DE JOUDEN
CBiiweuUutd.
Jladioptoqcammü <»©o©©©©|
!keuUleton
Nieuw lid Raad van State.
Den Haag.October !L937
Beste Mary,
Je schryft my,<38t 3®
vindt, dat myn Kinderen er
zoo flink uitzien en wil
ik je het geheim daarvan
mededeelen.Ik geef ze n.1»
Draisma van Valkenburg's
levertraan, die ik in myn
Jeugd ook heb moeten ge
bruiken. Ik raad Je daar
om aan, geef je kinderen
diezelfde levertraan, het
is een oud bekend merk.-
Veel liefs van Je
liefh.
„De heks van „Merkelbeek"
bekent.
Oud-huishoudster legt in de ge
vangenis volledige bekentenis af.
De Vrijheidsbond en de
handelspolitiek.
TWEEDE BLAD
Prof. mr. P. J- M. Aalberse.
Naar wij vernemen zal in de Staats
courant van heden, een koninklijk be
sluit worden opgenomen, waarbij prof.
mr. P. J. M. Aalberse, voorzitter van
de Tweede Kamer, wordt benoemd met
ingang van 10 November a.s* tot lid
van den Raad van State.
De heer Aalberse zal de vergadering
van Dinsdag, 9 November a.s. in de
Tweede Kamer voor het laatst presi-
deeren.
Zijn levensloop.
Prof. mr. P. J. M. Aalberse is 27 Maart
1871 te Leiden geboren. Hij bezocht het
gymnasium te Katwijk aan den Rijn, waar
na hij studeerde aan de Rijksuniversiteit te
Leiden, in de letteren en in de rechten.
Nadat hij candidaat in de Nederlandsche
letteren was geworden, promoveerde hij in
de rechten in 1897 op een dissertatie, ge
titeld: „De oneerlijke concurrentie". On
middellijk na zijn promotie vestigde hij zich
in zijn geboortestad als advocaat. Mede trok
hem echter het openbare leven aan en ver
schillende publieke functies waren dan ook
voor~tiem weggelegd. Zoo werd hij in 1899
gekozen tot lid van den Leidschen gemeen
teraad. Van 1901 tot 1903 was hij wethouder
van sociale aangelegenheden en openbare
hygiëne.
Ook in het katholiek leven ging mr. Aal
berse een belangrijk aandeel nemen. Zoo
nam hij in 1902 de redactie op zich van het
door hem in genoemd jaar ppgerichte ka
tholiek sociaal weekblad, in 1905 stichtte hij
de katholieke socialeactie, van welker
centraal bureau hij directeur werd.
Na den dood van dr. Schaepman werd
mr. Aalberse in Februari 1903 gekozen tot
lid der Tweede Kamer voor het district
Almelo. In onze volksvertegenwoordiging
ontplooide hij weldra een groote activiteit,
vooral op sociaal gebied. Zoo nam hij als
kamerlid het initiatief om te komen tot wet
telijke maatregelen tegen de oneerlijke con
currentie en tot beperking van den Zon-
dagsarbeid en den nachtarbeid in brood
bakkerijen, benevens tot beperking van den
arbeidsduur van bakkersgezellen.
Toen in Februari 1916 mr. Aalberse be
noemd werd tot hoogleeraar aan de Tech
nische Hoogeschool te Delft, waar hij han
delsrecht, staathuishoudkunde, arbeids- en
fabriekswetgeving en mijnrecht doceerde,
trad hij af als lid der Tweede Kamer. Na
twee en een half jaar zag men hem echter
in 's lands vergaderzaal terug en wel als
hoofd van het toen nieuw ingestelde de
partement van arbeid.
Zijn ministerschap heeft zich gekenmerkt
door een vruchtbare sociale werkzaamheid.
Tal van sociale maatregelen kwamen onder
zijn bewind tot stand. De voornaamste zijn
wel de instelling van den hoogen raad van
arbeid, de arbeidswet 1919, de vrijwillige
ouderdomsverzekering, de wijziging van de
ongevallenwet, de gezondheidswet, de ar-
beidsgeschillenwet en de landbouwongeval-
lenwet. Zijn ministerschap vervulde hij in
het eerste kabinet-Ruys de Beerenbrouck,
vervolgens ook in het tweede kabinet van
dien naam. Intusschen werd in November
1922 de naam van zijn departement ge
wijzigd in arbeid, nijverheid en handel.
Toen in 1925 het ministerie-Ruys de Bee
renbrouck aftrad omdat het zijn taak als
geëindigd beschouwde, werd prof. Aalberse
opnieuw lid van de Tweede Kamer. In 1931
koos de katholieke fractie hem tot haar
voorzitter.
Prof. Aalberse werd op 27 December 1934
benoemd tot minister van staat.
Als voorzitter van de katholieke Tweede
Kamerfractie, als hoedanig Hij optrad na het
overlijden van mgr. Nolens, speelde de heer
Aalberse een belangrijke rol in de Neder
landsche politiek.
Bij kon. besluit van 6 Mei 1935 werd,
na het overlijden van jhr. Ruys de Beeren
brouck, prof. Aalberse benoemd tot voor
zitter van de Tweede Kamer.
Naast zijn politieken arbeid vervulde mr.
Aalberse nog talrijke andere functies. Zoe
is hjj jaren lang rijksbemiddelaar geweest in
het 4e district. Voorts is hij voorzitter^an
de centrale commissie voor de statisnek,
voorzitter van den hoogen raad van arbeid
en voorzitter van het centrale college voor
medisch tuchtrecht.
De heer Aalberse is ridder in de Orde
van den Nederlandschen Leeuw, grootoffi
cier in het legioen van eer, ridder H. Gre-
gorius-orde, drager van het Grootkruis der
Orde van de Witte Roos van Finland en
van de Orde van Polonia Restituta.
Voor prof. Aalberse, voorzitter der
Tweede Kamer, die benoemd is tot lid van
den Raad van State, komt als opvolger in
diens plaats als Kamerlid op de lijst voor
mr. E. G. M. Roelvink te Almelo.
KONINGIN EN PRINSES TER KERKE.
Te Apeldoorn.
H.M. de koningin en H.K.H. prinses
Juliana hebben Zondagavond om zeven uur,
vergezeld van twee leden van haar gevolg,
de godsdienstoefening in de Luthersche
kerk te Apeldoorn bijgewoond. Voorganger
in den dienst was ds. J. van Dijk, Neder-
duitsoh-hervormd predikant te Oldenzaal.
VROUW BEDREIGD MET REVOLVER.
Wrok van afgewezen minnaar
was niet verdwenen.
In de Oostzijde te Zaandam heeft Zater
dagavond laat de 27-jarige landbouwers
knecht W. uit den Grooten IJpolder een in
de Eendrachtstraat wonende vrouw, moe
der van drie kinderen, met een revolver
bedreigd.
De vrouw sloeg op de vlucht, waarna een
schot werd gelost. Dit deed bewoners naar
buiten komen, die op den man met het
vuurwapen wilden afgaan, maar terug
schrokken toen deze opnieuw een schot
loste en zich hierna ijlings uit de voeten
maakte. Er is niemand door de schoten ge
troffen en de schutter is zich in den loop
van Zaterdagnacht op het politiebureau
komen aanmelden. De revolver met vier
scherpe patronen er in had hij toen bij
zich.
De bedreigde vrouw schijnt vroeger,
toen zij nog ongehuwd was, in een Zaan-
damsch danshuis met W. in aanraking te
zijn gekomen en heeft hem als minnaar
afgewezen.
Uit wrok over zijn versmade liefde
is hij de vrouw, toen nog meisje, in
Augustus 1930 in het centrum van
Zaandam bij een autobushalte met een
dolk te lijf gegaan zonder haar noch
tans ernstig te verwonden. Wel bracht
hij daarna zichzelf vrij ernstige won
den in zijn hals toe en werd door dezen
aanslag op het leven van een ander
tot enkele jaren gevangenisstraf ver
oordeeld.
Zijn wrok schijnt daardoor niet te zijn
verminderd en meermalen moet hij dan
ook hebben gedreigd, dat eerst de vrouw
en dan hij zelf er aan zou gaan. Zaterdag
avond heeft de man de vrouw op de markt
en ook daarna gevolgd. In de vrij stille
Oostzijde verzocht de vrouw 's avonds om
half twaalf aan een man haar even te wil
len begeleiden, daar zij zich door den ach
ter haar aan komenden W. bedreigd
voelde.
De man voldeed hieraan, totdat W.
dreigde hem te zullen neerschieten. Toen
sprong hij op zijn fiets en ging er snel van
door. De vrouw zette het nu op een loopen
en daarna loste W. de beide schoten.
De politie deed onmiddellijk nasporin
gen, waar W. zich kon bevinden, maar
niemand had gezien, waar hij was heenge
gaan. Bij zijn vrijwillige aanmelding ver
klaarde W. een gedeelte van den nacht in
een stuk weiland te hebben doorgebracht.
Van zelfmoordplannen had hij daar afge
zien, omdat hij niemand had geraakt. W.
beweerde in de lucht te hebben geschoten.
Hij is in verzekerde bewaring gebleven
en zal ter beschikking van de justitie
worden gesteld.
Naar wil vernemen heeft de 64-
jarige huishoudster M. C. van H., bij
genaamd „De heks van Merkelbeek",
die verdacht van moord op den 71-
jarigen landbouwer M. Buysens en
diens 70-jarige schoonzuster M. Sen-
den door de rechtbank te Maastricht
tot vijftien jaar gevangenisstraf was
veroordeeld, welk vonnis door het
Gerechtshof van den Bosch werd be
vestigd, ten overstaan van den advo
caat-generaal van het Bossche ge
rechtshof, mr. H. tW. Massink een
volledige bekentenis afgelegd.
Tot nu toe had de vrouw alle schuld
ontkend.
INBRAAK TE UTRECHT.
Voor drie tot vierduizend gulden
goud gestolen.
In het tandheelkundig instituut aan den
Juthphaascheweg te Utrecht is ingebro
ken. Verschillende kasten en laden zijn
opengebroken. Er is voor drie tot vierdui
zend gulden aan goud medegenomen,
welk goud eigendom is van de studenten,
die het als materiaal bij hun studie ge
bruiken.
Het Hoofdbestuur van de Liberale Staats
partij „De Vrijheidsbond" meent aandacht
te mogen vragen voor wat op handelspoli
tiek gebied staat te gebeuren.
Ons tarief van invoerrechten is in de ach
ter ons liggende jaren verhoogd van 4 tot
8 en daarna tot 12 Over de al dan niet
wenschelijkheid van zulk een verhooging
kan verschillend worden gedacht. Wij be
hoorden tot hen, die oog hadden voor de
daaraan verbonden bezwaren. Ofschoon_onzes
inziens met recht gezegd mag worden, dat
hier de grens van een fiscaal tarief is over
schreden, toch gaat het hier in hoofdzaak
om gradueele verschillen. Het tarief is vast
gelegd in de wet en ieder weet ten minste,
waaraan hij toe is.
In 1931 heeft de Crisisin voer wet haar in-
Dinsdag 26 October.
HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.)
8.— Gr.pl. 10.— Morgenwijding.
10.15 Gr.pl. 10.30 Viool en orgel
(gr.opn.) 11.Huish. wenken.
11.30 Gr.pl. 12.Kovacs Lajos'
orkest en soliste. 12.45 Gr.pl. 1.
Omroeporkest. 1.45 Gr.pl. 2.Ver
volg concert. 2.45 Kniples. 3.45 Het
Lyra-Trio. 4.30 Kinderkoorzang.
5.Kinderhalfuur. 5.30 Aeolian-
orkest. 6.15 Avro-dansorkest. 6.45
Causerie over inenting tegen pok
ken. 7.Voor de kinderen. 7.05
Kinderkoor Zanglust. 7.30 Engel-
sche les. 8.— ANP-ber., mededee-
lingen. 8.15 Gr.pl. 8.30 Bonte Dins-
dagavondtrein. 10.15 Gr.pl. 10.45
Rep. schaakmatch. 11.ANP-ber.,
hierna Avro-dansorkest. 11.30
12.Het Fanta-orkest.
HILVERSUM, 1875 M. (KRO-uitz.)
8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Gods
dienstig halfuur. 12.Ber. 12.15
De KRO-melodisten en solist. 1.
Gr.pL 1.20 Het KRO-orkest. 2
Vrouwenuur. 3.Modecursus. 4.05
KRO-Kamerorkest. 4.45 Gr.pl. 5.
De KRO-melodisten en solist. (5.45
Felicitatiebezoek). 6.40 Esperanto-
cursus. 7.Ber. 7.15 Het pseudo-
ideaal, causerie. 7.35 Sporthalfuur.
8.ANP-ber., mededeelingen. 8.15
Rep. schaakmatch. 8.20 Sted. Or
kest Maastricht en solist. 9.20 Bij
het eeuwfeest van Abraham Kuy-
per, causerie. 9.35 Gr.pl. 9.45 P.
Godwin's orkest. 10.30 ANP-ber.
10.40 Rep. schaakmatch. 10.50 KRO-
Orkest. 11.30—12.— Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 11.2011.45
Gr.pl. 12.05 Het New English Trio.
12.35 Radiotooneel. 1.05 Orgelcon
cert. 1.35—2.20 Gr.pl. 4.20 Detained
on suspicion of murder, causerie.
4.35 Het Hungaria Zigeuner-orkest.
5.20 Liedjes aan de piano. 5.40 Het
Parkington Kwintet. 6.20 Ber. 6.45
Het Erith British Legion Orkest.
7.20 Zang. 7.50 Propaganda and
Rhetoric, causerie. 8.20 Radiotoo
neel met muziek. 9.20 Ber. 9.40 The
discovery of the Coolgardie gold-
fields 1892, causerie. 10.Zang.
10.30 BBC-orkest en solist. 11.35
H. Evans en zijn band. 11.5012.20
Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARRIS, 1648 M. 8.05, 8.20
en 10.35 Gr.pl. 12.40 Bailly-orkest
en zang. 3.05 Pianovoordr. 3.20
Gr.pl. 4.20 Pianovoordr. 5.20 Or
kestconcert. 8.35 Zang. 8.50—12.05
Operette-uitz.
KEULEN, 456 M. 5.50 Militair con
cert. 7.50 Hermann Hagestedt's
orkest. 11.20 Militair concert. 12.35
Omroep-Amusementsorkest. 3.35
Omroepsextet en solisten. 5.20
Omroepkoor en leden van het Om
roeporkest. 6.30 Omroeporkest, in
strumentaal kwartet en een Rijks-
arbeidsdienstorkest. 8.40 Spaansche
muziek. 10.10—11.20 Omroepdans-
orkest, mandolinekwartet en so
listen.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.30
Omroepdansorkest. 1.502.20 Gr.pl.
5.20 Salonorkest. 6.50 en 7.20
Gr.pl. 8.20 Cabaret. 9.20 Omroep-
symph.-orkest. 10.30 Dito. 10.50—
11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 1.30
Saftnorkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20
Zang en trompet. 6.35 Gr.pl. 7.—
Zang. 8.20 Omroeporkest en soliste.
10.30—11.15 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
6.30 Der Barometermacher, ope
rette. 8.20 Politiek dagbladover
zicht. 8.35 Deel. en gr.pl. 9.20 Ber.
9.50 Fluit en piano. 10.05 Weerber.
10.20—11.20 E. Bauschke's dans-
orkest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.—10.35, Parijs
Radio 10.35—12.05, Droitwich 12.05
—12.35, Brussel VI. 12.35—14.20,
Normandië 14,2015.05, Parijs R.
15.05—15.35, Keulen 15.35—16.20,
Parijs Radio 16.2016.50, Lond.
Reg. 16.50—17.20, Brussel VI. 17.20
—18.50, Keulen 18.50—19.50, Lond.
Reg. 19.50—20.20, Rome 20.20—
22.35, Brussel Fr. 22.35—23.20,
Triest 23.20—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20,
Luxemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.35—13.05, Droitwich 13.05—14.20,
Lond. Reg. 14.20^—16.35, Droitwich
16.3518.20, Luxemburg 18.20—
18.40, Droitwich 18.4019.50,
Straatsburg 19.5020.20, Droitwich
20.20—24
Lijn 5: Diversen.
trede gedaan, toen het onder de buitenge
wone omstandigheden van de crisis noodig
werd geoordeeld om het bedrijfsleven te be
schermen tegen buitenlandsche abnormale
concurrentie (dumping).
Echter ook daar moest aan een zooveel
mogelijk objectief criterium worden vol
daan: er moest sprake zijn van een over-
matigen invoer. In 1933 is bij een wets
wijziging aan het begrip „overmatige in
voer" een ruimere interpretatie gegeven,
wat reeds niet zonder bedenking was.
Thans echter dreigt er nog geheel iets
anders.
Wanneer de voorstellen tot wijziging van
de Tarief-machtigingswet 1934 en van de
Crisisinvoerwet wet worden, dan zal een
nieuw invoerrecht kunnen wordur. geheven
of een bestaand invoerrecht kunnen wor
den afgeschaft, verhoogd of verlaagd, in
dien „het economisch landsbelang" dat naar
het oordeel van de regeering vereischt, en
zal de invoer van bepaalde goederen kunnen
worden verboden of voorwaardelijk worden
toegestaan, zonder dat daarvoor het objec
tieve criterium „overmatige invoer" nog
zal gelden.
De doelstelling, die tot dusverre gold, n.1.
het bedrijfsleven te beschermen tegen een
overmatigen invoer, wordt losgelaten en
vervangen door een nieuwe, waarbij de con-
tingenteering zal worden gehanteerd als
handelspolitiek wapen. Reeds het tegen
woordige stelsel heeft geleid tot een groote
verstarring en stroefheid van het handels
verkeer. Dat zal in de toekomst nog erger
worden.
Honderdmaal erger is echter, dat elke
rechtszekerheid verloren zal gaan. Ieder zal
zijn overgeleverd aan het subjectieve in
zicht van den minister van economische
zaken, dat beteekent in de praktijk: van den
een of anderen ambtenaar.
Zelfs bij de allerbeste bedoeling zullen
beslissingen, die berusten op willekeur, niet
kunnen uitblijven. Men voere ons niet tege
moet, dat een waarborg is gelegen in de
bekrachtiging achterna bij de wet. Behajve
dat het bijna steeds onmogelijk zal zijn op
een eenmaal genomen maatregel terug te
komen, is het voor de volksvertegenwoordi
ging ten eenenmale onmogelijk te overzien,
of de belangen van verschillende groepen
en personen evenredig zijn behartigd.
Wanneer wij dit alles bedenken, voelen
wij de beklemmende vraag bij ons opkomen
of ook Nederland bezig is den rechtsstaat
los te laten.
Wanneer wij eenmaal dezen heilloozèn
weg, die voert tot het geven van een blanco -
volmacht ten opzichte van tarieven en cori-
tingenteeringen aan den minister van eco
nomische zaken, zullen hebben betreden,
zullen wij niet meer terug komen. De op
grond van de volmacht afgesloten bilaterale
verdragen en afspraken zullen ons met han
den en voeten binden.
Ook op economisch gebied zij de wet en
niets dan de wet het plechtanker onzer
vrijheid.
Het gaat hier om groote belangen, niet
alleen van materiëelen, maar vooral ook
van ideëelen aard.
Wij roepen het Nederlandsche Volk op te
waken voor zijn vrijheid, ook op econo
misch gebied, en den strijd aan te binden
tegen deze voor den rechtsstaat zoo gevaar
lijke voorstellen der regeering.
De volksvertegenwoordiging moet over
tuigd worden, dat deze beide wetsontwer
pen in 's lands belang verworpen dienen te
worden, omdat zij de dictatuur inluiden!
Naar het Engeltch A "I"
van PAUL TRENT Lf M I
door J.SCHOUIEN Ra»
70)
„Maar we vergeten captain Carruthers.
Hij moet hier ook in gekend worden", op
perde sir Charles.
Den commandant werd verzocht bij hen
te komen en in het kort meegedeeld, wat
men van plan was te doen.
„Ik geloof, dat het het, gemakkelijkst
voor u zal zijn, als wij uw schip van alle
burgers bevrijden", merkte sir Charles op.
„Ik ben het volkomen met u eens Het is
tegen het reglement, vooral daar een van
hen een dame is".
„Natuurlijk komt miss Fayrfield hier aan
boord", zei de groothertog kalm.
„Dat verwachtte ik".
„Dan js,er alleen nog dit, bent u bereid
ons eenige van uw manschappen te leenen
om hier de orde te bewaren, totdat Car-
teret bereikt is?"
„Daartoe ben ik volkomen bereid, op uw
verzoek, sir -Charles", antwoordde Carru
thers onmiddellijk.
„Dan kunnen we dat als afgedaan be
schouwen".
„Ik heb geen speciale bevelen van de
admiraliteit ontvangen, dus kan ik voorloo-
pig naar mijn eigen inzicht handelen. Ik
denk dat het het beste zal zijn, als ik het
jacht in het oog blijf houden totdat u
Grafton's bemanning aan wal gezet hebt.
Ik veronderstel, dat u in Frankrijk een
nieuwe bemanning wilt aanmonsteren?"
vroeg hij aan Desbrook.
„Ja, dat was mijn plan".
Het kostte Carruthers groote moeite zijn
gedachten te concentreeren, want hij kon
zijn oogen niet van den groothertog af
houden. Hij haatte de gedachte dat Peggy
bij dezen man, dien hij als haar echtgenoot
moest beschouwen, moest blijven, maar hij
besefte, dat hij onmoeelijk. op welke wijze
dan ook, tusschen beiden kon komen.
Brockdorf werd binnen geroepen en on
dervraagd over den toestand van de ma
chines. Hij vertelde hun eerlijk, dat de tur
bines grohdig nagekeken moesten worden
en dat het jacht t geen noemenswaardige
snelheid zou kunnen bereiken, voordat dit
gebeurd was. Toen richtte Desbrook het
woord tot hem.
„Luister eens, Brockdorf', zei hij. „Je
hebt je heel fatsoenlijk tegenover mij ge
dragen. We hebben elkaar jaren geleden
ontmoet en stonden op vriendschappelijken
voet met elkaar. Nu is de toestand als
volgt. Als je bereid bent, om ons je eere
woord te geven, dat je geen moeilijkheden
zult veroorzaken ik moet nog iets ver
der gaan, dat je zult trachten te voorko
men, dat de bemanning moeilijkheden zal
veroorzaken dan ben ik, van mijn kant
bereid en sir Charles keurt dit volkomen
goed om je aan wal te zetten in een
haven, niet te ver weg, die je zelf kunt
noemen. Bovendien kan ik je de verzeke
ring geven, dat er geen aanklacht tegen je
zal worden ingediend, in verband met de
onwettige handelingen, waartoe je je ge
leend hebt. Mag ik zoover gaan met mijn
beloften, sir Charles?" vroeg Desbrook aan
den hoofd-commissaris.
„Ja, in de gegeven omstandigheden
moogt u wel zoover gaan. In elk geval,
zeg ik u hierbij mijn steun toe".
„Ben je daarmee tevreden, Brockdorf?"
vroeg Desbrook.
„Ja, ik heb je altijd als een eerlijke vent
beschouwd, Desbrook, en jouw belofte is
mij meer waard, dan een contract van de
meeste mannen".
„Dat is dus in orde. Wil je even vragen,
of de prinses hier wil komen?", riep Des
brook opgewekt, toen de kapitein heen
ging. „Zij is een moeilyk geval", vervolgde
hij, toen de deur zich achter den kapitein
gesloten had. „Ik weet waarachtig niet,
wat ik met haar beginnen moet. Ziet u, uit
een politiek oogpunt bekeken, is zij haast
even gevaarlijk als Grafton.
„Zij is gevaarlijker dan hij", onderbrak
de groothertog hem.
Ik stel voor haar, evenals hem, uit
te leveren, zoodat zij beiden berecht zullen
worden".
„Dat kunnen wij niet doen. Wij strijden
niet tegen vrouwen, vooral niet als zij zich
aan politieke overtredingen hebben schul-
dig gemaakt", antwoordde fir Charles.
„Wat moeten wij dan met haar begin-
ne«- f*et eenige wat er op zit is haar haar
vrijheid te geven. Het heeft geen zin haar
te laten zweren, dat zij in het vervolg zich
niet meer met de politiek zal inlaten, want
zij houdt haar belofte toch niet".
Er heerschte een oogenblik stilte, welke
Desbrook verbrak.
„Ik geloof, dat wij ons maar door de om
standigheden moeten laten leiden. Wij
kunnen nu toch nog geen beslissing nemen",
zei hjj.
Prinses Nadina trad binnen en sloot haas
tig de deur achter zich dicht. Zij trad hun
volkomen beheerscht tegemoet. Desbrook
bood haar een stoel aan en vroeg haar
plaats te nemen.
„Ik veronderstel, dat er nu geen ontko
men meer aan is. Tenminste naar het ge
zicht van mijn vriend Ivan te oordeelen.
Als blikken konden dooden, zou het met
mij gedaan zijn. Wat zijn jullie van plan
met mij te doen?"
„Daar waren wij net over aan het dis
cussieeren, prinses", antwoordde sir Char
les glimlachend. „Heeft u misschien een
voorstel?"
„Verschillende", lachte zij. „Bijvoorbeeld:
u zou mij aan wal kunnen zetten in een
haven zoo dicht mogelijk bij Parijs".
„Waarom niet in Engeland?" vroeg de
hoofd-commissaris.
„Alsjeblieft niet. Ik geloof niet, dat ik
op het oogenblik erg veilig ben in dat land.
Bij nader inzien, zou ik eigenlijk ook nog
liever naar een Duitsche haven gebracht
worden. Dat schikt mij beter als het voor
jullie het zelfde is. Mag ik ook weten welke
haven u het eerst denkt aan te doen'"
vroeg zij liefjes.
De prinses was zeer nieuwsgierig wat er
met Grafton zou gaan gebeuren en de vraag
brandde op haar tong, maar zy wist dat
het nutteloos zou zyn om haar te stellen.
De mannen begrepen spoedig, dat dit on
derhoud niets zou opleveren en Desbrook
stelde voor de vergadering te verdagen.
„Maar wat gaat er nu met mij gebeu
ren? vroeg de prinses, op den man af.
„Dat zal u nog wel meegedeeld worden;
het zal u geen kwaad doen daarover een
poosje in onzekerheid te verkeeren", ant
woordde Desbrook op luchtigen toon.
„Jy beest. Ik haat je. Als ik er aan
benMet een hoogroode. kleur van
denk, dat je eens beweerde my lief te heb-
woede brak zy plotseling af en keerde hun
vol minachting den rug toe, waarna
langzaam de hut verliet.
De groothertog volgde haar en zocht
Peggy op. Tot zijn verbazing vernam hij.
dat haar koffertje in Jane's hut geplaatst
was- die de beide vrouwen van plan waren
te aeelen. Hij zei hier echter niets van,
maar verzocht haar met hem mee te ko
men naar de salon. Ofschoon zij man en
vrouw waren, had er nooit een werkelijke
intimiteit tusschen hen bestaan, want de
groothertog had nooit volkomen kunnen
vergeten, dat hij van koninklijken bloed®
was.
„Ik hoop dat je je niet al te ongerust
hebt gemaakt over mijn verdwijning?"
vroeg hy beleefd.
„Natuurlijk heb ik mij ongerust ge*
maakt, Ivan. Ik had je in geen week ge*
zien, toen je verdween en je had mij hee-
lemaal geen bericht gestuurd".
„Ik had het erg druk. Er waren mij be*
langrijke opdrachten gegeven vanuit
Frankrijk".
„Maar je schijnt toch wel tijd gehad te
hebben om te spelen. Ik heb gelezen, dat je
herhaaldelijk in gezelschap van de prinses
verkeerd hebt. Denk niet, dat ik jaloersch
ben", riep zy haastig.
(Wordt vervolgd)-