DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Japansche opmarsch naar Tsi-Nan. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIES Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voor dam C 9, postgiro 37060. TeleL 3320, redactie 3330. Ho. 249 Dit nummer bestaat uit vier bladen. Directeur: C. KRAK. Zaterdag 23 October 1937 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 139e Jaargang De algemeene toestand. Ling-Hsien door de Nippon-troepen bezet. Veldslag aan de Gele Rivier. Spanje's nationale raad. Huil over „ordening". Von Pibbentrop te Rome. ALKMAARSCHE COURANT. Alkmaar, 23 October. In de zitting van de sub-commissie der non-interventie, die Vrijdagmiddag om 3 uur te Londen bijeenkwam onder voorzitter schap van minister Eden, heeft de Russische gedelegeerde Maïsky verklaard, dat zijn re geering niet bereid is, den partijen in Spanje de rechten van oorlogvoerenden toe te ken nen, voordat alle vrijwilligers verwijderd zouden zijn! Daartegenover stond, dat Grandi verklaar de, dat de Italiaansche regeering zonder aar zeling alle negen punten van het Britsche plan aanvaardde onder dit eene voorbehoud: dat alle andere leden van de commissie het plan in denzelfden geest zouden aanvaar den. De subcommissie had tevoren een ont werpresolutie opgesteld, die de voornaamste punten van het Britsche plan bevat. Deze ontwerp-resolutie zal eerst aan de verschil lende regeeringen worden voorgelegd en in de volgende zitting, die a.s. Maandag zal worden gehouden, zullen de gedelegeerden verslag uitbrengen. Drie ernstige moeilijkheden kwamen in de zitting van vandaag, die vier en een half uur duurde, aan het licht. De eerste was het Ita liaansche voorbehoud, dat alle andere gede legeerden met het Britsche plan moesten in stemmen zooals Italië, de tweede moeilijk heid was het aandringen van den Sovjet gedelegeerde op een volledige terugtrekking van de vrijwilligers, voordat de rechten van oorlogvoerenden worden toegekend, en de derde moeilijkheid was de door de Italiaan sche en Portugeesche gedelegeerden afge legde verklaring, dat hun regeeringen zich niet gebonden konden achten tot aanvaar ding van eenige cijfers, welke door de naar Spanje te zenden commissies omtrent het aantal van haar vrijwilligers, die op het oogenblik in Spanje strijden, zouden kun nen worden gepubliceerd. Maisky verklaar de, dat hij deze cijfers zou aanvaarden, doch daardoor niet gebonden zou zijn. Voorts wordt nog vernomen, dat in de zit ting van heden nog geen overeenstemming is bereikt ten aanzien van de getalssterkte voor de symbolische terugtrekking van vrij willigers. Het cijfer 1000 is echter ge noemd. Was het eerst Italië, dat moeilijkheden veroorzaakte in de non-interventie-commis- sie, uit bovenstaande blijkt, dat thans Rus land de rol van den opstandige op zich heeft genomen. Reeds heeft minister Eden m de zitting der sub-commissie gistermiddag den Sovjet-Rus- sischen gedelegeerde de vraag gesteld, of Rusland zich zou verzetten tegen het optre den van de andere regeeringen of zich slechts afzijdig zou houden. Maisky ant woordde hierop beslist, dat de Sovjet-Unie niet louter als waarnemer in de commissie vertegenwoordigd kon zijn, doch aan he werk van de commissie moest deelnemen. Eden merkte toen op, dat indien dit het standpunt van Sovjet-Rusland was, het wer kelijk niet de moeite waard scheen, met de discussie voort te gaan, waarop Maisky ant woordde: „In het algemeen ben ik het met de werkwijze niet eens, doch het kan zyn, dat ik in bijzonderheden mijn instemming b6tui§"> Te Londen geeft men zich er wel reken schap van, dat de commissie tengevolge van de in de zitting gisteren opnieuw tot uiting gekomen botsing van meeningen nog ernsti- ge moeilijkheden in het vooruitzicht heeft. Men is niet geneigd, deze moeilijkheden Le onderschatten, doch anderzijds beschouwt men den toestand niet als hopeloos. Met het oog op de meeningsverschillen met betrekking tot de kwestie van de sym bolische terugtrekking bestaat er, naar men gelooft, een neiging om deze symbolische terugtrekking heelemaal maar te laten va ren, als hieromtrent geen overeenstemming kan worden bereikt. Na afloop van de zitting van de sub-com missie voor de niet-inmenging werd het vol gende communiqué gepubliceerd: „De subcommissie heeft de reeks voorstel len voorbereid, die zullen worden opgeno men in de ontwerpresolutie, welke aan de hoofdcommissie zal worden voorgelegd. Deze voorstellen bepalen de middelen tot rege ing van de voornaamste punten, die het voor werp van discussie uitmaakten". De gedelegeerden zijn overeengekomen, ontwerp-resolutie in kwestie aan hun re®P- regeeringen voor te leggen. Men yfrwac dat de subcommissie Maandag namiddag een nieuwe bijeenkomst zal houden. Ten Noorden van de Gele Rivier ont wikkelt zich een veldslag, welke zal beslissen over het lot van Tsi-Nan, de hoofdstad van Sjantoeng. De Japansche troepen, die naar het Zuiden oprukken langs de lijn Tientsin- Poekau, consolideeren hun stellingen bij Tsjang-Tsjoeang, halverwege Te- Tsjou en Tsi-Nan, terwijl een ander Japansche detachement, dat naar Tsi- Nan oprukt langs den grooten weg via Lin-Ji, om negen uur Vrijdagmorgen Ling-Hsien heeft bezet, een stad die 30 K.M. ten Zuid-Oosten van Te-Tsjou en 30 K.M. ten NooTd-Westen van Lin-Ji is gelegen. De Chineesche vier-en-zeventigste divisie onder commando van generaal Li-Han- Tsjang, en de een-en-tachtigste divisie on der commando van generaal Tsjan-Sjoe- Tang, alle Sjantoeng-troepen, betrekken sterke stellingen tusschen Joe-Tsjeng, der tig kilometer ten noord-westen van de Gele Rivier, en Lin-Ji, dertig kilometer ten noorden van Tsi-Nan. Bizonder sterk zijn de Chineesche stel lingen bij Joe-Tsjeng, waar zij zich over een lengte van acht kilometer naar het westen en het oosten uitstrekken, met loop graven langs vaarten en kanalen. De Chineezen hebben bovendien de dijken van de Toe-Hsieh-rivier benoorden Joe- Tsjeng doorgestoken, zoodat een groot ge bied onder water is gezet, waardoor de Japansche opmarsch in zuidelijke richting wordt belemmerd. Een Japansche divisie is erin geslaagd, vijftien kilometer ten westen van den spoorweg PekingHankau de Tsjangrivier in het noorden van Honan over te steken en de stad Toeng-Pau-Sjau te bezetten. De Chineesche troepen trekken zich voor den Japanschen opmarsch terug. Een Japansche pantsertrein wist nabij de Tsjangrivier 500 paarden, 2050 wagens, 14 stukken veldgeschut en houwitsers, alsmede een aanzienlijke hoeveelheid munitie op de Chineezen buit te maken. De Europeanen te Soen-Te-Foe, 390 kilo meter ten zuid-westen van Peping, met in- I begrip van de missionnarissen en zendelin gen, zijn allen ongedeerd. Zij worden dooi de Japansche troepen, die de plaats hebben bezet, beschermd en van voedsel voorzien. De aanval op Chineesche jonken. De woordvoerder van het Japansche mi nisterie van buitenlandsche zaken heeft medegedeeld, dat de Chineesche jonken, welke door Japansche onderzeeërs tot zin ken waren gebracht, allen bewapend waren met oudmodel-kanonnen. Het waren klaar blijkelijk zeeroovers uit de Biasbaai. In ver band hiermede herinnerde de woordvoerder aan de Britsche expeditie tegen de zeeroo vers in de Biasbaai in 1927, waarbij HO huizen in asch werden gelegd en 50 jonken in den grond werden geboord. Noord-China wordt geen tweede Mandsjoekwo. De woordvoerder van het ministerie van buitenlandsche zaken heeft de in het bui tenland viry" ~--ening, dat Japan in Noord-China „een tweede Mandsjoekwo" wil scheppen, fantastisch genoemd. Japan sche kringen verklaren eenstemmig, dat men niet wil vervallen in de fout, die in MandsjoekwJ is begaan en die veel te duur heeft gekost, omdat het Kwantoengleger dat een „paradijs ten behoeve van het volk" wilde scheppen, hevig verzet van de zijde der Chineezen heeft uitgelokt door het on derdrukken van de mogelijkheid tot het be halen van industrieele of financieele win sten, door in het algemeen voor alle be langrijke industrieën staatsmonopolies in te voeren. Zij achten het beslist noodzakelijk, monopolies te vermijden, ten einde zich de medewerking van de invloedrijke Chinee sche financiers, mdustrieelen en kooplieden te kunnen verschaffen, welke noodig is niet alleen voor de ontwikkeling van Noord- China, doch vooral om het mogelijk te ma ken, dat de bezettingstroepen tot een mini mum worden teruggebracht. Naar de Chineesche pers meldt, zijn een twintigtal Mongoolsche vorsten, die te Peking verblijven, naar Soei-Joean ver trokken, teneinde de door prins Te-Wang bijeengeroepen vergadering bij te wonen. In deze vergadering zal worden gesproken ever de toekomstige politiek en het toe komstig bestuur van Binnen-Mongolie. Een Japansche order voor Krupp. Een aantal groote Japansche ijzercon cerns, die te Berlijn vertegenwoordigd wor den door de Mitsjoebisji Shoji Kaisja G.m.b.H., heeft, naar vernomen wordt, aan de Fried. Krupp Grusonwerke A.G. te Maagdenburg opdracht verstrekt voor het leveren van installaties voor ijzerwinning volgens het Krupp-Renn procédé, alsmede voor acht groote ovens. De Japansche groep heeft tegelijk de licentie voor dit procédé voor Japan en Mandsjoekwo gekocht. Japansche bedreiging verdwenen. De Japansche bedreiging van Tatsang is, volgens de Chineesche militaire autoritei ten, na een onderbroken strijd gedurende zeventig uur opgegeven. Deze autoriteiten geven toe, dat de Chineezen lichtelijk terug getrokken zijn in den sector van Kwangfoe. De groote Chineesche tegenaanval loopt echter goed van stapel en Kwangfoe zelf bevindt zich nog in Chineesche handen. Men veronderstelt te Sjanghai, dat de Japanneezen binnenkort wel eens zouden kunnen veranderen van taktiek en hun poging om Tatsang in te nemen, zullen laten varen, aangezien dit te kostbaar wordt, en in plaats daarvan in de richting van Nan- siang zullen trachten door te breken. Gifgassen gebruikt? Naar het schijnt, hebben de krijgsverrich tingen aan het front van Sjanghai in den afgeloopen nacht g«en wijziging van betee- keis gebracht in de spelling der beide legers. Het Chineesche telegraafagentschap Central News verklaart, dat in Sjansi de Japannee zen gebruik gemaakt hebben van gifgassen tijdens een gevecht in den sector van Sin- kau ten zuiden van Joeangping. Aan den spoorweg Tientsin-Poekau wor den de gevechten voortgezet tusschen Joetsjeng en Pinjoeang. De woordvoerder van het Japansche leger heeft verklaard, dat alle Chineesche aanvallen, welke in de laatste dagen ondernomen zijn in de secto ren van Kwangfoe, Ketsjau, Pailoe, afge slagen zijn en dat de Japansche troepen gisteren Tsjesji bezet hebben evenals Wangkoe, twee gehuchten ten zuiden van Ketsjau en Pailoe. De Japansche lucht strijdkrachten hebben gisteren den spoor weg Kanton-Hankau gebombardeerd. De toestellen richtten mitrailleurvuur op een trein en doodden daarbij tien reizigers. Tevens hebben zij den spoorweg Kanton Kauloeng gebombardeerd. De Fransche bezittingen in China. In de „Epoque" publiceert Jean Hutin de volgende bijzonderheden over de inter- ministerieele conferentie van gisteren, waar gesproken is over de defensie in de Fran sche overzeesche bezittingen. Het Chineesch-Japansche conflict zou een vrij ernstige bedreiging kunnen doen op komen ten aanzien van Indo-China. Een maand geleden heeft Japan zekere eilanden in de Golf van Tonkin bezet, hetgeen aan leiding heeft gegeven tot een officieel pro test van den Franschen ambassadeur te Tokio. Men meent te weten, dat Moutet tijdens de conferentie van gisteren credie- ten heeft aangevraagd voor de versterking van het Fransche bezettingsleger in Indo- China. Voorts heeft de zending van nieuwe Italiaansche contingenten naar Libye niet alleen in Egypte een gevoel van onrust veroorzaakt, maar ook in Tunis. De ligging van de Fransche bezittingen en protecto raten in Noord-Afrika maakt attentie te meer noodzakelijk aangezien onaangename bewegingen waargenomen worden in de wereld der Mohammedanen. Het is dus niet onmogelijk, dat de minister van defensie, Daladier, zich rekenschap wil gaan geven van de te nemen maatregelen ter verster king van de instellingen en troepen voor de veiligheid in Tunis en Algerije en te dien einde zeer binnenkort ter plaatse een on derzoek zal gaan instellen. Vorming van een kabinet aanstaande? De vorming van een nationalen raad, welks bevoegdheden opmerkelijk veel gelijkenis vertoonen met die van den grooten fascistischen raad in Italië, geeft vasten vorm aan de door Franco gewilden samensmelting van de twee voornaamste partijen van het nationa listische Spanje: de Phalangisten en de Traditionalisten. Deze raad, die op zijn hoogst uit vijftig en op zijn minst uit vijf-en- twintig leden zal bestaan, telt thans by de oprichting acht-en-veertig leden. Men vindt er in zes militaire leiders, waaronder de generaals Queipo de Llano, Davila en Yagua, twee voormalige minis ters van de dictatuur van Primo de Rivera, de zuster van den stichter der Phalanx, senorita Pilar, Primo de Rivera en een voormaligen medewerker van wijlen Calvo Sotelo, Gonzales Bueno. De groote figuren van den raad zijn evenwel mannen, die noch tot het leger noch tot de witte kaders be- hooren, o.a. twee bekende Traditionalisten, de voormalige chef van de Carlistische partij, Manuel Falconde, en Domingo Are- valo, graaf van Rodezno, en twee bekende Phalangisten, Ramon Serrano Suner, een zwager van den generalissimus, en Ramun- do Fernandez Cuesta. Het aantal Phalan gisten en Traditionalisten in den raad is overigens ongeveer gelijk. Voorts zijn er drie voormalige leiders van de Acción Po- lular, de partij van Gil Robles, in vertegen woordigd. Twee artikelen van het decreet, waarbij de nationale raad wordt ingesteld, verdie nen bijzondere aandacht, in de eerste plaats het artikel, waarin gezegd wordt, dat alle leden benoemd zullen worden door den staatschef, die zich het recht voorbehoudt, hen uit te sluiten en hen individueel te ver vangen, en in de tweede plaats het artikel, waarin letterlijk gezegd wordt: „De cau- dillo (leider) zal in het geheim zijn opvol ger aanwijzen, die in geval van overlijden of lichamelijke ongeschiktheid door den nationalen raad zal worden geproclameerd". Tenslotte dient nog te worden opgemerkt, dat de nationale raad, die een synthese vormt van de verschillende stroomingen in het nationalistische Spanje, in zekeren zin een benoemde en niet gekozen constituante is, welke de algemeene lijnen van de struc tuur van den nieuwen staat zal vaststellen. De raad heeft geenerlei uitvoerende macht. Deze zal uitsluitend worden uitgeoefend door de ministers van den caudillo. Men kent Franco het voornemen toe, binnenkort ministers te benoemen, die het eerste kabinet van den nieuwen Spaanschen staat zullen vormen. Het is zeker, dat hier onder persoonlijkheden zullen voorkomen, die deel uitmaken van den nationalen raad. Het kabinet zou tien portefeuilles omvat ten. Een arrestatie. Men verneemt, dat de voorzitter der rekenkamer te Gibraltar, Merrick, door de Spaansche autoriteiten te Malaga is gear resteerd. De redenen zijn niet bekend. Mer rick is een der belangrijkste functionarissen te Gibraltar. Hij was onlangs per auto naar Torre Molinos gegaan, om daar een korte vacantie door te brengen. Het bericht van zijn arrestatie heeft te Gibraltar veel opzien gebaard. De krijgsverrichtingen. Het groote rechtsche hoofdkwartier deelt mede: „Asturië. - Na de ineenstorting van het noordelijke front hebben wij ons gewijd aan de zuivering der verschillende zones. Wij hebben gisteren 6000 krijgsgevangenen bijeengebracht. De rechtsche colonnes die oprukken uit het zuiden, bevinden zich in de nabijheid van Sama de Langro, la Sel- guera en Carbayin. In Aragon hebben bij de Hermitage San Pedro bezet. Aan het front van Madrid hebben wij een vijandelijken aanval afge slagen in den sector van Majada Honda. Aan de andere fronten geweer- en geschut vuur". Uit het regeeringskamp. Het communiqué van het ministerie van landsverdediging luidt: „Daar de weerstand onmogelijk was ge worden aan het noordelijke front na den val van Vollaviciosa heeft de raad van Asturië besloten op 20 October Gijon te ontruimen. Vrijdag zijn de opstandelingen er binnen getrokken. Aan het oostelijke front hebben de opstandelingen de Hermi tage San Pedro bezet na een verbitterden strijd op het blanke wapen. De regeerings- troepen deden echter een tegenaanval en heroverden de verloren stellingen. Aan het zuidelijke front hebben wij verscheidene vijandelijke aanvallen in de Siërra de Peru afgeslagen". In de betrekkingen tusschen de landen. Een lange rede, welke Cordell Huil, de Amerikaansche staatssecretaris voor buitenlandsche zaken, in de universiteit te Toronto heeft gehouden, was gewijd aan het begrip „ordening", als het eenige middel om een vruchtdragende ont wikkeling der menschheid mogelijk te maken. Na gewezen te hebben op de noodzake lijkheid van „ordening" en samenwerking in het binnenland van een staat, breidde hij dit begrip ook uit tot de betrekkingen der landen onderling. „Het volkenrecht, zooals wij dit heden kennen", aldus spr., „is van betrekkelijk nieuwen oorsprong. De levensnoodzakelijkheid van „ordening" in het binnenland is veel dieper in ons sociaal en politiek bewustzijn verankerd, dan de internationale „ordening". En toch is ze precies even belangrijk. Theoretisch kan een natie zich van de overige wereld isoleeren. Maar juist, gelijk zulks het geval is bij een mensch, die zich zou afscheiden, of bij een familie, of een gemeenschap, die zich onafhankelijk zou willen maken, zoo zou een bittere prijs betaald moeten worden door het zakken van haar materieel, moreel en geestelijk peil". Nadat Huil op de noodzakelijkheid der naleving van de internationale verplichtin gen en verdragen had gewezen, vervolgde hij: „Noodzakelijk is een hecht gefundeerd ge voel van wederzijdsche achting onder de staten. De hoodbeteekenis van elke internationale overeenkomst wordt vernietigd, wanneer één der onderteekenaars zich een positie aanmatigt, waardoor hij zich boven de anderen plaatst, of het recht, de verdrags bepalingen uit eigen beweging te ignoreeren, of te wijzigen". Geschillen moeten langs vreedzamen weg worden bijgelegd. Geen conflict echter kan worden opgelost, zoolang de bijlegging niet voor beide partijen aannemelijk is. In aansluiting hierop kwam Huil te spreken over de economische betrekkingen tusschen de landen en raakte daarbij ook de kwestie van de ongelijkmatige verdeeling der grondstoffen aan. Alleen in eer. wereld, waarin internationale orde heerscht, kan de enkeling van iederen staat toegang krijgen tot alle economische en cultureele waarden. Wordt deze orde verstoord, dan is een in zinken zoowel van den materieelen als cul- tureelen standaard in de geheele wereld on vermijdelijk. Huil schetste daarop het sombere beeld, dat een oorlog met zich mee zou brengen. Geen mensch, geen land zou voor de ge volgen daarvan gespaard blijven. Wanneer de oorlogsmachine eenmaal aan den gang gebracht was, zou er geen houden meer aan zijn. Het heeft bijzondere beteekenis, zoo ging Huil voort, dat ik dit alles op den drempel van een groot lid van het Britsche gemeene- best zeg. Mijn land en die, welke deze machtige unie vormen, behooren tot de voorvechters van het denkbeeld, dat de vrede en niet oorlog een normale toestand in de menschelijke betrekkingen is. De staatssecretaris besloot dan met de woorden: „Verbrekers van den vrede heb ben zich, wat zij tijdens hun kort ver schijnen op het tooneel der geschiedenis ook voor tragedies veroorzaakt hebben, toch steeds voor den wil der overweldigende meerderheid moeten buigen, die den voor uitgang wenschen en niet den roemloozen ondergang van de menschelijke beschaving". Onderhoud met Mussolini enCiano. Von Ribbentrop is te Rome per vlieg tuig aangekomen. Zijn bezoek draagt een particulier ka rakter en zal van korten duur zijn. Over de reis, die v. Ribbentrop in gezel schap van zijn vrouw en dochter naar Rome heeft ondernomen, weten Duitsche kringen mede te deelen, dat het voornaamste doel daarvan is, den ambassadeur in de gele genheid te stellen, zijn dochter gezelschap te houden gedurende de eerste dagen, die zij om gezondheidsredenen in Italië moet door brengen. Men herinnert zich, dat Fraulein von Ribbentrop in 1936 het slachtoffer is geweest van een ernstig-auto-ongeval. Men gelooft echter, dat von Ribbentrop van zijn verblijf in Italië gebruik zal maken, om een onderhoud te hebben met officieele Italiaansche persoonlijkheden. Von Ribbentrop zal a.s. Maandag te Lon den terug zijn, in verband met de herope ning van de parlementszitting. Het belang der besprekingen, die hij mo gelijk zal voeren, is gelegen in het feit, dat de internationale situatie voor Italië zich in den loop der laatste dagen gewijzigd heeft. Alles doet veronderstellen, dat Italië bij de atmosfeer van kalmeering, welke zich sinds de besluiten der commissie te Londen doet gelden, zal pogen de tegenwoordige ontspanning in de relaties met Engeland nog meer tot haar recht te doen komen. Indien intusschen een Italiaansch-Engel- sche toenadering mocht tot stand gebracht worden, zou zulks natuurlijk slechts moge lijk zijn in volledig accoord met Duitsch- land en zoo zou het verblijf van den Duit- schen vertegenwoordiger te Londen in Italië te verklaren zijn. Hij is immers in den waren zin des woords de specialist van het Duitsche rijk wat betreft aangelegenheden, Engeland rakende.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 1