8
8
I
8
8
ooi
QE JOUDEN
1Binnenland
®€^^&^!RadiapcoQca(fUitG
l
ieuiUetat
Kinderlijkje in koffer gevonden.
Leerling-verpleegster
gearresteerd.
Herdenking van Leiden's
Ontzet.
De „onthullingen" van
mr. Pont.
Verklaring van het hoofdkwartier
der N.S.B.
De politie en justitie te Amsterdam
hebben een zaak in behandeling genomen,
d:e veel consternatie in een van de groote
ziekenhuizen in de hoofdstad teweeg heeft
gebracht, aldus het Rott. Nbld.
Een gewezen leerling-verpleegster is
gearresteerd en als verdacht van moord
op een kind in het Huis van Bewaring op
gesloten. Hoewel de verpleegster, 'die de
moeder van het kindje is, ontkende haar
baby van het leven te hebben beroofd,
meende de justitie, dat er voldoende ter
men aanwezig zijn om de verdachte voor-
loopig in hechtenis te houden.
In de tweede helft van Juli 1937 is te
Amsterdam gevonden een onbekend lijkje
van een pasgeboren kind van het manne
lijk geslacht, hetwelk o.m. gewikkeld was
in een witten badhanddoek met een blau
wen rand, voorzien van de merken T. S.
(in schrijfvorm) en 5045, in rood gebor
duurd op daaraan gehechte stukjes katoen.
Het lijkje was in een koffer gevonden
op de kamer van een leerling-verpleegster
van een ziekenhuis. Niemand wist aan
vankelijk mede te deelen, aan wie het
kindje toebehoorde.
Het onderzoek door de politie werd ten
zeerste bemoeilijkt door het feit, dat ver
schillende dokters zich beriepen op hun
ambtsgeheim en dus geen inlichtingen
wenschten te verstrekken over een leer-
lingverpleegster, die kort voor de tragische
ontdekking zwaar ziek was geworden en
in het ziekenhuis werd verpleegd.
Een bekentenis.
Toen het meisje later haar functie in het
gasthuis neerlegde en een ander beroep
koos, kon men haar aan een langdurig
verhoor onderwerpen. Zij bekende ten
slotte, dat zij de moeder van het kind was
en dat de baby was geboren zonder dat
iemand anders er iets van had bemerkt.
Kort na deze gebeurtenis had zij haar
kind in een doek gewikkeld en in een
koffer gestopt. Zij ontkende echter het
kind te hebben gedood. Het zou volgens
haar dood geboren zijn.
De justitie benoemde een deskundige, die
echter na schouwing van het lijkje tot de
conclusie kwam, dat de baby wel degelijk
eenige dagen moet hebben geleefd, voor
het den dood in den koffer vond.
In deze feiten vond men voldoende ter
men aanwezig, het meisje te arresteeren
en in bewaring te stellen.
Het onderzoek in deze zaak is nog lang
niet beëindigd en de kans, dat er in ver
band met deze affaire meer arrestaties zul
len volgen, is niet gering.
Geslaagde feestviering in de
sleutelstad.
Der traditie getrouw heeft de burgerij
van Leiden Zaterdag op feestelijke wijze het
ontzet der stad op den 3en October 1574
herdacht, evenmin als ruim 3 yt eeuw ge
leden de beteekenis van dit feit tot de stad
zelve en haar naaste omgeving beperkt
bleef, zoomin bepaalde zich ook de feest
viering vandaag tot de ingezetenen van de
sleutelstad en de omringende dorpen.
Integendeel, van heinde en ver kwamen
de feestgangers per rijwiel, auto, autobus,
tram of trein naar het feestvierende Leiden
en vooral de residentie leverde een belang
rijk contingent van de zingende en hos
sende menigte, welke al vroeg in den morgen
door de feestelijk bevlagde Binnenstad trok.
Nadat aan den vooravond van den herden
kingsdag door de gezamenlijke Leidsche
vereenigingen een fakkeloptocht was ge
houden, waarbij als hulde aan de nage
dachtenis van Leiden's dapperen burge
meester ten tijde van het beleg, Pieter
Adriaanszoon van der Werff, aan den voet
van zijn standbeeld een krans was gelegd,
vingen 's morgens de feestelijkheden aan
met een reveille, geblazen door het Leidsch
politiemuziekgezelschap, van het balcon der
stadsgehoorzaal. Hopelijk kan zulks in 1938
als vanouds weer geschieden van den toren
van het stadhuis.
Daarna volgden de traditioneele nummers
van het programma: Koraalmuziek rondom
het standbeeld van Van der Werff, en uit-
deeling van haring en wittebrood in het
Waaggebouw, waarvoor zich dit jaar het
record-aantal van ruim 4000 liefhebbers
hadden aangemeld.
De firma Wed. van Nelle bood hierbij,
zooals steeds „gratis pakjes koffie en tabak
aan.
Om klokke half negen loste de burge
meester, mr. A. van de Sande Bakhuyzen
het startschot voor de zg. „ronde van
Leiden", een wielerwedstrijd door een deel
der binnenstad, waaraan de deelneming
uitsluitend was opengesteld voor Leidsche
renners en waarvoor 64 personen aan den
start verschenen. De lengte van het par
cours, dat 25 maal moest worden afgelegd,
bedroeg in totaal 47 K.M. Daarna trad
een pauze in de feestelijkheden in, waarvan
velen gebruik maakten om ëen bezoek te
brengen aan het Lunapark op het Schut
tersveld of om een kijkje te nemen bij het
springen der fontein op de Vischmarkt.
Tegen één uur in den middag concen
treerde zich aller aandacht op den feeste-
lijken optocht, in beeld brengende Grieksche
mythen en sagen en bestaande uit 14
groepen, tezamen ongeveer 300 deelnemers
tellende. Een duizendkoppige menigte sloeg
het kleurige schouwspel gade.
De feestelijkheden zijn des avonds beslo
ten met een cabaret-avond in de stadsge
hoorzaal en het afsteken van een luisterrijk
vuurwerk op het Schuttersveld.
De Persdienst der N.S.B. deelt naar aan
leiding van het personderhoud, dat mr.
Pont had met een aantal dagbladen het vol
gende mede:
1. Mr. Pont's verklaring, dat hij aanvang
September in functie trad als chef van het
kabinet van ir. Mussert is juist. Zijn toe
lichting daarentegen, dat deze functie de
beteekenis had van secretaris der beweging,
is volstrekt onjuist. Mr. Pont zou gaarne
deze functie hebben bekleed en streefde
ernaar hiertoe te worden aangewezen. De
algemeen leider der N.S.B. sprak echter
nadrukkelijk uit, dat hij dit niet juist achtte.
Een dringend verzoek van mr. Pont om
deel te mogen uitmaken van het Politiek
Bureau der N.S.B., werd eveneens afge
wezen Hij was uitsluitend chef van het
kabinet, een administratieve en vertrou
wensfunctie. Dat mr. Pont thans allerlei
mededeelingen doet uit gesprekken met
hem, wiens kabinetschef hij was, teekent
zijn plichtsopvatting afdoende.
2. Mr. Pont tracht 't afdoende feit, dat
ds. Van Duyl zijn ontslagname als func-
tionnaris en lid der N.S.B. op grond van
persoonlijke redenen, na ernstige bespre
king onderteekende, te weerleggen door te
spreken van pressie, die zou uitgeoefend
zijn. Deze pressie zou dan hebben bestaan
uit een bedreiging met publicatie. Een be
richt zou reeds bij het A.N.P. aanwezig zijn
geweest, dat ongedaan zou zijn gemaakt,
nadat ds. van Duyl bedankte. Uit een offt-
cieele mededeeling van het A.N.P. is reeds
gebleken, dat nimmer een bericht terzake
is aanwezig geweest, veel minder dus onge
daan kon worden gemaakt. Van éenigerlei
pressie door publicatie is geen sprake ge
weest, noch van welke ongeoorloofde
pressie ook.
3. Mr. Pont is van oordeel, dat ds. Van
Duyl zich zou willen neerleggen bij de uit
spraak van een „eere-raad" en verklaart
verder in zijn pers-mededeeling, dat ds. Van
Duyl ongetwijfeld een eereraad zal verlan
gen. Indien ds. Van Duyl op 19 September
zich een besluit had voorbehouden en in
stelling van een Eereraad had gevraagd,
zou dit een verklaarbaar standpunt zyn ge
weest. Het is echter volstrekt onernstig
eerst ontslag te vragen als functionnaris en
lid der N.S.B. op grond van redenen van
zuiver persoonlijken aard, vervolgens op
eerewoord te verklaren „dat er niets van
waar is" en tenslotte een Eereraad te ver
langen. Deze verklaring van ds. Van Duyl'
houding blijve geheel voor rekening van
mr. Pont.
4. Evenzeer blijve voor rekening van mr
Pont het feit, dat hij in extenso voor het
Nederlandsche publiek een toelichting
meent te mogen geven van de persoonlijke
redenen, die ds. Van Duyl er toe brachten
af te treden.
Mr. Pont is begonnen met een verklaring,
dat hij over de leiding van de N.S.B. zich
zou uitspreken, wanneer deze het waagde
nadere toelichting te geven over de per
soonlijke redenen van ds. Van Duyl. De
N.S.B. zweeg vanzelfsprekend over deze
persoonlijke redenen'. Mr. Pont echter, hun
kerend naar belangstelling om zijn persoon
deelt in de persconferentie mede, dat „nu
de heer Van Geelkerken over het gedrag
van ds. Van Duyl Heeft gesproken" hij het
noodig oordeelde mededeelingen over de
N.S.B. te doen. De heer Van Geelkerken
echter heeft niet over het gedrag van ds.
Van Duyl gesproken en zal het niet doen
Mr. Pont wist dit. Dat hij desondanks zijn
„bedreiging" uitvoerde, teekent hem ten
voeten uit.
Alleen mr. Pont, niemand anders, is er
voor aansprakelijk, dat de persoonlijke om
standigheden, die ds. Van Duyl tot zyn ont
slagname brachten, ter publieke kennis zijn
gebracht.
5. Mr. Pont doet tal van mededeelingen
en geeft aanhalingen uit persoonlijke ge
sprekken door hem met ir. Mussert gevoerd.
Deze mededeelingen zijn onvolledig, goed
deels onjuist en zeer tendentieus. Zij geven
in het geheel geen beeld van wat werkelijk
werd besproken. Is het op zichzelf reeds
ontoelaatbaar, dat gesprekken van dezen
aard eenzijdig worden gepubliceerd, indien
zy dan bovendien nog onjuist en verwron
gen worden weergegeven en dan nog wel
door een persoon, die een vertrouwenspost
bekleedde, kan iedere kwalificatie beter
achterwege blijven.
6. Tenslotte acht mr. Pont zich gerech
tigd en bevoegd zijn oordeel over ir. Mus
sert als leider van de N.S.B. uit te spreken,
daarmee ongetwijfeld datgene tot uiting
brengend, waarom hij de persconferentie
belegde.
Wij willen hieromtrent volstaan met een
enkele mededeeling.
7. Drie weken geleden stond mr. Pont op
het punt een eed van trouw aan ir. Mussert
persoonlijk af te leggen. Dit werd echter
door ir. Mussert als overbodig geweigerd
uitgaande van het principe een man, een
man; een woord, een woord.
De heer baron van Lynden van Horst-
waerde, leider van den Hoogen Raad van
Discipline der N.S.B., schrijft aan het „Na
tionale Dagblad" het volgende:
Als leider van den Hoogen Raad van Dis
cipline der N.S.B. acht ik mij verplicht naar
aanleiding van den brief van den heer de
Vos aan den leider onzer beweging, welke
brief door verschillende bladen is gepubli
ceerd, het volgende mede te deelen:
„Misbruik van persoonlijke aangelegen
heden" en „woordbreuk" waarvan sprake is
in bovengenoemden brief van den heer de
Vos is ten eenenmale uitgesloten, daar de
heer de Vos aan mij, desgevraagd, toestem
ming heeft verleend voor den leider onzer
beweging om de „persoonlijke aangelegen
heden" van den heer de Vos met ds. van
Duyl te bespreken.
De bewering voorts van den heer de Vos
als zou de leider zonder zich van de „waar
heid" op de hoogte te stellen maatregelen
hebben genomen, doen wel zeer zonderling
aan, daar de „w a a r h e i d" door den heer
de Vos persoonlijk is medegedeeld aan den
leider der N.S.B., aan ondergeteekende en
aan een tweetal leden der beweging. Deze
„waarheid" is door ieder van dit viertal op
schrift gesteld zooals zy dit elk afzonderlijk
van den heer de Vos hebben vernomen.
Alleen en uitsluitend op de mededeelin
gen van den heer de Vos persoonlijk aan
den leider van het district het Gooi der
N.S.B. is de klacht omtrent de persoonlijke
aangelegenheden van ds. van Duyl en den
heer de Vos een onderwerp van behande
ling voor den leider der N.S.B. geworden.
De mededeeling van den heer de Vos
dat „hoogstaande menschen mede door het
slijk zijn gehaald", moet ik ten scherpste
van de hand wijzen, daar door de leiding
i
Dinsdag 5 October.
HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.)
8.-r- Gr.pl. 10.Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek (gr.pl.) 10.30
J. Cantor's Ensemble. 11.Huish.
wenken. 11.30 J. Cantor's Ensem
ble. 12.30 Gr.pl. 1.15 Omroeporkest.
2.Gr.pl. 2.15 Omroeporkest. 2.45
Knipcursus. 3.45 Zang en piano.
4.05 Gr.pl. 4.15 Zang en piano. 4.30
Radiokinderkoorzang. 5.Voor de
kinderen. 5.30 Aeolian-orkest. 6.30
RVU.: Psych. causerie. 7.Voor
de kinderen. 7.05 Avro-dansorkest.
7.30 Causerie voor de winterhulp
door minister Romme. 8.ANP-
ber., mededeelingen. 8.10 Gr.pl.
8.30 Bonte Dinsdagavondtrein. 10.15
Gr.pl. 10.20 Bridgecursus. 11.
ANP-ber. 11.10 Voor schakers. 11.20
Avro-dansorkest. 11.4012.Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 M. (KRO-uitz.)
8.9.15 en 10.Gr.pl. 11.30 Gods-
dienstig halfuur. 12.Ber. 12.15
KRO-melodisten en solist. (1.
Gr.pl.) 2.Voor de vrouw. 3.
Modecursus. 4.Gr.pl. 4.05 KRO-
orkest en gr.pl. 5.45 Felicitatie-
bezoek. 6.— Gr.pl. 6.15 KRO-
orkest. 6.40 Esperantocursus. 7.
Ber. 7.10 Wanneer de Paus van
Rome spreekt, causerie. 7.30 Cau
serie voor de winterhulp door mi
nister Romme. 8.ANP-ber., me
dedeelingen. 8.10 Schaakrep. 8.20
KRO-Symph.-orkest. 9.35 Gr.pl.
9.40 Causerie. 10.KRO-melodis
ten en solist. 10.30 ANP-ber. 10.40
Schaakrep. 10.50 De KRO-boys,
solist en gr.pl. 11.3012.Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 11.2011.45
en 12.05 Gr.pl. 12.20 Revue-progr.
1.05 Orgelconcert. 1.352.20 Gr.pl.
4.20 Korte causerieën. 4.35 Gr.pl.
4.50 Het A. Dulay-kwintet en so
listen. 5.20 Julius Kantrovitch en
zijn orkest. 6.Zang. 6.20 Ber. 6.45
BBC-Northern-Ireland-orkest, m.
m. v. solisten. 7.50 Thought Groo-
ves, causerie. 8.20 Variété-progr.
9.20 Ber. 9.40 I was there Mafeking,
causerie. 10.Radiotooneel. 10.50
BBC-Theaterorkest en soliste. 11.35
Grosvenor House Dansorkest. 11.50
12.20 Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 7.10, 8.20
en 10.35 Gr.pl. 12.20 Gev. concert
en zang. 2.50 Zang. 3.05 Gr.pl. 4.05
Zang. 5.05 Pianovoordr. 5.20 Gev.
concert. 7.20 Warschaus Philharmo-
nisch orkest. 9.20 Pianovoordr. 9.35
Zang. 10.05 Radiotooneel. 10.50
Gr.pl.
KEULEN, 456 M. 5.50 Militair or
kest. 7.50 H. Hagestedt's orkest.
11.20 Verzoekconcert. 12.35 Om
roeporkest. 3.20 Omroeporkest en
-kleinorkest. 5.20 Solistenconcert.
6.30 Gr.pl. 7.20 Opening van het
Winterhulpseizóen. 9.5011.20 Ka
merorkest en Omroepkleinorkest.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pL 12.50 Salonorkest. 1.30
Omroepdansorkest. 1.502.20 Gr.pl.
5.20 Omroeporkest. 6.50 Salonor
kest. 7.20 Salonorkest. 8.20 Omroep
orkest. 10.30—11.20 Gr.pl. 484 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepdans
orkest. 1.30 Salonorkest. 1.502.20
Gr.pl. 5.20 Zang en piano. 6.35 Gr.
pl. 8.20 Omroepsymph.-orkest en
-koor mmv. solisten. 10.3011.20
Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.20 Opening van het Winterhulp
seizoen. 9.20 Ber. 9.50 Fagot en
cello. 10.05 Weerber. 10.20—11.20
E. Börschel's orkest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.10.35, Parijs
R. 10.3511.20, Danmarks R. 11.20
—12.20, Brussel VI. 12.20—14.20,
Luxemburg 14.2014.50, Parijs R.
14.50—15.20, Keulen 15.20—16.50,
D.sender 16.5017.20, Brussel VL
17.20—18.50, Lond. Reg. 18.50—
19.20, Parijs R. 19.2021.35, Brus
sel Fr. 21.3522.20, Brussel VL
22.2022.30, Brussel Fr. 22.30—
23.20," Danmarks R. 23.2024.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.3516.50, Droitwich 16.50-r-18.20,
Luxemburg 18.2018.40, Droitwich
18.40—21.40, Lond. Reg. 21.40
22.20, Weenen 22.2022.50, Droit
wich 22.5024.
Lijn 5: Diversen.
van de N.S.B. op niet één wijze zuiver per
soonlijke aangelegenheden zijn uitgedragen
of ter sprake gebracht.
Mij persoonlijk is de verklaring van den
heer de Vos t.o.v. de gebeurtenissen en fei
ten ten eenenmale onverklaarbaar.
UTRECHT, 1 October 1937.
ZIJN HOND MOEST AAN SCHIETEN
WENNEN.
Een nachtelijk „drama."
Twee Haagsche motoragenten reden met
hun motor op den Scheveningschen Bou
levard. Het was half drie 's nachts. De
nachtelijke stilte werd slechts verstoord
door het ruischen der zee en het bekende
geluid van een regelmatig en langzaam
loopenden politiemotor.
Eensklaps klonken kort na elkaar vier
korte, knallende schoten. Het harde ge
luid kwam van de zijde der zee. Toen
werd het stil. De politiemotor stopte. Toen
werd het nog stiller. Alleen het ruischen
der zee bleef, zooals het altijd zal blijven,
wat er ook gebeurt. Twee agenten wandel
den een minuut later op het breede, ver
laten strand. Zij liepen in de richting, van
waar het geluid der schoten was gehoord.
Zij zagen in de verte het silhouet van een
man, en vlak daarbij een kleiner silhouet,
dat was van een hond, maar dat wisten ze
toen nog niet. Zij spraken den man aan
en vroegen of hij de schoten had gelost.
De man ontkende, maar deed wel een
beetje vreemd, zooals een nachtelijke wan
deling in een kouden mistigen herfst
nacht langs het strand op zichzelf be
schouwd reeds eigenaardig aandoet.
Eenige minuten duurde het verhoor
maar. Toen viel de man door den mand.
Hij had inderdaad geschoten, mo.ar geluk
kig zonder moordzuchtige bedoelingen.
Hij had zyn hond aan het schieten willen
wennen. Een motief daartoe ontbrak. De
vreemde sinjeur werd meegenomen en na
verhoord te zijn weer vrijgelaten. De re
volver, welken de man onder het zand had
verstopt, werd opgegraven en in beslag
genomen.
STEUNT DE VER. TOT BEHOUD VAN
NATUURMONUMENTEN.
Men schryft ons: ~V
Wederom heeft het wakkere bestuur van
de Ver. tot behoud van Natuurmonumenten,
alarm geblazen, ten einde de Nederlandsche
bevolking op te wekken, om mede te hel
pen, één der belangrijkste gebieden, welke
de Vereeniging tot dusver heeft kunnen
bemachtigen, te veroveren. Het geldt hier
de Imbosch, het Noordelijk gedeelte van
het uitgestrekte Veluwegebied, dat reeds in
haar bezit ie, waardoor een nationaal park,
4000 H.A. groot, geschapen worden.
Wat dat voor het Nederlandsche volk be-
teekent, hoeft geen nadere uitlegging, de
schoonheid van de Veluwe is niet alleen bij
de jeugd bekend, ook onze oudjes komen
opgetogen van hun autotochtjes naar dat
schoone oord terug.
Een zer moeilijke taak heeft Natuurmo
menten op zich genomen. De aankoop van
zoo'n aanwinst eischt groote offers.
Laten wy allen helpen, één der grootste
schatten, een stukje ongerept natuurschoon,
voor het nageslacht te bewaren, opdat ook
zij, uit de woelingen van het dagelyksche
leven, eens even kunnen verpoozen in Gods
heiligdom.
Geeft een kleinigheid indien het U ge
vraagd wordt, of zendt Uw gift op, naar het
kantoor der vereeniging, Heerengracht 540,
Amsterdam, postgironummer 32391. Dit geld
is zeker goed besteed.
Naar het Engelsch
van PAUL TRENT
door J. SCHOUTEN
52)
„Ik ook", zei Bill.
„Hoe eerder hoe beter, lijkt mij dan. Ik
heb geen idee waar wij zijn, maar naar het
geluid te oordeelen zou ik zeggen, dat wij
naar het Noorden varen. Ik heb er niet het
flauwste idee van, of wij langs de Oostkust
of langs de Westkust van Engeland varen.
Niet dat het eenig verschil maakt, behalve
dan, dat het gemakkelijker zou zijn als
wy aan de Oostkust waren, als de onder
handelingen eenig resultaat zouden heb
ben. Onze groote moeilijkheid zal zijn,
Grafton er van te overtuigen, dat hij met
ons kan onderhandelen, zonder dat hij daar
zelf eenig gevaar bij loopt. Zal ik nu maar
naar hem toe gaan?" vroeg Desbrook, met
een blik op den groothertog.
„Ja. Kom hier terug om ons het resul
taat mee te deelen".
Grafton bevond zich nog in zijn hut en
begroette Ralph met een hoofdknik, terwijl
hij hem beduidde het zich gemakkelijk te
maken op de rustbank.
„Bel Taylor even en vraag hem nog een
flesch champagne te brengen", zei hy op
gewekt
„Raak je op je ouden dag nog aan den
drank?" vroeg Desbrook. „Of drijven de
zorgen je daartoe?" voegde hij er vroolijk
aan toe.
Taylor bracht de champagne binnen en
Desbrook belette hem met een handgebaar
de flesch te openen.
„Mag ik voorstellen de flesch voorloopig
nog niet te openen? Misschien willen wij
aanstonds ergens op klinken", opperde hij.
„Je kunt wel gaan, Taylor. Ik zal er
verder wel voor zorgen", zei Grafton en
wendde zich toen tot Desbrook.
„Ik had je al eerder verwacht. Ik dacht
al, dat er iets broeide. Waarover wilde je
mij spreken? Als het over het meisje is,
heb ik niets te zeggen".
„Ik heb niets met je te bepraten, met
betrekking tot miss Fraser ten minste,
ik veronderstel, dat je miss Fraser bedoelt,
als je over „het meisje" spreekt".
„Is zy dan geen meisje, een verrukkelijk
meisje bovendien? Wil je, dat ik haar een
vrouw noem?"
„Ik heb liever, dat je haar naam in het
geheel niet noemt", zei Desbrook kortaf.
„Ik vrees, dat ik je niet kan toestaan
mij voor te schrijven, waarover ik praten
mag en waarover niet. Maar ik wil geen
ruzie met je maken. Wat is er?"
„Ik heb met den groothertog en Fraser
gepraat en ik ben er haast van overtuigd
dat ik me de moeite besparen kan, maar ik
moet je zeggen, dat we besloten hebben om
je een voorstel te doen. Je hebt meerdere
méilen toegegeven, dat het je in de eerste
plaats om geld te doen is. Wel, geld kun
je krijgen, wanneer je eischen eenigszins
billijk blyken te zyn. Fraser is bereid het
jacht van je te koopen en zal je de koop
som overhandigen, voordat je het jacht
verlaat om aan land te gaan. Je mag aan
land gaan waar je wilt, als het niet al te
ver weg is. Je zou natuurlijk een haven
kiezen, waar je veilig kunt landen. Ik ben
gemachtigd je uit naam van den groother
tog en Fraser te verzekeren, dat je niet
vervolgd zult worden, wegens het verkrij
gen van geld onder valsche voorwendsels".
„Het valt mij op, dat jij mij die verzeke
ring niet geeft".
„Ik vrees dat ik dat niet kan doen. Ik
zal je met alle middelen, die my te baat
staan, moeten vervolgen. Vergeet niet, dat
dat mijn plicht is".
„Er is wel iets voor het voorstel te zeg
gen", zei Grafton, op nadenkenden toon.
„Een hoe 'groote som zouden je vrienden
willen betalen? Ik hoef zeker niet te zeg
gen, dat het een flink bedrag moet zijn,
willen zij mij in de verleiding brengen".
„Ik kan je een kwart millioen aanbie
den".
„Dollars of ponden?" vroeg Grafton
glimlachend.
„Ponden natuurlijk".
„Dat is lang geen slecht aanbod en waard
om in overweging genomen te worden. Het
is voldoende, om mij in staat te stellen, ook
voor Brockdorf te zorgen. Hij heeft mij
jarenlang goed en trouw gediend. Ik kan
hem niet zonder iets de laan uit sturen. Ik
moet echter een voorwaarde stellen, Des
brook, en die is miss Fraser".
HOOFDSTUK XVIII.
Grafton's opmerking, dat er bij de on
derhandelingen met Jane rekening moest
gehouden worden, was, by uitzondering,
geheel impulsief. Eigenlijk was hij, gedu
rende de laatste uren, pas gaan beseffen
welk een groote rol het meisje in zijn leven
was gaan spelen. Gedurende zijn avontuur
lijke leven had hij vrouwen ontmoet en
leeren kennen van iedere nationaliteit.
Jane was voor hem een openbaring ge
weest. Vreemd genoeg waren 't haar een
voud en vriendelijkheid, die hem het meest
trokken, want hij was gewend gejveest aan
vrouwen, die vrouwelijke listen gebruiken,
om haar hartsverlangens te bevredigen. Hij
was tot het besef gekomen, dat hij haar
liefhad op een wijze, die geheel verschilde
van de gevoelens, die in al die andere ver
houdingen een rol gespeeld hadden. Doch
zijn liefde voor haar had zijn betere ge
voelens niet wakker geroepen; hy was vast
besloten zijn doel te bereiken en daartoe
alle middelen, die tot zyn beschikking ston
den, te gebruiken, hetzij wettige of onwet
tige.
„Ja, miss Fraser vormt een belangrijke
factor in onze bespreking en het is beter,
dat je dat van het begin af aan goed be
grijpt".
„Dan weiger ik verder met je te onder
handelen", antwoordde Ralph, met rustige
beslistheid, terwijl hy met moeite zijn
woede bedwong.
„Dat moet jy weten. Ik waarschuw je
ik geef iemand altijd graag een kans
ik waarschuw je, dat ik Jane zal winnen.
Je mag er gerust om lachen. Op het oogen-
blik denkt zij, dat ze op jou verliefd is.
Dat is heel goed te begrijpen, want je bent,
op jouw manier een aardige vent, maar ik
ben niet bang dat ik het niet van je zal
winnen. Ik kan je gemakkelijk genoeg de
loef afsteken. Zie je Desbrook, ik ken de
vrouwen tamelijk goed en ik weet, dat het
meestal niet de deugdzaamste man is, aan
wien het lukt hun liefde te winnen. Men
beweert wel eens, dat de meest hoog
staande vrouwen aangetrokken worden
door mannen met een slecht karakter.
Daarom heb ik alle hoop dat ik het van je
winnen zal".
„Je praat als een idioot", viel Desbrook
hem woedend in de rede.
„We zullen zien. In elk geval ben ik ge
neigd met je te onderhandelen over de
overgave van het jacht en alles en allen,
die er op zyn, uitgezonderd miss Fréiser,
tegen betaling van een kwart millioen
pond. Miss Fraser zal niet met het jacht
vei der gaan, maar by my blijven. Voormü
maakt het niet het minste verschil of wy
tot een vergelijk komen ja, of neen, want
als dat niet het geval is zullen jij en de
anderen aan mijn vrienden de Bolsjewisten
uitgeleverd worden en zij zullen naar alle
waarschijnlijkheid wel korte metten met
jullie maken. Zij zyn veel aan mij ver
schuldigd en zullen my ongetwijfeld toe
staan met miss Fraser te handelen zooals
ik dat wensch. Dat is alles wat ik te zeggen
heb".
„Schurk, die je bent! Tot nu toe kon ik
je tot op zekere hoogte nog waardeeren,
maar een man, die op een dergelijke wyze
over een vrouw praat, is 'n groote schoft",
zei Ralph op bijtenden toon en verliet de
hut.
De groothertog en Fraser zaten vol span
ning in de salon op het resultaat van de
bespreking te wachten. Desbrook vertelde
hen in een paar woorden, wat er voorge*
vallen was.
(Wordt vervolgd
V