DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE TROONREDE H.M. constateert een stijging van het welvaartspeil der bevolking. He. 222 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Dinsdag 21 September 1937 139e Jaargang In wetgeving en bestuur zal vóór alles Gods wet tot opperste richtsnoer worden genomen. H.M. de Koningin heeft heden bij de opening van de vereenigde zitting der Staten Generaal de volgende troonrede uit gesproken: Wat de Troonrede ons zegt. COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telei 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Leden der Staten-Generaal, Mij wederom in Uw midden bevindend gevoel Ik allereerst behoefte uiting te geven aan Mijne gevoelens van dankbaarheid voor de tot dusver voort schrijdende verbetering in het economische leven hier te lande. Deze verbetering in belangrijke deelen van het bedrijfsleven verlevendigt de hoop, dat de nog steeds omvangrijke werkloosheid geleidelijk verder zal kunnen worden ingeperkt. Alle maatregelen, die der Regeering doelmatig voorkomen om het proces van herstel uit de langdurige depressie te bevorderen, zullen harerzijds worden genomen of aan Uwe goedkeuring onderworpen. De ontwikkeling van den economischen toestand in Nederlandsch-Indië geeft reden tot voldoening. In het gunstig verloop van de opbrengst der lands- middelen weerspiegelt zich de allerwegen ingetreden opleving in landbouw, handel, nijverheid en scheepvaart, waartoe mede bijdroegen de over het algemeen bevredigende oogsten van de voedselgewassen der Inheemsche bevolking. Het stemt Mij tot verheugenis, dat als gevolg daarvan thans weder een stijging valt waar te nemen van het welvaartspeil der bevolking van Neder landsch-Indië en dat een begin kon worden gemaakt met de verlaging van de op haar rustende lasten. De ruimer vloeiende middelen geven gelegenheid in meerdere mate dan de laatste jaren het geval kon zijn, gelden beschikbaar te stellen voor de bevordering van de geestelijke en stoffelijke belangen der bevolking. Door toepassing van daartoe geëigende middelen zal ernstig worden gestreefd naar verbreeding en versterking van de economische basis, ten einde die voor de toekomst beter bestand te doen zijn tegen schokken, als welke in de laatste jaren werden ondervonden. Hoewel in Suriname een lichte verbetering, zoowel bij den in- en uitvoer als bij de voornaamste cultures viel op te merken, bleef de economische en financieele toestand van dat gewest nog weinig bevredigend, in tegenstelling met dien van Curagao, aan welk gebiedsdeel de wereldcrisis schier ongemerkt is voorbij gegaan. Te midden van de geesteijke verwarring in de wereld, waaraan ook ons volk niet geheel ontkomt, is steeds dringender de eisch, dat in wetgeving en bestuur vóór alles Gods wet tot opperste richtsnoer worde genomen. In zijn algemeen karakter zal het regeeringsbeleid het kenmerk dragen van een doel bewust streven naar beveiliging en versteviging van de positief christelijke g.ondslagen onzer samenleving. Aldus zal een beleid kunnen worden gevoerd dat met vermijding van toespitsing van tegenstellingen ook door zijn innerlijke redelijkheid instemming vordert. Het karakter van dit beleid zal tot uiting komen met name in werkdadige zorg voor een gezonde ontplooiing van het huwelijks- en gezinsleven, bescher ming van de publieke eerbaarheid, onthouding door de Overheid van aanmoe diging van alles wat tot ontheiliging van den wekeljjkschen rustdag aanleiding geeft, en krachtige handhaving van het gezag. Eerbiediging van de vrijheid van godsdienst en van geweten, en handhaving van den rechtmatigen volksinvloed op het landsbestuur blijven hechte pijlers van ons volksbestaan. De Regeering overweegt een nadere regeling van het vereenigingsrecht ter bevordering van een meer werkdadig repressief toezicht, naar de reeds thans in de wet neergelegde normen van openbare orde en goede zeden. Hoewel de internationale omstandigheden veelszins aanleiding geven tot bezorgdheid, bleef het vriendschappelijk karakter, hetwelk onze verhouding tot andere mogendheden pleegt te dragen, ongerept bewaard. Niettemin zal, gelet op de spanningen in de verhouding tusschen de volken en het daarmee saam- hangende gevaar van internationale verwikkelingen, zoowel hier te lande als in Indië, moeten worden voortgegaan met de versterking van onze weermacht Belangrijke voorstellen daartoe zullen onverwijld aanhangig worden gemaakt. De Regeering zal zich beijveren de samenwerking in onderneming en bedrijf ten bate van de geheele volkshuishouding te bevorderen. Met handhaving van krachtige medewerking aan de bevordering van op wederkeerigheid gegrond internationaal ruilverkeer, is noodig versterking van onze handelspolitieke weerbaarheid, ter beveiliging van den buitenlandschen en binnenlandschen afzet van onze producten, met inachtneming van nauwe samenwerking tusschen Nederland en de deelen van het koninkrijk buiten I Europa. De landbouwcrisismaatregelen zullen, met handhaving van den voor den landbouw nog noodzakelijken prijssteun, zooveel mogelijk beëindigd worden. Daarnaast zal bevorderd worden, dat nuttige regelingen door de bedrijfsge- nooten zelf zullen worden overgenomen en voortgezet of opgebouwd. Verschillende wettelijke maatregelen tot verhooging van het peil van den landbouw zullen worden voorgesteld. In voorbereiding zijn wettelijke regelingen tot beperking van den arbeid der gehuwde vrouw en tot het rekening houden met gezinslasten bij het arbeids inkomen. Ten aanzien van de landarbeiders zal de practische uitvoerbaarheid van een wettelijke regeling van den arbeidstijd, voor zoover misstanden niet door onderling overleg van de georganiseerde belanghebbenden uit den weg worden geruimd, worden onderzocht. Het temperen van de gevolgen der werkloosheid voor hen, die daarvan slachtoffer blijven, beschouwt de regeering als een harer voornaamste plichten, Wettelijke regelingen betreffende werkloosheidsverzekering en steunverleening zullen worden voorbereid. Voortgegaan zal worden met de uitvoering van openbare werken als middel tot werkverruiming, met de werkverschaffing en met het cultureele werk voor de werkloozen. Ondanks de ingetreden verbetering in den economischen toestand en de daarmede samenhangende stijging van de opbrengst der middelen, blijven, na de diepe depressie der laatste jaren, de openbare financiën nog in bijzondere mate zorg vereischen. Buiten hetgeen op economisch-sociaal terrein en op het gebied der defensie onvermijdelijk is tot behoud en versterking van de Neder- landsche volkskracht, zullen vele op zichzelf gewenschte of nuttige maatregelen, waaronder die op het gebied van het onderwijs, dan ook eerst ter hand genomen kunnen worden, wanneer de inwendige positie van het budget voldoende zal zijn versterkt. De verhooging der defensie-uitgaven zal enkele bijzondere financieele voorzieningen noodig maken. Naast de reeds genoemde voorzieningen stelt de Regeering zich voor een regeling tot coördinatie van het goederenverkeer te land en te water tot stand te brengen, terwijl een herziening van de Woningwet in voorbereiding is en een wettelijke regeling van de opleiding der onderwijzers zal worden aanhangig gemaakt. De toewijding, waarmee Leger en Vloot, zoomede de ambtenaren in burger lijken dienst in het geheele Koninkrijk, hun taak vervullen, stemt Mij tot erkentelijkheid. In het komende zittingjaar zal weer veel arbeid en toewijding in hartelijke samenwerking van Regeering en Staten-Generaal worden gevraagd. Met de innige bede, dat ons allen door den Almachtigen God de kracht en de wijsheid geschonken worden, die Hij alleen geven kan, verklaar Ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend. Wie deze troonrede leest, moet onwille keurig tot de conclusie komen, dat de don kere crisiswolken, welke zoo vele jaren bo ven ons vaderland hebben gehangen, gelei delijk wegtrekken en de zonnestralen weer gelegenheid krijgen land en volk in een gouden gloed te zetten. Het gaat nog niet hard, maar er is voor- uitgang te bespeuren. In 1935 was de troonrede nog een staats stuk, waarin een ellenlange opsomming van alle gevolgen van een algemeene verarming werden gegeven, waarin de moeilijkheden op elk gebied zich zóó hadden opgestapeld, dat men schier geen uitweg meer zag. In 1936 werd voor het eerst een optimis tisch geluid beluisterd en thans staat de troonrede grootendeels in het teeken van een gezond optimisme, wordt met groote voldoening een algemeene opleving gecon stateerd en de verwachting uitgesproken, dat het thans steeds crescendo zal gaan. Hare Majesteit wijst allereerst op de voortschrijdende verbetering hier te lande, welke in het bedrijfsleven reeds zoodanig tot uiting komt, dat aan de groote werkloos heid geleidelijk een einde kan worden ge maakt, waarbij in alle opzichten op den steun der regeering kan worden gerekend. Komen onze overzeesche bezittingen ge woonlijk eerst aan het einde van de troon rede ter sprake, thans heeft de regeering de bespreking van de welvaart in Oost en 1 West vooropgesteld, vermoedelijk om dade lijk haar voldoening te kunnen uiten, dat de toestand daar thans alle reden tot tevre- denheid geeft. De opbrengst van 's lands middelen in onze Oost verloopt naar aller wensch en ver wachting, landbouw, handel en nijverheid zijn een nieuw welvaartstijdperk ingetreden en zelfs de natuur heeft medegewerkt om de oogsten bevredigend te doen verloopen. Het welvaartspeil der bevolking stijgt en men is de bewoners van het moederland reeds zoover vooruit, dat met verlaging van lasten, maatregelen tot verheffing van het welvaartspeil en het bouwen van economi sche versterkingen kan worden begonnen. Suriname is als gewoonlijk het zorgen kindje gebleven, ofschoon er dit jaar geen reden tot bijzondere ontevredenheid geweest is. Curagao heeft altijd op zich zelf kunnen passen, maar ook nooit in het hoekje ge zeten waar de slagen zijn gevallen. Dan komt de passage, waaruit ten duide lijkste blijkt, dat wij met ons nieuwe kabinet in uitsluitend rechtschen koers zullen varen. In wetgeving en bestuur zal Gods wet tot opperste richtsnoer worden opgenomen. Doelbewust zullen de positief christelijke grondslagen onzer samenleving worden be veiligd en verstevigd en de regeering acht reeds den tijd gekomen om aandacht te schenken aan het huwelijks- en gezinsleven, de publieke eerbaarheid, de heiliging van den wekelijkschen rustdag en strenger toe zicht op het vereenigingsrecht in verband met de openbare orde en goede zeden. Dat alles natuurlijk verankerd aan onze grondwettelijke rechten: vrijheid van gods dienst en democratie. Wy zijn nog altijd in vrede en vriend schap met onze huren, maar de algemeene wereldvrede is vooreerst nog niet te verwach ten. Wij leven nog niet in den tijd dat de leeuw met het lammetje uit denzelfden voerbak komt eten en zelfs voor een vrede lievend land als het onze is het zaak het kruit droog en het geweer bij den voet te houden. Wij blijven onze weermacht ver sterken en het is te voorzien, dat de daar voor noodige voorstellen niet lang op zich laten wachten. Samenwerking in onderneming en bedrijf zal worden bevorderd en, met nauw contact van ons gebied in andere werelddeelen, zal onze handelspolitieke weerbaarheid ten bate van den afzet van onze producten worden versterkt. Een waarschuwend woord wordt ditmaal aan het adres van onzen landbouw gespro ken. Nu de donkere wolken wegtrekken en wij een tijd tegemoet gaan, waarin het landbouwproduct zijn waarde zal herkrij gen, zullen de crisismaatregelen, waaronder zoowel de landbouw als de schatkist ge drukt gingen, geleidelijk geliquideerd wor den. Wanneer de zon weer gaat schijnen, zal de landbouwer op zijn eigen grond weer op eigen beenen moeten staan en hij zal met zijn buren en vrienden zelf de maat regelen moeten treffen waarop hij, onder toezicht en bescherming van de overheid, zijn levenspeil zal kunnen verhoogen. Dat daarbij niet alleen aan financieele maar ook aan moreele belangen gedacht wordt, blijkt uit de voorbereiding van wet telijke voorzieningen tot beperking van den arbeid der gehuwde vrouw, tot het rekening houden met gezinslasten en de regeling van den werktijd der landarbeiders. Men moge een geleidelijke vermindering der werkloosheid verwachten, toch zijn er nog honderdduizenden, die onder den geesel van dezen crisistijd gebukt gaan. Ver zekering en steunverleening zullen wette lijk worden geregeld en daarnaast zal voor werkverruiming, werkverschaffing en, last not least, voor de cultureele ontwikkeling dezer slachtoffers gezorgd worden. Niet, dat de regeering thans reeds over alle middelen kan beschikken, dit crisis- werk in alle opzichten te financieren. Wij mogen in opwaartsche lijn gaan, de zwarte jaren van het verleden hebben zoo zeer hun stempel op ons welvaartspeil ge drukt, dat onze openbare financiën nog bijzondere zorg vereischen. Wij zullen na tuurlijk onze offers hebben te brengen voor de versterking van onze sociale positie en helaas tot versteviging van onze weermacht, maar daarnaast zal nog veel opbouwend werk tot betere dagen moeten wachten. Het programma voor het komende wetge vende tijdvak is ditmaal bijzonder sober. Er worden slechts wettelijke maatregelen in uitzicht gesteld inzake het goederenver keer, de woningwet en de opleiding van on derwijzers. Naast deze voorzieningen ten bate der burgerbevolking wordt bij zonder sterk de aandacht op onze defensieve belangen gevestigd. Alle militaire en burgerlijke ambtenaren hebben dit jaar weer bijzonder hun best ge daan en het gebruikelijke complimentje daarvoor in ontvangst te nemen en in het slot van de troonrede wordt, als gewoonlijk, weer op de hulp van den Almachtigen God gewezen, zonder wiens onmisbaren zegen niets ter wereld bereikt zal kunnen worden. Meer dan te voren staat deze troonrede in het teeken van een verblijdend constateeren van terugkeerende welvaart, maar ook van een regeeringsbeleid in positief christelijken zin. Moge de parlementaire arbeid onder deze leiding land en volk naar een zonnige toe komst voeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 1