige over
winning kon behalen.
De partij tusschen Keres en Fine verliep
zeer rustig. Het was een reti-opening. Na
41 zetten werd tot remise besloten.
Capablanca-Eliskases werd afgebroken
na 62 zetten. Het was een orthodox dame
gambiet, met een dame-eindspel, waarin
de Cubaan meent beter te staan. Doch de
andere deskundigen zien er voorloopig
toch niet meer dan remise in.
De stand bij het afbreken is:
Wit Capablanca: Kd2, Da8, pionnen op
d4, e3, g4, h5.
Zwart Eliskases: Kh7, Dhl, pionnen op
d5, f6, g7, h6.
Zwart is aan zet.
De stand van den achtkamp luidt:
1. Reshevsky 2 punt.
2. Flohr 2 punten
3. en 4. Keres en Ragozin, ieder 1K punt.
6. Capablanca punt, plus 2 afgebroken
partijen.
6. Capablanca punt, plus 1 afgebroken
partij.
7. Eliskases M punt, plus 1 afgebroken
partij.
8. Petrov punt.
De heer B. Bruinvis schrijft ons:
Nu het afnemen der H.L.O.-vaardigheids-
proeven begonnen is en het tijdperk van
voorbereiding en intensieve training daar
mee afgesloten, is het wel eens goed om een
terugblik te werpen op deze training, voor-
zoover wij deze als leider meemaakten op
het Sportpark en in de Overdekte.
Begin Juli begon het Alkmaarsche Werk
comité zijn actie in de buitenwereld; door
middel van de pers werd de groote trom,
geroerd en werd de menschheid door klin
kende woorden en daverende zinnen van
het nut en de waarde van het H.L.O.-diplo-
ma overtuigd, en opgeroepen om zich vol
ijver voor het examen te gaan bekwamen.
En dit had succes, een geweldig succes
zelfs! Want, dank zy het onvermoeide stre
ven van den bezielenden voorz., wijlen Dr.
van Dam, wiens nagedachtenis wij, door
zijn sportlievendheid en groote waardeëring
voor alzijdige ontwikkeling, in hooge eere
zullen houden, werd de beschikking gekre
gen voor drie avonden per week over het
Gemeentelijk Sportpark als trainingsgele
genheid voor de toekomstige H.L.O.-ers,
waartoe men aan enkele leeraren Lich.
Oefening om leiding vroeg.
Op Woensdag 7 Juli werd de training be
gonnen, om precigs 25 oefen-avonden
op Woensdag I September te eindigen.
Reeds in hét bef^n steeg het aantal liefheb-,
bers snel, doch groeide gestadig; telkens
zagen we weeë nieuwe gezichten en zelfs,
hoewel deze gelegenheid er eigenlijk was
voor hen, dis niet in eigen clubverband
konden oefenen, kwamen er tegen het ein
de meer en meer van de catëgorie der be
voordeelden, blijkbaar omdat men de eigen
clubtraining niet voldoende achtte of door
dat de H.L.O.-sportparktraining zulk een
goede naam had.
Het was een zeer gemengd gezelschap,
dat zich telkenmale ^wC«r op de oefen
avonden verzamelde; gemengd in letterlijk
alle opzichten:-leeftijd, geslacht, maatschap
pelijk milieu, lichaamsomvang en -lengte,
karakter en. wat van veel belang was, ge
oefendheid! en foch hadden allen weer veel
gemeen ook; "waht zij :hadden allen: animo,
een goed humeur en den wil tot doorzetten.
Die verschillende rüate van geoefendheid
dan, was hij b^j de training van groot be
lang. Er waren er, die allround getraind wa
ren en na eenige oefening weinig moeite
meer hadden piet de eischen; er waren er,
die door jarenlang lidmaatschap van een
sportvereenigipg "Tvoetbal-, turn-, zwem-,
etc.) éénzijdig ofttwikkeld waren, doch het
voordeel hadden, dat zij hun lichaam in zijn
prestatiemogelijkheden kenden, terwijl hun
lichaam gewend was zich onmiddellijk aan
hoogeré eischen aan té passen. Maar er wa
ren ook enthousiastelingen, die nog nooit
aan sport gedaan hadden en door de pers
campagne wakker geschud en tijdig tot in
keer" gebracht waren. En met hen moesten
we oppassen. Want, waar juist zy kalm aan
moesten -beginnen, het terrein verkennen en
hu.n lichaam ontdekken moesten, en hun
lichaam, speciaal spierstelsel, hart en lon
gen, zich moest leeren aanpassen, daar wa
ren juist zy het, die het eerst en het meest
op de-prestaties letten en reeds by de eerste
oefening aan de gestelde eischen wilden
voldoen. - -
Hoe moeilijk was het, om hen te bewegen,
eerst de techniek te leeren en zich heele-
maal niet te bekommeren over de presta
tie (hoogte, afstand). Kostelijk was het soms
te bemerken, dat iemand, ongewend aan
leiding bij sportbeoefening, zich als 't ware
Schaamde om „in liet openbaar" op fouten
gewezen te worden-.of te luisteren, naar
goedgemeende raadgevingen.
Hoe onoverkomelijk moeilijk viel het ve
len, om zich zelf té'dwingen, de kogel eens
niet verder dan 3 Meter te stooten, eens
niet verder dan M. vér te springen, zon
der een stevige aanloop enkel en alleen op
de afstoot of het neerkomen te letten, of
eerst eens te trachfén, de klimslag goed on
der de. knie te hebben (of juister gezegd:
tuschen de knieën!^, alvorens zich met
krampachtige trek- en trapbewegingen om-
hoög te wringen. En als er nu nog lezers
zijn,, die bier om lachen, dan wordt het hoog
tijd, dat zij zelf een& ui^ de sloffen schie
ten Om té ervaren, dat iédere sportpresta
tie, hoe gemakkelijk ook oogenschijnlijk
door een getrainde sportman uitgevoerd, in
wezen nog heel wST handigheid en ge
oefendheid vereischt, a
Voor cfë ongëtraihden was de tijd van
voorbereiding te kort;-hierdoor kon men
niet fustig oefenen, en werd tevlug te veel
van het lichaam gevergd; de gevolgen ble
ven niet uit: heftige spierpijnen, spierver-
rekkingen en -scheuringen, hartkloppingen
en bloeduitstortingenzbleven niet uit, waar
door misschien wel verschillende adspirant-
H.L.O.-ers afgeschrokken zyn. Laten zij,
tot heden slechts toeschouwers waren, zij,
die halverWége afgevallen zijn en zy, die
tijdens het examen onverhoopt sneuvelen
mogén, bedenken, dat er het volgend jaar
weer een H.L.O.-examën gehouden wordt en
dat zy dóór een geregelde oefening, kalm,
doch doelbewust, zeer zeker slagen kunnen.
Trouwens, dit geldt ook voor diegenen,
die dit jaar wèl slagen; want de groote
waarde van het H.L.O.-diploma ligt juist
daarin, dat men met één keer examen doen
niet aan het einde is, doch juist aan het be
gin!
Vandaar ook, dat er een groote cate
gorie is, die gezegd heeft:-wij gaan door
met de training. De oefening op het
Sportpark heeft ons zoo goed gedaan en
zooveel vreugde verschaft, dat wij win
ter en zomer in training blijven. En als
inderdaad velen, die tot op heden niet
of weinig aan sport of doelbewuste
lichaamsoefening deden, dit besluit in
de daad omzetten, dan heeft het Werk
comité-Alkmaar bereikt, wat één der
hoofdprincipes van de Nationale Ver
een ïging tot Bevordering yan Harmo
nische Lichaams Ontwikkeling is: de
bevordering van het beoefenen van
veelzijdige sport t en welbewuste
lichaamsbeweging in breede lagen der
bevolking en op alle leeftijden!
Het mooie ervan is jpist, dat men elk jaar
-
weer opnieuw de proeven aflegt, zich hier
door vele jaren fit en gezond houdt om
eerst na minstens 10 jaar het diploma te
verwerven! Wie eerst dat gehaald heeft,
mag met recht trotsch zijn. Dit moeten de
jongeren, die het „H.L.O.-gedoe" te min voor
zich achten, omdat zy dat zoo wel even
doen wel bedenken, want hoe eerder
er mee begonnen, des te eerder is men aan
het einddoel.
Een ander belangrijk punt van waarde
van het H.L.O.-diploma is, dat er vele oude
ren, de zwemkunst niet machtig zijnde, doch
bezield met de wil het diploma te halen,
een zwem- en leskaart genomen hebben en
zich met hart en ziel erop gelegd hebben
cm het zwemmen voor de vaardigheids-
proef geheel machtig te zijn, wat gelukkig
reeds velen gelukt is. Dat er nog heel wat
krabbelaars waren, bleek maar ai te goed
op het H.L.O.-oefenuur op Donderdagavond
in de Overdekte (van het damesuur op Dins
dagavond kan ik niets zeggen, want daar
ben ik nimmer geweest), waar met groote
animo geoefend werd en wij meer en meer
succes zagen.
En tenslotte mogen we niet vergeten, wat
de jongere dames en heeren ons geleerd
hebben, n.L dat hier vele goede krachten
schuilen (waarbij er zijn, die zich zelf eerst
nu ontdekt hebben), die op athletiekgebied
iets presteeren kunnen; en dat er nog meer
zyn, die zich met groot enthousiasme op de
athletiek willen toeleggen. Als al deze jon
gens en meisjes, jonge mannen en vrouwen
nog een bedenken, hoeveel prettige uren
zij op het Sportpark hebben doorgebracht,
hoe fijn het was zich in natuurlijke bewe
gingsvormen, in volle overgave te bewegen
en te strijden tegen horloge, afstand en te
genstanders, dan zulen zij beseffen, dat een
Alkmaarsche Athletiekvereeniging niet tot
de onmogelijkheid behoort, ja zelfs hier zeer
welkom zou zijn! En dat die vereeniging,
mits het sportpark beter geoutilleerd wordt,
in dit sportterrein een prachtige trainings-
en wedstrijdgelegenheid bezitten kan.
De athletiek is een sport, waarbij de na
tuurlijke bewegingsvormen: loopen, sprin
gen, werpen, zoo veel mogelijk geperfec-
tionneerd worden, waarbij ieder naar eigen
aanleg, deze grondvormen zoo hoog moge
lijk tracht op te voeren en waarvan men,
mits men de alzijdigheid niet uit het oog
verliest, heel veel plezier1 kan beleven.
Ook de diploma-eischen zelf zouden wij,
naar aanleiding van wat we tijdens de trai
ning ondervonden, onder de loupe kunnen
nemen, maar het is nu eenmaal beter, dat
wij met nieuwe voorstellen wachten, totdat
dit examen, dat immers toch volgens de
vastgesteld eischen wordt afgenomen, afge-
loopen is.
De eischen, waaraan voldaan moet
worden.
Terwijl wij elders in deze. rubriek
een artikeltje opnemen van den heer
Bruinvis, één der leiders, die op het
sportpark de deelnemers onderwezen
heeft, meenen wij ook zelf het eèn en
ander over de eischen te moeten schrij
ven, waarby wij echter voorop stellen,
dat dit zeer persoonlijke opvattingen
zijn, die het H. L. O.-comité wellicht
niet in alle opzichten zal deelen.
Om dan te beginnen met het wandelen.
Men weet, dat er door de verschillende
groepen resp. 15,20, 25 en 30 K.M. gewan
deld moest worden en dat deze marschen
binnen een bepaalde tijdslimiet moesten
worden afgelegd. Op zich zelf is daar na
tuurlijk niets tegen, maar het was vol
komen juist, wat de N. W. F.-official op
merkte: al te veel deelnemers hebben er
een snelheidsmarsch van gemaakt; zij heb
ben getracht top-prestaties te leveren en
dat is hun helaas maar al te goed gelukt.
Nu begrijpen we volkomen, dat men de
wandelaars niet al te zeer moet binden aan
een bepaald tempo, maar er moeten toch
twee grenzen getrokken worden. Het zou
o.i. aan de wandelsport in het algemeen en
aan deze H. L. O.-proef in het bizonder ten
goede komen, wanneer er naast een maxi
mum-limiet ook een minimum-limiet werd
opgenomen, binnen welke men niet de finish
zou mogen passeeren. En misschien ware
het nog beter, om tijdcontroles in te
stellen, zoodat alle deelnemers verplicht
waren om in een bepaalde tijdsperiode deze
controles te passeeren. En als men deze
limieten zoo stelde, dat de deelnemers vrij
heid van beweging hadden tusschen een
gemiddelde van 5 en hoogstens 7 K.M. per
uur, dan was er van top-prestaties geen
sprake meer.
Dan is er nog iets. Waarom toch zijn de
jeugdgroepen van het wandelen uitgescha
keld? Bij de vele wandelsportvereenigingen
houdt men regelmatig wandeltochten voor
de jongeren en als een jongen van 16 jaar
niet geschikt geacht wordt voor een kleine
marsch, is dan iemand, die een paar maan
den ouder is, dan wel geschikt, om de 30
1C.M. te loopen? Veel beter lijkt het ons,
wanneer het hoofdcomité t. z. t. ook voor
de jeugdgroepen het wandelen verplicht
stélt en den afstand bijvoorbeeld gelijk stelt
aan die der derde groep, d.i. 15 K.M.
Intusschen hebben de wandeltochten be
wezen, dat ze zeker niet te zwaar zijn. Alle
deelnemers hebben de marschen volbracht
en slechts enkelen hadden er wat moeite
mee, omdat zij last kregen van blaren. En
dat, terwijl een te groot aantal deelnemers
heelemaal niet en een betrekkelijk groot
aantal slechts weinig geoefend had.
Het lijkt ons voor de harmonische li
chaamsontwikkeling noodig, dat de oefen-
marschen regelmatig gehouden worden;
vrijwillig natuurlijk, maar regelmatig. Dan
zal- de zwaarte der examenproef t.z.t. af
nemen en velen zullen de marschen dan als
een gezellig uitstapje beschouwen, maar
is dat tenslotte niet veel beter dan het één
keer toonen, waartoe men in staat is?
De tweede proef, die thans ook achter den
rug is, is het wielrijden. De deelnemers
moesten al weer afhankelijk van den
leeftijd resp. 6, 7 en 8 K.M. in een half
uur afleggen.
Deze proef kan betrekkelijk zwaar ge
noemd worden in een land, waar misschien
vrijwel niet gefietst wordt. Maar is deze
proef wel van eenigerlei waarde in ons
fietsenland? Ons ontgaat te eenenmale de
waarde van deze proef en de deelnemers
denken er in het algemeen precies zoo
over. Moet het fietsen op het programma
blijven, waarom wordt dan ook van dit
onderdeel geen afstandsrit gemaakt? Men
eischt van de heeren van 17 tot 25 jaar een
marsch van 30 K.M. Met welk recht zou
men van diezelfde groep ook niet een
fietstocht van laten we zeggen 50 K.M.
kunnen eischen?
Dat zou niet alleen een behoorlijke
maar ook weer geen top-prestatie zijn,
maar dat zou weer, evenals het wandelen,
een prachtige reclame-rit zijn voor de
H. L. O.-gedachte. Als hedenmiddag eens
120 man tezamen en in groepen gestart
was voor een tocht naar Beverwijk (we
noemen maar een plaats), zou dat geen in
druk gemaakt hebben op het publiek en op
de bewoners van alle tusschenliggende
dorpen, die op zoo'n manier plotseling ken
nis zouden maken met een streven, waar
van de bedoeling en beteekenis hun nu
nog onbekend is?
En nu komen de athletiek-examens.
Vanmiddag om 3 uur is het aantreden op
het sportpark.
En ziet: nu zijn de eischen heel anders.
Nu worden er weliswaar ook geen top
prestaties geëischt, maar er zijn onderdee-
lenpdte Wérkelijk heel zwaar te noemen
zijn, misschien wel tè zwaar.
We beginnen al vast met het verspringen
der dames. De dames van 17 tot 25 jaar
moeten 4 meter springen. Dat is een eisch,
die wij te zwaar vinden voor dergelijke
proeven;- -1
Wij hebben de oefeningen op het sport
park voortdurend gevolgd en wij weten,
dat de leiders, die toch allen als zeer des
kundig beschouwd mogen worden, alles
gedaan hebben, om de dames de techniek
van het verspringen bij te brengen. En
ondanks een hardnekkig volhouden zijn
vele dames niet zoo ver gekomen, dat zij
met eenige kans op slagen aan de examens
konden deel nemen. Het verspringen is dan
ook wel de voornaamste oorzaak, dat zoo
betrekkelijk weinig dames zich voor de
examens hebben opgegeven.
En trouwens, waar is het feitelijke ver
schil voor dames en heeren? Terwijl de
dames in de bedoelde groep 4 meter moeten
springen, kunnen de heeren in dezelfde
groep volstaan met 4.25 meter. Dat verschil
is veel te klein en de eisch voor de dames
is in verhouding veel en veel zwaarder
dan die der heeren.
Bij de heeren is het touwklimmen of
paalklimmen een der moeilijkste opgaven,
maar toch kunnen we hier niet spreken van
een te zware eisch en hetzelfde is het met
het zwemmen, het laatste onderdeel van de
examens. Natuurlijk zijn er nog heel wat,
die den vereischten tijd misschien slechts
met de grootste moeite halen, maar dat is
tenslotte een kwestie van oefening. Iemand
die regelmatig zwemt, kan met gemak aan
de eischen voldoen. En zij, die pas begon
nen zijn met het zwemmen, zullen het
volgend jaar dit onderdeel als een kleinig
heid beschouwen.
We hebben hier zoo terloops een paar
punten aangehaald. Het is natuurlijk niet
onze bedoeling, om alles nauwkeurig na te
gaan en uit te pluizen. Wij meenden ech
ter dit te moeten schrijven, om in elk ge
val duidelijk te laten uitkomen, dat een
H. L. O.-diploma niet maar zoo wordt be
haald. Er is terdege oefening voor noodig
en er zyn nog groote groepen, die aan de
gestelde eischen niet kunnen voldoen.
Misschien zullen de nog af te leggen
proeven ons nog gelegenheid bieden, om
t. z. t. nog eens op de H. L. O.-examens
terug te komen.
■ty v.
187. Terwijl Anneke ep Eenzaam met het vogeltje naar de
beek terughepen, cirkelde boven hun hoofden in grote krin-
gen de moedervogel. Ze was doodsbang dat het met haar kindje
niet goed zou ailopèn, "X
188 henzaam maaiue :-»cs ra o» me na. in ..e. ee«t,e
en voorzichtig waste hij daarmee hel pootje van de kleine
vogel af, Wat een angst stond er in de ogen van het kleine
beestje. Wat nu verder te doen voor hem?