Alcm. Victrix I- G.V.fl.V. I HET BETOVERDE BOS De H.L.O.-training. Ervaringen en conclusies. De harmonische lichaamsontwikkeling. /OM) M» a.«. 2 uur: Noordel. Ie klasse. Tribune f 0,55; Paddock f 0,40; 2e Rang f 0,30; Jongens en werk- loozen f 0,10. Donateur*- en Seizoenkaarten aan het loket verkrijgbaar. wone prijzen voor den wedstrijd Neder land—Luxemburg niet gehandhaafd kon den blijven, doch b.v. tot de helft zouden moeten worden teruggebracht. De directie van het Amsterdamsche sta dion heeft aan den K. N. V. B. geantwoord, dat men prijs zou stellen op het handhaven van de voorwaarden, zooals die contractu eel tusschen K. N. V. B.. en stadion waren vastgelegd, voor de ontmoetingen Neder landFrankrijk en NederlandBelgië en dat men de bepaling voor de vergoeding voor Nederland—Luxemburg geheel zou overlaten aan het K. N. V. B.-bestuur. De directie van het stadion zou zich bij voor baat met elke beslissing dienaangaande accoord verklaren. Van de zijde van het bestuur van den K. N. V. B. is vervolgens een schrijven bin7 nengekomen, dat alleen Nederland Frankrijk te Amsterdam zou worden ge speeld. Alvorens over te gaan tot de financieele kwestie deelde de heer van den Berg me de, dat er toch ook moreele motieven wa ren aan te wijzen, dat ditmaal de wedstrijd NederlandBelgië aan Amsterdam zou worden toegewezen. Is men dan vergeten, dat het Amsterdamsche stadion 23 jaren lang achter elkaar NederlandBelgië heeft gehuisvest? Is er niet met den K. N. V. B. in de jaren 1929 en 1930 overleg gepleegd inzake eventueele uitbreiding en is toen niet van die zijde verklaard, dat men er geen prijs op stelde, dat men het liever had, zooals het was? De financiën. Het is de laatste seizoenen niet voorgeko men, dat NederlandBelgië niet lang van te voren het bordje „uitverkocht" kon ver melden. Gewoonlijk was het aantal aanvra gen dubbel zoo groot, als kon worden ge borgen. Men mag, aldus de Amsterdamsche directie, dan ook aannemen, dat in welke plaats NederlandBelgië ook wordt ge speeld, te Amsterdam of te Rotterdam, altijd een kleine 60.000 toeschouwers aan wezig zullen zijn. De directie van het Stadion heeft ons vergelijkende cijfers ver strekt, waarbij rekening is gehouden, dat ongeveer 10.000 plaatsen van 3 in het Olympisch Stadion tot 2 werden verlaagd, omdat de vraag naar goedkooper zitplaat sen de laatste jaren buitengewoon groot is. Indien men deze verlaging niet zou toepas sen, en ook dan zou het Stadion uitverkocht zijn, zou men bruto 10.000 meer ontvan gen. De K.N.V.B. zou de helft van dit be drag meer innen, m.a.w. de inkomsten voor den K.N.V.B. van den wedstrijd Nederland België zouden ongeveer 2000 hooger zijn, dan men in het Feijenoordstadion 2 Mei 1.1. heeft ontvangen. Verder is het aantal goedkoopere z i t- plaatsen in het Amsterdamsche Stadion veel grooter dan dat te Rotterdam. Rekening houdende met de vrijkaarten, waarover door den K. N. V. B., pers en aandeelhouders sportpark steeds wordt be schikt, wordt de opbrengst in Amsterdam incl. 20 pet. sted. belasting 135.375. Indien de K.N.V.B. den HollandBelgië- wedstrijd in Amsterdam zou laten spelen, overeenkomstig het tusschen K. N. V. B. en sportpark bestaande contract, dan zou de afrekening voor den K. N. V. B. er als volgt uitzien: Ontvangsten kaartverkoop 135.375. Ontvangsten programmarecht 350. 135.725.— Af: belasting fixum 22.562.50 10.000.— 32.562.50 Te verdeelen saldo f 103.162.50 Aandeel K. N. V. B. 50 pet f 51.581.25 Verhoogd met fixum 10.000. Totaal 61.581.25 Daar de wedstrijd HollandBelgië in het a.s. voorjaar in Rotterdam op dezelfde voor waarden gespeeld zal worden als in het af- geloopen seizoen, zal de afrekening voor den K. N. V. B. er uitzien, zooals deze in het jaarverslag 1936/1937 gepubliceerd is: Ontvangsten kaartverkoop Ontvangsten programmarecht 132.205.83 350.- 132.555.83 Af: belasting 23.066.77 fixum 20.000.43.066.77 Te verdeelen saldo 89.489.06 Aandeel K. N. V. B. 50 pet. f 44.744.53 Verhoogd met fixum 20.000. Totaal f 64.744.53 Wanneer, zooals men meende te mogen verwachten, het in de bedoeling lag, dat de wedstrijd Nederland—België, die de vorige maal in Rotterdam gespeeld werd, nu in Amsterdam zou plaats vinden, dan kan, volgens de directie van het Amsterdamsche stadion, dit kleine geldelijke verschil moei lijk als argument gelden. De motieven van den K. N. V. B. Een officieele verklaring van de zijde van bet K. N. V. B.-bestuur is tot nu toe niet gegeven. Niettemin hebben wij van personen, die nauw betrokken zijn geweest by de beslis singen, in deze door het K. N. V. B.-bestuur genomen, verscheidene gegevens ontvangen, welke een duidelijk licht werpen op deze aangelegenheid. Voorop zy gesteld, dat het in de be doeling zou liggen van het bestuur van den K. N. V. B„ indien de om standigheden daar althans aanleiding toe zullen geven, in de toekomst een volkomen evenwicht te scheppen tus schen Amsterdam en Roterdam. Het bestuur van den K. N. V. B. meent, dat er in het algemeen een dalende lijn in de publieke belangstelling valt te ontdek ken. Nu is in verschillende opzichten ge bleken, dat de belangstelling in de stad Rotterdam op het oogenblik grooter is dan in de stad Amsterdam, hetgeen ook ver klaard kan worden door het feit, dat de aantrekkingskracht van een nieuw stadion natuurlijk grooter is dan'èèri gebouw, dat er reeds vele jaren staat. De wedstrijd tegen België zal waar schijnlijk begin Februari worden gespeeld, dus vroeg in het seizoen. De weersomstan digheden kunnen dan van dien aard zijn, dat de voetbalbelangstellenden van het standpunt uitgaan: bij een stadion met 60.000 toeschouwers zal ik eerst maar eens afwachten, hoe het weer is. En men heeft meer vertrouwen in een groote belangstel ling te Rotterdam bij ongunstige weers omstandigheden dan te Amsterdam. Ook het argument, dat het Nederlandsch elftal niet meer op die hoogte staat van weleer, dat er noodzakelijke wijzigingen in het team moeten komen, hetgeen ongetwij feld weer van invloed zal zjjn op de pu blieke belangstelling, is een der motieven van het besluit van het K.N.V.B.-bestuur geweest. Inlmers men weet, dat de "publieke be langstelling te Rotterdam op het oogenblik voor voetbal enorm is, terwijl voor Amster dam de onzekerheid veel grooter is, m.a.w men is er geenszins bij voorbaat van over tuigd, dat NederlandBelgië te Amsterdam uitverkocht zal zijn. Ten slotte is het bepalen Van het fixum van groote beteekenis geweest. De éerste winst is het meest safe, aldus heeft mén in het bestuur van den K.N.V.B. gedacht, en gezien de onzekere omstandigheden, in bo venstaande feiten neergelegd, is een bedrag van 20.000 van Rotterdam veiliger dan een bedrag van 10.000 van Amsterdam. En al leen in het geval dat ook Amsterdam een uitverkocht Stadion zou krijgen, zouden de ontvangsten van Amsterdam en Rotterdam, ongeveer gelijk zijn en uit bovenstaande mededeelingen is het wel duidelijk, dat men in bestivrskringen van den K.N.V.B. daaraan twijfelt. - Schaken. HET TORNOOI OP DE SEMMERING. Flohr wint van Petrov. Gisteren werd de derde ronde gespeeld van den achtkamp. De party ReshevskyRagozin eindigde na 62 zetten in remise. Het was een ge weigerd damegambiet, waaruit zich een zeer interessante partij ontwikkelde. Ragozin had vrijwel -•"•voortdurend het initiatief. Met twee torens plus ëen pion voor de dame had de Rus langen tijd winstkansen. By het afbreken voor de middagpauze werd algemeen aangenomen, dat Ragozin zou winnen. By de voortzet ting verdedigde Reshevsky zich echter schitterend en kon ten slotte door eeuwig schaak geven remise bereiken. FlohrPetrov, een Engelsche opening, werd na 54 zetten door den Tsjech gewon nen. Het eindspel bood gelijke kansen, doch Petrov behandelde het niet bijzonder goed, zoodat Flohr een regelmatige over winning kon behalen. De partij tusschen Keres en Fine verliep zeer rustig. Het was een reti-opening. Na 41 zetten werd tot remise besloten. Capablanca-Eliskases werd afgebroken na 62 zetten. Het was een orthodox dame gambiet, met een dame-eindspel, waarin de Cubaan meent beter te staan. Doch de andere deskundigen zien er voorloopig toch niet meer dan remise in. De stand bij het afbreken is: Wit Capablanca: Kd2, Da8, pionnen op d4, e3, g4, h5. Zwart Eliskases: Kh7, Dhl, pionnen op d5, f6, g7, h6. Zwart is aan zet. De stand van den achtkamp luidt: 1. Reshevsky 2 punt. 2. Flohr 2 punten 3. en 4. Keres en Ragozin, ieder 1K punt. 6. Capablanca punt, plus 2 afgebroken partijen. 6. Capablanca punt, plus 1 afgebroken partij. 7. Eliskases M punt, plus 1 afgebroken partij. 8. Petrov punt. De heer B. Bruinvis schrijft ons: Nu het afnemen der H.L.O.-vaardigheids- proeven begonnen is en het tijdperk van voorbereiding en intensieve training daar mee afgesloten, is het wel eens goed om een terugblik te werpen op deze training, voor- zoover wij deze als leider meemaakten op het Sportpark en in de Overdekte. Begin Juli begon het Alkmaarsche Werk comité zijn actie in de buitenwereld; door middel van de pers werd de groote trom, geroerd en werd de menschheid door klin kende woorden en daverende zinnen van het nut en de waarde van het H.L.O.-diplo- ma overtuigd, en opgeroepen om zich vol ijver voor het examen te gaan bekwamen. En dit had succes, een geweldig succes zelfs! Want, dank zy het onvermoeide stre ven van den bezielenden voorz., wijlen Dr. van Dam, wiens nagedachtenis wij, door zijn sportlievendheid en groote waardeëring voor alzijdige ontwikkeling, in hooge eere zullen houden, werd de beschikking gekre gen voor drie avonden per week over het Gemeentelijk Sportpark als trainingsgele genheid voor de toekomstige H.L.O.-ers, waartoe men aan enkele leeraren Lich. Oefening om leiding vroeg. Op Woensdag 7 Juli werd de training be gonnen, om precigs 25 oefen-avonden op Woensdag I September te eindigen. Reeds in hét bef^n steeg het aantal liefheb-, bers snel, doch groeide gestadig; telkens zagen we weeë nieuwe gezichten en zelfs, hoewel deze gelegenheid er eigenlijk was voor hen, dis niet in eigen clubverband konden oefenen, kwamen er tegen het ein de meer en meer van de catëgorie der be voordeelden, blijkbaar omdat men de eigen clubtraining niet voldoende achtte of door dat de H.L.O.-sportparktraining zulk een goede naam had. Het was een zeer gemengd gezelschap, dat zich telkenmale ^wC«r op de oefen avonden verzamelde; gemengd in letterlijk alle opzichten:-leeftijd, geslacht, maatschap pelijk milieu, lichaamsomvang en -lengte, karakter en. wat van veel belang was, ge oefendheid! en foch hadden allen weer veel gemeen ook; "waht zij :hadden allen: animo, een goed humeur en den wil tot doorzetten. Die verschillende rüate van geoefendheid dan, was hij b^j de training van groot be lang. Er waren er, die allround getraind wa ren en na eenige oefening weinig moeite meer hadden piet de eischen; er waren er, die door jarenlang lidmaatschap van een sportvereenigipg "Tvoetbal-, turn-, zwem-, etc.) éénzijdig ofttwikkeld waren, doch het voordeel hadden, dat zij hun lichaam in zijn prestatiemogelijkheden kenden, terwijl hun lichaam gewend was zich onmiddellijk aan hoogeré eischen aan té passen. Maar er wa ren ook enthousiastelingen, die nog nooit aan sport gedaan hadden en door de pers campagne wakker geschud en tijdig tot in keer" gebracht waren. En met hen moesten we oppassen. Want, waar juist zy kalm aan moesten -beginnen, het terrein verkennen en hu.n lichaam ontdekken moesten, en hun lichaam, speciaal spierstelsel, hart en lon gen, zich moest leeren aanpassen, daar wa ren juist zy het, die het eerst en het meest op de-prestaties letten en reeds by de eerste oefening aan de gestelde eischen wilden voldoen. - - Hoe moeilijk was het, om hen te bewegen, eerst de techniek te leeren en zich heele- maal niet te bekommeren over de presta tie (hoogte, afstand). Kostelijk was het soms te bemerken, dat iemand, ongewend aan leiding bij sportbeoefening, zich als 't ware Schaamde om „in liet openbaar" op fouten gewezen te worden-.of te luisteren, naar goedgemeende raadgevingen. Hoe onoverkomelijk moeilijk viel het ve len, om zich zelf té'dwingen, de kogel eens niet verder dan 3 Meter te stooten, eens niet verder dan M. vér te springen, zon der een stevige aanloop enkel en alleen op de afstoot of het neerkomen te letten, of eerst eens te trachfén, de klimslag goed on der de. knie te hebben (of juister gezegd: tuschen de knieën!^, alvorens zich met krampachtige trek- en trapbewegingen om- hoög te wringen. En als er nu nog lezers zijn,, die bier om lachen, dan wordt het hoog tijd, dat zij zelf een& ui^ de sloffen schie ten Om té ervaren, dat iédere sportpresta tie, hoe gemakkelijk ook oogenschijnlijk door een getrainde sportman uitgevoerd, in wezen nog heel wST handigheid en ge oefendheid vereischt, a Voor cfë ongëtraihden was de tijd van voorbereiding te kort;-hierdoor kon men niet fustig oefenen, en werd tevlug te veel van het lichaam gevergd; de gevolgen ble ven niet uit: heftige spierpijnen, spierver- rekkingen en -scheuringen, hartkloppingen en bloeduitstortingenzbleven niet uit, waar door misschien wel verschillende adspirant- H.L.O.-ers afgeschrokken zyn. Laten zij, tot heden slechts toeschouwers waren, zij, die halverWége afgevallen zijn en zy, die tijdens het examen onverhoopt sneuvelen mogén, bedenken, dat er het volgend jaar weer een H.L.O.-examën gehouden wordt en dat zy dóór een geregelde oefening, kalm, doch doelbewust, zeer zeker slagen kunnen. Trouwens, dit geldt ook voor diegenen, die dit jaar wèl slagen; want de groote waarde van het H.L.O.-diploma ligt juist daarin, dat men met één keer examen doen niet aan het einde is, doch juist aan het be gin! Vandaar ook, dat er een groote cate gorie is, die gezegd heeft:-wij gaan door met de training. De oefening op het Sportpark heeft ons zoo goed gedaan en zooveel vreugde verschaft, dat wij win ter en zomer in training blijven. En als inderdaad velen, die tot op heden niet of weinig aan sport of doelbewuste lichaamsoefening deden, dit besluit in de daad omzetten, dan heeft het Werk comité-Alkmaar bereikt, wat één der hoofdprincipes van de Nationale Ver een ïging tot Bevordering yan Harmo nische Lichaams Ontwikkeling is: de bevordering van het beoefenen van veelzijdige sport t en welbewuste lichaamsbeweging in breede lagen der bevolking en op alle leeftijden! Het mooie ervan is jpist, dat men elk jaar - weer opnieuw de proeven aflegt, zich hier door vele jaren fit en gezond houdt om eerst na minstens 10 jaar het diploma te verwerven! Wie eerst dat gehaald heeft, mag met recht trotsch zijn. Dit moeten de jongeren, die het „H.L.O.-gedoe" te min voor zich achten, omdat zy dat zoo wel even doen wel bedenken, want hoe eerder er mee begonnen, des te eerder is men aan het einddoel. Een ander belangrijk punt van waarde van het H.L.O.-diploma is, dat er vele oude ren, de zwemkunst niet machtig zijnde, doch bezield met de wil het diploma te halen, een zwem- en leskaart genomen hebben en zich met hart en ziel erop gelegd hebben cm het zwemmen voor de vaardigheids- proef geheel machtig te zijn, wat gelukkig reeds velen gelukt is. Dat er nog heel wat krabbelaars waren, bleek maar ai te goed op het H.L.O.-oefenuur op Donderdagavond in de Overdekte (van het damesuur op Dins dagavond kan ik niets zeggen, want daar ben ik nimmer geweest), waar met groote animo geoefend werd en wij meer en meer succes zagen. En tenslotte mogen we niet vergeten, wat de jongere dames en heeren ons geleerd hebben, n.L dat hier vele goede krachten schuilen (waarbij er zijn, die zich zelf eerst nu ontdekt hebben), die op athletiekgebied iets presteeren kunnen; en dat er nog meer zyn, die zich met groot enthousiasme op de athletiek willen toeleggen. Als al deze jon gens en meisjes, jonge mannen en vrouwen nog een bedenken, hoeveel prettige uren zij op het Sportpark hebben doorgebracht, hoe fijn het was zich in natuurlijke bewe gingsvormen, in volle overgave te bewegen en te strijden tegen horloge, afstand en te genstanders, dan zulen zij beseffen, dat een Alkmaarsche Athletiekvereeniging niet tot de onmogelijkheid behoort, ja zelfs hier zeer welkom zou zijn! En dat die vereeniging, mits het sportpark beter geoutilleerd wordt, in dit sportterrein een prachtige trainings- en wedstrijdgelegenheid bezitten kan. De athletiek is een sport, waarbij de na tuurlijke bewegingsvormen: loopen, sprin gen, werpen, zoo veel mogelijk geperfec- tionneerd worden, waarbij ieder naar eigen aanleg, deze grondvormen zoo hoog moge lijk tracht op te voeren en waarvan men, mits men de alzijdigheid niet uit het oog verliest, heel veel plezier1 kan beleven. Ook de diploma-eischen zelf zouden wij, naar aanleiding van wat we tijdens de trai ning ondervonden, onder de loupe kunnen nemen, maar het is nu eenmaal beter, dat wij met nieuwe voorstellen wachten, totdat dit examen, dat immers toch volgens de vastgesteld eischen wordt afgenomen, afge- loopen is. De eischen, waaraan voldaan moet worden. Terwijl wij elders in deze. rubriek een artikeltje opnemen van den heer Bruinvis, één der leiders, die op het sportpark de deelnemers onderwezen heeft, meenen wij ook zelf het eèn en ander over de eischen te moeten schrij ven, waarby wij echter voorop stellen, dat dit zeer persoonlijke opvattingen zijn, die het H. L. O.-comité wellicht niet in alle opzichten zal deelen. Om dan te beginnen met het wandelen. Men weet, dat er door de verschillende groepen resp. 15,20, 25 en 30 K.M. gewan deld moest worden en dat deze marschen binnen een bepaalde tijdslimiet moesten worden afgelegd. Op zich zelf is daar na tuurlijk niets tegen, maar het was vol komen juist, wat de N. W. F.-official op merkte: al te veel deelnemers hebben er een snelheidsmarsch van gemaakt; zij heb ben getracht top-prestaties te leveren en dat is hun helaas maar al te goed gelukt. Nu begrijpen we volkomen, dat men de wandelaars niet al te zeer moet binden aan een bepaald tempo, maar er moeten toch twee grenzen getrokken worden. Het zou o.i. aan de wandelsport in het algemeen en aan deze H. L. O.-proef in het bizonder ten goede komen, wanneer er naast een maxi mum-limiet ook een minimum-limiet werd opgenomen, binnen welke men niet de finish zou mogen passeeren. En misschien ware het nog beter, om tijdcontroles in te stellen, zoodat alle deelnemers verplicht waren om in een bepaalde tijdsperiode deze controles te passeeren. En als men deze limieten zoo stelde, dat de deelnemers vrij heid van beweging hadden tusschen een gemiddelde van 5 en hoogstens 7 K.M. per uur, dan was er van top-prestaties geen sprake meer. Dan is er nog iets. Waarom toch zijn de jeugdgroepen van het wandelen uitgescha keld? Bij de vele wandelsportvereenigingen houdt men regelmatig wandeltochten voor de jongeren en als een jongen van 16 jaar niet geschikt geacht wordt voor een kleine marsch, is dan iemand, die een paar maan den ouder is, dan wel geschikt, om de 30 1C.M. te loopen? Veel beter lijkt het ons, wanneer het hoofdcomité t. z. t. ook voor de jeugdgroepen het wandelen verplicht stélt en den afstand bijvoorbeeld gelijk stelt aan die der derde groep, d.i. 15 K.M. Intusschen hebben de wandeltochten be wezen, dat ze zeker niet te zwaar zijn. Alle deelnemers hebben de marschen volbracht en slechts enkelen hadden er wat moeite mee, omdat zij last kregen van blaren. En dat, terwijl een te groot aantal deelnemers heelemaal niet en een betrekkelijk groot aantal slechts weinig geoefend had. Het lijkt ons voor de harmonische li chaamsontwikkeling noodig, dat de oefen- marschen regelmatig gehouden worden; vrijwillig natuurlijk, maar regelmatig. Dan zal- de zwaarte der examenproef t.z.t. af nemen en velen zullen de marschen dan als een gezellig uitstapje beschouwen, maar is dat tenslotte niet veel beter dan het één keer toonen, waartoe men in staat is? De tweede proef, die thans ook achter den rug is, is het wielrijden. De deelnemers moesten al weer afhankelijk van den leeftijd resp. 6, 7 en 8 K.M. in een half uur afleggen. Deze proef kan betrekkelijk zwaar ge noemd worden in een land, waar misschien vrijwel niet gefietst wordt. Maar is deze proef wel van eenigerlei waarde in ons fietsenland? Ons ontgaat te eenenmale de waarde van deze proef en de deelnemers denken er in het algemeen precies zoo over. Moet het fietsen op het programma blijven, waarom wordt dan ook van dit onderdeel geen afstandsrit gemaakt? Men eischt van de heeren van 17 tot 25 jaar een marsch van 30 K.M. Met welk recht zou men van diezelfde groep ook niet een fietstocht van laten we zeggen 50 K.M. kunnen eischen? Dat zou niet alleen een behoorlijke maar ook weer geen top-prestatie zijn, maar dat zou weer, evenals het wandelen, een prachtige reclame-rit zijn voor de H. L. O.-gedachte. Als hedenmiddag eens 120 man tezamen en in groepen gestart was voor een tocht naar Beverwijk (we noemen maar een plaats), zou dat geen in druk gemaakt hebben op het publiek en op de bewoners van alle tusschenliggende dorpen, die op zoo'n manier plotseling ken nis zouden maken met een streven, waar van de bedoeling en beteekenis hun nu nog onbekend is? En nu komen de athletiek-examens. Vanmiddag om 3 uur is het aantreden op het sportpark. En ziet: nu zijn de eischen heel anders. Nu worden er weliswaar ook geen top prestaties geëischt, maar er zijn onderdee- lenpdte Wérkelijk heel zwaar te noemen zijn, misschien wel tè zwaar. We beginnen al vast met het verspringen der dames. De dames van 17 tot 25 jaar moeten 4 meter springen. Dat is een eisch, die wij te zwaar vinden voor dergelijke proeven;- -1 Wij hebben de oefeningen op het sport park voortdurend gevolgd en wij weten, dat de leiders, die toch allen als zeer des kundig beschouwd mogen worden, alles gedaan hebben, om de dames de techniek van het verspringen bij te brengen. En ondanks een hardnekkig volhouden zijn vele dames niet zoo ver gekomen, dat zij met eenige kans op slagen aan de examens konden deel nemen. Het verspringen is dan ook wel de voornaamste oorzaak, dat zoo betrekkelijk weinig dames zich voor de examens hebben opgegeven. En trouwens, waar is het feitelijke ver schil voor dames en heeren? Terwijl de dames in de bedoelde groep 4 meter moeten springen, kunnen de heeren in dezelfde groep volstaan met 4.25 meter. Dat verschil is veel te klein en de eisch voor de dames is in verhouding veel en veel zwaarder dan die der heeren. Bij de heeren is het touwklimmen of paalklimmen een der moeilijkste opgaven, maar toch kunnen we hier niet spreken van een te zware eisch en hetzelfde is het met het zwemmen, het laatste onderdeel van de examens. Natuurlijk zijn er nog heel wat, die den vereischten tijd misschien slechts met de grootste moeite halen, maar dat is tenslotte een kwestie van oefening. Iemand die regelmatig zwemt, kan met gemak aan de eischen voldoen. En zij, die pas begon nen zijn met het zwemmen, zullen het volgend jaar dit onderdeel als een kleinig heid beschouwen. We hebben hier zoo terloops een paar punten aangehaald. Het is natuurlijk niet onze bedoeling, om alles nauwkeurig na te gaan en uit te pluizen. Wij meenden ech ter dit te moeten schrijven, om in elk ge val duidelijk te laten uitkomen, dat een H. L. O.-diploma niet maar zoo wordt be haald. Er is terdege oefening voor noodig en er zyn nog groote groepen, die aan de gestelde eischen niet kunnen voldoen. Misschien zullen de nog af te leggen proeven ons nog gelegenheid bieden, om t. z. t. nog eens op de H. L. O.-examens terug te komen. ■ty v. 187. Terwijl Anneke ep Eenzaam met het vogeltje naar de beek terughepen, cirkelde boven hun hoofden in grote krin- gen de moedervogel. Ze was doodsbang dat het met haar kindje niet goed zou ailopèn, "X 188 henzaam maaiue :-»cs ra o» me na. in ..e. ee«t,e en voorzichtig waste hij daarmee hel pootje van de kleine vogel af, Wat een angst stond er in de ogen van het kleine beestje. Wat nu verder te doen voor hem?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 7