DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. 1 1 Uit den Alkmaarschen Raad. |i Stad en Omgeving. i| No. 236 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Vrijdag 8 October 1937 139e Jaargang Men ziet het bosch niet, als men te veel naar de boomen kijkt. Joris Goedbloed heeft de critiek niet te vreezen. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENITEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. TeleL 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. ii. In het huis van den gehangene, zoo zegt het spreekwoord, praat men niet over den strop. Dat is begrijpelijk en even natuurlijk is het, dat er huizen zijn waar men bijzonder graag over den strop spreekt om den indruk te wekken, dat er geen enkel familielid aan de galg is gestorven. In den Alkmaarschen Raad wordt veel over de Pers gesproken en vaak in minder gun- stigen zin. Nu eens heeft de eene courant wat geschreven, dat nergens naar lijkt, dan is het weer een ander blad, dat buiten zijn boekje is gegaan en zoo jiu en dan, als een der edelachtbaren zich eens in krachtige termen heeft uitgedrukt, komt er de ver zuchting achteraan: „nou hebben de cou ranten weer eens wat om over te schrijven". Het heeft er vaak den schijn van of men zijn best doet elkaar te overtroeven in een zekere onverschilligheid over wat de cou ranten hebben geschreven. Men demonstreert, dat men ze niet noodig heeft, dat men ze niet ziet of niet kent, men citeert met ware Schadenfreude zoo nu en dan de een of andere passage als men kan aantoonen, dat een journalist te haastig is ge weest, en een wensch de vader van een ge dachte is gebleken. We hebben ons wel eens afgevraagd: hoe komt men tot een dergelijke demonstratie? Hoe komt men er toe om elkaar te willen overtuigen, dat men zich van geen enkele courant iets aantrekt en dat alles wat ge schreven en gedrukt is juist daarom eigen lijk onbetrouwbaar moet heeten? Het was Dinsdagavond, bijna middernacht, terwijl de zitting geschorst was, dat iemand, die tal van raadszittingen in diverse plaat sen heeft bijgewoond, met de simpele op merking kwam: „wat zijn ze hier toch bang voor de Pers". „Is dat Uw indruk?" „Inderdaad", zei hij, „ik heb in ons land nog geen raadszitting meegemaakt waar zoo herhaaldelijk een demonstratieve uitval naar de Pers werd gedaan". Zoo is de kwestie psychologisch bekeken. Al die brave Alkmaarsche burgers, die wij stuk voor stuk kennen en die herhaaldelijk voor dit en voor dat onze zoogenaamd on ontbeerlijke medewerking komen inroepen, willen als raadsleden als mannen, die in het stadhuis enkele uren edelachtbaren en dus menschen van hoogere orde zijn voor elkaar demonstreeren, dat zij volkomen on afhankelijk zijn, dat zij de critiek niet vree zen, dat zij in zekeren zin onaantastbaar zijn en dat het hun volkomen koud laat wat er al dan niet over hen wordt geschre- ven. Dan is er de eenvoudigen, die onder al le omstandigheden zichzelf blijven niet te na gesproken een onoverbrugbare klove tus- schen de edelachtbaren en de vertegenwoor digers van de bladen, die daar mogen ve-" schijnen om hun woorden aan de vergetel heid te ontrukken. Dan is er een demonstratie van onverschil ligheid over wat de couranten die op sen satie beluste en altijd weer er naast zijnde couranten over den Raad en over ieder persoonlijk hebben geschreven, maar als de looper binnen komt en een aantal exempla ren van de pas gedrukte courant op de pers tafel deponeert, zijn ze in een oogenblik verdwenen en kijkt ieder raadslid kwasie naar het laatste nieuws, maar in werkelijk heid naar de passage waarin het verslag van zijn eigen rede wordt gegeven. Zoo is nu eenmaal de mensch. De Alkmaarsche Courant, zegt de heer Van de Vall en hij is zijn archivaris dank baar, dat die hem nog eens aan de artikelen herinnerd heeft en ze voor hem heeft mee gebracht de Alkmaarsche Courant heeft een enquête gehouden. Hij staat met de artikelen in zijn hand van zijn stoel op en kijkt den kring rond in gezichten, die nog niet begrijpen waar hij eigenlijk heen wiL De Alkmaarsche Courant heeft een en quête gehouden en er zijn menschen in deze stad geweest, die het nu maar eens precies verteld hebben wat er hier nog veranderd en verbeterd zal moeten worden. Dan leest hij demonstratief de kopjes van de verschillende hoofdstukken voor, bevor dering van industrie, een nieuw gymnasium, een nieuw landbouwhuis, de grondprijs moet naar beneden enz. enz. en telkens kijkt hy den kring rond in de verwachting, dat de Raad dat allemaal zoo belachelijk zal vin den, dat zijn demonstratie een daverend ap plaus zal krijgen. En als het stil blijft zegt hij na het voorlezen van een opschrift „punt" en kijkt triomfantelijk de zaal in met het succes, dat er hier en daar wat dom of onverschillig naar hem gegrijnsd wordt. De demonstratie lukt niet erg en dan houdt de heer Van de Vall er maar mee op en dan zegt hij niet uit wat hij blijkbaar had willen zeggen, namelijk, dat hij zich de bru taliteit niet kan voorstellen van inwoners van onze gemeente, die het wagen er een eigen meening op na te houden, terwijl ze dat alls gerust aan de edelachtbaren konden overlaten, die alles veel beter weten en een dergelijke ongevraagde medewerking niet op prijs stellen. Maar dadelijk blijkt, dat er ook raadsle den zijn, die de interessante serie beschou wingen van diverse groepen deskundigen uit onzen lezerskring met waardeering hebben gelezen, zooals de heer Hoytink, die er op wijst, dat er inderdaad niets ten bate van de vestiging van industrieele ondernemingen gedaan is. Welke pogingen zoo heeft men in het Algemeen Verslag gevraagd worden aangewend tot vestiging van industrieën in deze gemeente, welke bemoeiingen heeft het college in de laatste 5 jaren gehad en wat is het resultaat daarvan geweest? En B. en W. antwoorden, dat de make laarskantoren weten welke grond er in Alk maar voor dit doel beschikbaar is en dat er inlichtingen werden verstrekt namelijk in 1933 nul maal, in 1934 1 maal, in 1935 1 maal, in 1936 2 maal en in 1937 1 maal. Tot aankoop is het intusschen niet geko men. Het is een bedroevend staatje voor een stad met spoor- en tramlijnen, met moderne en goede wegen en met groot vaarwater en men mag zich na een dergelijk nietszeggend officieel antwoord toch inderdaad afvragen of het college wel alles in het werk gesteld heeft hier industrie van eenige beteekenis te krijgen. Dat kan hier ook niet, zegt de wethouder Klaver in een nadere verklaring, want we hebben te weinig grond voor industrie en die grond is te duur en dan moet er werke lijk nog een raadslid komen, die den wethou der den raad geeft den grond dan desnoods beneden kostprijs te verkoopen omdat het verlies veelvoudig goed gemaakt kan wor den door het vestigen van bloeiende onder nemingen. Ook de heer Leesberg kan zich permitee- ren openlijk te verklaren, dat hij onze en quête met bijzondere belangstelling heeft gelezen en dan komt de heer Van de Vall den volgenden dag in een ander kleedje ten tconeele en spreekt met waardeering van den wensch, die bij de redactie van onze cou rant heeft voorgezeten om de toestanden in onze gemeente zoo objectief mogelijk te be kijken. Trouwens, zoo veel van wat vooraanstaan de Alkmaarsche burgers ons als wenschelijk en noodzakelijk hebben opgenoemd, is dezer dagen in onderscheidene fracties tot uiting gekomen. Het leelijke landbouwhuis, het verborgen postkantoor, het primitieve gym nasium, het gebrek aan industrieele onder nemingen, de te kostbare bouwgrond, de hooge belastingen, de dure gas- en stroomprijzen en tal van andere onderwer pen waarover ook de burgerij zich in onze courant heeft willen uiten. En dan waren er de boomen, de heilige, onaantastbare boomen. De pachter van den Muziektuin heeft het kort geleden gewaagd wat struikgewas weg te kappen om, door het plaatsen van een tafeltje met een gekleurde parasol, wat mepr de aandacht van op den Straatweg rijdende automobilisten voor deze prachtige stedelijke onderneming te trekken en de heeren van de S.DA.P. hebben hem in den Raad voor gesteld als een barbaar, die Alkmaar willens en wetens van zijn schoonste bezit zou wil len berooven. „Blijf af van onzen Hout!" is het parool en in het algemeen zal ieder het daar wel mee eens zijn, wat niet zeggen wil, dat wij door overdreven bezorgdheid de inwoners onzer gemeente het leven onnoodig moeilijk moe ten maken. Eerst komen de belangen van de menschen en dan die van de boomen, heeft de heer Grondsma gezegd en hij heeft, tot schrik van de soc.-dem. fractie, den raad gegeven de boomen aan de straatzijde van den Muziek tuin zoo uit te dunnen, dat deze inrichting eindelijk eens van den hoofdweg uit gezien zal kunnen worden en eindelijk eens de kans zal krijgen door de touristen bezocht en ge waardeerd te worden. Sommige leden zoo stond er in het voor- loopig verslag betreurden de weinige medewerking om in den Hout aan de West zijde van Westerlicht boomen te verwijde ren en een plantsoentje te maken, teneinde het daar voor de bewoners wat aantrekke lijker te doen zijn en B. en W. antwoordden, dat zij geen deel van de bosschage willen opofferen ip het gedeelte van den Hout, dat nog grootendeels het aspect van een wandel bosch heeft behouden. Men sprak schamper van menschen, die last hebben van trillende bladeren en de heer Dekker c.s. was er eens wezen kijken en had gezien, dat de bewoners van Wester licht aan die zijde de jalousieën hadden neer gelaten om hun kamers tegen de zon te be schutten. Hij moest er nog om lachen en het ging blijkbaar ten eenenmale langs hem heen, dat de menschen aan deze zijde van het tehuis niet allereerst om licht maar om uitzicht gevraagd hebben. Wanneer men ziet welk een moeite er ge daan is om de bewoners aan de voorzijde door een vijver en plantsoenaanleg een schitterend panorama te bezorgen, valt de stiefmoederlijke wijze waarop de gasten in den nieuwen vleugel bediend worden als iets buitengewoon onverkwikkelijks op. Men kan hier in een uiterst smal laantje langs het hek van het tehuis loopen en men heeft het struikgewas hier zoo hoog laten groeien, dat elk uitzicht aan de hier wonenden wordt ontnomen. Juist hier moet het bosch gepaard wor den, juist hier zou het niet mogelijk zijn door een aardige combinatie van bloemper ken en heesters een bij het tehuis aanslui tend geheel te kunnen krijgen, juist hier demonstreert men, dat men de macht heeft volkomen doof te blijven voor alle verzoe ken en adressen, die den Raad en B. en W. van de zijde der gedupeerde bewoners her haaldelijk bereikt hebben. Men moge den onwilligen hulde brengen voor hun bezorgdheid voor onze plant soenen, maar een dergelijke onwil tegen over alleszins gerechtvaardigde wenschen is niet verstandig. Men is vergeten, dat Westerlicht ook ergens anders gebouwd had kunnen wor den en dat men juist alles in het werk moet stellen om te bewijzen, dat men de keuze van onze gemeente op prijs stelt. Hier is een tehuis voor ruim 240 ouden van dagen, bemiddelde dames en heeren, die Westerlicht en daardoor Alkmaar tot woonplaats hebben gekozen, die hier hun belasting betalen, die door hun aantal van groote beteekenis zijn voor onzen midden stand, welke alles mag leveren, wat men hier dagelijks noodig blijkt te hebben. Laat men toonen dat op prijs te stellen, laat men bewijzen, dat men bereid is het dezen gasten hier zoo aangenaam mogelijk te maken. De herhaaldelijk gebleken onwil juist hier enkele boomen te rooien om den menschen, die op stil zitten zijn aangewezen, tegemoet te komen in hun begrijpelijk verlangen wat meer uitzicht te krijgen, kunnen wij niet anders zien dan als een gemeentelijke poli tiek, die er volkomen naast is. Dan is de beroemde of liever beruchte boom op den hoek van de Lindegracht. Die staat in den weg voor de meubel fabriek Eik en Linde en de eigenaar van deze fabriek vraagt sinds jaren aan de ge meente om den boom te willen verwijderen. Dat kan niet of dat mag niet. Wij laten nu in het midden wat er waar is van de geruchten, dat een bedrijfsdirec teur of een vroegere burgemeester de een of andere kwestie met den fabriekseigenaar gehad heeft, maar een feit is het, dat overal zoo nu en dan een boom verdwijnt, maar dat de hinderlijke boom voor de meubelfabriek er zal moeten blijven. Wanneer dit geen plagerij is, dan is het onverstandig. Zoo verwend zijn wij hier ter stede niet met industrieele ondernemingen dan dat wij niet ons best moeten doen, alles in het werk te stellen om ze wanneer ze er zijn het werken zoo gemakkelijk mogelijk te maken. En wanneer een fabriek dan al jarenlang hinder ondervindt van een enkelen boom. die voor het vervoer van materialen of fabrikaten in den weg staat, dan kunnen wij het niet anders zien dan als kleine en onverstandige politiek, om elk verzoek dien boom te verwijderen, hooghartig te negeer en. „Eén boom er uit, twee boomen planten", zegt de heer Van de Vall, die een bijzondere liefhebber van boomen is gebleken. Welnu, gooi den boom op den hoek van de Lindegracht er uit en plant twee nieuwe ergens in den Hout, waar ze niemand in den weg staan. Het zal ons niet verwonderen, als de directeur van de meubelfabriek daar van alle kosten voor zijn rekening zal willen nemen. Zoo komen wij tot de financieele politiek en dan moet ons van het hart, dat de wet houder van Financiën geen moeilijke taak heeft. Hij is een eerlijk man, hij stelt de finan ciën niet gezonder voor dan ze zijn en hij voorkomt daardoor al dadelijk, dat men hem veel kan verwijten. Armenzorg en steunverleening vragen nog altijd reusachtige offers, daar kan hij ook niets aan veranderen en voor de rest zit er maar weinig kapitaal in de begroo ting waarover hij nog de vrije beschikking heeft en over welks bestemming men hem iets zou kunnen verwijten. Hij is door den heer Appel de administra teur van Den Haag genoemd, hij wijst met breed gebaar naar den kant van de resi dentie als men hem bijzondere beschikkin gen verwijt en hij kan gerust verklaren, dat hij niet bang voor de Pers is, omdat men hem weinig zelfstandige daden kan ver wijten. Hij is zelfs niet bang voor de booze of lachende gezichten van zijn mede-edelacht- baren en hij behoeft, ook wat dit betreft, geen onverschilligheid te veinzen. Wat zou men dezen man kunnen ver wijten? Hij heeft een nadeelig saldo van den dienst 1936 op den kapitaaldienst overge bracht en als men hem vertelt, dat dit een funeste politiek is dan is hij het daarmee vokomen eens, maar verwijst naar de heeren in Haarlem of Den Haag, die hem den des- betreffenden wenk hebben gegeven. Hij is met alle pleizier bereid er de Ver. van Nederlandsche Gemeenten nog eens op te wijzen, dat de financieele verhouding van het Rijk en de gemeenten niet juist is, al geeft hij daarbij niet veel hoop, dat er eenige verandering zal komen. Hij is het volkomen eens met hen. die de niet-progressieve en daardoor onbillijke belasting door te hooge tarieven voor gas en stroom funest vinden, maar hij vraagt allen, die daarover klagen hem iets anders voor te stellen waardoor hij het nu eenmaal onmisbare geld op een betere manier zal kunnen krijgen. Zoo'n voorstel komt er niet en daarmede kan hij de klachten dan rustig naast zich neerleggen. Hy hoort het welwillend glimlachend aan, dat er belastingverlaging zal moeten komen en dat het Rijk voor onze armen zal moeten zorgen en hij vindt het even be treurenswaardig als mr. Leesberg, dat er een bedrag van 22.400 door conversies is uitgespaard, maar het voordeel weer teniet ging doordat er 36.000 meer afgelost is geworden. Dat kan nu eenmaal niet anders, zegt hij en hij weigert zelfs een douceurtje van 9000 uit het radiobedrijf te accepteeren, omdat hij het gevaar ziet, dat het steeds dalende aantal abonné's van dat bedrijf daardoor niet weer op het oude peil zou kunnen komen. Hij is onmiddellijk bereid om nog eens met den directeur van het Verificatiebureau over de waardeloosheid der verkregen ad viezen te spreken, hij wil voor het een of ander nog wel eens naar Den Haag gaan, ofschoon hij meent, dat ook de nieuwe regeering niet al zijn financieele verlangens zal vervullen. Hij wil nog wel 500 uit den post onvoorzien nemen om het bewaar- schoolonderwijs niet in den put te helpen en hij luistert belangstellend naar alle mo gelijke klachten over ambtenaren van de Arbeidsbeurs en van Maatschappelijk Hulp betoon, klachten, die hij bereid is, zoo ob jectief mogelijk te onderzoeken. De begrooting is dor, heeft de heer Lees berg hem verweten, maar wat wou meneer Leesberg dan, als er geen geld en geen perspectief is. Had hij den boeren, burgers en buitenlui dan moeten verkondigen, dat er allerlei grootedingen zouden gebeuren, om ten slotte toch met de mededeeling te moeten komen, dat er geen geld is? Daar is hij te eerlijk voor en daarom doet hij het niet. Hy is bijzonder gecharmeerd op den heer Leesberg, die hem nog gekend heeft, toen hij aan het handje van één der groote poli tieke broers in den Raad kwam stappen. Hij heeft Latijn van hem beluisterd en hij is er zoo gevoelig voor gebleken, dat hij in dezelfde taal al eenig antwoord kan geven. Hij laat den Raad lachen, maar dat is zijn bedoeling niet. Hij is dood-ernstig en dood eerlijk. Daarom moet men misschien om hem lachen, maar ook dat is zijn schuld niet. Hij is Joris Goedbloed in eigen persoon en al heeft hij dan in deze tijden de moeilijkste en ondankbaarste portefeuille, zijn optreden is van dien aard, dat de critiek hem niet treffen kan en dat hij in verloop van tijd het enfant chéri van den Raad is geworden. Alkmaar, Vrijdag. AUTOBOTSING TE LIMMEN. Drie licht gewonden. Met een geweldigen slag zijn in den afge- loopen nacht om circa 2 uur aan den Rijks straatweg te Limmen twee auto's tegen elkaar gebotst. Een vischauto, uit Alkmaar komende, was op weg naar Velsen. Zij reed waar schijnlijk met slechts één lamp, die boven dien een verblindend licht gaf. De bestuur der van een uit tegenovergestelde richting komende auto, waarin de heer en mevr. Hulskamp uit Alkmaar, die op weg waren naar huis, werd niet alleen verblind, maar raakte ook door die ééne lamp in de war, zoodat een botsing onvermijdelijk was. Deze botsing was zóó hevig, dat van beide wagen de vooras is gebroken en ook overi gens een groote beschadiging ontstond, zoo dat geen van beide voertuigen voorloopig te gebruiken is. De heer en mevr. H. liepen (gelukkig geen zware) verwondingen aan het hoofd op en hebben met een andere auto hun tocht kunnen vervolgen; de vischkoopman kan met een passeerende auto verder naar Velsen. Hij had een schouder ontwricht en zou zich in V. naar het ziekenhuis begeven ter behandeilng van zijn schouder. Dr. van Oppen, die spoedig ter plaatse was, had de drie gewonden voorloopig ver bonden. AUTOBOTSING. Op den hoek Prins HendrikstraatRoe mer Visscherstraat zijn hedenmorgen twee auto's tegen elkaar gebotst. Het waren de vischauto van den heer Klepper uit IJmui- den die voorrang had en een cement- auto, die op de andere auto inreed. Beide auto's werden ernstig beschadigd. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. De schade werd onderling geregeld. UIT EEN BOOM GEVALLEN. Donderdagnamiddag is te Noordschar- woude een ongeluk gebeurd, dat naar om standigheden nog vrij goed is afgeloopen. De heer H. L., tuinman, was met zijn knecht L. S. bezig aan het boomensnoeien voor de woning van den heer B. Toen de grootste takken aan een touw naar bene den gelaten werden, kwam plotseling een daarvan tegen de ladder, waarop de knecht aan het werk was. De ladder ging omver en de man viel uit den boom en kwam in den tuin terecht. Gelukkig had deze val alleen wat inwendige kneuzingen en een schaafwond ten gevolge. Dr. Wilmink was spoedig ter plaatse en heeft den heer S. per auto naar huis ge bracht. KOKEND VET OVER DE HAND. Naar wij vernemen heeft de heer H. van Broek op Langendijk, Zondag brandend vet over z'n hand gekregen, toen hij een pannetje vet, waar de vlam was ingeslagen, naar buiten wilde brengen. Hierdoor werd de heer H. vrij ernstig aan de hand gewond. PSYCHOMETRIE. Men schrijft ons: Maandag, 11 October a.s., houdt deNed. vereen, van spiritisten „Harmonia" haar eerste openbare psychometrische séance in het Logegebouw, alhier. Als psychome- triste treedt dien avond op mevr. Akkrin- ga uit Den Haag. De psychometrie, die een der meest ge bruikte propagandamiddelen is voor het spiritisch beginsel „Er is geen dood'', toont aan de hand van voorwerpen, dat er niets in ons cosmisch begrip verloren gaat. Wij raden belangstellenden aan dezen leerzamen avond bij te wonen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 1