HET BETOVERDE BOS. Voor 100 jaar. J)amcu&ciek JUizzieeuBeiek 111 JP Raadselhoekje mogelijk moest zijn de conjunctuur te blij ven beheerschen. Men weet, hoe de aanhan gers van deze theorie zich zulks voorstellen: in tijden van depressie d.w.z. op het mo ment dat de depressie inzet moet de staat, of de circulatiebank, door meerdere middelen in het verkeer te brengen, er voor waken dat de geldrente niet te plotseling stijgt en omgekeerd in tijden van opgaande conjunctuur er voor zorgen dat de geldrente niet te laag blijft, omdat hierdoor een on gezond element naar voren zou kunnen tre den, hetgeen men met het veelmisbruikte woord „credietinflatie" pleegt te betitelen. Hoe mooi zulks allemaal mag lijken en bo venal eenvoudig, laat de uitwerking in de practijk nog wel het een en ander te wen- schen over. Ten eerste is het zeer moeilijk het moment aan te geven waarop de circu latiebank of de Staat moet ingrijpen, n.1. op welk moment zij de geld- en kapitaalmarkt moet steunen, maar nog oneindig veel moei lijker is het om het juiste oogenblik te vin den om zich terug te trekken. En indien de achter ons liggende depressie ons één ding mag hebben geleerd, dan is het toch wel dit, dat het vrijwel onmogelijk is om zich terug te trekken. We zien dit heel frappant gedemonstreerd aan de Vereenig- de Staten, alwaar de regeering reeds spoe dig na 1931 op groote schaal als werkgever ging optreden en hierbij dus de taak van der. Uit de Alkmaarsche Courant van 18 September 1837. Het aloude, sedert bijna vier eeuwen te tyoordwijk-binnen be staande Schuttersgilde, of Broeder schap van Sint Joris werd heden door veertien Leden van het Boog schutters Collegie van St. Sebas- tiaan te Alkmaar met een bezoek vereerd, hetwelk aanleiding tot eene Feestviering gaf, die bij me nigeen het herdenken van de voor vaderlijke gewoonten opwekte en bij velen eene hoogst aangename herinnering zal achterlaten. Reeds in den morgen wapperden vlaggen van de Schietsteeg, en verschillende gedeelten des locaals en Doelenveld der Broederschap; 'welke Broederschap des namiddags ten drie ure aldaar vergaderde. Hierop begaf zich eene Commis sie, bestaande uit den Deken, een oudsten Vlinder en een Adjunct Secretaris, naar het Logement het Hof van Holland, om, de aldaar aanwezige Leden uit Alkmaar voorloopig in deze plaats te ver welkomen. De Commissie, terug gekeerd zijnde, trok de Broeder schap, met slaande trom en vlie gend vaandel, in de gebruikelijke orde naar gemeld Logement, voor hetwelk de Alkmaarsche Boog schutters met hunnen Vice-Presi- dent aan het hoofd, in den trein aansloten, welke weder naar den Doelen terugtrok. In het Locaal, hetwelk met vlag gen eikenloof, en eene, in een trophee geplaatste inscriptie, ter eere der bezoekers versierd was, aangekomen, werden de Leden van het Alkmaarsche Collegie, door den koning van St. Joris Doelen, harte-' lijk verwelkomd, welke groet door den Vice-President, namens de zelve, met eene gepaste en sier lijke aanspraak werd beantwoord, waarop een algemeene dronk en verbroedering volgde. Vervolgens begaf men zich op het Doelenveld; en het schieten naar den houten vogel, om den ge wonen zilveren prijs, nam, in tegenwoordigheid eener aanzien lijke en talrijke schare aanschou- wers, eenen aanvang, welke prijs door een der oudste Leden van St. Joris Doelen werd behaald. Na dat het schieten was geëindigd, werd door de gezamenlijke Schut ters volgens aloude herkomst, de gewone optogt rondom het Doelen veld gedaan, waarop men zich naar binnen' begaf. Nu werd namens de Broeder schap van St. Joris een Feestdronk ter eere der Alkmaarsche Schutters van St. Sebastiaan ingesteld, welke met algemeene toejuiching gedron ken, en door derzelver Vice-Presi dent, met een toast aan de Noorde- wyksche Broederschap gewijd, beantwoord werd; terwijl vervol gens aan den zelve, voor den afwe zigen President, een diploma als honorair Lid der Broederschap van St. Joris ter hand gesteld, als ook de geschoten prijs, namens den overwinnaar, tot een aandenken vereerd werd. Nadat het overige gedeelte van den avond in gulle gepaste vroo- lijkheid was doorgebragt, waarbij de welmeenendste toasten, aan den geliefden Koning, het dierbaar Vaderland en het Vorstelijk Huis gewijd, werden ingesteld, geleidde men de geëerde bezoekers weder in de vorige orde terug. Het harte lijk afscheid en de onderlinge be tuigingen van tevredenheid over de gesmaakte genoegens waren zoovele tolken van het warme ge voel, hetwelk allen bezielde. Zoo eindigde een der vroegere dagen waardig Schutters-Feest, hetwelk door het fraaiste weder werd begunstigd, door gulle vro lijkheid, gepaste orde en de beste harmonie de gespannenste ver wachting verre mogt overtreffen. particulieren ondernemer ging overnemen. De hiervoor noodige bedragen ontleende zij aan de banken door op groote schaal schat kistpapier bij haar onder te brengen. Voor zoover zulks in den beginne de tender.z had den rentestand omhoog te schroeven, zorgden de Federal Reserve Banks, door op groote schaal Staatsobligatiën uit de markt te nemen er wel voor, dat zulks niet moge lijk was. En toen dra daarna de goudstroom zich naar de V.S. ging richten, was het ge vaar, dat de Staat door zijn zeer groot be roep op de geld- en kapitaalmarkt, een stij ging van den rentestand in het leven zou roepen, geheel bezworen. Om welke bedra gen het hier is gegaan, moge blijken uit het feit dat de totale staatsschuld van dit land sedert 1929 gestegen is van 16 milliard dol- lor tot rond 35 milliard dollar in 1937, zoo dat zij in een tijdsbestek van nog geen 7 jaar meer dan verdubbelde. En hier wreekt zich nu reeds duidelijk de enorme fout, welke men in tijden van depressie heeft gemaakt, door de Staat als groot-financier op te laten treden; immers deze enorme staatsschuld laat het feitelijk niet toe, dat de rentestand stijgt, omdat hierdoor het budge ondragelijk zou worden belast. Het gevolg hiervan is, dat nu het moment is ge komen waarop de Staat zich behoorde terug te trekken, omdat zijn aanwezigheid op de markten in conjunctureel opzicht niet meer gewenscht is, hij bij de geld- en kapitaal markt een dusdanig belang heeft gekregen, dat hij alles te hulp roept om den achter stand laag te houden. Het gevolg van dezen wantoestand is dus dat niet alleen de Staat maar ook het particuliere bedrijfsleven kan leenen tegen tarieven, welke in het huidige stadium van de conjunctuur als abnormaal en zelfs gevaarlijk laag kunnen worden aangemerkt. Hier zien wij dus voor het eerst sedert menschenheugenis het merk waardige verschijnsel, dat een hoog-con- junctuur gepaard gaat met zeer lage rente standen. En terwijl de alarmschei feitelijk reeds heeft geluid, aarzelen de autoriteiten toch niet de rente nog verder omlaag te brengen, getuige de jongste discontoverla ging door de Reserve Bank van New York, n.L tot 1 zijnde het laagste percentage dat ooit door een circulatiebank werd ge fixeerd. Maar hieruit zien we dan ook direct, dat men den verkeerden weg op is, door de vraag, of de conjunctuur alweer haar hoog ste punt heeft bereikt, te beantwoorden met te wijzen op de zeer lage kapitaalrente. Deze vroegere conjunctureele graadmeter bij uitnemendheid heeft als zoodanig, al thans in deze conjunctuurcyclus, afgedaan, ^ij, die dus meenen, dat men door de rente laag te houden, te conjunctuur blij vend te kunnen stimuleeren, zouden dus voor het oogenblik, naar het schijnt, er in derdaad in zijn geslaagd de juistheid van hun veronderstelling, aan te toonen. In stede van de nominale geldrente is echter een andere maatstaf gekomen en wel deze: de aandeelenkoersen. Want wat toch zien wij en in dit opzicht levert Engeland, waar men de „goedkoopgeld" idee ook zoo conse- kwent heeft, voorgestaan, een prachtig voorbeeld: ondanks het feit dat de bedrijvig heid aldaar nog steeds toeneemt, kan men constateeren dat de aandeelen koersen sedert einde 1936 een geleidelijke daling te zien geven. En zulks niettegenstaande de in- dustriëele winsten ieder jaar ongeveer 20 hooger liggen dan het vorige jaar. Wat dit wil zeggen, is duidelijk: de fondsenbezitter verdisconteert niet langer hoogere inkom sten in de toekomst, in den koers welke hij voor aandeelen bereid is te bieden, omdat hy twijfel koestert of deze meerdere op brengsten in de toekomst ook inderdaad zullen worden verkregen. Precies het om gekeerde proces dus van wat wij bij een begin van een hausse kunnen vaststellen: dan ziet men de aandeelenkoersen op een rendementsbasis van b.v. 2% later iets hooger en ten slotte op een niveau dat on geveer 1 ligt boven dat der prima vaste rentedragende fondsen; omdat men aan neemt, dat de winstcapaciteit haar optimum heeft bereikt. En zoo zien wij b.v. momenteel dat in Engeland de koersen van prima aandeelen zoo zeer gedaald, dat de rendementsbasis on geveer 4'/4 terwijl dat de prima obliga- tiën, als b.v. 2 consols, ruim 3 be loopt. Hieruit valt dus te concludeeren, dat al mag men door overheidsingrijpen, de no minale geld- en kapitaalrente tijdelijk laag houden, de reeële-rentevoet, zich via aan deelen- en obligatiekoersen, toch naar voren werkt. En het ware de grootste struisvogel politiek, om de oogen hiervoor gesloten te houden. Dikwijls hoort men in dezen ook beweren dat reeds daarom een omslag in de conjunctuur nog niet op handen kan zijn, omdat de hausse eerst zoo kort geleden is ingezet. Toegegeven, dat dit voor een land als het onze juist is, kan men dit argument in zijn algemeenheid toch kwalijk volhou den. Wanneer men b.v. naar de V. S. kijkt, dan kan men waarnemen, dat aldaar het laagste punt in de depressie medio 1932 viel waar te nemen; toen bedroeg de productie index rond 62; in Juli 1933 was deze al ge stegen tot 92, om daarna weer tot 75 terug te vallen in November 1934. Sedert dien vond een vrijwel onafgebroken stijging plaats. In de landen van het sterlingblok zette de verbetering in 1933 in, om daarna met een kleine onderbreking tot nu toe te stijgen. Slechts de laatste weken valt een uitgesproken vermindering in de bouw nijverheid te constateeren. Ten slotte zette in de z.g. goudlanden de depressie in 1932 pas goed door om eerst medio 1936 een ver betering te zien te geven. En deze omstan digheid kan voor die landen, welke het eerst de depressie den rug toekeeren, nog wel eens een gunstig moment beteekenen, in zooverre zy zich hierdoor een tegenwicht kunnen scheppen, wanneer zij hun afzet in eigen land zien verminderen. Er is ten slotte nog een ding, waardoor men geneigd zou zijn de flauwe houding van de internationale beurzen niet uitsluitend op rekening van allerhande gewapende con flicten te schuiven en wel dit. Gesteld, dat de conjunctuur in de V. S. een volkomen gezond karakter droeg en er niet het ge ringste vuiltje aan de lucht was, inzake een teruggaande conjunctuur, waarom is het dan juist New-York, dat voorgaat in het smijten met fondsen. Indien er toch één land ver van de vuurhaard afligt, dan is het wel Amerika, evengoed als er maar één land is dat van een groot gewapend conflict feitelijk alleen maar voordeel kan hebben en dat is ook weer Amerika. De wereldoor log was daar om zulks buiten twijfel te stellen. Uit een en ander zou men dan ook ge neigd zijn de conclusie te trekken dat er nog wel andere oorzaken, en wel meer interne, zyn aan te wijzen voor den zeer teleurstel lenden gang van zaken op de internationale beurzen. En ditmaal stond, New-York, al ging deze beurs ook nu weer vooraan, niet alleen. Ook te Londen werd er flink gesmeten en helaas ook Amsterdamsche beurs vertoonde weinig ruggegraat en kon men waar nemen dat fondsen als Koninklijke en H.V.A. resp. on der de 400 en 500 pCt. kwamen te liggen, hetgeen geruimen tyd niet had plaats gevon den. Te New-York schrijft men de ingrij pende koersdalingen behalve aan de reeds eerder genoemde internationaal politieke spanningen toe aan de technische positie van de beurs. Speciaal wijst men daarbij op' den funesten invloed welke de stringente beursbepalingen uitoefenen. Zoo wijst een overzicht van de rekeningen van groote New-Yorksche beursfirma's uit, dat het aan tal rekeningen, dat de koerslimites der sur- pluspercentages heeft bereikt, momenteel 50 tot 60 pCt. van het totaal der rekeningen uit maakt. Nu moet men bedenken, dat deze denkingspercentages onder de nieuwe beurs bepalingen zeer hoog zijn te noemen, n.L 55 pCt., maar hieruit zou dan echter logischer wijs volgen, dat de catastrophe nimmer zoo ver zal kunnen doorzetten als in tijden toen de dekkingspercentages veel geringer waren. En zeker kan men stellen dat door deze be palingen het vrijwel onmogelijk is veel be vroren posities te krijgen. In zooverre heeft de nieuwe wetgeving dus wel heilzaam ge werkt, al heeft zij de neiging, reeds op veel hooger niveau een verkoopdrang in het le ven te roepen. Zooals reeds gezegd, valt ook van onze beurs in de afgeloopen week weinig opwek kends te vermelden. Slechts de scheepvaartafdeeling legde een groote weerstand aan den dag, hetgeen niet behoeft te verwonderen wanneer men weet, dat de vrachtenmarkt nog steeds uiterst vast gestemd blijft. Zoo konden Koninklijke Boot en Scheepvaart-Unie's een gedeelte van het geleden koersverlies weer spoedig inloopen. Koninklijke olie's hadden van een om vangrijk aanbod te leiden, ook al omdat men hier met een internationaal arbitragefonds bij uitnemendheid heeft to maken, waarin, onder den invloed van de zeer nerveuze stemming in Frankrijk, beurteling een groot aanbod, dan weer een goede vraag bestond. Voor cultuurwaarden bestond met uitzon dering voor rubberaandeelen weinig belang stelling. H.V.A.'s kwamen onder het reeds gesignaleerde niveau van 500 te liggen. Het eenige suikerfonds dat zich betrekkelijk goed wist te houden was feitelijk dat van de Cultuur-Maatschappij der Vorstenlanden. Deze Mij. komt zooals bekend is, thans met haar definitief voorstel, tot reorganisa tie, hetwelk in de richting gaat van een fusie met haar meest bekende en belangrijk ste relatiefabrieken als Kedaton Pleret, Ka- liwoengoe Plantaren en Padokan en Baron- gan. Aandeelhouders van de oude Cultuur Mij. ontvangen 2 aandeelen ad 250 in de nieuw op te richten Mij. de z.g. Vereenigde Vorstenlandsche Cultuurmaatschappij, ter wijl preferente aandeelhouders onder prys- geving van hun recht op het achterstallige preferente dividend, per 1000 oud aandeel, een aandeel in de nieuwe maatschappij ont vangen van eveneens 1000. Hiertegenover worden alle activa tot een bedrag van 11.265.000 in de nieuwe vennootschap in gebracht, zoodat oude aandeelhouders hier in participeeren voor 9.265.000 en prefe rente voor 2.000.000. Van de zich in het bezit van het publiek bevindende aandeelen der gelieerde onder nemingen zullen de aandeelen Padokan en Barongan en die van Kedaton voor 65 pCt. in aandeelen der nieuwe Mij. worden omgezet, en die van Kaliwoengo voor 60 pCt. Alles te zamen bedraagt het direct geplaatste kapi taal der mij. dus 14.500.000. Het ziet er wel naar uit dat na deze drastische reorganisatie deze eertijds zoo rendeerende suikeronder neming, weer op een gezonde basis is ge bracht. Om tot de beleggingsmarkt over te gaan kon men waarnemen dat men met ware vreeze het resultaat van de Indische conver- sieleening tegemoet zag. Indien men het oor te luisteren legde kon men waarnemen, dal de animo sic niet bijster groot was en dat vele houders door niet in te schrijven of voor conversie aan te melden, a.h.w. een bolwerk wilden vormen tegen het gevaar van een nog verdere daling van de kapitaal rente. In hoeverre zy hierin gezien de groote steun van de publieke fondsen, voor het ge val het publiek zeer weinig mocht inschrij ven, zullen slagen moet worden afgewacht. Op het moment dat wy dit schrijven is het juiste resultaat nog niet bekend. Men moet echter vreezen, dat de komende weken een stroom van Gemeentelijke en provinciale conversie's zal brengen. Thans laten wij eenige koersen volgen: H.A.L. 125—123; Java China aJpanJLijn 128124; Konink. Boot 148144; Rott. Lloyd 130—130; Mij. Nederland 132131; Deli Bat. My. 239—236; H.V.A. 504—496; Philips 362—356; Koninklijke Olie 399398; Rep. Steel 2223; Aku 66—66. Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem 1506. Stand. Zw. 15 sch. op: 3, 8, 9, 10, 13, 14, 16, 20, 22, 23, 24, 28, 29, 34, 45. W. 14 sch. op: 21, 25, 31, 32, 35, 37, 38, 40, 42, 44, 46, 48, 49, 50. Oplossing. 1. 35—30 1. 16 36 2. 30 19 2. 13 24 3. 32—27 3. 22 31 4. 37—32 4. 28 :37 5. 44—39 5. 34 32 6. 49—44 6. 45 34 7. 48—43 7. 37 39 8. 26 :30 8. 34 :25 9. 44 2 Zeer mooi Eindspel. Er wordt nog wel eens gevraagd naar een mooi eindspel van den beroemden C. Blankenaar. Wij laten er hieronder één volgen, waarvan indertijd de probleem redacteur van het Damspel (G. J. A. v. Dam) een mooie beredeneerde oplossing gaf. Zw. 1 schijf op 10, dam op 5. W. 1 schijf op 46, twee dammen op 6 en 50. „Bovenstaand eindspel heeft een stand, die men, eens gezien, nimmer vergeet; dit is een merkwaardigheid, waardoor in de eerste plaats dit eindspel bij uitstek ge schikt en bestemd zal zijn om propaganda te maken voor het nobele damspel. De tweede hoogst origineele eigenschap van dit eindspel is de witte schijf op veld 46; terwijl de dammen ijverig in de weer zijn, speelt zij, rustig toeziende, de hoofd rol, alleen aan het slot treedt zij actief op. De derde eigenschap is de scherp bely'n- de logica, waarmede dit eindspel tot winst wordt gevoerd. De eerste zet van wit is het bezetten van veld 22 door een der twee dammen. Zwart heeft nu maar één zet, n.L 1014, want op 1015 antwoordt wit met 2231; dus 1014. Wit bezet nu met de dam van 22 veld 4. Dit is de krachtzet, zwart is ge dwongen 1419 te spelen. Wit bezet ver volgens met de andere dam veld 17, zwart weer gedwongen tot 19—23, wit - 199. En één, twee drie, daar waren ze weer even groot als toen ze bij vader en moeder de deur uitstapten. Anneke zette er flink de pas in. Het zonnetje scheen vrolijk en Hansje sprong dartel om haar heen. 200 Hè ze hoopte toch maar dat ze er gauw zouden zijn. Het was hier toch wel een beet,,vreemd in het bos. De ka- bouterkon.ng had wel gelijk gehad. Als je goed keek w.< h»f net of de bomen hier gezichten hadden. 17—26 Zooals men ziet. wordt zwart geen kars gegeven zijn dam te verplaatsen Zwart vervV-t -,c ,.n wandeling met dè schijf op de lange ''r pn speelt 23-.jg Thans treed, het spel een andere phase in' Wit speelt 26—48. Als nu de zwarte dam verplaatst wordt b.v. naar 19. dan speelt wit 4—22 en 48—37, waarna de schijf op 46 de zwarte dam slaat en verder tegen de zwarte schijf op tempo wint. Dus zwart speelt 2832. Wit herstelt het verband door 415, dreigende 1533. Zwart ten einde raad, offert de schijf en de witte schijf op 46 doet de zwarte dam triomfan telijk verdwijnen." Combinatie. Een leerzame combinatie is in de volgen de positie mogelijk. XI 19 ;:f| m m m '"ik" m m JU '^P.; Si Wfi tm WA ML "4^/,'vu. AAA Ipp fj^p Zw. 13 sch. op: 3, 6/10, 12, 13, 16, 18, 19 23 24. W. 13 sch. op: 25, 27, 28, 32, 33, 35/40, 45, 48. Wit speelt: 1. 27—22 1. 18 27 2. 32 21 2. 23 34 3. 40 20 3. 16 :27 4. 20—14 4. 9 20 5. 255! Ter oplossing voor deze week: Probleem 1507 van L. Schut te Enschedé. („Deventer Dagblad") WA: Wfc ■77777// ■rnm '/féM, 'JMi A AA/ Zw. 10 sch. op: 8/11, 14, 16, 18, 19, 23, 26 en dam op 50. W. 12 sch. op: 25, 27, 28, 30/34, 40, 41, 47, 48. Een bijzondere ontleding. In onze volgende rubriek geven wy de oplossing. Onze Tweede September-opgave. Een lettergreep-puzzle. De 17 gevraagde woorden waren de volgende: 1. filozel 2. onvrijwillig 3. odeon 4. benevens 5. antarctisch 6. aniline 7. bolwerk 8. oogendienaar 9. adjudant 10. klaterabeel 11. gekunsteld 12. gelukzoeker 13. trapezium 14. athenaeum 15. ammoniet 16. bestek 17. andantino De 2e en 5e rij geven van boven naar beneden: „In den nood leert men zijn vrienden kennen." Vele goede oplossingen kwamen ditmaal binnen. Onze Nieuwe Opgave. (No. 3 der Sep- tember-serie). Een beetje rekenen. Als het verschil tusschen de kwadraten van twee op elkaar volgende getallen 4693 is, hoeveel verschillen dan dp Vijfde Machten van die twee zelfde getallen? In letters in cijfers uitgedrukt is de opgave dus deze: a'b' 4693. Hoeveel is a5b'? Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig mogelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 24 September 12 uur aan den Puzzle-Redac- teur van de Alkmaarsche Courant. OPLOSSING DER RAADSELS UIT ONS VORIG NUMMER. 1. Waspik. 2. Aan de buitenzijde. 3. Voordracht. 4. De maan. NIEUWE RAADSELS. 1. Met kr ben ik nooit ruim of wijd, mét tr ben ik altijd meer of minder hoog en met gr ben ik steeds iets vroolijks. 2. Welk viervoetig dier kun je maken uit: aeioddmrrs? 3. Ik ben een vreemd ding. Vaak loop zonder van mijn plaats te komen, dan weer loop ik en kom wel va" mijn plaats, soms loop ik niet en blU* waar ik ben en ook wel loop ik nie1 en kom toch vooruit. Wat ben ik? 4. Van welk metaal kun je door omzet" ting van de letters een nuttig boe maken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 10