DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Duitschland's nota over België PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 241 nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Donderdag 14 October 1937 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 139e Jaargang De algemeene toestand. Berlijn's toelichting inzake de kwestie van het garandeeren van België's zelfstandigheid. Nieuw statuut voor Be!gië. De strijd in Spanje. De kwestie der vrijwilligers in Spanje. Japanners bezetten hoofd stad van Soeijoean. Japansche luchtmacht bestookt Chineesche stellingen in de provincie Kwantoeng. DE NANKAU PAS DM&EVIV6 0 È-JNNEN ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. Alkmaar, 14 October. Er zal in België ongetwijfeld tevreden heid zijn, nu Duitschland zich verklaard heeft. Want hoewel de Duitsche verklaring op zich zelf heelemaal geen bizonders is, krijgt men in België toch op het oogenblik het gevoel van meer veiligheid dan tot nu toe. En dat is juist in den tegenwoor- digen tijd van onrust en diplomatieke verwikkelingen zeker niet te onder schatten. We schreven hier, dat de Duitsche verklaring op zich zelf niets bizonders is. Zoo moet men het inderdaad ook zien. Wat toch heeft Duitschland eigenlijk gezegd? Niets meer, dan dat het de Belgische neutraliteit aanvaardt en dat het dus niet opnieuw dit land tot een slagveld wil maken bij een eventueelen oorlog. Dat men in België dan ook zoo verheugd is, moet aan iets anders worden toegeschreven. Men weet, dat België in 1914, toen het zich ook neutraal verklaarde, de dupe geworden is van zijn ligging. De Duitsche troepen overschreden de grens om de eenvoudige reden, dat dit de Duitsche generale staf gemakkelijker en eenvou diger leek. België toch was lang zoo niet verdedigd aan de Oostgrenzen als Frank rijk, dat als het ware een groote vesting gordel gebouwd had, om den vijand, die van den Rijn kwam, tegen te houden. De oorlog zelf kent men en ook de gevolgen. België is toen inderdaad het slagveld van Europa geweest en heeft nog lang na dien de naweeën er van ondervonden. De politiek van België is na den wereld oorlog er niet een geweest van neutrali teit. België was door verdagen verbonden aan Frankrijk en Engeland en had dien tengevolge dure verplichtingen na te komen die voor een klein land als België eigenlijk veel te kostbaar waren. Deze positie heeft België jarenlang ingenomen, maar ten slotte werd het haar te machtig en zocht ze meer en meer naar een z.g. neutrali teitspolitiek. Bekend is in dit opzicht de verklaring van den jongen Belgischen koning Leopold, die in een rede zeer officieel te kennen gaf, dat België in zijn buitenlandsche politiek een verandering wilde brengen en dat het zich voortaan liever als een neutrale mogendheid zou willen beschouwen. Het gevolg daarvan is geweest, dat Engeland en Frankrijk hun vroegeren bondgenoot ontsloegen van de verplichtingen, voortvloeiende uit het Locarno-pact en daarna heeft Duitschland in de rede van Hitier van dezen winter eveneens duidelijk te kennen gegeven, dat het de nieuwe positie van België volkomen kon begrijpen en billijken. Toen heeft Hitier de woorden: De Duit sche regeering heeft aan België en Neder land verzekerd, dat zij bereid is, deze staten ten alle tijde als onaantastbare neutrale gebieden te erkennen en te garandeeren, gesproken. Op deze passage is België verder in gegaan en het uitein delijke gevolg is geweest de tot stand- koming van de thans bekend geworden Duitsche verklaring. Zoo liggen thans twee belangrijke landen - belangrijk vooral uit een strategisch oogpunt bekeken aan de Noordzeekust, die een strenge neutraliteitspolitiek zullen voeren: Nederland en België en dit kan er toe medewerken, dat de rust in het Westelijk deel van Europa eindelijk eens standvastiger vormen kan aannemen. Intusschen beteekent deze neutraliteits politiek nog niet, dat België en Nederland nu voortaan geen last meer zullen hebben van ruzietjes tusschen andere landen. Als het geval zich zou voordoen dat een nieuwe oorlog uitbarst in het Westen van Europa, dan zullen de generale staven van de betreffende landen zich heusch niet dik maken over een neutrale zóne, maar zij zullen uitrekenen wat voor hen het voor- deeligste is. Zoolang oorlogen dus nog mogelijk zijn, zoolang bestaat ook de kans, dat een van de twee of beide landen in den oorlog betrokken zullen worden. Neutrali teitspolitiek beteekent niet, dat men zijn verdediging verwaarloozen mag. Integen deel, het beteekent de moreele verplich ting, om een zoo sterk mogelijke weer macht te bezitten, opdat een schender der neutraliteit op groote tegenstand kan stuiten. De andere landen moeten weten, dat bij 'een schending der neutraliteit een legermacht klaar staat, om zich te verde digen. Zou dat niet het geval zijn, dan zouden deze mogendheden bij een oorlog voor zich zelf verplicht zijn, om het zich niet verdedigende land te bezetten. En bovendien, een neutraal land met een goed en sterk leger zal niet gemakkelijk aangevallen worden door een ander land juist omdat dit weet, dat de tegenstand groot kan zijn. Groot, ook al omdat de aanvaller al bij voorbaat weet dat hij niet alleen tegenover dit eene land komt te staan, maar onmiddellijk tegenover een andere mogendheid. Te bevoegder plaatse te Berlijn wordt het volgende omtrent de nota-wisseling tusschen Duitschland en België mede gedeeld: De Duitsche nota beoogt het Duitsche standpunt ten opzichte van de internationale positie van België nader te verklaren zoo lang het nog niet tot een westelijk pact is gekomen. In het Pact van Locarno was de internationale positie van België zoo gere geld dat de integriteit van zijn gebied werd gegarandeerd, evenals Engeland en Italië, verplicht waren in geval van een Duitsch- Fransch conflict zich aan de zijde van de eene of de andere oorlogvoerende partij te scharen. Sedért het uittreden van Duitsch land uit het stelsel van het Rijnpact en se dert de inleiding van voorbereidende onder handelingen over het sluiten van een nieuw westelijk pact heeft de Belgische regeering, naar zij in verscheidene publicaties openlijk tot uitdrukking heeft gebracht, het standpunt ingenomen dat de bijzondere positie van België vereischt dat de waarborging zijner integriteit in de toekomst niet meer afhan kelijk wordt gemaakt van de omstandigheid dat België ook zijnerzijds overeenkomstige garantie-verplichtingen op zich neemt. Overeenkomstig dit standpunt heeft de Belgische regeering bereikt dat Frankrijk en Engeland, die in hun verhouding tot elkaar, alsook in hun verhouding tot België tot het tot standkomen van het voorgenomen nieu we westelijke pact als bindend beschouwen, van alle door België in het Rijnpact aanvaar de verplichtingen hebben afgezien (nota-wis seling van 24 April 1937). De rijksregeering heeft van den beginne af volle sympathie ge had voor den door de Belgische regeering te kennen gegeven wil inzake een politiek van onafhankelijkheid en evenwicht. In het bij zonder heeft in dezen zin de leider en rijks kanselier in zijn rijksdagrede van 30 Januari van dit jaar reeds een verklaring afgelegd, dat Duitschland bereid is de onaantastbaar heid van België te erkennen en te waarbor gen. Daar op het oogenblik niet te zeggen is, wanneer de onderhandelingen voor een nieuw westelijk pact, waarin ook de kwestie van de internationale positie van België zal moeten worden geregeld, kunnen worden te Dat laatste is van belang, zoowel voor België als voor Nederland, omdat beide landen weten, dat zij in een eventueelen oorlog nooit alleen zullen staan. Het is dus duidelijk, dat België ook voortaan zijn leger niet mag verwaarloo zen, evenmini als Nederland dit mag doen. Het zal terdege begrijpen, dat een sterke weermacht noodig is voor de handhaving van zijn neutraliteit. Wij mogen hier, nu deze kwestie zeer actueel is, wel even stil staan bij onze weermacht. Men weet, dat de Nederland- sche regeering bezig is, om onze weer macht te versterken. De lichtingen rullen met ongeveer 59 worden vergroot en de bewapening zal veel sterker worden. Over de noodzakelijkheid daarvan wordt verschillend geoordeeld. En dikwijls wordt er onze neutraliteitspolitiek bijgehaald. Wij meenen hierboven in een zeer kort bestek reeds te hebben uitgelegd, dat ook Nederland een goed leger moet hebben. Iedereen is het er over eens, dat ons leger niet sterk genoeg is en wie de jongste manoeuvres heeft meegemaakt of heeft bijgewoond, zal erkennen, dat er niet alleen veel ontbreekt aan de bewapening van de troepen, maar ook aan de geoefendheid van de manschappen. Daarin moet dus verandering komen. Die verandering zal schatten gelds kosten. Op het oogenblik is Nederland niet klaar, om een aanval af te slaan. Daarvoor is ons leger te zwak. Maar mag men onze jonge menschen dan wel den strijd instu ren met onvoldoende wapenen en hulp middelen? Dat zou zelfmoord beteekenen, zelfmoord, die dan op rekening van de Nederlandsche regeering zou moeten wor den geschoven, of beterop rekening van het Nederlandsche volk, dat geen gel delijke opofferingen wilde doen voor een goed uitgerust leger. In deze tijden van onrust mag men dat wel eens terdege onder de oogen zien. Nederland is een neutraal land. Het verfoeit den oorlog. Maar het moet toch ook klaar staan, om zich te kunnen ver dedigen tegen een aanvaller. En dan moet die verdediging kunnen worden uitgevoerd onder de meest gunstige omstandigheden. beëindigd, heeft de rijksregeering het voor doelmatig gehouden, de bereidwilligheid van Duitschland, welke door den leider en rijks kanselier tot uiting was gebracht, reeds thans in een formeele diplomatieke hande ling jegens de Belgische regeering vast leggen en te preciseeren. In de toelichting bij de Duitsche nota wordt voorts gezegd, dat Duitschland tegen over België zijn vrijheid van handelen zou terugkrijgen als België in een oorlog, waar in Duitschland gewikkeld is, zich militair aan de zijde van de tegenstanders van Duitschland zou scharen. Dit zou natuurlijk niet alleen dan het geval zijn wanneer Bel gische troepen aan de zijde der tegenstan ders meevochten, maar ook dan, wanneer de Belgische regeering eventueel op grond van België's lidmaatschap van den Volken bond bereid zou worden gevonden Bel gisch gebied als land van doortocht of als operatiebasis ter beschikking te stellen van vijandelijke troepen. Op zijn wensch zal voorts aan België bij stand worden verleend voor het geval het het voorwerp is van een aanval, of een in vasie. België, zoo wordt aan het slot van de toe lichting gezegd, heeft de onbeperkte zeker heid verkregen dat het, zoolang het niet mee werkt aan een tegen Duitschland gerichte militaire actie, van iedere militaire actie van Duitschland verschoond blijft en dat het, voor het geval van andere zijde zou worden aangevallen, op den volledigen bijstand van Duitschland kan rekenen. Italië was op de hoogte, Van bevoegde zijde wordt er te Berlijn op gewezen, dat de Italiaansche regeering voort durend van de Duitsch-Belgische onderhan delingen op de hoogte is gehouden. Versteviging van den vrede, De Duitsche verklaring, die komt na de Fransche en Britsche van 24 Aprij j.L, stelt in staat overeenstemming te constateeren tusschen de drie groote West-Europeesche mogendheden ten aanzien van de door Bel gië ingenomen positie. Door te erkennen, dat de onschendbaarheid en onaantastbaarheid van België van gemeenschappelijk belang zijn voor deze mogendheden consacreert de verklaring de historische zending van Bel gië in Europa en versterkt aldus zijn inter nationale positie. België verheugt zich over het door de nabuurmogendheden aan den dag gelegde begrip en heeft Duitschland zijn levendige voldoening doen weten. Het ziet in de Duitsche verklaring een belangrijke bijdrage tot de versteviging van den vrede en een hoogst gunstigen factor voor de goe de betrekkingen tusschen beide landen. Ten slotte spreekt het vanzelf, dat de Belgische regeering, door kennis te nemen van gische regeering, door kennis te nemen van de verklaring der Duitsche regeering en door waardeering te gevoelen voor den geest, die haar heeft ingegeven, geenszins haar ver plichtingen als lid van den Volkenbond uit het oog heeft verloren. Luchtaanval op Saragossa. Terwijl te Saragossa gisteren het feest „Van het ras" en van O.L.V. -Del Pilar ge vierd werd, werd bij en boven de stad het grootste luchtgevecht geleverd, dat de bur geroorlog tot dusverre gebracht heeft. Te gen 8.40 uur naderden verscheidene regee- ringvliegtuigen, waaronder 10 bombarde mentstoestellen, de stad. Op eenige kilome ters afstand werden zij aangevallen door talrijke escadrilles rechtsche jagers, boven het dorp Pastriz. De strijd duurde vijf kwartier. Omstreek den middag werd me degedeeld dat dertien regeeringsvliegtuigen in brand waren geschoten of binnen de rechtsche linies hadden moeten dalen en dat zes andere met moeite het terrein der regeeringstroepen hadden kunnen bereiken. Toen zich tegen 15 uur de processie op stelde, werden opnieuw vijandelijke toestel len waargenomen, ditmaal werd boven de stad gevochten. Zeven aanvallers werden neergeschoten, vijf andere toestellen ge troffen. Madrid weer hevig gebombardeerd. Van half negen tot half tien heeft de ar tillerie der opstandelingen Madrid gister avond weer gebombardeerd. Bijna alle wij ken der hoofdstad, zelfs de wijk van Sala- manca, die tot dusverre gespaard was, werden letterlijk met bommen bezaaid. Be langrijke gebouwen zijn getroffen, o.a. het staatsministerie, dat door drie granaten werd geraakt. Men weet nog niet hoeveel slachtoffers gevallen zijn. De materieele schade is groot. Londen en Parijs zouden aan Italiaanschen wensch tegemoet willen komen. Naar aanleiding van de zitting van het Engelsche kabinet van gister, waarin het Italiaansche antwoord op de Fransch-Brit- sche nota inzake de vrijwilligerskwestie zal worden besproken, onderwerpen de bladen den toestand aan een nieuw onderzoek. Eensluidend zijn zij van oordeel dat thans reeds blijkt dat men iedere gedachte aan een onmiddellijke actie, in verband met 'n Italiaansche weigering deel te nemen aan driemogendhedenbesprekingen, moet laten varen. De Fransche voorstellen, die aan Eden zijn voorgelegd, zouden de volgende punten behelzen: le. Wederom onmiddellijke bijeen roeping van het niet-inmengingscomité ter bestudeering van het probleem der buitenlandsche strijders in Spanje, doch vaststelling van een termijn, waarbin nen de besprekingen gereed moeten komen teneinde de vertragingen, die zich in het verleden hebben voorge daan, te vermijden; 2e. Ingeval van een mislukking der nieuwe besprekingen zou Frankrijk Engeland vragen tezamen alle maatre gelen te nemen, bestemd tot herstel van het evenwicht der voordeelen voor beide partijen, o.m. hervatting van het transito van het voor Valencia be stemde oorlogsmateriaal; 3e. Onafhankelijk onderzoek van het probleem der veiligheid in de Middel- landsche Zee. Perscommentaren. De „Times", die aankondigt, dat Eden deze voorstellen aan zijn kabinetscollega's zal voorleggen, gelooft dat „het weinig waarschijnlijk is, dat de regeering van Groot-Brittannië een wijziging onder oogen ziet van de groote lijnen harer poltiek". De „Daily Mail" schrijft dat de Britsche kabinet zeker niet zijn goedkeuring zal hechten aan een onmiddellijke actie, die volgens het blad „slechts de spanning in Europa ernstiger zou maken in plaats van haar te verminderen". Het blad raadt der halve aan voorzichtiglijk het voorstel van Italië te aanvaarden en de bespreking van het probleem te hervatten in den boezem van het Londensche Comité. De „Daily Maill" schrijft dat de Britsche regeering nog hoopt concrete resultaten te verkrijgen van de beraadslagingen in de niet-inmengingscommissie en zich voorstelt nieuw diplomatiek contact te zoeken met Italië, teneinde besprekingen aan den gang te brengen, dien ten doel hebben te komen tot de overeenstemming in de Middelland- sche Zee, welke vertraagd is door de re cente gebeurtenissen". Havas meldt uit Parijs dat Wladimr d'Ormesson in de „Figaro" schrijft:: „Wanneer wij onze posities in de Middellandsche Zee moeten bescher men, laat ons dat dan rechtstreeks doen, zonder iemand permissie te vra gen. De Italianen bevinden zich op Majorca krachtens hun eigen wil, laten wij aldus optreden dat Fransch-Britsche strijdkrachten Minorca bezetten in af wachting van het oogenblik, waarop alles weer tot de orde terugkeert. Onze verbindingslijnen zullen op deze wijze worden beschermd. Maar laten wij ons onder geen voorwendsel mengen in den strijd zelve, die op het schiereiland woedt tusschen revolutionnairen en nationalen. Wanneer Mussolini zijn troepen in Spanje wil houden, is dat zijn zaak. Zij zullen er zonder twijfel den winter, de lente en den zomer doorbrengen want het conflict nadert zijn eind nog niet". In de „Epoque" zegt Donnadieu: „Men heeft gesproken over een ontscheping van troepen op Minorca, in overeenstemming met de autoriteiten van Valencia. Wij ge- looven niet dat men zoo ver zal gaan, maar het zenden van Fransche- en Britsche oor logsschepen naar de haven Mahon is niet uitgesloten. Men zou Italië aldus op zijn hoede doen zijn met betrekking tot een be zetting van dit eiland". In de „Excelsior" schrijft Marcel Pays: ,Men zou zich te Rome vergissen, indien men de kalmte en de koelbloedigheid op de Quay d'Orsay en in het Foreign Officie, welke gelijkelijk vastbesloten zijn slechts tot dwang toevlucht te nemen na alle kan sen op een verzoening te hebben uitgebuit, als een symptoom van wijken zou beschou wen. Het probleem der evacuatie van de strategische posities en lucht- en vloot- basis, die in Spanje bezet zijn door de buitenlandsche troepen, is heel wat belang rijker voor Frankrijk en Engeland dan een min of meer snel volledig terugtrekken der vrijwilligers in dienst van Valencia of Sala- manca. De Fransche en Britsche regeering zijn dan ook vastbesloten al hoeden zij zich voor de dwaling tot een breuk te komen over de bespreking ten aanzien van de procedure, de onderhandelingen, waarbij haar vitale belangen betrokken zijn, niet slepende te laten houden". Volgens Japansche berichten hebben de Japansche en Mongoolsche troepen Kweihwating, de hoofdstad van Soei joean, bezet. (Zie onderstaand kaartje). De luchtmacht van de Japansche marine heeft gister op groote schaal de militaire objecten van de Chineezen in de provincie Kwantoeng bestookt. Nabij Kanton werden twee Chineesche kanonneerbooten tot zin ken gebracht. Verscheidene spoorwegsta tions werden vernield. De Japansche hoofdmacht rukt na het bezetten van Joeansji, 300 kilometer ten zuid-westen van Peking, verder naar het zuiden op langs den spoorweg Peking Hankau. <-t '•x TSXAH. SOEIJOEAN De woordvoerder van het Chineesche hoofdkwartier te Sjanghai heeft medege deeld, dat Japansche oorlogsschepen lig plaats hebben gekozen bij Paimaukau, 60 K.M. ten noordwesten van Sjanghai. De Ja panners trachten hier troepen te ontsche pen. Volgens te Nanking bekend gemaakte officieele cijfers zijn gedurende Augustus en September tengevolge van de luchtaanval len op de stad 41 non-combattanten gedood, 312 zwaar gewond en 687 licht gewond. Generaal Pai Tsjoeng-sji, de militaire commandant van de provincie Kwangsi en generaal Li Tsjoeng-jen zijn te Nanking aangekomen. Zij hebben verklaard het ver zet tegen Japan onder leiding van de regee ring te Nanking zonder voorbehoud goed te keuren. In tegenwoordigheid van den keizer heeft gister de Privy Council het vormen van een „Braintrust", die zal optreden als adviseur van het Japansche kabinet, goedgekeurd. Opstand in Mandsjoekwo? Naar uit betrouwbare bron verluidt, zou er in Mandsjoekwo sinds het uitbreken van het Chineesch-Japansche conflict ernstige onrust heerschen. Honderdduizenden inwo ners zouden tegen het Japansch-Mandsjoe- kwosche regime in opstand zijn gekomen, terwijl regelmatig soldaten uit de troepen deserteeren, die zich bij de opstandelingen aansluiten. Op tal van plaatsen zijn Japanners mis handeld en van hun bezittingen beroofd. De opstandige beweging mist echter krachtige leiding, zoodat men niet ver wacht, dat zij een dusdanigen omvang zal aannemen, dat het de Japanners zal nood zaken wijzigingen te brengen in hun mili taire operaties in Noord-China. Mislukt Japansch offensief. De woordvoerder van het Japansche leger heeft verklaard, dat de Japansche troepen niet hebben aangevallen aan het front van Sjanghai in den nacht van negen op tien October. Dinsdag echter deelde de woord voerder mede, dat hevige gevechten ge leverd werden in de sectoren van Lotien en Lioehang. Toen men hem aan eerstgenoem de verklaring herinnerde, bevestigde hij opnieuw, dat de activiteit der troepen zich tot patrouilles beperkt had. Uit deze ver klaringen leidt men nu af, dat het Japan sche offensief op zeer hevigen tegenstand is gestuit. In feite heeft de veldslag reeds ver scheidene dagen gewoed in den sector van Lioenhang, ten zuiden van de Woesoeng- kreek. De verklaringen van den woordvoer der, die niet van een aanval wil spreken en de omstandigheid, dat de linies ongewijzigd zijn, lijken dus te bevestigen, dat de Chi neezen een belangrijke overwinning be haald hebben door de Japansche troepen te dwingen terug te keeren naar hun punt van vertrek.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 1