DE JOUDEN CBiiweuUutd. Jladioptoqcammü <»©o©©©©| !keuUleton Nieuw lid Raad van State. Den Haag.October !L937 Beste Mary, Je schryft my,<38t 3® vindt, dat myn Kinderen er zoo flink uitzien en wil ik je het geheim daarvan mededeelen.Ik geef ze n.1» Draisma van Valkenburg's levertraan, die ik in myn Jeugd ook heb moeten ge bruiken. Ik raad Je daar om aan, geef je kinderen diezelfde levertraan, het is een oud bekend merk.- Veel liefs van Je liefh. „De heks van „Merkelbeek" bekent. Oud-huishoudster legt in de ge vangenis volledige bekentenis af. De Vrijheidsbond en de handelspolitiek. TWEEDE BLAD Prof. mr. P. J- M. Aalberse. Naar wij vernemen zal in de Staats courant van heden, een koninklijk be sluit worden opgenomen, waarbij prof. mr. P. J. M. Aalberse, voorzitter van de Tweede Kamer, wordt benoemd met ingang van 10 November a.s* tot lid van den Raad van State. De heer Aalberse zal de vergadering van Dinsdag, 9 November a.s. in de Tweede Kamer voor het laatst presi- deeren. Zijn levensloop. Prof. mr. P. J. M. Aalberse is 27 Maart 1871 te Leiden geboren. Hij bezocht het gymnasium te Katwijk aan den Rijn, waar na hij studeerde aan de Rijksuniversiteit te Leiden, in de letteren en in de rechten. Nadat hij candidaat in de Nederlandsche letteren was geworden, promoveerde hij in de rechten in 1897 op een dissertatie, ge titeld: „De oneerlijke concurrentie". On middellijk na zijn promotie vestigde hij zich in zijn geboortestad als advocaat. Mede trok hem echter het openbare leven aan en ver schillende publieke functies waren dan ook voor~tiem weggelegd. Zoo werd hij in 1899 gekozen tot lid van den Leidschen gemeen teraad. Van 1901 tot 1903 was hij wethouder van sociale aangelegenheden en openbare hygiëne. Ook in het katholiek leven ging mr. Aal berse een belangrijk aandeel nemen. Zoo nam hij in 1902 de redactie op zich van het door hem in genoemd jaar ppgerichte ka tholiek sociaal weekblad, in 1905 stichtte hij de katholieke socialeactie, van welker centraal bureau hij directeur werd. Na den dood van dr. Schaepman werd mr. Aalberse in Februari 1903 gekozen tot lid der Tweede Kamer voor het district Almelo. In onze volksvertegenwoordiging ontplooide hij weldra een groote activiteit, vooral op sociaal gebied. Zoo nam hij als kamerlid het initiatief om te komen tot wet telijke maatregelen tegen de oneerlijke con currentie en tot beperking van den Zon- dagsarbeid en den nachtarbeid in brood bakkerijen, benevens tot beperking van den arbeidsduur van bakkersgezellen. Toen in Februari 1916 mr. Aalberse be noemd werd tot hoogleeraar aan de Tech nische Hoogeschool te Delft, waar hij han delsrecht, staathuishoudkunde, arbeids- en fabriekswetgeving en mijnrecht doceerde, trad hij af als lid der Tweede Kamer. Na twee en een half jaar zag men hem echter in 's lands vergaderzaal terug en wel als hoofd van het toen nieuw ingestelde de partement van arbeid. Zijn ministerschap heeft zich gekenmerkt door een vruchtbare sociale werkzaamheid. Tal van sociale maatregelen kwamen onder zijn bewind tot stand. De voornaamste zijn wel de instelling van den hoogen raad van arbeid, de arbeidswet 1919, de vrijwillige ouderdomsverzekering, de wijziging van de ongevallenwet, de gezondheidswet, de ar- beidsgeschillenwet en de landbouwongeval- lenwet. Zijn ministerschap vervulde hij in het eerste kabinet-Ruys de Beerenbrouck, vervolgens ook in het tweede kabinet van dien naam. Intusschen werd in November 1922 de naam van zijn departement ge wijzigd in arbeid, nijverheid en handel. Toen in 1925 het ministerie-Ruys de Bee renbrouck aftrad omdat het zijn taak als geëindigd beschouwde, werd prof. Aalberse opnieuw lid van de Tweede Kamer. In 1931 koos de katholieke fractie hem tot haar voorzitter. Prof. Aalberse werd op 27 December 1934 benoemd tot minister van staat. Als voorzitter van de katholieke Tweede Kamerfractie, als hoedanig Hij optrad na het overlijden van mgr. Nolens, speelde de heer Aalberse een belangrijke rol in de Neder landsche politiek. Bij kon. besluit van 6 Mei 1935 werd, na het overlijden van jhr. Ruys de Beeren brouck, prof. Aalberse benoemd tot voor zitter van de Tweede Kamer. Naast zijn politieken arbeid vervulde mr. Aalberse nog talrijke andere functies. Zoe is hjj jaren lang rijksbemiddelaar geweest in het 4e district. Voorts is hij voorzitter^an de centrale commissie voor de statisnek, voorzitter van den hoogen raad van arbeid en voorzitter van het centrale college voor medisch tuchtrecht. De heer Aalberse is ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw, grootoffi cier in het legioen van eer, ridder H. Gre- gorius-orde, drager van het Grootkruis der Orde van de Witte Roos van Finland en van de Orde van Polonia Restituta. Voor prof. Aalberse, voorzitter der Tweede Kamer, die benoemd is tot lid van den Raad van State, komt als opvolger in diens plaats als Kamerlid op de lijst voor mr. E. G. M. Roelvink te Almelo. KONINGIN EN PRINSES TER KERKE. Te Apeldoorn. H.M. de koningin en H.K.H. prinses Juliana hebben Zondagavond om zeven uur, vergezeld van twee leden van haar gevolg, de godsdienstoefening in de Luthersche kerk te Apeldoorn bijgewoond. Voorganger in den dienst was ds. J. van Dijk, Neder- duitsoh-hervormd predikant te Oldenzaal. VROUW BEDREIGD MET REVOLVER. Wrok van afgewezen minnaar was niet verdwenen. In de Oostzijde te Zaandam heeft Zater dagavond laat de 27-jarige landbouwers knecht W. uit den Grooten IJpolder een in de Eendrachtstraat wonende vrouw, moe der van drie kinderen, met een revolver bedreigd. De vrouw sloeg op de vlucht, waarna een schot werd gelost. Dit deed bewoners naar buiten komen, die op den man met het vuurwapen wilden afgaan, maar terug schrokken toen deze opnieuw een schot loste en zich hierna ijlings uit de voeten maakte. Er is niemand door de schoten ge troffen en de schutter is zich in den loop van Zaterdagnacht op het politiebureau komen aanmelden. De revolver met vier scherpe patronen er in had hij toen bij zich. De bedreigde vrouw schijnt vroeger, toen zij nog ongehuwd was, in een Zaan- damsch danshuis met W. in aanraking te zijn gekomen en heeft hem als minnaar afgewezen. Uit wrok over zijn versmade liefde is hij de vrouw, toen nog meisje, in Augustus 1930 in het centrum van Zaandam bij een autobushalte met een dolk te lijf gegaan zonder haar noch tans ernstig te verwonden. Wel bracht hij daarna zichzelf vrij ernstige won den in zijn hals toe en werd door dezen aanslag op het leven van een ander tot enkele jaren gevangenisstraf ver oordeeld. Zijn wrok schijnt daardoor niet te zijn verminderd en meermalen moet hij dan ook hebben gedreigd, dat eerst de vrouw en dan hij zelf er aan zou gaan. Zaterdag avond heeft de man de vrouw op de markt en ook daarna gevolgd. In de vrij stille Oostzijde verzocht de vrouw 's avonds om half twaalf aan een man haar even te wil len begeleiden, daar zij zich door den ach ter haar aan komenden W. bedreigd voelde. De man voldeed hieraan, totdat W. dreigde hem te zullen neerschieten. Toen sprong hij op zijn fiets en ging er snel van door. De vrouw zette het nu op een loopen en daarna loste W. de beide schoten. De politie deed onmiddellijk nasporin gen, waar W. zich kon bevinden, maar niemand had gezien, waar hij was heenge gaan. Bij zijn vrijwillige aanmelding ver klaarde W. een gedeelte van den nacht in een stuk weiland te hebben doorgebracht. Van zelfmoordplannen had hij daar afge zien, omdat hij niemand had geraakt. W. beweerde in de lucht te hebben geschoten. Hij is in verzekerde bewaring gebleven en zal ter beschikking van de justitie worden gesteld. Naar wil vernemen heeft de 64- jarige huishoudster M. C. van H., bij genaamd „De heks van Merkelbeek", die verdacht van moord op den 71- jarigen landbouwer M. Buysens en diens 70-jarige schoonzuster M. Sen- den door de rechtbank te Maastricht tot vijftien jaar gevangenisstraf was veroordeeld, welk vonnis door het Gerechtshof van den Bosch werd be vestigd, ten overstaan van den advo caat-generaal van het Bossche ge rechtshof, mr. H. tW. Massink een volledige bekentenis afgelegd. Tot nu toe had de vrouw alle schuld ontkend. INBRAAK TE UTRECHT. Voor drie tot vierduizend gulden goud gestolen. In het tandheelkundig instituut aan den Juthphaascheweg te Utrecht is ingebro ken. Verschillende kasten en laden zijn opengebroken. Er is voor drie tot vierdui zend gulden aan goud medegenomen, welk goud eigendom is van de studenten, die het als materiaal bij hun studie ge bruiken. Het Hoofdbestuur van de Liberale Staats partij „De Vrijheidsbond" meent aandacht te mogen vragen voor wat op handelspoli tiek gebied staat te gebeuren. Ons tarief van invoerrechten is in de ach ter ons liggende jaren verhoogd van 4 tot 8 en daarna tot 12 Over de al dan niet wenschelijkheid van zulk een verhooging kan verschillend worden gedacht. Wij be hoorden tot hen, die oog hadden voor de daaraan verbonden bezwaren. Ofschoon_onzes inziens met recht gezegd mag worden, dat hier de grens van een fiscaal tarief is over schreden, toch gaat het hier in hoofdzaak om gradueele verschillen. Het tarief is vast gelegd in de wet en ieder weet ten minste, waaraan hij toe is. In 1931 heeft de Crisisin voer wet haar in- Dinsdag 26 October. HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.) 8.— Gr.pl. 10.— Morgenwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Viool en orgel (gr.opn.) 11.Huish. wenken. 11.30 Gr.pl. 12.Kovacs Lajos' orkest en soliste. 12.45 Gr.pl. 1. Omroeporkest. 1.45 Gr.pl. 2.Ver volg concert. 2.45 Kniples. 3.45 Het Lyra-Trio. 4.30 Kinderkoorzang. 5.Kinderhalfuur. 5.30 Aeolian- orkest. 6.15 Avro-dansorkest. 6.45 Causerie over inenting tegen pok ken. 7.Voor de kinderen. 7.05 Kinderkoor Zanglust. 7.30 Engel- sche les. 8.— ANP-ber., mededee- lingen. 8.15 Gr.pl. 8.30 Bonte Dins- dagavondtrein. 10.15 Gr.pl. 10.45 Rep. schaakmatch. 11.ANP-ber., hierna Avro-dansorkest. 11.30 12.Het Fanta-orkest. HILVERSUM, 1875 M. (KRO-uitz.) 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Gods dienstig halfuur. 12.Ber. 12.15 De KRO-melodisten en solist. 1. Gr.pL 1.20 Het KRO-orkest. 2 Vrouwenuur. 3.Modecursus. 4.05 KRO-Kamerorkest. 4.45 Gr.pl. 5. De KRO-melodisten en solist. (5.45 Felicitatiebezoek). 6.40 Esperanto- cursus. 7.Ber. 7.15 Het pseudo- ideaal, causerie. 7.35 Sporthalfuur. 8.ANP-ber., mededeelingen. 8.15 Rep. schaakmatch. 8.20 Sted. Or kest Maastricht en solist. 9.20 Bij het eeuwfeest van Abraham Kuy- per, causerie. 9.35 Gr.pl. 9.45 P. Godwin's orkest. 10.30 ANP-ber. 10.40 Rep. schaakmatch. 10.50 KRO- Orkest. 11.30—12.— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.2011.45 Gr.pl. 12.05 Het New English Trio. 12.35 Radiotooneel. 1.05 Orgelcon cert. 1.35—2.20 Gr.pl. 4.20 Detained on suspicion of murder, causerie. 4.35 Het Hungaria Zigeuner-orkest. 5.20 Liedjes aan de piano. 5.40 Het Parkington Kwintet. 6.20 Ber. 6.45 Het Erith British Legion Orkest. 7.20 Zang. 7.50 Propaganda and Rhetoric, causerie. 8.20 Radiotoo neel met muziek. 9.20 Ber. 9.40 The discovery of the Coolgardie gold- fields 1892, causerie. 10.Zang. 10.30 BBC-orkest en solist. 11.35 H. Evans en zijn band. 11.5012.20 Dansmuziek (gr.pl.) RADIO PARRIS, 1648 M. 8.05, 8.20 en 10.35 Gr.pl. 12.40 Bailly-orkest en zang. 3.05 Pianovoordr. 3.20 Gr.pl. 4.20 Pianovoordr. 5.20 Or kestconcert. 8.35 Zang. 8.50—12.05 Operette-uitz. KEULEN, 456 M. 5.50 Militair con cert. 7.50 Hermann Hagestedt's orkest. 11.20 Militair concert. 12.35 Omroep-Amusementsorkest. 3.35 Omroepsextet en solisten. 5.20 Omroepkoor en leden van het Om roeporkest. 6.30 Omroeporkest, in strumentaal kwartet en een Rijks- arbeidsdienstorkest. 8.40 Spaansche muziek. 10.10—11.20 Omroepdans- orkest, mandolinekwartet en so listen. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.30 Omroepdansorkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Salonorkest. 6.50 en 7.20 Gr.pl. 8.20 Cabaret. 9.20 Omroep- symph.-orkest. 10.30 Dito. 10.50— 11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 1.30 Saftnorkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Zang en trompet. 6.35 Gr.pl. 7.— Zang. 8.20 Omroeporkest en soliste. 10.30—11.15 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 6.30 Der Barometermacher, ope rette. 8.20 Politiek dagbladover zicht. 8.35 Deel. en gr.pl. 9.20 Ber. 9.50 Fluit en piano. 10.05 Weerber. 10.20—11.20 E. Bauschke's dans- orkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.—10.35, Parijs Radio 10.35—12.05, Droitwich 12.05 —12.35, Brussel VI. 12.35—14.20, Normandië 14,2015.05, Parijs R. 15.05—15.35, Keulen 15.35—16.20, Parijs Radio 16.2016.50, Lond. Reg. 16.50—17.20, Brussel VI. 17.20 —18.50, Keulen 18.50—19.50, Lond. Reg. 19.50—20.20, Rome 20.20— 22.35, Brussel Fr. 22.35—23.20, Triest 23.20—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Luxemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35—13.05, Droitwich 13.05—14.20, Lond. Reg. 14.20^—16.35, Droitwich 16.3518.20, Luxemburg 18.20— 18.40, Droitwich 18.4019.50, Straatsburg 19.5020.20, Droitwich 20.20—24 Lijn 5: Diversen. trede gedaan, toen het onder de buitenge wone omstandigheden van de crisis noodig werd geoordeeld om het bedrijfsleven te be schermen tegen buitenlandsche abnormale concurrentie (dumping). Echter ook daar moest aan een zooveel mogelijk objectief criterium worden vol daan: er moest sprake zijn van een over- matigen invoer. In 1933 is bij een wets wijziging aan het begrip „overmatige in voer" een ruimere interpretatie gegeven, wat reeds niet zonder bedenking was. Thans echter dreigt er nog geheel iets anders. Wanneer de voorstellen tot wijziging van de Tarief-machtigingswet 1934 en van de Crisisinvoerwet wet worden, dan zal een nieuw invoerrecht kunnen wordur. geheven of een bestaand invoerrecht kunnen wor den afgeschaft, verhoogd of verlaagd, in dien „het economisch landsbelang" dat naar het oordeel van de regeering vereischt, en zal de invoer van bepaalde goederen kunnen worden verboden of voorwaardelijk worden toegestaan, zonder dat daarvoor het objec tieve criterium „overmatige invoer" nog zal gelden. De doelstelling, die tot dusverre gold, n.1. het bedrijfsleven te beschermen tegen een overmatigen invoer, wordt losgelaten en vervangen door een nieuwe, waarbij de con- tingenteering zal worden gehanteerd als handelspolitiek wapen. Reeds het tegen woordige stelsel heeft geleid tot een groote verstarring en stroefheid van het handels verkeer. Dat zal in de toekomst nog erger worden. Honderdmaal erger is echter, dat elke rechtszekerheid verloren zal gaan. Ieder zal zijn overgeleverd aan het subjectieve in zicht van den minister van economische zaken, dat beteekent in de praktijk: van den een of anderen ambtenaar. Zelfs bij de allerbeste bedoeling zullen beslissingen, die berusten op willekeur, niet kunnen uitblijven. Men voere ons niet tege moet, dat een waarborg is gelegen in de bekrachtiging achterna bij de wet. Behajve dat het bijna steeds onmogelijk zal zijn op een eenmaal genomen maatregel terug te komen, is het voor de volksvertegenwoordi ging ten eenenmale onmogelijk te overzien, of de belangen van verschillende groepen en personen evenredig zijn behartigd. Wanneer wij dit alles bedenken, voelen wij de beklemmende vraag bij ons opkomen of ook Nederland bezig is den rechtsstaat los te laten. Wanneer wij eenmaal dezen heilloozèn weg, die voert tot het geven van een blanco - volmacht ten opzichte van tarieven en cori- tingenteeringen aan den minister van eco nomische zaken, zullen hebben betreden, zullen wij niet meer terug komen. De op grond van de volmacht afgesloten bilaterale verdragen en afspraken zullen ons met han den en voeten binden. Ook op economisch gebied zij de wet en niets dan de wet het plechtanker onzer vrijheid. Het gaat hier om groote belangen, niet alleen van materiëelen, maar vooral ook van ideëelen aard. Wij roepen het Nederlandsche Volk op te waken voor zijn vrijheid, ook op econo misch gebied, en den strijd aan te binden tegen deze voor den rechtsstaat zoo gevaar lijke voorstellen der regeering. De volksvertegenwoordiging moet over tuigd worden, dat deze beide wetsontwer pen in 's lands belang verworpen dienen te worden, omdat zij de dictatuur inluiden! Naar het Engeltch A "I" van PAUL TRENT Lf M I door J.SCHOUIEN Ra» 70) „Maar we vergeten captain Carruthers. Hij moet hier ook in gekend worden", op perde sir Charles. Den commandant werd verzocht bij hen te komen en in het kort meegedeeld, wat men van plan was te doen. „Ik geloof, dat het het, gemakkelijkst voor u zal zijn, als wij uw schip van alle burgers bevrijden", merkte sir Charles op. „Ik ben het volkomen met u eens Het is tegen het reglement, vooral daar een van hen een dame is". „Natuurlijk komt miss Fayrfield hier aan boord", zei de groothertog kalm. „Dat verwachtte ik". „Dan js,er alleen nog dit, bent u bereid ons eenige van uw manschappen te leenen om hier de orde te bewaren, totdat Car- teret bereikt is?" „Daartoe ben ik volkomen bereid, op uw verzoek, sir -Charles", antwoordde Carru thers onmiddellijk. „Dan kunnen we dat als afgedaan be schouwen". „Ik heb geen speciale bevelen van de admiraliteit ontvangen, dus kan ik voorloo- pig naar mijn eigen inzicht handelen. Ik denk dat het het beste zal zijn, als ik het jacht in het oog blijf houden totdat u Grafton's bemanning aan wal gezet hebt. Ik veronderstel, dat u in Frankrijk een nieuwe bemanning wilt aanmonsteren?" vroeg hij aan Desbrook. „Ja, dat was mijn plan". Het kostte Carruthers groote moeite zijn gedachten te concentreeren, want hij kon zijn oogen niet van den groothertog af houden. Hij haatte de gedachte dat Peggy bij dezen man, dien hij als haar echtgenoot moest beschouwen, moest blijven, maar hij besefte, dat hij onmoeelijk. op welke wijze dan ook, tusschen beiden kon komen. Brockdorf werd binnen geroepen en on dervraagd over den toestand van de ma chines. Hij vertelde hun eerlijk, dat de tur bines grohdig nagekeken moesten worden en dat het jacht t geen noemenswaardige snelheid zou kunnen bereiken, voordat dit gebeurd was. Toen richtte Desbrook het woord tot hem. „Luister eens, Brockdorf', zei hij. „Je hebt je heel fatsoenlijk tegenover mij ge dragen. We hebben elkaar jaren geleden ontmoet en stonden op vriendschappelijken voet met elkaar. Nu is de toestand als volgt. Als je bereid bent, om ons je eere woord te geven, dat je geen moeilijkheden zult veroorzaken ik moet nog iets ver der gaan, dat je zult trachten te voorko men, dat de bemanning moeilijkheden zal veroorzaken dan ben ik, van mijn kant bereid en sir Charles keurt dit volkomen goed om je aan wal te zetten in een haven, niet te ver weg, die je zelf kunt noemen. Bovendien kan ik je de verzeke ring geven, dat er geen aanklacht tegen je zal worden ingediend, in verband met de onwettige handelingen, waartoe je je ge leend hebt. Mag ik zoover gaan met mijn beloften, sir Charles?" vroeg Desbrook aan den hoofd-commissaris. „Ja, in de gegeven omstandigheden moogt u wel zoover gaan. In elk geval, zeg ik u hierbij mijn steun toe". „Ben je daarmee tevreden, Brockdorf?" vroeg Desbrook. „Ja, ik heb je altijd als een eerlijke vent beschouwd, Desbrook, en jouw belofte is mij meer waard, dan een contract van de meeste mannen". „Dat is dus in orde. Wil je even vragen, of de prinses hier wil komen?", riep Des brook opgewekt, toen de kapitein heen ging. „Zij is een moeilyk geval", vervolgde hij, toen de deur zich achter den kapitein gesloten had. „Ik weet waarachtig niet, wat ik met haar beginnen moet. Ziet u, uit een politiek oogpunt bekeken, is zij haast even gevaarlijk als Grafton. „Zij is gevaarlijker dan hij", onderbrak de groothertog hem. Ik stel voor haar, evenals hem, uit te leveren, zoodat zij beiden berecht zullen worden". „Dat kunnen wij niet doen. Wij strijden niet tegen vrouwen, vooral niet als zij zich aan politieke overtredingen hebben schul- dig gemaakt", antwoordde fir Charles. „Wat moeten wij dan met haar begin- ne«- f*et eenige wat er op zit is haar haar vrijheid te geven. Het heeft geen zin haar te laten zweren, dat zij in het vervolg zich niet meer met de politiek zal inlaten, want zij houdt haar belofte toch niet". Er heerschte een oogenblik stilte, welke Desbrook verbrak. „Ik geloof, dat wij ons maar door de om standigheden moeten laten leiden. Wij kunnen nu toch nog geen beslissing nemen", zei hjj. Prinses Nadina trad binnen en sloot haas tig de deur achter zich dicht. Zij trad hun volkomen beheerscht tegemoet. Desbrook bood haar een stoel aan en vroeg haar plaats te nemen. „Ik veronderstel, dat er nu geen ontko men meer aan is. Tenminste naar het ge zicht van mijn vriend Ivan te oordeelen. Als blikken konden dooden, zou het met mij gedaan zijn. Wat zijn jullie van plan met mij te doen?" „Daar waren wij net over aan het dis cussieeren, prinses", antwoordde sir Char les glimlachend. „Heeft u misschien een voorstel?" „Verschillende", lachte zij. „Bijvoorbeeld: u zou mij aan wal kunnen zetten in een haven zoo dicht mogelijk bij Parijs". „Waarom niet in Engeland?" vroeg de hoofd-commissaris. „Alsjeblieft niet. Ik geloof niet, dat ik op het oogenblik erg veilig ben in dat land. Bij nader inzien, zou ik eigenlijk ook nog liever naar een Duitsche haven gebracht worden. Dat schikt mij beter als het voor jullie het zelfde is. Mag ik ook weten welke haven u het eerst denkt aan te doen'" vroeg zij liefjes. De prinses was zeer nieuwsgierig wat er met Grafton zou gaan gebeuren en de vraag brandde op haar tong, maar zy wist dat het nutteloos zou zyn om haar te stellen. De mannen begrepen spoedig, dat dit on derhoud niets zou opleveren en Desbrook stelde voor de vergadering te verdagen. „Maar wat gaat er nu met mij gebeu ren? vroeg de prinses, op den man af. „Dat zal u nog wel meegedeeld worden; het zal u geen kwaad doen daarover een poosje in onzekerheid te verkeeren", ant woordde Desbrook op luchtigen toon. „Jy beest. Ik haat je. Als ik er aan benMet een hoogroode. kleur van denk, dat je eens beweerde my lief te heb- woede brak zy plotseling af en keerde hun vol minachting den rug toe, waarna langzaam de hut verliet. De groothertog volgde haar en zocht Peggy op. Tot zijn verbazing vernam hij. dat haar koffertje in Jane's hut geplaatst was- die de beide vrouwen van plan waren te aeelen. Hij zei hier echter niets van, maar verzocht haar met hem mee te ko men naar de salon. Ofschoon zij man en vrouw waren, had er nooit een werkelijke intimiteit tusschen hen bestaan, want de groothertog had nooit volkomen kunnen vergeten, dat hij van koninklijken bloed® was. „Ik hoop dat je je niet al te ongerust hebt gemaakt over mijn verdwijning?" vroeg hy beleefd. „Natuurlijk heb ik mij ongerust ge* maakt, Ivan. Ik had je in geen week ge* zien, toen je verdween en je had mij hee- lemaal geen bericht gestuurd". „Ik had het erg druk. Er waren mij be* langrijke opdrachten gegeven vanuit Frankrijk". „Maar je schijnt toch wel tijd gehad te hebben om te spelen. Ik heb gelezen, dat je herhaaldelijk in gezelschap van de prinses verkeerd hebt. Denk niet, dat ik jaloersch ben", riep zy haastig. (Wordt vervolgd)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6