DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Weer granaten in de internationale concessie. No. 257 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Maandag I November 1937 139e Jaargang De algemeene toestand. Japanners trekken de Soetsjau-kreek over. De overstroomingsramp in Syrië. Prins Bernhard bezichtigt de „Tromp". Italiaansche ambassadeur te Parijs vertrekt. De Belgische kabinets crisis De Man slaagde niet ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon» en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIES Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Teief. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Alkmaar, 1 November. De week, die achter ons ligt, is voor China verre van gunstig geweest. Lang leek 't, of Tsjapei een sterk bolwerk was, maar het was meer schijn dan wezen. De Chineezen zijn aan dit front teruggedreven en de Japansche troepen hebben ontegen zeggelijk een belangrijken vooruitgang kunnen maken. Deze week heeft ook nog iets geleerd over strategie. De Japanners strijden an ders dan voorheen. Zij werken zooveel mogelijk met hun moordmachines en pas als deze hun taak gedaan hebben, komt de infanterie in actie. Het geweldige bombar dement van Tatsjang bij Sjanghai, een van de belangrijkste punten in de thans opgegeven Chineesche linie, was daar een duidelijk voorbeeld van. De Chineezen moesten de wijk nemen, omdat zij dit bom bardement, dat drie dagen en vier nach ten geduurd heeft, niet langer konden doorstaan; toen zij weg waren kwamen de Japansche troepen in alle kalmte bezit nemen van het gebied, waarin dan ook geen steen meer op den anderen stond. Buitenlandsche militaire waarnemers te Sjanghai zijn van meening, dat men de beteekenis van de Chineesche nederlaag van deze week niet mag overschatten. Hier kan een zekere spijt inzitten, want het is wel duidelijk op wiens hand alle buitenlanders te Sjanghai zijn. Maar aan den anderen kant is het toch wel zeker, dat men nog niet van 'n ineenstorting van het Chineesche front mag spreken. De Chinee zen hebben in hun voorloopige linies zoo lang tegenstand geboden, dat men onge veer vergeten was, dat het van het begin af aan hun opzet geweest is, de Japanners zoo lang mogelyk uit Sjanghai te houden vóór zij zich in hun definitieve verdedi gingslinie, hun Hindenburglinie, zooals zij haar noemen, terug zouden trekken. Dit verzet hebben zij inderdaad met groote dapperheid en volharding gevoerd en ge zien de situatie aan dit front aan het be gin van den oorlog, zal men wel mogen concludeeren, dat de Chineezen met name Tsjapei, dat toch een vreemde uitbouw van de Chineesche linies was, langer heb ben gehouden dan oorspronkelijk berekend was. Hoe sterk Tsjapei was, blijkt uit het feit, dat de Japanners hun aanvallen op de Chineesche stad verminderd hebben om al hun zware artillerie te kunnen con- centreeren op Tatsjang en om via Tatsjang den spoorweg van Nanking naar Sjanghai te bereiken en op die manier Tsjapei van de rest van het Chineesche front af te kunnen snijden. Dit is hun gelukt, maar dit heeft toch niet tot den triomfalen Japanschen intocht in Tsjapei kunnen leiden. Het verzet, dat hier de laatste dagen nog geboden is door een laatste bataljon van dapperen, heeft een volledige inbezitneming van de stad nog onmogelijk gemaakt tot den afgeloo- pen nacht. Het verzet van dit bataljon heeft duidelijke taal gesproken tot de geheele wereld. Het heeft op treffende wijze aangetoond, dat het den Chineezen ernst is met hun strijd, het heeft den Ja panners nog meer sympathie gekost en het heeft tenslotte den Chineeschen troepen een groot voorbeeld gegeven, dat zeker neg in het verdere verzet van China na zal blijven werken. Het getuigt echter van een grooten realiteitszin, dat maarschalk Tsjiang Kai-Sjek op het laatst bevolen heeft dat dit bataljon zich moest terug trekken. Complicaties met de troepen in de inter nationale nederzetting waren, bleef dit Chineesche nest aan de grens van de con cessie verzet bieden, niet te voorkomen geweest, zoodat de situatie te Sjanghai in internationaa1 opzicht toch reeds zoo précair een ernstige spanning meer ge kregen zou hebben. Het uitroeien van dit Chineesche nest „met alle middelen, die de situatie vereischte" dat het Japansche oppercommando had aangekondigd, hield inderdaad voor de neutraliteit van de internationale concessie een ernstige be dreiging in. Hoe de toestand aan het front van Sjanghai zich thans zal ontwikkelen, valt moeilijk te vovspellen. Het is mogelijk dat de Japanners eerst zullen trachten hun offensief langs den rand van de stad voort te zetten en zoo de Chineezen geheel van hun stad af te snijden, het is ook mogelijk dat zij de Chineesche linies weer met zware bombardementen in het centrum aan zullen grijpen, om op die manier dit doel (als Japan zich voor de naaste toe komst tenminste niet voorstelt verder af gelegen objecten te nemen) te bereiken. Het zware bombardement, dat Nansiang Zaterdag te verduren heeft gehad, schijnt ou de laatste mogelijkheid te wijzen. DE STRIJD BIJ SJANGHAI. Na langdurige gevechten en hevige bombardementen, zoowel te land als in de lucht, zijn de Japansche troepen Zon dagmiddag over de Soetsjau-kreek ge trokken. Deze rivier ligt ten Westen van Sjanghai in de onmiddellijke nabij heid der internationale concessies. Het is dus begrijpelijk, dat bij dit bombardement weer een aantal grana ten in de internationale concessies zijn terecht gekomen en dat opnieuw doo den en gewonden te betreuren zijn. Drie Britsche soldaten, die daar op wacht stonden, werden door granaatscherven ge wond. Een granaat kwam terecht in een ge bouw van een Amerikaansche firma, in de onmiddellijke nabijheid van het Britsche consulaat. Voorts heeft, naar United Press verneemt, een Japansch vliegtuig, dat op 1500 meter hoogte vloog, op Britsche sol daten geschoten, die het vuur volgens de ontvangen instructies onmiddellijk beant woordden. Ook kwamen er eenige verdwaal de kogels in de Fransche concessie terecht, met het gevolg, dat vijf Chineezen gewond werden. Drie granaten hebben het gebouw van de „North-China Daily Npws" getroffen en drie employées gedood. Ook het Palace- hotel werd beschadigd, doch hier zijn geen slachtoffers te betreuren. Inmiddels is een der Britsche soldaten, die Vrijdag j.L door granaatscherven ge wond werden, overleden. Strijd bij de kreek. Gedekt door een dik rookgordijn, slaagden de Japanners er ten slotte in, op 1 K.M. afstand van het Jessfieldstatior een ponton brug over de Soetsjaukreek te slaan, waar na de eerste Japansche troepenafdeelingen den anderen oever bereikten en de Chinee zen op de vlucht joegen. Deze mededeeling van Japansche zijde wordt echter door de Chineezen gedeeltelijk ontkend. Zij- verkla ren, dat slechts 80 Japanners den anderen oever bereikten en dat er 50 in de kreek verdronken zijn. Naar Havas verneemt, heeft maarschalk Tsjang Kai-sjek ten slotte het Chineesche „bataljon van den dood", dat zich tot het uiterste toe hardnekkig verdedigde, bevel gegeven, terug te trekken, omdat hij vrees de, dat, indien de gevechten nog langer zou den voortduren, het leven en de bezittingen van de Chineezen in de internationale con cessie ernstig gevaar zouden loopen. De maarschalk heeft den commandant van het bataljon, Hsien Tsjing-joean, en al zijn officieren gepromoveerd, als belooning voor den hardnekkigen tegenstand, dien zij in Tsjapei geboden hebben. Alle soldaten zijn door de Chineesche regeering gedecoreerd, •terwijl de familieleden van de gesneuvelden een pensioen zullen ontvangen. Vierhonderd soldaten, die de verbinding met hun bataljon versperd zagen, zijn naar de internationale concessie gevlucht, waar zij onmiddellijk door de Britten ontwapend werden. De Chineezen hadden alle wape nen, waarover zij beschikten, medegenomen en zoo werden er 400 geweren, 24 lichte machinegeweren, zes zware mitrailleurs en een groot aantal kisten met muni tie en ander oorlogsmaterieel aan de Brit ten uitgeleverd. Onder de soldaten waren er twintig zoodanig gewond, dat zij naar het Britsche hospitaal moesten worden overge bracht. Chineesch succes in Sjansi? Wat den strijd in Noord-Sjansi betreft, wordt van Chineesche zijde aan Havas be richt, dat de Chineesche troepen de Japan ners daar tot den terugtocht hebben ge dwongen. Japansche vliegtuigen hebben de hoofdstad van Sjar.si, Taijoean, gebombar deerd en er ongeveer honderd huizen ver nield. Prins Teh, aldus verneemt Havas van Chineesche zijde, heeft thans officieel den ouden Mongoolschen staat hersteld. Bij deze gelegenheid heeft hij verklaard, dat de nieuwe Mongoolsche regeering tot taak heeft het land te verdedigen tegen de aan vallen van de communisten. China zal een vernederenden vrede weigeren. Het comité van verzet tegen Japan publi ceert in samenwerking met andere organi saties een proclamatie, waarin wordt ver klaard, dat China's eenige wensch is, de toe passing der beginselen van het negen-mo- gendhedenverdrag d.w.z. het herstel van den status quo ante, hetgeen inhoudt de eerbiediging van de Chineesche souvereini- teit, de onafhankelijkheid en territoriale en administratieve onschendbaarheid van Chi na en een collectieven en duurzamen vrede. Het manifest voegt hieraan toe, dat China een manken en vernederenden vrede zal weigeren. Nieuw Britsch protest. De Britsche autoriteiten hebben, naar United Press verneemt, opnieuw een scherp protest tot de Japansche leger leiding gericht. Een Japansche marine officier zou reeds de opdracht ontvan gen hebben, deze aangelegenheid te onderzoeken. In den loop van den avond hebben de Britsche autoriteiten de Brit sche Jessfield-kazerne laten ontruimen, daar de soldaten in de onmiddellijke nabijheid van de operaties niet meer veilig worden geacht. Over het verloop van de gevechten bij de Soetsjaukreek konden Zaterdagavond nog geen nauwkeurige gegevens bericht wor den, daar regen en mist het uitzicht ten zeerste belemmerden. Wel hoorde men te Sjanghai zonder ophouden het gedreun van de kanonnen en het geratel der machine geweren. Duizenden menschen stonden op de daken van de huizen in de internationale concessie, om de gevechten, die op zulk een korten afstand geleverd werden, gade te slaan. En al bleek het dan niet mogelijk, het verloop van de operaties te volgen, de zware rookkolommen, die uit talrijke brandende gebouwen aan het Chineesche front op stegen, gaven reeds duidelijk te kennen, dat de Chineesche stellingen hevig van het bombardement der Japanners te lijden had den. Plannen voor een keizerlijk hoofdkwartier. Generaal Matsjijiri, de nieuwe directeur van de afdeeling militaire zaken in het Japansche departement van oorlog, heeft een langdurig onderhoud gehad met prins Konoje over de opvattingen van het leger ten aanzien van de thans overwogen instel ling van een keizerlijk hoofdkwartier voor de leiding van de Chineesche aangelegen heid. Naar men meent heeft Matsjijiri de vrees tot uitdrukking gebracht van zekere reformistische legerkringen, dat de instel ling van consultatieve organen naast het kabinet uitsluitend dient tot het verstevi gen van den invloed van politieke en financieele kringen, terwijl de huidige toe stand van oorlog een bespoediging zou eischen van hervormingen en vooral een versterking van den invloed van het leger. Vanmorgen rustig aan het front. Vanmorgen was het rustig aan het front van Sjanghai. De verwachte Japansche aanval op de Soetsjau is uitgebleven. Het is echter niet juist, dat de Chineezen de Ja pansche elementen, die er in geslaagd zijn de rivier over te steken, naar het Noorden zouden hebben teruggeworpen. Het Japan sche spervuur, dat den geheel nacht onder houden is, heeft iederen Chineeschen doel- matigen tegenaanval verhinderd. Het Chineesche telegraafagentschap Cen tral News meldt, dat mobiele Chineesche afdeelingen de stad Tsingsien aan den spoor weg PeipingHankau tusschen Pauting en Tsjitsjiatsjoeang heroverd zouden hebben. De Japanneezen zouden in wanorde naar het Oosten terugtrekken en een belangrijke hoeveelheid oorlogstuig achterlaten. Zes dorpen verwoest en drie geheel verdwenen. De overstroomingsramp in Syrië heeft een ontzettenden omvang aan genomen, zoodat men van een groote catastrophe moet spreken. Uit de sinds Zaterdagavond binnengekomen berichten toch blijkt, dat niet minder dan zes dorpen voor een groot ge deelte vernield zijn, terwijl drie dor pen geheel van den aardbodem zijn weggevaagd. Het geheele gebied met een straal van vijftig kilometer van Damascus in de richting van Aleppo, Palmyra en Bagdad is aan de verwoesting ten prooi gevallen. Aan den weg naar Aleppo is in het dorp Deir Aatiye geen huis blijven staan. Vijf honderd personen worden hier vermist. Honderd woningen zijn vernield in het dorp Nekek, van de slachtoffers zijn reeds zeventig lijken teruggevonden. Moeadda- miye is totaal verwoest. Er zijn daar twee honderd slachtoffers geborgen. In twintig andere dorpen, in de streek van Kalamoen, zijn nog honderd lijken geborgen. Ver schrikkelijke tooneelen spelen zich overal af. Dank zij de door de Fransche troepen geboden hulp heeft men het aantal slacht offers nog kunnen beperken. Onder de vermisten bevindt zich Sjeik Joessef Jassin, de kanselier van Ibn Saoed, die Vrijdag naar Bagdad vertrokken was, en geen teeken van leven meer gegeven heeft sinds hij den post Aboekemal gepas seerd is. Een onderzoek dat in de door de overstroomingen verwoeste streken is in gesteld, heeft geen resultaat opgeleverd. Hulpverleening. In de overstroomde gebieden heeft men het reddingswerk met kracht ter hand ge nomen. Troepen verleenen hierbij hun medewerking. In het Oosten schijnt thans elk gevaar geweken, doch in het Noorde lijk gebied, den kant uit van Aleppo, is de toestand nog steeds ernstig. Men heeft nog steeds geen nieuws van het dorp Nebex, dat volkomen door het water geïsoleerd is. De karavaanwegen naar Bagdad en Palmyra zijn onbegaanbaar. De weg naar Aleppo is over een lengte van meer dan tien kilometer vernield. Ontstellende aanblik. Het door de overstroomingen geteisterde gebied levert een ontstellenden aanblik op. Een groot aantal dooden heeft men nog niet uit den modder, waarin zjj een graf hebben gevonden, kunnen bergen. Het dorp Maadanie wordt doorkruist door een twee K.M. breeden stroom, die soms een diepte van tien meter bereikt. Het water sleurt op zijn weg alles mede, zelfs huizen. In het dertig K.M. verder gelegen Domeir heeft men dertig lijken teruggevonden. Het getroffen gebied is op sommige plaat sen ontoegankelijk en ondanks alle pogin gen heeft men tal van dorpen nog niet van levensmiddelen en water kunnen voorzien. De Syrische Kamer heeft voor het red dingswerk een crediet van een millioen franken goedgekeurd. Meer dan duizend dooden? De bizondere correspondent van het Duitsche Nieuwsbureau, die naar Syrië is gezonden, schat het aantal slachtoffers, dat bij de overstrooming om het leven is gekomen, op meer dan duizend. Aangezien de hevige regen val Zaterdagnacht heeft voortge duurd, is de ramp nog grooter gewor den en men vreest, dat nog meer wolkbreuken den toestand erger zul len maken. Het dorp Domeir, dat meer dan acht duizend inwoners telde, is door het water volkomen weggespoeld, zes andere dorpen, welke aan den voet van de berg Kalamoen liggen, zijn eveneens geheel vernield, het water staat hier vijf meter hoog en aange zien geweldige rotsblokken door het water werden megesleurd, is geen huis heel ge bleven. De lijken die aanspoelen worden door soldaten onmiddellijk begraven, om epide mieën te voorkomen; ook zijn aanzienlijke hoeveelheden medicijnen bijeengebracht en talrijke geneesheeren zijn naar het ge troffen gebied gezonden om eventueele epidemieën onmiddellijk krachtig te kun nen bestrijden. Havas deelt ten aanzien van de over stroomingsramp mede, dat op een opper vlakte van tienduizend vierkante kilome ter geen dorp ongedeerd is gebleven. De aardrijkskundige gesteldheid van het land is zoodanig veranderd, dat men genood zaakt is den weg van Damascus naar Aleppo over een afstand van verscheidene kilometers te wijzigen. De oorzaak van de ramp wordt gezocht in het steenachtige gebied van de Kala- moen-keten, welke het water niet vast houdt. Door de overstrooming zijn meer dan vijftigduizend personen zonder levensmid delen, aangezien het water de voorraden voor dit jaar hebben medegesleurd, ook de veestapel is vernield, evenals de te velde staande gewassen. Zondag was het droog. De bijzondere verslaggever van het Duitsche Nieuwsbureau meldt nader uit het dorp Madamijeh, het centrum van de overstroomingen in Syrië, dat de Zaterdag uitgesproken bezorgdheid, dat nieuwe Z. K. H. prins Bernhard heeft heden ochtend vergezeld van H. Ms. luite nant-ter-zee der le klasse Jhr. E. J. van Holthe en van den adjudant van Z. K. H., kapitein J. K. H. de Roo van Alderwerelt een bezoek gebracht aan de werf der Nederlandsche scheeps bouwmaatschappij te Amsterdam, ter bezichtiging van den aldaar in aanbouw zijnden flottieljeleider Tromp. Omstreeks half tien arriveerde prins Bernhard op de terreinen van de Neder landsche scheepsbouwmaatschappij. Op het kantoor van de werf werd het gezelschap verwelkomd door de heeren Goedkoop, terwijl tevens aanwezig was de kapitein ter-zee K. W. F. M. Doorman, chef van den staf der zeemacht in de stelling den Helder. Onder leiding van kolonel Doorman be gaven de prins en de beide heeren van zijn gevolg zich aan boord van den oorlogsbo dem, waaraan hard gewerkt wordt, want men hoopt de „Tromp" binnen vier maan den geheel gereed te kunnen opleveren. Het bezoek duurde bijna anderhalf uur. Na ten kantore afscheid van de leden der directie te hebben genomen, vertrok prins Bernhard tegen elf uur van de terreinen der scheepsbouw-maatschappij. wolkbreuken den toestand zouden verer geren, niet is bewaarheid, zoodat Zondag de opruimingswerkzaamheden konden be ginnen. Nog voortdurend worden lijken van slachtoffers te voorschijn gebracht. In het dorp Sadnaja zouden volgens den corres pondent gevallen van typhus zijn gecon stateerd. Verscheiden ten gevolge van het hooge water van de buitenwereld afgesne den dorpen worden uit de lucht geravi tailleerd. Volgens de „Paris Soir" heeft de Itali aansche regeering besloten haar ambas sadeur in Parijs, Cerruti, voor onbepaal- den tijd met verlof te zenden. De zaken zullen worden waargenomen door Prunas, den legatieraad, die voordien belangrijke functies heeft bekleed in het ministerie van buitenlandsche zaken te Rome. De redenen, welke de Italiaansche regee ring tot deze wijziging hebben gebracht, spruiten uiteraard voort uit den abnorma- len toestand, dat Frankrijk sinds een jaar geen ambassadeur meer heeft bij het quiri- naal te Rome. Japansche ambassadeur bq ver trek aanwezig. De Italiaansche ambassadeur Cerruti is Zondagavond met den sneltrein naar Mi laan vertrokken van het Gare de Lyon. De ambassadeur werd op het perron begroet door den ambassadeur van Japan, Soegimoera, den zaakgelastigde van Italië, Prunas, het hoogere personeel van de ambassade en van het consulaat en tal van persoonlijke vrienden en leden der Italiaansche kolonie. Mevrouw Cerruti, die haar echtgenoot wegbracht, zal pas over tien dagen ver trekken. Bij het vertrek van den trein bedankte mevrouw Cerruti'den ambassa deur van Japan. Zij zeide tot hem: „wij zouden weldra willen terugkomen. Ik houd van Frankrijk, niet alleen om zijn aantrekkelijkheden, maar om hetgeen het is". Minister de Man, die 's konings opdracht om een nieuwe regeering te vormen, had aanvaard, heeft deze opdracht terugge geven, hoewel het leek, of hij zou slagen. Echter, de liberalen hebben het hem te lastig gemaakt en hun medewerking ge weigerd. Zij stelden niet voldoende ver trouwen in de politieke persoonlijkheid van den ontwerper van het plan van den arbeid. Het gevolg was, dat de Man de opdracht teruggaf. Koning Leopold heeft daarna eerst aan van Overbergh, den voorzitter der se naatsfractie, een opdracht gegeven, maar deze sloeg het aanbod van de hand om gezondheidsredenen. Vervolgens heeft de koning den katholieken minister van landbouw, Pierlot, met de vorming van een nieuwe regeering belast. Deze heeft de opdracht aanvaard en di rect contact gezocht met de leiders der drie groote partyen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 1