8 8 I 8 8 ooi QE JOUDEN 1Binnenland ®€^^&^!RadiapcoQca(fUitG l ieuiUetat Kinderlijkje in koffer gevonden. Leerling-verpleegster gearresteerd. Herdenking van Leiden's Ontzet. De „onthullingen" van mr. Pont. Verklaring van het hoofdkwartier der N.S.B. De politie en justitie te Amsterdam hebben een zaak in behandeling genomen, d:e veel consternatie in een van de groote ziekenhuizen in de hoofdstad teweeg heeft gebracht, aldus het Rott. Nbld. Een gewezen leerling-verpleegster is gearresteerd en als verdacht van moord op een kind in het Huis van Bewaring op gesloten. Hoewel de verpleegster, 'die de moeder van het kindje is, ontkende haar baby van het leven te hebben beroofd, meende de justitie, dat er voldoende ter men aanwezig zijn om de verdachte voor- loopig in hechtenis te houden. In de tweede helft van Juli 1937 is te Amsterdam gevonden een onbekend lijkje van een pasgeboren kind van het manne lijk geslacht, hetwelk o.m. gewikkeld was in een witten badhanddoek met een blau wen rand, voorzien van de merken T. S. (in schrijfvorm) en 5045, in rood gebor duurd op daaraan gehechte stukjes katoen. Het lijkje was in een koffer gevonden op de kamer van een leerling-verpleegster van een ziekenhuis. Niemand wist aan vankelijk mede te deelen, aan wie het kindje toebehoorde. Het onderzoek door de politie werd ten zeerste bemoeilijkt door het feit, dat ver schillende dokters zich beriepen op hun ambtsgeheim en dus geen inlichtingen wenschten te verstrekken over een leer- lingverpleegster, die kort voor de tragische ontdekking zwaar ziek was geworden en in het ziekenhuis werd verpleegd. Een bekentenis. Toen het meisje later haar functie in het gasthuis neerlegde en een ander beroep koos, kon men haar aan een langdurig verhoor onderwerpen. Zij bekende ten slotte, dat zij de moeder van het kind was en dat de baby was geboren zonder dat iemand anders er iets van had bemerkt. Kort na deze gebeurtenis had zij haar kind in een doek gewikkeld en in een koffer gestopt. Zij ontkende echter het kind te hebben gedood. Het zou volgens haar dood geboren zijn. De justitie benoemde een deskundige, die echter na schouwing van het lijkje tot de conclusie kwam, dat de baby wel degelijk eenige dagen moet hebben geleefd, voor het den dood in den koffer vond. In deze feiten vond men voldoende ter men aanwezig, het meisje te arresteeren en in bewaring te stellen. Het onderzoek in deze zaak is nog lang niet beëindigd en de kans, dat er in ver band met deze affaire meer arrestaties zul len volgen, is niet gering. Geslaagde feestviering in de sleutelstad. Der traditie getrouw heeft de burgerij van Leiden Zaterdag op feestelijke wijze het ontzet der stad op den 3en October 1574 herdacht, evenmin als ruim 3 yt eeuw ge leden de beteekenis van dit feit tot de stad zelve en haar naaste omgeving beperkt bleef, zoomin bepaalde zich ook de feest viering vandaag tot de ingezetenen van de sleutelstad en de omringende dorpen. Integendeel, van heinde en ver kwamen de feestgangers per rijwiel, auto, autobus, tram of trein naar het feestvierende Leiden en vooral de residentie leverde een belang rijk contingent van de zingende en hos sende menigte, welke al vroeg in den morgen door de feestelijk bevlagde Binnenstad trok. Nadat aan den vooravond van den herden kingsdag door de gezamenlijke Leidsche vereenigingen een fakkeloptocht was ge houden, waarbij als hulde aan de nage dachtenis van Leiden's dapperen burge meester ten tijde van het beleg, Pieter Adriaanszoon van der Werff, aan den voet van zijn standbeeld een krans was gelegd, vingen 's morgens de feestelijkheden aan met een reveille, geblazen door het Leidsch politiemuziekgezelschap, van het balcon der stadsgehoorzaal. Hopelijk kan zulks in 1938 als vanouds weer geschieden van den toren van het stadhuis. Daarna volgden de traditioneele nummers van het programma: Koraalmuziek rondom het standbeeld van Van der Werff, en uit- deeling van haring en wittebrood in het Waaggebouw, waarvoor zich dit jaar het record-aantal van ruim 4000 liefhebbers hadden aangemeld. De firma Wed. van Nelle bood hierbij, zooals steeds „gratis pakjes koffie en tabak aan. Om klokke half negen loste de burge meester, mr. A. van de Sande Bakhuyzen het startschot voor de zg. „ronde van Leiden", een wielerwedstrijd door een deel der binnenstad, waaraan de deelneming uitsluitend was opengesteld voor Leidsche renners en waarvoor 64 personen aan den start verschenen. De lengte van het par cours, dat 25 maal moest worden afgelegd, bedroeg in totaal 47 K.M. Daarna trad een pauze in de feestelijkheden in, waarvan velen gebruik maakten om ëen bezoek te brengen aan het Lunapark op het Schut tersveld of om een kijkje te nemen bij het springen der fontein op de Vischmarkt. Tegen één uur in den middag concen treerde zich aller aandacht op den feeste- lijken optocht, in beeld brengende Grieksche mythen en sagen en bestaande uit 14 groepen, tezamen ongeveer 300 deelnemers tellende. Een duizendkoppige menigte sloeg het kleurige schouwspel gade. De feestelijkheden zijn des avonds beslo ten met een cabaret-avond in de stadsge hoorzaal en het afsteken van een luisterrijk vuurwerk op het Schuttersveld. De Persdienst der N.S.B. deelt naar aan leiding van het personderhoud, dat mr. Pont had met een aantal dagbladen het vol gende mede: 1. Mr. Pont's verklaring, dat hij aanvang September in functie trad als chef van het kabinet van ir. Mussert is juist. Zijn toe lichting daarentegen, dat deze functie de beteekenis had van secretaris der beweging, is volstrekt onjuist. Mr. Pont zou gaarne deze functie hebben bekleed en streefde ernaar hiertoe te worden aangewezen. De algemeen leider der N.S.B. sprak echter nadrukkelijk uit, dat hij dit niet juist achtte. Een dringend verzoek van mr. Pont om deel te mogen uitmaken van het Politiek Bureau der N.S.B., werd eveneens afge wezen Hij was uitsluitend chef van het kabinet, een administratieve en vertrou wensfunctie. Dat mr. Pont thans allerlei mededeelingen doet uit gesprekken met hem, wiens kabinetschef hij was, teekent zijn plichtsopvatting afdoende. 2. Mr. Pont tracht 't afdoende feit, dat ds. Van Duyl zijn ontslagname als func- tionnaris en lid der N.S.B. op grond van persoonlijke redenen, na ernstige bespre king onderteekende, te weerleggen door te spreken van pressie, die zou uitgeoefend zijn. Deze pressie zou dan hebben bestaan uit een bedreiging met publicatie. Een be richt zou reeds bij het A.N.P. aanwezig zijn geweest, dat ongedaan zou zijn gemaakt, nadat ds. van Duyl bedankte. Uit een offt- cieele mededeeling van het A.N.P. is reeds gebleken, dat nimmer een bericht terzake is aanwezig geweest, veel minder dus onge daan kon worden gemaakt. Van éenigerlei pressie door publicatie is geen sprake ge weest, noch van welke ongeoorloofde pressie ook. 3. Mr. Pont is van oordeel, dat ds. Van Duyl zich zou willen neerleggen bij de uit spraak van een „eere-raad" en verklaart verder in zijn pers-mededeeling, dat ds. Van Duyl ongetwijfeld een eereraad zal verlan gen. Indien ds. Van Duyl op 19 September zich een besluit had voorbehouden en in stelling van een Eereraad had gevraagd, zou dit een verklaarbaar standpunt zyn ge weest. Het is echter volstrekt onernstig eerst ontslag te vragen als functionnaris en lid der N.S.B. op grond van redenen van zuiver persoonlijken aard, vervolgens op eerewoord te verklaren „dat er niets van waar is" en tenslotte een Eereraad te ver langen. Deze verklaring van ds. Van Duyl' houding blijve geheel voor rekening van mr. Pont. 4. Evenzeer blijve voor rekening van mr Pont het feit, dat hij in extenso voor het Nederlandsche publiek een toelichting meent te mogen geven van de persoonlijke redenen, die ds. Van Duyl er toe brachten af te treden. Mr. Pont is begonnen met een verklaring, dat hij over de leiding van de N.S.B. zich zou uitspreken, wanneer deze het waagde nadere toelichting te geven over de per soonlijke redenen van ds. Van Duyl. De N.S.B. zweeg vanzelfsprekend over deze persoonlijke redenen'. Mr. Pont echter, hun kerend naar belangstelling om zijn persoon deelt in de persconferentie mede, dat „nu de heer Van Geelkerken over het gedrag van ds. Van Duyl Heeft gesproken" hij het noodig oordeelde mededeelingen over de N.S.B. te doen. De heer Van Geelkerken echter heeft niet over het gedrag van ds. Van Duyl gesproken en zal het niet doen Mr. Pont wist dit. Dat hij desondanks zijn „bedreiging" uitvoerde, teekent hem ten voeten uit. Alleen mr. Pont, niemand anders, is er voor aansprakelijk, dat de persoonlijke om standigheden, die ds. Van Duyl tot zyn ont slagname brachten, ter publieke kennis zijn gebracht. 5. Mr. Pont doet tal van mededeelingen en geeft aanhalingen uit persoonlijke ge sprekken door hem met ir. Mussert gevoerd. Deze mededeelingen zijn onvolledig, goed deels onjuist en zeer tendentieus. Zij geven in het geheel geen beeld van wat werkelijk werd besproken. Is het op zichzelf reeds ontoelaatbaar, dat gesprekken van dezen aard eenzijdig worden gepubliceerd, indien zy dan bovendien nog onjuist en verwron gen worden weergegeven en dan nog wel door een persoon, die een vertrouwenspost bekleedde, kan iedere kwalificatie beter achterwege blijven. 6. Tenslotte acht mr. Pont zich gerech tigd en bevoegd zijn oordeel over ir. Mus sert als leider van de N.S.B. uit te spreken, daarmee ongetwijfeld datgene tot uiting brengend, waarom hij de persconferentie belegde. Wij willen hieromtrent volstaan met een enkele mededeeling. 7. Drie weken geleden stond mr. Pont op het punt een eed van trouw aan ir. Mussert persoonlijk af te leggen. Dit werd echter door ir. Mussert als overbodig geweigerd uitgaande van het principe een man, een man; een woord, een woord. De heer baron van Lynden van Horst- waerde, leider van den Hoogen Raad van Discipline der N.S.B., schrijft aan het „Na tionale Dagblad" het volgende: Als leider van den Hoogen Raad van Dis cipline der N.S.B. acht ik mij verplicht naar aanleiding van den brief van den heer de Vos aan den leider onzer beweging, welke brief door verschillende bladen is gepubli ceerd, het volgende mede te deelen: „Misbruik van persoonlijke aangelegen heden" en „woordbreuk" waarvan sprake is in bovengenoemden brief van den heer de Vos is ten eenenmale uitgesloten, daar de heer de Vos aan mij, desgevraagd, toestem ming heeft verleend voor den leider onzer beweging om de „persoonlijke aangelegen heden" van den heer de Vos met ds. van Duyl te bespreken. De bewering voorts van den heer de Vos als zou de leider zonder zich van de „waar heid" op de hoogte te stellen maatregelen hebben genomen, doen wel zeer zonderling aan, daar de „w a a r h e i d" door den heer de Vos persoonlijk is medegedeeld aan den leider der N.S.B., aan ondergeteekende en aan een tweetal leden der beweging. Deze „waarheid" is door ieder van dit viertal op schrift gesteld zooals zy dit elk afzonderlijk van den heer de Vos hebben vernomen. Alleen en uitsluitend op de mededeelin gen van den heer de Vos persoonlijk aan den leider van het district het Gooi der N.S.B. is de klacht omtrent de persoonlijke aangelegenheden van ds. van Duyl en den heer de Vos een onderwerp van behande ling voor den leider der N.S.B. geworden. De mededeeling van den heer de Vos dat „hoogstaande menschen mede door het slijk zijn gehaald", moet ik ten scherpste van de hand wijzen, daar door de leiding i Dinsdag 5 October. HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.) 8.-r- Gr.pl. 10.Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek (gr.pl.) 10.30 J. Cantor's Ensemble. 11.Huish. wenken. 11.30 J. Cantor's Ensem ble. 12.30 Gr.pl. 1.15 Omroeporkest. 2.Gr.pl. 2.15 Omroeporkest. 2.45 Knipcursus. 3.45 Zang en piano. 4.05 Gr.pl. 4.15 Zang en piano. 4.30 Radiokinderkoorzang. 5.Voor de kinderen. 5.30 Aeolian-orkest. 6.30 RVU.: Psych. causerie. 7.Voor de kinderen. 7.05 Avro-dansorkest. 7.30 Causerie voor de winterhulp door minister Romme. 8.ANP- ber., mededeelingen. 8.10 Gr.pl. 8.30 Bonte Dinsdagavondtrein. 10.15 Gr.pl. 10.20 Bridgecursus. 11. ANP-ber. 11.10 Voor schakers. 11.20 Avro-dansorkest. 11.4012.Gr.pl. HILVERSUM, 1875 M. (KRO-uitz.) 8.9.15 en 10.Gr.pl. 11.30 Gods- dienstig halfuur. 12.Ber. 12.15 KRO-melodisten en solist. (1. Gr.pl.) 2.Voor de vrouw. 3. Modecursus. 4.Gr.pl. 4.05 KRO- orkest en gr.pl. 5.45 Felicitatie- bezoek. 6.— Gr.pl. 6.15 KRO- orkest. 6.40 Esperantocursus. 7. Ber. 7.10 Wanneer de Paus van Rome spreekt, causerie. 7.30 Cau serie voor de winterhulp door mi nister Romme. 8.ANP-ber., me dedeelingen. 8.10 Schaakrep. 8.20 KRO-Symph.-orkest. 9.35 Gr.pl. 9.40 Causerie. 10.KRO-melodis ten en solist. 10.30 ANP-ber. 10.40 Schaakrep. 10.50 De KRO-boys, solist en gr.pl. 11.3012.Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.2011.45 en 12.05 Gr.pl. 12.20 Revue-progr. 1.05 Orgelconcert. 1.352.20 Gr.pl. 4.20 Korte causerieën. 4.35 Gr.pl. 4.50 Het A. Dulay-kwintet en so listen. 5.20 Julius Kantrovitch en zijn orkest. 6.Zang. 6.20 Ber. 6.45 BBC-Northern-Ireland-orkest, m. m. v. solisten. 7.50 Thought Groo- ves, causerie. 8.20 Variété-progr. 9.20 Ber. 9.40 I was there Mafeking, causerie. 10.Radiotooneel. 10.50 BBC-Theaterorkest en soliste. 11.35 Grosvenor House Dansorkest. 11.50 12.20 Dansmuziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 7.10, 8.20 en 10.35 Gr.pl. 12.20 Gev. concert en zang. 2.50 Zang. 3.05 Gr.pl. 4.05 Zang. 5.05 Pianovoordr. 5.20 Gev. concert. 7.20 Warschaus Philharmo- nisch orkest. 9.20 Pianovoordr. 9.35 Zang. 10.05 Radiotooneel. 10.50 Gr.pl. KEULEN, 456 M. 5.50 Militair or kest. 7.50 H. Hagestedt's orkest. 11.20 Verzoekconcert. 12.35 Om roeporkest. 3.20 Omroeporkest en -kleinorkest. 5.20 Solistenconcert. 6.30 Gr.pl. 7.20 Opening van het Winterhulpseizóen. 9.5011.20 Ka merorkest en Omroepkleinorkest. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 Salonorkest. 1.30 Omroepdansorkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Omroeporkest. 6.50 Salonor kest. 7.20 Salonorkest. 8.20 Omroep orkest. 10.30—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepdans orkest. 1.30 Salonorkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Zang en piano. 6.35 Gr. pl. 8.20 Omroepsymph.-orkest en -koor mmv. solisten. 10.3011.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Opening van het Winterhulp seizoen. 9.20 Ber. 9.50 Fagot en cello. 10.05 Weerber. 10.20—11.20 E. Börschel's orkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.10.35, Parijs R. 10.3511.20, Danmarks R. 11.20 —12.20, Brussel VI. 12.20—14.20, Luxemburg 14.2014.50, Parijs R. 14.50—15.20, Keulen 15.20—16.50, D.sender 16.5017.20, Brussel VL 17.20—18.50, Lond. Reg. 18.50— 19.20, Parijs R. 19.2021.35, Brus sel Fr. 21.3522.20, Brussel VL 22.2022.30, Brussel Fr. 22.30— 23.20," Danmarks R. 23.2024. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.3516.50, Droitwich 16.50-r-18.20, Luxemburg 18.2018.40, Droitwich 18.40—21.40, Lond. Reg. 21.40 22.20, Weenen 22.2022.50, Droit wich 22.5024. Lijn 5: Diversen. van de N.S.B. op niet één wijze zuiver per soonlijke aangelegenheden zijn uitgedragen of ter sprake gebracht. Mij persoonlijk is de verklaring van den heer de Vos t.o.v. de gebeurtenissen en fei ten ten eenenmale onverklaarbaar. UTRECHT, 1 October 1937. ZIJN HOND MOEST AAN SCHIETEN WENNEN. Een nachtelijk „drama." Twee Haagsche motoragenten reden met hun motor op den Scheveningschen Bou levard. Het was half drie 's nachts. De nachtelijke stilte werd slechts verstoord door het ruischen der zee en het bekende geluid van een regelmatig en langzaam loopenden politiemotor. Eensklaps klonken kort na elkaar vier korte, knallende schoten. Het harde ge luid kwam van de zijde der zee. Toen werd het stil. De politiemotor stopte. Toen werd het nog stiller. Alleen het ruischen der zee bleef, zooals het altijd zal blijven, wat er ook gebeurt. Twee agenten wandel den een minuut later op het breede, ver laten strand. Zij liepen in de richting, van waar het geluid der schoten was gehoord. Zij zagen in de verte het silhouet van een man, en vlak daarbij een kleiner silhouet, dat was van een hond, maar dat wisten ze toen nog niet. Zij spraken den man aan en vroegen of hij de schoten had gelost. De man ontkende, maar deed wel een beetje vreemd, zooals een nachtelijke wan deling in een kouden mistigen herfst nacht langs het strand op zichzelf be schouwd reeds eigenaardig aandoet. Eenige minuten duurde het verhoor maar. Toen viel de man door den mand. Hij had inderdaad geschoten, mo.ar geluk kig zonder moordzuchtige bedoelingen. Hij had zyn hond aan het schieten willen wennen. Een motief daartoe ontbrak. De vreemde sinjeur werd meegenomen en na verhoord te zijn weer vrijgelaten. De re volver, welken de man onder het zand had verstopt, werd opgegraven en in beslag genomen. STEUNT DE VER. TOT BEHOUD VAN NATUURMONUMENTEN. Men schryft ons: ~V Wederom heeft het wakkere bestuur van de Ver. tot behoud van Natuurmonumenten, alarm geblazen, ten einde de Nederlandsche bevolking op te wekken, om mede te hel pen, één der belangrijkste gebieden, welke de Vereeniging tot dusver heeft kunnen bemachtigen, te veroveren. Het geldt hier de Imbosch, het Noordelijk gedeelte van het uitgestrekte Veluwegebied, dat reeds in haar bezit ie, waardoor een nationaal park, 4000 H.A. groot, geschapen worden. Wat dat voor het Nederlandsche volk be- teekent, hoeft geen nadere uitlegging, de schoonheid van de Veluwe is niet alleen bij de jeugd bekend, ook onze oudjes komen opgetogen van hun autotochtjes naar dat schoone oord terug. Een zer moeilijke taak heeft Natuurmo menten op zich genomen. De aankoop van zoo'n aanwinst eischt groote offers. Laten wy allen helpen, één der grootste schatten, een stukje ongerept natuurschoon, voor het nageslacht te bewaren, opdat ook zij, uit de woelingen van het dagelyksche leven, eens even kunnen verpoozen in Gods heiligdom. Geeft een kleinigheid indien het U ge vraagd wordt, of zendt Uw gift op, naar het kantoor der vereeniging, Heerengracht 540, Amsterdam, postgironummer 32391. Dit geld is zeker goed besteed. Naar het Engelsch van PAUL TRENT door J. SCHOUTEN 52) „Ik ook", zei Bill. „Hoe eerder hoe beter, lijkt mij dan. Ik heb geen idee waar wij zijn, maar naar het geluid te oordeelen zou ik zeggen, dat wij naar het Noorden varen. Ik heb er niet het flauwste idee van, of wij langs de Oostkust of langs de Westkust van Engeland varen. Niet dat het eenig verschil maakt, behalve dan, dat het gemakkelijker zou zijn als wy aan de Oostkust waren, als de onder handelingen eenig resultaat zouden heb ben. Onze groote moeilijkheid zal zijn, Grafton er van te overtuigen, dat hij met ons kan onderhandelen, zonder dat hij daar zelf eenig gevaar bij loopt. Zal ik nu maar naar hem toe gaan?" vroeg Desbrook, met een blik op den groothertog. „Ja. Kom hier terug om ons het resul taat mee te deelen". Grafton bevond zich nog in zijn hut en begroette Ralph met een hoofdknik, terwijl hij hem beduidde het zich gemakkelijk te maken op de rustbank. „Bel Taylor even en vraag hem nog een flesch champagne te brengen", zei hy op gewekt „Raak je op je ouden dag nog aan den drank?" vroeg Desbrook. „Of drijven de zorgen je daartoe?" voegde hij er vroolijk aan toe. Taylor bracht de champagne binnen en Desbrook belette hem met een handgebaar de flesch te openen. „Mag ik voorstellen de flesch voorloopig nog niet te openen? Misschien willen wij aanstonds ergens op klinken", opperde hij. „Je kunt wel gaan, Taylor. Ik zal er verder wel voor zorgen", zei Grafton en wendde zich toen tot Desbrook. „Ik had je al eerder verwacht. Ik dacht al, dat er iets broeide. Waarover wilde je mij spreken? Als het over het meisje is, heb ik niets te zeggen". „Ik heb niets met je te bepraten, met betrekking tot miss Fraser ten minste, ik veronderstel, dat je miss Fraser bedoelt, als je over „het meisje" spreekt". „Is zy dan geen meisje, een verrukkelijk meisje bovendien? Wil je, dat ik haar een vrouw noem?" „Ik heb liever, dat je haar naam in het geheel niet noemt", zei Desbrook kortaf. „Ik vrees, dat ik je niet kan toestaan mij voor te schrijven, waarover ik praten mag en waarover niet. Maar ik wil geen ruzie met je maken. Wat is er?" „Ik heb met den groothertog en Fraser gepraat en ik ben er haast van overtuigd dat ik me de moeite besparen kan, maar ik moet je zeggen, dat we besloten hebben om je een voorstel te doen. Je hebt meerdere méilen toegegeven, dat het je in de eerste plaats om geld te doen is. Wel, geld kun je krijgen, wanneer je eischen eenigszins billijk blyken te zyn. Fraser is bereid het jacht van je te koopen en zal je de koop som overhandigen, voordat je het jacht verlaat om aan land te gaan. Je mag aan land gaan waar je wilt, als het niet al te ver weg is. Je zou natuurlijk een haven kiezen, waar je veilig kunt landen. Ik ben gemachtigd je uit naam van den groother tog en Fraser te verzekeren, dat je niet vervolgd zult worden, wegens het verkrij gen van geld onder valsche voorwendsels". „Het valt mij op, dat jij mij die verzeke ring niet geeft". „Ik vrees dat ik dat niet kan doen. Ik zal je met alle middelen, die my te baat staan, moeten vervolgen. Vergeet niet, dat dat mijn plicht is". „Er is wel iets voor het voorstel te zeg gen", zei Grafton, op nadenkenden toon. „Een hoe 'groote som zouden je vrienden willen betalen? Ik hoef zeker niet te zeg gen, dat het een flink bedrag moet zijn, willen zij mij in de verleiding brengen". „Ik kan je een kwart millioen aanbie den". „Dollars of ponden?" vroeg Grafton glimlachend. „Ponden natuurlijk". „Dat is lang geen slecht aanbod en waard om in overweging genomen te worden. Het is voldoende, om mij in staat te stellen, ook voor Brockdorf te zorgen. Hij heeft mij jarenlang goed en trouw gediend. Ik kan hem niet zonder iets de laan uit sturen. Ik moet echter een voorwaarde stellen, Des brook, en die is miss Fraser". HOOFDSTUK XVIII. Grafton's opmerking, dat er bij de on derhandelingen met Jane rekening moest gehouden worden, was, by uitzondering, geheel impulsief. Eigenlijk was hij, gedu rende de laatste uren, pas gaan beseffen welk een groote rol het meisje in zijn leven was gaan spelen. Gedurende zijn avontuur lijke leven had hij vrouwen ontmoet en leeren kennen van iedere nationaliteit. Jane was voor hem een openbaring ge weest. Vreemd genoeg waren 't haar een voud en vriendelijkheid, die hem het meest trokken, want hij was gewend gejveest aan vrouwen, die vrouwelijke listen gebruiken, om haar hartsverlangens te bevredigen. Hij was tot het besef gekomen, dat hij haar liefhad op een wijze, die geheel verschilde van de gevoelens, die in al die andere ver houdingen een rol gespeeld hadden. Doch zijn liefde voor haar had zijn betere ge voelens niet wakker geroepen; hy was vast besloten zijn doel te bereiken en daartoe alle middelen, die tot zyn beschikking ston den, te gebruiken, hetzij wettige of onwet tige. „Ja, miss Fraser vormt een belangrijke factor in onze bespreking en het is beter, dat je dat van het begin af aan goed be grijpt". „Dan weiger ik verder met je te onder handelen", antwoordde Ralph, met rustige beslistheid, terwijl hy met moeite zijn woede bedwong. „Dat moet jy weten. Ik waarschuw je ik geef iemand altijd graag een kans ik waarschuw je, dat ik Jane zal winnen. Je mag er gerust om lachen. Op het oogen- blik denkt zij, dat ze op jou verliefd is. Dat is heel goed te begrijpen, want je bent, op jouw manier een aardige vent, maar ik ben niet bang dat ik het niet van je zal winnen. Ik kan je gemakkelijk genoeg de loef afsteken. Zie je Desbrook, ik ken de vrouwen tamelijk goed en ik weet, dat het meestal niet de deugdzaamste man is, aan wien het lukt hun liefde te winnen. Men beweert wel eens, dat de meest hoog staande vrouwen aangetrokken worden door mannen met een slecht karakter. Daarom heb ik alle hoop dat ik het van je winnen zal". „Je praat als een idioot", viel Desbrook hem woedend in de rede. „We zullen zien. In elk geval ben ik ge neigd met je te onderhandelen over de overgave van het jacht en alles en allen, die er op zyn, uitgezonderd miss Fréiser, tegen betaling van een kwart millioen pond. Miss Fraser zal niet met het jacht vei der gaan, maar by my blijven. Voormü maakt het niet het minste verschil of wy tot een vergelijk komen ja, of neen, want als dat niet het geval is zullen jij en de anderen aan mijn vrienden de Bolsjewisten uitgeleverd worden en zij zullen naar alle waarschijnlijkheid wel korte metten met jullie maken. Zij zyn veel aan mij ver schuldigd en zullen my ongetwijfeld toe staan met miss Fraser te handelen zooals ik dat wensch. Dat is alles wat ik te zeggen heb". „Schurk, die je bent! Tot nu toe kon ik je tot op zekere hoogte nog waardeeren, maar een man, die op een dergelijke wyze over een vrouw praat, is 'n groote schoft", zei Ralph op bijtenden toon en verliet de hut. De groothertog en Fraser zaten vol span ning in de salon op het resultaat van de bespreking te wachten. Desbrook vertelde hen in een paar woorden, wat er voorge* vallen was. (Wordt vervolgd V

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 10