m DAMPO
Waar het recht zijn loop heeft.
Verkouden kinderen?
Koninklijk Nederlandsch
Landbouw-comité.
Glimlachje
ArrondiaaementS'Rechibanh ie Alkmaar
DERDE BLAD
(jJ Wrijf don dadelijk rug en borstje in met
Wonderlijk zooals dót helpt!
Pot 50 ct Doos 30. Bij Apoth. en Drogisten
IMUNHARDT I
£cuid- en Jjiinèouw
Onder voorzitterschap van den heer J. L,
Nijsingh te de Wijk is dezer dagen de maan
deljjksche vergadering der eerste afdeeling
van het Kon. Ned. Landbouw-comité te
's-Gravenhage gehouden.
Omtrent de in deze vergadering gedane
mededeelingen of genomen besluiten valt
het volgende te vermelden:
Merken van wrak vee.
De Ned. Bond van Veehandelaren richtte
tot het Kon. Ned. Landbouw-comité het
verzoek te willen bevorderen dat aan ver
keerde practijken in den veehandel, waar
bij onzichtbaar wrak vee voor goed wordt
verkocht, een einde komt.
De vergadering, hoewel sympathiseerend
met het doel, een einde te maken aan ge
noemde practijken, oordeelde zulks langs
den aangegeven weg, n.L door het aanbren
gen van een knipteeken, onbereikbaar.
Steun verleening consumptie-
aardappelteelt.
Mededeeling werd gedaan van het van
wege de drie centrale landbouworganisaties
aan den minister van economische zaken ge
zonden adres, waarbij op verbetering van
de denaturatie-regeling voor consumptie
aardappelen van oogst 1937 werd aange
drongen.
Besloten werd bij het college van regee-
rings-commissarissen aan te dringen op in
trekking van het voorstel tot verhooging
der teeltheffing op den verbouw van con
sumptieaardappelen van 3050 per H.A.
en op het beschikbaar stellen uit het L.C.-
fonds van een bedrag tot steun aan de con
sumtieaardappelteelt.
In verband met het feit, dat alleen de
verbouw van pootgoed van vroege aardap
pelen (hoofdzakelijk eerstelingen) beperkt
is, achtte men geen motief aanwezig deze
beperking te handhaven.
Besloten werd te bevoegder plaatse stap
pen te doen ten gunste van de opheffing
dezer regeling.
Tuinbouwteeltvergunningen.
Besproken werd het voorstel van den
Katholieken Nederlandschen Boeren- en
Tuindersbond in zake het onder zekere
voorwaarden ontnemen van tuinbouwteelt
vergunningen aan de z.g. gemengde be
drijven, waaronder te verstaan bedrijven,
waar naast akkerbouw of veehouderij, tuin
bouw wordt uitgeoefend. Omtrent dit voor
stel was het oordeel ingewonnen van de
tuinbouwcommissie van het Kon. Ned
Landbouw-comité. Genoemde commissie
verklaarde zich onder aanvoering van tal
van argumenten unaniem tegen het voor
stel.
De vergadering, van een en ander kennis
hebbende genomen, ging geheel met het
standpunt der tuinbouwcommissie accoord
en besloot zich tegen het voorstel van de
r.k. zusterorganisatie uit te spreken.
Richtprijs groene erwten.
Zooals bekend, heeft de minister van eco
nomische zaken by schrijven van 11 Augus
tus j.L afwijzend beschikt op het verzoek
van de drie centrale landbouworganisaties,
den richtprijs van groene erwten te doen
gelden voor gemiddelde in plaats van voor
superieure kwaliteit.
Blijkbaar is de genoemde bewindsman er
niet van overtuigd, dat de thans geldende
richtprijs te laag is.
In verband hiermede was door een der
aangesloten organisaties een zeer uitvoerige
en alleszins betrouwbare productiekosten
berekening ter kennis gebracht, waaruit on-
omstootelijk blijkt, dat onder de tegen
woordige omstandigheden van een loonende
erwtencultuur geen sprake kan zijn.
Besloten werd, de andere centrale land
bouworganisaties voor te stellen aan de
hand van het overgelegde cijfermateriaal
zich opnieuw tot den minister van econo
mische zaken te wenden.
Standaardisatie van consumptie-
melk.
Verschillende coöperatieve zuivelfabrie
ken annex melkinrichtingen hebben veel
gedaan voor de verbetering van den vee
stapel en van de kwaliteit der melk. Zij
leveren deze melk van eerste kwaliteit
(hoog vetgehalte) aan de consumenten, ter
wijl daarnaast tal van consumptiemelkers
melk voor de consumptie verkoopen, welke
van minder kwaliteit is.
Aangezien volgens het melkbesluit
standaardisatie der melk verboden is, ver
dient het overweging na te gaan of het
wettelijk voorschrift moet worden gewij
zigd.
Hoe de handige schilder het
aanlegde, om alleen met z*n meisje
te blijven.
Opgemerkt werd, dat in het Westen des
lands aan verbetering van den veestapel in
het algemeen weinig is gedaan. Zoolang de
rundveeteeltregeling niet is ingetrokken
kunnen de veehoudersbedrijven in dat
landsgedeelte hun bedrijf niet omzetten in
de richting van het opfokken van hun ge
bruiksvee, waardoor het hun niet mogelijk
is het vetgehalte der melk te verhoogen.
De conclusie der vergadering was dan
ook, dat voorshands niet op het mogelijk
maken der standaardisatie van consumptie
melk moest worden aangedrongen.
MINIMUM EXPORTPRIJZEN VOOR
BLOEMBOLLEN.
Gisteren werd te Lisse een algemeene
vergadering van den bond van bloem
bollenhandelaren gehouden, ter behan
deling van de vraag of officieele vast
stelling van minimum exportprijzen voor
bloembollen noodzakelijk is, omdat er
nu van regeeringswege ten bate der
kweekers z.g.n. garantieprijzen vastge
steld worden. De vergadering sprak zich
met groote meerderheid uit ten gunste
van minimum exportprijzen en besloot
deze uitspraak ter kennis van den mi
nister van economische zaken te bren
gen.
DE LANGENDIJKER
GROENTENVEILINGEN.
Het was deze week voor de tuinders, die
dit seizoen uien verbouwd hebben, een voor-
deelige. De prijzen van dit product zijn de
laatste dagen weer aanmerkelijk geestegen.
De hoogste noteeringen, welke wy deze
week van de middelsoort uien kunnen ver
melden liggen in de nabijheid van 9 per
100 K.G. De maximumprijs was wel 9.40,
doch hiervoor zijn slechts enkele uitzonde
ringspartijen verkocht.
De meeste uien noteerden tenslotte 8.80
tot 8.90. De grove uien zijn eveneens ge
stegen en brachten vrijwel voortdurend on
geveer een gulden per 100 K.G. minder op
dan de middelsoort. De drielingen rezen tot
ruim 5 per 100 K.G. tot maximum 5.80
per 100 K.G. Voor nep was niet zoo heel veel
belangstelling. Toch kwamen de prijzen
weer iets omhoog. Meestal werd 7.50 be
steed. De noteeringen varieerden van
6.70 tot 8.
De stek-uien werden deze week zelfs
verkocht tegen 5.50 per 100 K.G.
De koolprijzen zijn voor het grootste ge
deelte gelijk gebleven. Bij de gele kool
waren een paar uitzonderingen te ver
melden. Bij geringe aanvoer noteerden wij
voor de mooiste partijen tot 1.501.60
per 100 K.G. Toen er echter weer wat meer
werd aangevoerd, moest men het weer doen
met 1.30 als maximum, terwijl ook nog
partijen onverkocht bleven.
Roode kool is ongeveer op hetzelfde niveau
blijven staan van verleden week. Er kwamen
wel eens iets gragere dagen voor, doch
hooger dan 3 werd zeer sporadisch be
steed. De grootere kool bracht vanaf 2 op.
De witte kool, voor zuurkool, begint aardig
minder te worden, zoowel in kwaliteit als
wat de aanvoer betreft. De prijzen van de
goede kool loopen hierdoor wel een weinig
op. 11.10 werd de laatste dagen be
taald, Voor de minder mooie partijen be
dingt men doorgaans niet meer dan 0.80,
terwijl een gedeelte van deze partijen voor
veevoeder moet worden bestemd.
Bloemkool is weer goedkooper geworden.
De laatste noteeringen waren maximum 6,
doch voor een paar gulden minder per 100
stuks maakte men Vrijdag geen slecht
figuur. Andijvie blijft nog steeds voor het
grootste gedeelte onverkocht. Enkele par
tijen worden door de fabrieken afgenomen.
De andere voor een klein gedeelte door den
binnenlandschen handel. De rest draait
door. Weinig bemoedigend.
Spercieboonen worden duur, tot 22 werd
hiervoor betaald. Met een vlekje koopt men
ze ook nog graag voor 16 en 17. Bieten
bleven eveneens goed gevraagd; peen kwam
ook een beetje meer in teL De prijzen
hiervan zijn met een paar dubbeltjes per
100 K.G. verhoogd. Soms werd tot 1.50 en
1.70 per 100 K.G. besteed. Kassnijboonen
brachten 1618 op. Tomaten noteerden
van 9—15 voor A tot C en CC draaide
door. De aanvoeren worden zeer gering.
Groene kool heeft zich iets kunnen her
stellen. Hoewel nog heel wat voor lagere
prijzen werd verhandeld, noteerden wij
toch weer eenige malen boven 2—2.40.
In de prijzen van de aardappelen komt
nog maar zeer weinig verandering. Voor
even 2 kan men heel goede aardappelen
koopen. Blauwe eigenheimers noteeren
meest van 2.502.90.
VEEVOEDERBUREAU.
Veehouders leest dit.
De secretaris van het Veev. Bureau ir. L.
de Vries verzoekt ons opname van het
volgende:
Het lag aanvankelijk in de bedoeling die
veehouders welke de vorige stalperiode
36/37 advies hebben gehad via een door het
Veevoederbureau aangestelde stalvoeder-
controleur, of assistent van de Rijksland-
bouwvoorlichtingsdienst per circulaire mede
te deelen, dat hij de komende stalperiode
langs dezen weg zeer waarschijnlijk geen
advies kan krijgen. Door het zeer groote
aantal (pLm. 500) wordt -dit echter een te
kostbare geschiedenis, zoodat besloten is de
welwillendheid der Noordhollandsche Pers
in te roepen om dit onder de aandacht der
veehouders te brengen.
Waardoor de reorganisatie van den ge
noemden voorlichtingsdienst, de assistenten
thans belast zijn met de werkzaamheden
Dienst Kleine Boeren" is er voor stalvoe-
dercontrole geen of althans zeer weinig tijd
meer beschikbaar, naar ons is medegedeeld.
Gevolg hiervan is, dat in de komende stal
periode het wegen en noteeren van de ver
strekte rantsoenen in veel mindere mate
kan geschieden door daartoe aangestelde
tijdelijke hulpkrachten, maar dat zulks door
de veehouders die belang in de adviezen
stellen zoo noodig zelf zal moeten geschie
den. Zeer aan te bevelen is dat men formu
lieren aanvraagt, welke voor dat doel gratis
door ons ter beschikking worden gesteld,
om daarop de verstrekte rantsoenen in te
vullen. De tijdelijke hulpkrachten, die ons
ten dienste staan, willen wij in hoofdzaak
bezigen voor stalvoedercontrole bij degenen
die nog nimmer zijn bezocht of met het ee"
voeder Bureau onbekend zijn. Toch zal ook
dit aantal, in vergelijking tot de totaal aan
wezig zijnde veehoudersbedrijven slechts
vrij gering kunnen zijn. Het zal daarom
noodig zijn, dat zij welke advies wenschen
ook al hebben zij nog nooit een stalvoeder-
controleur gehad, (mede om ons kosten te
besparen) zich rechtsstreeks tot het V.B.
wenden.
Behalve schriftelijk verzoek om advies
staat den veehouders ook den weg open
mondeling advies in te winnen, doordat op
de voornaamste marktplaatsen zitting wordt
gehouden n.L:
's Maandag te Amsterdam 10—12 uur in
het Café op de Veemarkt bij ir. van Oers;
's Dinsdags te Purmerend 911.30 Café
De Doelen bij J. Bakker;
's Donderdags 1012 uur Café de Beurs
(Boontjes) te Schagen bij ir. L. de Vries;
's Vrijdags 1012 Landbouwhuis te Alk
maar, ten kantore van het Veevoederbureau;
's Zaterdags 1012 uur Landbouwhuis
idem en 1012 uur Café De Keizerskroon te
Hoorn bij ir. L. de Vries.
KENNEMERLAND.
In de week van 18 op 23 October was er
een betere stemming in den handel en de
prijzen waren hooger. We weten, dat niet
allen met onze bewering zich kunnen ver
eenigen. doch desondanks blijven we bij
onze meening. Zeker, ook toen kwamen er
partijen groente voor, waarvoor men geen
bod kon krijgen, doch de handel was veel
vlugger en al spoedig gaan de prijzen
hooger. De prijzen van de diverse kool
soorten bleven op peil en ook kwam er
meer leven in den sla-handel. Daarentegen
was andijvie waardeloos (behoudens een
klein kwantum, dat 0.100.20 per kist
opbracht. Sla was in trek en gold van f 0.25
tot 0.34 per kist. Bloemkool welke aller
minst mooi was, maakte een prijsje van 7-
9, roode kool bracht op 2.50f 3.50, gele
kool 23.50 en groene kool 23.25
per 100 stuks. Waspeen bracht op 0.25
0.40, spinazie 0.300.45, sla f 0.40
0.55, (alleen voor Vrijdag 22 October),
alles per kist. De restanten boonen uit de
natyur en kasboonen en id. snij boonen
waren duur.
Boonen uit de natuur golden f 6.50
9.50, boonen uit de kassen brachten op
14—28.50, alles per 100 K.G. De handel
en aanvoer van bosgroente hield gelijken
tred, n.L 1.50f 2.75 per 100 bos en een
behoorlijke aanvoer. Bospeen (schitterend
mooi en zware bossen) golden 4.50f 6.75
per 100 bos.
De aanvoer van spruiten wordt grooter
en de prijzen waren 5.50f 9.50 per 100
K.G. Druiven golden nog niet hoog, n.L
1624 per 100 K.G. De aanvoer van
appelen en peren was varieerend en de
prijzen voor mooi en gaaf, doch vooral rijp
fruit, aan de hooge kant. Peren golden
6.5021.50 en appelen 8.5016.50 per
100 K.G. De overige aanvoer geeft weinig
reden tot afzonderlijke vermelding.
(Zitting van Dinsdag 26 October.)
Een aanrijding, waaraan geen toow
was vast te knoopen.
De twee belangrijkste zaken, welke van
daag op de rol stonden, betroffen toeval
lig rechtszaken naar aanleiding' van een
tweetal verkeersdelicten op den Rijksweg
AlkmaarDen Helder.
Want eerst werd in behandeling geno
men een hooger beroepzaak tegen Johan H.,
aannemer te Alkmaar, die op 26 Maart des
morgens te 10 uur onder de gemeente Zijpe
in aanraking was gekomen met den hande
laar in goudvischjes, den heer G. F. du
Pont van de Laat te Alkmaar.
Verdachte was destijds met zjjn auto in
een bocht van den weg daar ter plaatse
komen aanrijden, terwijl hij met een matig
gangetje reed, althans niet harder dan men
gewoonlijk op dezen weg pleegt te rijden.
Plotseling was getuige du Pont met zijn
driewielde kar den weg overgestoken van
den linkerkant gaande naar den rechter
kant. Verdachte H. verkeerde in de mee
ning, dat getuige du Pont hem wel had hoo-
ren signaleeren, en dat hij hem dus wel
tijdig zou kunnen ontwijken. Dit nu was
niet het geval geweest, want du Pont had
gedaan, alsof er niets aankwam en door dit
elkaar-misverstaan, was er een niet onbe
langrijke botsing veroorzaakt geworden. De
kar van du Pont was omver gereden, de
schade was voor dezen handelaar zeer be
langrijk.
De kantonrechter had destijds verdachte
een boete van 12 gulden opgelegd en daar
bij tevens bepaald, dat verdachte de schade,
zijnde 114 gulden, geheel voor zijn rekening
zou nemen.
Uitvoerig werd deze aanrijding voor de
heeren rechters nogeens weer gerecon
strueerd en het bleek al spoedig, dat men
hier geen juist beeld kon vormen van het
geen er toendertijd had plaatsgehad. Het
bleef bij algemeene vaagheden en verklaar
de verdachte aan de eene zijde, dat het zoo
gebeurd was, getuige du Pont hield strak en
stijf vol, dat het geschied was, zooals hij het
had gedacht waar te nemen.
Verschillende getuigen opperden ook nog
eens hun meening en ookTlier had men
tweee kampen, één, dat pleitte voor ver
dachte en een ander kamp, waar man ge
tuige du Pont als de minst schuldige ver
klaarde.
Het was dan ook voor den officier heel
lasitg hieruit nu een juist beeld van het
ongeluk te distilleeren. Spr. kwam uitein
delijk tot de slotsom, dat het vonnis van
den kantonrechter alleszins billijk geweest
was en dat dit aldus bekrachtigd moest
worden.
Mr. Smal, die verdachte H. verdedigde,
had uiteraard een anderen kijk op hetgeen
hier geschied was dan den officier van
justitie en zoo kwam spr. er heel logisch
toe om in deze zaak vrijspraak te bepleiten.
Uitspraak over 8 dagen.
Veilig verkeer in gevaar gebracht
door wilden automobilist.
Het tweede verkeersdelict betrof al even
zeer een hooger beroep-zaak. Het was een
kwestie van uiterst gevaarlijk coupeeren,
waarvoor verdachte du M. uit den Haag ge
dagvaard was.
Op den 17en December van het vorige
jaar reden er op den rijksweg onder de ge
meente Schoorl een drietal auto's achter
elkaar. Het waren in juiste volgorde de
auto s van verdachte Wilhelmus du M.,
auto-importeur te Den Haag, van getuige
Kl. Langendijk uit Alkmaar en van getuige
Feldman, eveneens uit Alkmaar. De drie
automobilisten reden allen in de richting
Den Helder en uit deze richting kwam een
zware vrachtauto gereden.
De heer Langendijk, die aanvankelijk den
heer Feldman wilde passeeren, trok zich in
de file terug, omdat hij getuige Feldman
niet meer durfde te passeeren, daar be
doelde vrachtauto al zoo dicht genaderd
was, dat er zeker een botsing zou hebben
p aats gehad, als Langendijk Feldman nog
voorbij gereden had. Doch wat de heer Lan
gendijk niet durfde, dat waagde verdachte
u t.o.v. Langendijk nog wél, want in-
plaats van achter Langendijk te blijven rij
den, kwam hy plotseling met groote snel
heid aangereden en wist nog juist op het
nippertje vóór de auto van L. aan de nade
rende vrachtauto te ontsnappen. Getuige L.,
die met zijn schoonvader, den heer Willem
de Waal, op een dergelijke manoeuvre zeker
niet was voorbereid, schrok hiervan hevig
en kon alleen door krachtig remmen een
ernstig ongeluk voorkomen. Nu was echter
de vrachtauto alweer gepasseerd en de drie
auto's konden dus haar weg vervolgen.
Maar merkwaardig genoeg herhaalde zich
bij getuige Feldman hetzelfde spelletje en
ook daar haalde verdachte du M. halsbre
kende toeren uit. Getuige F., die in de mee
ning verkeerde, dat verdachte mogelijk niet
goed wijs geworden was, wilde zijn mede
wegberijder L., die inmiddels de beide
auto's op normale wijze gepasseerd was,
hierop attent maken en hij gaf daartoe
eenige lichtsignalen. Getuige L. zag, achter
om kijkend een allerzonderlingst geval,
want wat was er aan de hand? De beide
automobilisten F. en du M. wilden de een
voor den ander geen ruimte geven en lan
gen tijd reden ze dan ook naast elkaar op
den weg, waardoor het verkeer nog eens
weer in ernstig gevaar gebracht werd.
Hoe het nu ook verder zij, de getuigen
hadden het noodig geoordeeld deze gevaar
lijke wijze van snijden voor den rechter te
brengen en nadat de kantonrechter een
boete van 40 gulden subsidiair 10 dagen had
opgelegd, benevens intrekking van het rij
bewijs voor den tijd van 4 maanden, had
thans de officier over deze zaak zijn oordeel
uit te spreken.
Uitvoerig schetste spr. de ontstane situa
tie en kwam tot de conclusie, dat hier een
„niet-heer" aan het stuur gezeten had,
waartegen ernstig moest worden opgetre
den. De straf van den kantonrechter vond
spr. veel te weinig en het eind van het
requisitoir luidde: een boete van 75 gulden
of 30 dagen en intrekking van de rijbe
voegdheid voor den tijd van zes maanden.
Mr. H. Parfumeur uit Den Haag bracht
den officier allereerst dank voor zijn uit
voerig betoog, hetgeen in Den Haag niet
gebruikelijk scheen te zijn, doch anderzijds
was er op het requisitoir nogal een en an
der aan te merken. En op buitengewoon
vernuftige wijze toonde spr. aan, dat de
getuigen Langendijk en de Waal zeker zoo
ernstig het verkeer in gevaar hadden ge
bracht dan de cliënt van den verdediger,
want wie gaat er nu, als hij aan het stuur
zit, precies een verkeerssituatie opnemen,
welke achter hem plaats heeft, terwijl hij
tevens zijn oogen gericht moet houden op
het verkeer, dat vóór hem plaats heeft
Afgezien nog van eenige kleine fouten in
de dagvaarding achtte spr. geenszins be
wezen, wat verdachte ten laste gelegd was
en hij pleitte voor het primair ten laste ge
legde vrijspraak. Na een bijna ontroerend
beroep gedaan te hebben op de rechtbank,
om 's mans gezin niet broodeloos te maken]
vroeg spr. clementie in den geest van een
geldboete en een voorwaardelijke intrek
king van het rijbewijs.
Twee meisjes aangereden, zonder
daarvan iets bemerkt te hebben.
Nadat ook des middags eerst eenige zaken
met gesloten deuren behandeld waren,
stond als eerste ter openbare terechtzitting
terecht de Heldersche caféhouder Hendrik
Br., die op 11 Augustus j.L, rijdende in de
Spoorstraat te Den Helder, gaande in de
richting Julianastraat, een tweetal meisjes
had aangereden en, naar zijn zeggen, zon-
kkv FVan 'n het minst iets bemerkt te
hebben. Hem was evenwel roekeloos rijden
ten laste gelegd, want uit alles kwam vast
te staan, dat de meisjes zeker geen schuld
hadden. De aanrijding was zoo hevig ge
weest, dat een der meisjes op den grond
gevallen was en een wiel van de auto over
haar rechterbeen gekregen had. Hierdoor
beent"esngebTóken' middelv°et*-
e-D® aut.omobilift ontkende hardnekkig, dat
nffirL V3*n bemerkt z°u hebben en de
officier moest zich uitsluitend richten naar
de getuigenverklaringen. Deze waren alle
dat de off' Steekh0"dend en overtuigend,
mn de°fflcl®r verdachte een geldboete van
100 gulden had toegedacht, subsidiair 50
dagen hechtenis. Waarschijnlijk, omdat er
over deze geheele aanrijding nogal een waas
van geheimzinnigheid gelegen was. werd
niet besloten tot intrekking van het rijbe
wijs voor een bepaalden tijd.
Al is de leugen nog zoo snel, de
waarheid achterhaalt haar wel.
In den nacht van 7 op 8 Juni van het
vorige jaar waren Frans v. d. Kr. en G.
Boersen in de Wieringermeer aan het stroo
pen gegaan en bij deze bij de wet verboden
handeling waren ze gesnapt door de kodde
beiers. Laatstgenoemden hadden de stroo-
pers op heeterdaad betrapt en hen tot het
halthouden van hun auto aangemaand. Dit
zinde onze vrienden allerminst en zij had
den getracht aan de sterke arm te ontsnap
pen door in snelle vaart heen te rijden,
doch dit was hen niet gelukt en zoo waren
ze destijds reeds voor de rechtbank versche
nen en toen voldoende berecht. Althans, dit
dacht men, doch wat was in den loop van de
vorige maanden gebleken? De een had de
schuld van den ander op zich willen nemen
en zoo was de verdachte heelemaal niet
schuldig en de getuige wel. Derhalve waren
vanmiddag de rollen omgedraaid en was de
getuige van destijds de verdachte en omge
keerd.
De president vond een dergelijke handel,
wijze toch verregaand en uitte zyn ont
stemming in krasse bewoordingen. Ook de
ofifcier noemde het meer dan schandalig,
dat men de rechters zoo om den tuin geleid
had en eischte dan ook voor het in feite niet
zoo ernstige feit, dat echter in den loop der
tijden heel ernstig geworden was een ge
vangenisstraf voor den tijd van vier maan
den.
De verdediger, mr. Buiskool, meende, dat
het eischen van een zoo zware straf in de
toekomst andere getuigen zou afschrikken
om zy het op het laatste nippertje
een bekentenis af te leggen en bepleitte met
grooten klem clementie in dien zin, dat de
rechtbank zou willen overgaan tot een
voorwaardelijke straf. Eventueel een kleine
geldboete.
NIET VOLDAAN AAN EEN BEVEL
VAN OFFICIER IN BURGER.
De 25-jarige sergeant W. B. S., dienstplich
tig bij het regiment wielrijders te den Bosch,
had zich te verantwoorden voor het feit, dat
hij op twee September in den raadskelder te
den Bosch, toen de luitenant Römer die in
burger was, hem gelastte de kraag van de
uniformjas te sluiten, niet aan dat bevel
heeft voldaan, en daarna, toen dezelfde lui
tenant hem had gelast, den raadskelder te
verlaten, eveneens geweigerd heeft aan dat
bevel te voldoen. De luitenant riep de hulp
in van de politie.
De president van de Bossche rechtbank
vroeg aan den beklaagde: Hoe ben je toch
tot dit feit gekomen?
Auditeur-militair: Hij is door burgers op
gestookt.
De sergeant zei, dat hy de luitenant niet
kende. Deze was bovendien in burger ge
kleed.
Auditeur-militair: Hij heeft zich toch ge
legitimeerd.
President: Bovendien bent u begonnen met
aan den last te voldoen en daarna hebt u pas
geweigerd.
De sergeant zei: Er waren een hoop bur
gers, die zich met het geval bemoeiden en
die tegen me zeiden, dat ik niet behoefde te
gehoorzamen.
De auditeur-militair zeide in zijn requisi
toir, dat het reeds lang een uitgemaakte
zaak is, dat een militair altijd moet gehoor
zamen aan een meerdere, ook als deze in
burger is.
Beklaagde heeft dat niet gedaan en heeft
zich aan een ernstig vergrijp tegen de mili
taire tucht schuldig gemaakt. De eisch luid
de veertien dagen gevangenisstraf met ver
laging tot den rang van gewoon soldaat.
De verdediging werd gevoerd door mr. F.
W. baron van Hugenpoth uit de Bosch, die
een mildere straf bepleitte.
De krijgsraad veroordeelde den sergeant
tot de straf welke door den auditeur-militair
was geëischt.
HIJ WILDE HET PRINSELIJK JACHT
„PIET HEIN" ZIEN.
De 20-jarige sergeant J. v. d. K., dienst
plichtig bij de specialistencompagnie van het
zevende regiment infanterie te Harderwijk,
heeft op 5 September 1.1., terwijl hij als
wachtcommandant in de Oranje Nassau-ka-
zeme dienst deed, die post eigendunkelijk
verlaten. De sergeant had het commando
overgegeven aan een soldaat en was per rij
wiel naar de haven gegaan, om het prinselijk
jacht „Piet Hein" te kunnen zien en prins
Bernhard, die zich op het jacht bevond.
De auditeur-militair eischte tegen hem
een voorwaardelijke gevangenisstraf van 14
dagen, met een proeftijd van drie jaar.
Door den krijgsraad werd de sergeant ver
oordeeld tot veertien dagen gevangenisstraf
voorwaardelijk met drie jaar proeftijd en
met verlaging tot den rang van gewoon sol
daat.
DE JAMBOREE WANDELTOCHT I®
BLOEMEND AAL.
Het incident met de KolonW®
reserve.
Voor den krijgsraad te 's-Hertogenbosch
stond terecht een eerste luitenant van de
Koloniale reserve te Nijmegen, die zich te
verantwoorden had voor het feit, dat hij °P
8 Augustus j.L te Bloemendaal geweigerd
heeft te voldoen aan de bevelen, door de
gemeentepolitie aldaar gegeven. Beklaagde
nam als commandant van een groep van 55
man deel aan den jamboree-wandeltocht, en
weigerde, ofschoon de politie zulks gelastte,
zijn manschappen in colonnes van drie te
laten loopen. Tevens weigerde beklaagde
zÜn groep op de voetpaden te laten loopen.
Na verhoor van verdachte en van eenige
getuigen, vroeg de auditeur-militair aan den
commandant der Koloniale reserve, of de
commandant van een troep moet gehoor
zamen aan de politie, als deze in het belang
van de veiligheid van het verkeer beveelt
op een voetpad te loopen in plaats van op
den rijweg. De commandant antwoordde, dat
de politie van een militaire colonne moest
afblijven.
Op verzoek van den auditeur-militair
werd de verdere behandeling van de zaak
hierna geschorst.