DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 251 nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Dinsdag 26 October 1937
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
139e Jaargang
Het kabinet bleef van Zeeland trouw.
Van Zeeland verdedigt zich.
Fransche schepen
aangevallen.
Frankrijk neemt snelle maatregelen.
Het werk van vliegtuigen.
De autonomie van
Binnen-Mongolië.
Zware strijd bij Sjanghai.
AARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTTEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voor dam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
De aigemeene toestand. Qe Belgische regeering is afgetreden.
Alkmaar, 26 October.
Van Zeeland, de Belgische premier, heeft
gedaan, wat hij doen moest: hij heeft tot het
einde toe gevochten tegen de duistere en
laffe aanvallen op zijn persoon; hij heeft
meer dan eens duidelijk gemaakt, dat de be
schuldigingen allen grond missen; hij kan
rekenen op de sympathie van het overgroote
deel van België; hij heeft tenslotte, toen de
kuiperijen maar niet ophielden, zijn ontslag
genomen als minister-president en zal straks
als particulier persoon zich verdedigen en
trachten, zijn naam en zijn eer volkomen te
rehabiliteeren.
De Belgische oppositie kan dus voorloopig
tevreden zijn. Zij heeft bereikt, wat doelbe
wust werd nagestreefd en waarbij zelfs het
nationale belang terzijde is geschoven.
Er is echter meer gebeurd: de ministers
uit het kabinet-van Zeeland hebben besloten,
eveneens af te treden. Dat kon verwacht
worden en op zich zelf is dit dus geen ver
rassing. Maar die ontslag-aanvrage beteekent
voor van Zeeland heel veel; het kan hem
vertrouwen geven en het kan hem zijn eigen
strijd helpen verlichten.
Het gebaar en de houding van de minis
ters is goed geweest.
Wat nu de ontslagaanvrage van van Zee
land betreft, de Indépendance Beige schrijft
in dit verband: Eenige weken geleden had
de eerste minister het voornemen te kennen
gegeven af te treden. Toen reeds oordeelde
hij, dat het politieke klimaat van het iana
niet van dien aard was om hem toe te laten
zijn taak voort te zetten. Op het uitdrukke
lijke verlangen van zijn collega's in de re
geering bleef hij nochtans aan het De-
wind. Sedertdien hebben zich echter
nieuwe incidenten voorgedaan. Het Brus-
selsche parket heeft het voorloopig onderzoek
inzake de incidenten bij de Nationale Bank
in een onderzoek omgezet. Dit onderzoeK
houdt verband met feiten, waarvan enkele
zich zouden hebben voorgedaan, toen de heer
van Zeeland deel uitmaakte van den raad
van directeuren van deze bank. Aangezien
er ongetwijfeld niemand is, noch in België
noch in het buitenland, om er den heer Paul
van Zeeland, al ware het maar een oogen-
blik, van te verdenken zich schuldig te heb
ben gemaakt aan om het even wel misdrijf,
had het niemand moeten verwonderen, in
dien de eerste minister aan het bewind was
gebleven tot wanneer de justitie met het on
derzoek klaar was. Maar de heer van Zee
land is er de man niet naar om zich aan zijn
verantwoordelijkheid te onttrekken, van wel
ken aard deze ook moge wezen. Hij is er
ook de man niet naar om de solidariteit te
verbreken met zijn gewezen collega's uit de
Nationale Bank, wel, wat trouwens ver van
bewezen is, indien de een of de ander dezer
eolelga's onder zijn beheer onvoorzichtig
heden zou hebben begaan. De heer van Zee
land herneemt thans zijn vrijheid. Deze vrij
heid zal het hem mogelijk maken na 30
maanden lang alleen aan het welzijn van ae
natie te hebben gedacht, ook eindelijk een
weinig aan zichzelf te denken. Hoewel hij ten
volle mocht slagen in zijn merkwaardige eco
nomische, financieele en sociale politiek,
heeft men nimmer opgehouden den eersten
minister op de laagste manier te beleedi-
gen en aan te vallen. Eindelijk zal de heer
van Zeeland in het volle licht van de ge
rechtszaal zijn eer kunnen verdedigen, wel
ke aangevallen is door persschuimers, indien
het woord pers hier wel kan worden ge
bruikt. De een na den ander zullen de laste
raars tot hun nadeel ondervinden, dat er
nog rechters zijn in België en de atmosfeer
zal eindelijk gezuiverd worden.
Wij moesten op deze plaats wat betreft de
radio-rede van den Belgischen premier ver
wijzen naar de kolommen hiernaast, maar
mogen nog even nader ingaan op de regee-
ringscrisis zelf.
Reeds uit een brief van onzen Brussel-
schen correspondent (men zie elders in dit
nummer) kan men lezen, dat de tot nog toe
gevolgde politiek voortgezet zal worden.
Maar dat is slechts een vermoeden. Op het
oogenblik tast men nog volkomen in het
duister omtrent de richting, waarin de oplos
sing van de regeeringscrisis moet worden ge
zocht.
Vermoedelijk zal koning Leopold vandaag
den minister van financiën, de Man. ontvan
gen, doch men acht het niet waarschijnlijk,
dat'aan laatstgenoemde opdracht zal wor
den gegeven de nieuwe regeering te vor
men. Zoowel van katholieke als van libe
rale zijde heeft men immers reeds duidelijk
te verstaan gegeven, dat men met den heer
de Man, den vader van het „plan van dèn
arbeid", niet in zee wenscht te gaan.
De Belgische ministers hebben een
schoon standpunt ingenomen. Overtuigd
als zij waren van de correctheid van
hun premier, minister van Zeeland, heb
ben zij besloten, den regeeringsleider
trouw te blijven en met hem af te
treden.
Daarmee is dus de regeeringscrisis
een feit geworden.
Het kabinet kwam gistermiddag om 4 uur
bijeen onder voorzitterschap van van Zee
land. De minister-president deed daar
mededeeling van zijn besluit tot aftreden.
De overige ministers meenden, dat het hun
plicht was, zich bij hem aan te sluiten en
het collectieve ontslag der regeering aan te
bieden.
Van Zeeland begaf zich daarna naar den
koning, terwijl de ministers terzelfdertijd
de aftredende ministers den tekst opstelden
van een brief aan van Zeeland, waarin zij
uiting gaven aan hun gevoelens van trouw
en aanhankelijkheid.
De brief der ministers.
De hierbedoelde brief aan van Zeeland
had den volgenden inhoud:
Gij hebt besloten den koning ontslag te
vragen. Wij moeten zwichten voor de rede
nen, die u er toe gebracht hebben aldus te
handelen en met name voor uw zoo gewet
tigde bezorgdheid uw geheele vrijheid te
herkrijgen. Toch hebben wij op het oogen
blik, dat gij de regeering verlaat jegens u
een plicht te vervullen. Wij willen u spre
ken over onze achting, onze vriendschap en
ons vertrouwen.
Sinds dertig maanden zijn wij getuigen
van uw werkzaamheid, uw toewijding voor
de openbare zaak, uw vurige vaderlands
liefde. Het werk, dat gij verricht hebt aan
het hoofd der regeering zal eens door allen
worden beoordeeld, zooals dat moet. Wat
ons betreft, wij blijven er trotsch op uw
medewerkers te zijn geweest.
Radiorede van van Zeeland.
Gisteravond heeft de afgetreden minister
president van Zeeland zich in een radiorede
tot het Belgische volk gericht om het mede
te deelen, dat het geheele kabinet zijn ont
slag bij den koning had ingediend.
Spreker herinnerde er aan, dat zijn beide
regeeringen waren gevormd onder het tee-
ken van de meest breede nationale vereeni-
ging. Alleen op deze wijze kon het werk van
het economisch herstel en nationale her
leving, welke het welzijn van het land
eischte, worden volbracht. In de laatste
maanden werd deze atmosfeer van begrij
pen vertroebeld. Een ontevredenheid, welke
moeilijk te omschrijven valt, maakte zich
meester van de geesten, waarop spr. reken
de en zonder welke hem de nationale unie
niet mogelijk scheen. Hand over hand kwam
een toestand van politieke onrust tot stand,
welke steeds meer drukte op het werk van
de regeering. Tegelijk met dit werk van
verstrooiing ontwikkelde zich in het land
een campagne van hatelijke laster. Aange
zien het kabinet niet in zijn werk, in zijn
werkelijke politiek, kon worden aangetast,
maakte de oppositie gebruik van methoden,
welke een land, dat zichzelf eerbiedigt, on
waardig zijn. Zij deed aanvallen op per
soonlijk terrein en trachtte vooral den lei
der van de regeering te treffen.
Gedurende maanden en maanden heb
ik laster op laster moesten weerleggen,
tot eindelijk de zaak in het parlement
werd besproken. Doch in een derge
lijke atmosfeer was het niet meer moge
lijk met vrucht te werken. Reeds en
kele weken achtte ik het oogenblik
gekor. en, om mij uit het openbare
leven terug te trekken. Ik heb niet goed
gevonden en zal nooit goedkeuren, dat
politieke actie wordt gevoerd op het
plan van politieken partijstrijd.
Het eenige wat ons kon weerhouden, was
dat wij met een groot nationaal werk bezig
waren. Op het oogenblik dat bleek, dat het
onmogelijk was dit voor te zetten, was onze
rol geëindigd.
Op dit oogenblik gaf ik toe aan dringende
aansporingen van hen, die vreesden de drei
gende moeilijkheden te verhaasten en be
sloot ik mijn aftreden uit te stellen en ver
der te werken aan het uitvoeren van het
programma van de regeering. Helaas, ge
durende de korte afwezigheid, werden de
zaken erger in plaats van beter. Er was
openlijk sprake van een crisis van de parle
mentaire meerderheid. De persoonlijke aan
vallen namen toe. Eindelijk rezen nog de
laatste incidenten met betrekking tot de
nationale bank.
Ik ben van meening, dat deze incidenten
mij niet direct of persoonlijk aangingen,
doch ik kon mij niet afzijdig houden, want
zij hadden betrekking op een groote instel
ling, waaraan ik de eer heb gehad in ver
schillende functies gedurende ongeveer
vijftien jaar mede te werken. Zij moeten
snel uit den weg geruimd worden en spoe
dig moet klaarheid worden geschapen. Dit
moet zoowel voor de bank als voor mijzelf.
Door mijn vrijheid te hernemen zal ik zeker
hiertoe bijdragen. In het kort, in dergelijke
omstandigheden, in zulk een verwarden
politieken toestand, in dezen geest van
hartstochtelijke, onrechtvaardige aanvallen
kan ik niet langer de verantwoordelijkheid
dragen de politiek van het land te leiden,
want het is niet langer mogelijk dat de re
geering goed werk levert. Ik betreur dit ten
zeerste. Ons werk is nog niet geheel beëin
digd, hetgeen nog op ons programma staat
is zeker de moeite, welke wij ons wilden
getroosten om het te verwezenlijken,
waard.
Van Zeeland herinnerde aan den econo-
mischen en financieelen toestand van Bel
gië, welke geheel gezond is, de schatkist is
goed gevuld. Spreker richtte nog een laat
ste aansporing tot zijn hoorders. Er is wei
nig tijd noodig om te vernielen, wat in ja
ren is opgebouwd. Van Zeeland acht de
nationale eenheid thans meer dan ooit noo
dig, de nationale vereeniging moet zoo
breed mogelijk zijn. Voor zichzelf wacht hij
met vertrouwen het oordeel af van het land,
eenerzijds over het werk van de regeering
van nationale hernieuwing over het werk
van de regeering van de nationale her
nieuwing, anderzijds over de slinksche aan
vallen welke een eind maakten aan dit
werk.
„Van uwe zijde", zoo voegde van Zeeland
hier aan toe, „helpt door uw kalmte en uw
begrijpen aan een snel oplossen van de
crisis."
Tenslotte dankte van Zeeland allen, die
hem hebben geholpen in zijn zware taak en
nogmaals spoorde hij zijn hoorders aan
meer dan ooit aaneengesloten te blijven om
van hun Belgisch vaderland een groot land
te maken.
Fransche persstemmen.
Over de Belgische regeeringscrisis schrijft
Saint Brice in den Journal: „buitengewoon
ernstig is het, dat dit ongeluk zich heeft
voorgedaan onder dusdanige omstandighe
den, dat de politieke verwarring tep top
dreigt te worden gedreven. Binnenlandsche
krampen beteekenen steeds een verzwak
king van een land naar buiten. Dit is een
groot gevaar voor een staat die bijzonder
blootgestelde stellingen inneemt in een in
diepe verwarring verkeerend Europa. Dit
gevaar is nog grooter, wanneer het België
betreft, dat besloten heeft terug te keeren
tot het isolement. Zeker, het verlaat zich
daarbij op de toegezegde waarborgen van
Engeland en Frankrijk. Maar tegelijk geeft
het uiting aan zijn trotsche vastbesloten
heid zijn verdediging te verzekeren."
De Petit Jornal schrijft: „een periode van
groote binnenlandsche moeilijkheden vangt
aan voor België. Nu moet men niet verge
ten, dat een krachtig België meer dan ooit
onontbeerlijk is voor de handhaving van
het evenwicht in west-Europa. Steun van
Frankrijk en Engeland is slechts doeltref
fend, wanneer de Belgen beginnen met de
verzekering van hun eigen defensie."
In de Echo de Paris schrijft Pertinax: „op
het gebied der binnenlandsche politiek zal
de opvolging van van Zeeland zwaar en
moeilijk zijn. Van Zeeland, die buiten de
politiek stond, oefende een voortdurende
bemiddeling uit. In dien rol zal men voor
hem een opvolger moeten vinden".
Waardeerende Duitsche woorden.
In officieuze Duitsche kringen betreurt
men het, dat het aftreden van van Zeeland
België en Europa berooft van een staats
man, die met zijn geheele kracht de zaak
van den vrede diende. Een ambtenaar van
het ministerie van buitenlandsche zaken
zeide: „Wij beschouwden van Zeeland als
een „eerlijken makelaar" voor den vrede.
Zijn heldere blik reikte tot over de grenzen
van zijn land".
Van Zeeland bereidt processen voor.
Van Zeeland heeft zijn advocaten op
dracht gegeven alle tegen hem geschreven
persartikelen te verzamelen. Hij heeft be
sloten een reeks processen aanhangig te
maken: men spreekt van een twintigtal.
In een door den vertegenwoordiger
der stoomvaartmaatschappij Paquet te
Port Vendres ontvangen telegram wordt
medegedeeld, dat het Fransche schip
Oued Mellah, komende van Marokko en
óp weg naar Port Vendres, met een
lading graan, op vijftig mijlen ten
oosten van Barcelona is gebombardeerd
door een vliegtuig van onbekende
nationaliteit. Het schip werd door een
bom getroffen en moest door de be
manning worden verlaten.
Deze werd aan boord genomen door twee
Fransche oorlogsschepen, die zich een per
radio uitgezonden verzoek om hulp naar de
plek waar het schip zich bevond hadden
begeven. Alle opvarenden werden gered,
doch het schip, dat als verloren wordt be
schouwd, werd in den steek gelaten.
Het Fransche ministerie van Marine heeft
van den torpedojager Milan een telegram
ontvangen, waarin wordt medegedeeld, dat
de Oued Mellah, die door een onbekend
vliegtuig werd aangevallen, in het voorschip
werd getroffen.
Daar de schroeven boven water kwamen
kon het schip niet meer vooruit komen. De
Milan heeft de bemanning aan boord ge
nomen en bleef in de nabijheid van het
schip. De Laborieux, een sleepboot uit
Toulon, is naar de plaats van den aanval
gezonden.
De stoomvaartmaatschappij Paquet deelt
mede dat de Oued Mellah Zondagmiddag
om 4 uur des middags in de Middellandsche
Zee door een vliegtuig werd aangevallen,
dat verscheidene bommen op het schip
richtte. Eén der bommen raakte het voor
schip en beschadigde het zoo ernstig, dat
het schip later is gezonken.
De Oued Mellah heeft een bruto tonnage
van 2413 ton en een vermogen van 1250 P.K.
Het Britsche schip Kaiser Hind heeft
draadloos medegedeeld dat het Zondag
ochtend half twaalf op 37 graden 26 minu
ten noorderbreedte en 0 graden 46 minuten
westerlengte een watervliegtuig heeft ge
zien, dat een onderzeeër bombardeerde.
Beroering in Parijs.
Het bombardement van het Fransche s.s.
Oued Mellah door een watervliegtuig van
onbekende nationaliteit heeft te Parijs
groote beroerng gewekt. Er zal een zorg
vuldig onderzoek ingesteld worden, o.a.
naar de nationaliteit van het vliegtuig,
waaromtrent gegevens vooralsnog ontbre
ken. Zoodra deze inlichtingen zullen zijn
verkregen, zal de Fransche regeering over
wegen, welke besluiten naar aanleiding
van dit ernstige incident moeten worden
genomen.
Verklaring van den kapitein.
De kapitein van de Qued Melleh, Giudi-
celli, is te Port Vendres aangekomen. Hij
heeft o.a. verklaard dat zijn schip kwam
van Casa Blanca en op weg was naar Port
Vendres. Gisteravond te vijf uur vlogen
op vijftig mijl ten oosten van Barcelona
twee vliegtuigen over het schip. De kapitein
kon de onderscheidingsteekenen van de toe
stellen slecht onderscheiden, alleen kon hij
zien, dat zij een donkergrijze kleur hadden.
Het waren tweemotorige tweedekkers met
groote drijvers. Op de staart van de toe
stellen was een kruis geschilderd, dat den
kapitein zwart van kleur scheen, doch an
dere leden van de bemanning waren van
meening dat het wit was. Een der vliegtuigen
wierp twee bommen, welke men goed kon
onderscheiden.
Eén der bommen viel op de voorplecht, de
ander kwam in het ruim terecht. De kapi
tein gaf zich onmiddellijk rekenschap, dat
het schip ernstig was getroffen en na
S. O. S.-seinen te hebben uitgezonden, dat
hij order het schip te verlaten.
Fransche jager gebombardeerd.
Een watervliegtuig van onbekende
nationaliteit dat gisteren boven de
haven van Fornells aan de Noordkust
Minorca vloog, heeft bommen geworpen
op den jager 91, die door het ministerie
van marine ter beschikking van de Air
France was gesteld. Het schip werd
door een bom getroffen, zoodat er
brand ontstond.
Volgens de eerste berichten zijn er
geen slachtoffers.
Er zijn maatregelen genomen.
Het Fransche ministerie van Buitenland
sche Zaken deelt mede: Als gevolg van de
aanvallen door vliegtuigen, waarvan twee
Fransche schepen het mikpunt zijn gewor
den, heeft de Fransche regeering met
spoed de noodige maatregelen genomen om
de identiteit der aanvallers vast te stellen,
opdat maatregelen genomen kunnen worden,
welke dergelijke aanslagen vragen.
Reeds thans is een oorlogsbodem uitge
varen.
Voorts neemt de regeering maatregelen
om de bescherming te verzekeren van de
luchtlijn MarseilleAlgiers, welke door de
Air France wordt geëxploiteerd.
Van Japansche zijde wordt medege
deeld, dat de autonomiebeweging in
Binnen-Mongolië thans op den drempel
van het succes staat, dank zij het bezet
ten van Tsjahar en Soeijoean door de
Japansch-Mongoolsche troepen. Tot nu
toe verlangde deze beweging, dat de
Mongoolsche gebieden los gemaakt zou
den worden van het Chineesche provin
cie-systeem en dat hun grenzen gegaran
deerd zouden worden tegen het verder
doordringen van Chineesche kolonisten.
Thans verlangt men evenwel de stich
ting van een groot Mongoolsch rijk door
hereeniging van de vijf millioen Mon
golen.
Op 27 October a.s. is een vergadering
belegd van vijfhonderd Mongoolsche vorsten
en stamhoofden te Soeijoean. Deze vergade
ring zal beslissen over het nieuwe bestuur
van de beide provincies Soeijoean en Tsja
har.
Het zou natuurlijk voorbarig zijn thans
reeds voorspellingen te doen omtrent de
nieuwe bestuurs-organisatie, doch uit de
voorloopige besprekingen tusschen de Mon
goolsche vorsten op 20 dezer kan men opma
ken, dat vermoedelijk de nieuwe regeering
de Mongoolsche autonome regeering zal wor
den genoemd, welke zal heerschen over Si-
linghol, Tsjahar, Oelantsjap, Iktsjau en
nieuw Tatsjing Tsjan. Dit laatste gebied zal
de stammen langs den spoorweg Peking—
Soeijoean omvatten.
Vermoedelijk zal de regeering worden ge
leid door een uitvoerenden raad, terwijl elke
stammengroep zijn eigen bestuur zal hebben.
De financiën zullen worden gecontroleerd
door een departement van algemeene zaken.
Waarschijnlijk zal prins Yoen van het ge
bied Oelantsjap worden gekozen tot voorzit
ter van den uitvoerenden raad, prins Teh
Wang tot minister van algemeene zaken en
generaal Li Sjoe Sin tot minister van oorlog.
Ook de 400.000 Chineezen, die in Soeijoean
en Tsjahar wonen, zullen in de nieuwe re
geering vertegenwoordigd zijn.
De strijd bij Sjanghai.
De woordvoerder van het Chineesche
hoofdkwartier heeft de pers medegedeeld,
dat de Japanneezen in den sector Tatsang
zeer heftig blijven aanvallen. Zij trachten
den weg Tatsang-Nantsjang te bezetten en
worden gesteund door een honderdtal vlieg
tuigen, die de stellingen der Chineezen bom
bardeeren, de loopgraven vernielen en de
Chineezen op verscheidene punten tot den
terugtocht dwingen. De Japanneezen staan
thans op drie kilometer van Nantsiang. Tat
sang is nog in handen der Chineezen. In de
streek van Miatsjang, ten noordwesten van
Kiangoe, moesten de Chineezen in de afge-
loopen dagen wat terugtrekken.
Felle strijd ten zuiden van Niang
Tse Kwan-Pas.
Ten zuiden van de Niang Tse Kwanpas in
het oosten van Sjansi woedt een felle strijd.
De Japansche troepen trachten de Chineezen
in de flank aan te vallen, nadat het hen in
herhaalde aanvallen mislukt is de Chinee
sche troepen binnen den grooten muur terug
te drijven.
In het noorden van Sjansi is het thans
kalmer na de verwoede gevechten van de
vorige week.
Japansche ontschepingspoging bij Amoy.
De Takoengpau meldt, dat de Japannee
zen getracht hebben marine-troepen te ont
schepen op het eiland Kingmen bij Amoy in
de provincie Foekien. Zij werden echter na
een gevecht, dat 20 minuten duurde, terug
geworpen. Een Japansch vliegtuigmoeder
schip, twee kruisers torpedojagers zijn met
het transport troepen voor anker gegaan
buiten de haven van Amoy.
DE LINDBERGH-BrtBY-AFFAIRE.
De „Derniere Heure" meldt dat het
parket te Brussel een instructie heeft ge
opend naar aanleiding van de z.g. ontdek
king van de baby van Lindbergh in Wavre.
Dit geschiedt naar aanleiding van een
verzoekschrift dat dr. Alexis Carrel van
de bewoners van Wavre heeft ontvangen
en dat hij doorgzonden heeft aan de Bel
gische justitie, die last gaf een onderzoek
in te stellen. De „Pays Reel" publiceert een
foto van het kind uit Wavre, die een tref
fende gelijkenis vertoont met de foto van
den tweeden zoon.
1