NEDERLAND VERLIEST VOOR DE TWEEDE KEER VAN FRANKRIJK. Nederland verliest met 3-2 VERLOREN, OMDAT ER G VOORHOEDE WAS! N Gelijk spel was mogelijk geweest. WERKELIJKE AANVALSLEIDER ONTBRAK. Meening van anderen. ALKMAARSCHE COURANT van MAANDAG 1 NOVEMBER 1937 FRANKRIJK WON VERDIEND. VENTE FAALDE. Ongeveer 45000 menschen hebben in het Olympisch Stadion een wedstrijd gezien van de Oranjemenschen. Het verloop van den strijd Keuze-commissie tevreden. DERDE BLAD SPORT EN WEDSTRIJDEN Ongeveer 45.000 menschen hebben in het Olympisch stadion een wedstrijd ge zien van de Oranjemenschen tegen de Fransche ploeg en zij zullen uitzon deringen daargelaten met een eenigs- zins onbevredigd gevoel huiswaarts zijn getrokken. Dit niet-voldaan-zijn kwam waarlijk niet, omdat de Nederlandsche ploeg verloor; zij kwam door het matige spel der Oranje-dragers en door het zeer zwakke spel der voorhoede-spelers. De T.C. of Keuze-commissie had met moei lijkheden te kampen. De eenige werkelijKe Nederlandsche midvoor was niet beschik baar, omdat hij het amateurisme openlijk had vaarwel gezegd. En het pleit werkelijk niet voor het Nederlandsche voetbal, dat het ontbreken van één voetballer zoo veel moeilijkheden heeft veroorzaakt. Men weet, hoe getracht is, deze moeilijk heid op te lossen. Een jongen speler durfde men geen kans geven, omdat de jongeren nog niet rijp zijn voor het interland-voet bal. Daar zit wellicht veel waars in, want er is niets fataler voor een jongen speler dan te falen in een eersten wedstrijd en daarna critiek te moeten slikken. Dat zou hem waarschijnlijk voor langen tijd heele- maal uit zijn doen brengen. Wij kunnen dus vrede hebben met het besluit, om te probeeren met de oudjes, die tenslotte nog heelemaal zou oud niet zijn en best nog een jaar mee kunnen. Maar men is verder gegaan dan wellicht strikt noodig was. Men heeft een van Heel in de voorhoede geplaatst, waardoor Smit zijn beste plaats linksbinnen heeft moeten afstaan. Dat gebeurde, omdat men er van over tuigd was, dat ras-spelers als Smit en van Heel op elke plaats een goede partij kun nen spelen. Maar hoe goed men ook is als speler, er is maar één plaats, waarop een speler zijn kunnen geheel kan uitbuiten en dat is zijn eigen plaats. Wat er nu geschied de, beteekende een positieve verzwakking, die men vooraf heeft kunnen weten. De wedstrijd van gisteren heeft het dui delijk geleerd: van Heel was niet slecht m de voorhoede, maar hij was er evenmin op dreef. Hij was vaak te langzaam, heel vaak niet op zijn plaats en daardoor ontstonden gapingen. En Smit was een goede speler, die echter niet in zijn element kwam: hij mocht niet zwerven en plotseling opduiken. Hij moest de aanvalleider zijn en dat was hij niet of althans niet zooals dat een goed mid voor betaamt. Een Smit en een van Heel op plaatsen, die hun niet liggen, dat beteekende twee goede spelers, die geen topprestaties kon den leveren; dat beteekende een ernstige verzwakking van het geheele elftaL Wan neer van Heel op zijn oude plaats had ge staan en Smit eveneens en men had één anderen speler opgesteld, zeer waarschijn lijk was alles veel beter geweest. Terwijl bovendien Paauwe dan ook niet op een vreemde plaats had behoeven te spe len. Wat ook al een handicap was, want deze Feijenoord-speler had dezen middag al te veel moeite, om links te trappen, zoodat hij juist iets beneden zijn normale kunnen bleef. Zoo leidde dus de „oplossing" tot een volkomen mislukking Maar tenslotte mag dit dan de directe oor zaak zijn van de nederlaag, daarmede is deze toch niet geheel verklaard. En daar mee is zeker niet het zeer matige spel van de geheele ploeg verklaard. Daar was veel meer, wat teleurstelde en daar was dan wel allereerst het plaatsen. Zelden hebben wij in de laatste jaren een wedstrijd gezien, waarin de Nederlanders zoo zwak een bal plaatsten. Van de tien bal len kwamen er zeker acht terecht bij de Franschen. En nu mag men opmerken, dat deze Franschen zich zoo fraai opstelden, maar dat is struisvogelpolitiek. De Franschen stelden zich lang niet altijd goed op, maar het was, of de Oranjemannen met geen mogelijkheid een bal naar een eigen speler konden plaatsen. Hoe zwak het plaatsen wel was, wordt 't beste gedemonstreerd door de vrije trappen, die Nederland te nemen kreeg. Daarvan is er werkelijk niet één goed geplaatst. Smit heeft het geprobeerd en Vente en van Heel, maar het was volkomen mis. En dat recht voor het doel van de tegenpartij Wat misten we Bakhuijs juist ook bij die vrije trappen. Hij had in elk geval gezorgd, dat de Fransche doelverdediger warme han den had gekregen Wat mankeerde de Nederlandsche ploeg dan? Er lag toch geen matheid over het Ne derlandsche elftal. Integendeel, er werd behoudens enkele uitzonderingen vrij enthousiast gespeeld. Maar er ontbrak te veel aan de techniek. De Franschen waren veel vlugger, hadden veel meer balcontrole en waren doelbewuster dan de Nederlan ders. Kijk, dat is werkelijk een ernstige tegen valler geweest: die minderheid aan tech niek. En door die minderheid vlotte het sa menspel ook veel minder dan dat der Fran schen, die soms grandioos combineerden en die combinatie met groote snelheid uitvoer den. Doch ook daarmee is de nederlaag van Nederland niet geheel verklaard. Er zijn jaren geweest, dat Oranje door stug en sterk verdedigen een nederlaag wist te voorkomen en dikwijls een zeker zijnde nederlaag in een overwinning omzette. Toen hadden wij de beschikking over een hechte verdediging, waar vrijwel geen doorkomen aan was. Zoo'n verdediging was er ditmaal niet. En twee der drie Fransche doelpunten zijn op rekening te schuiven van onze achterhoede: het derde toen Weber appelleeren boven spelen prefereerde in de vaste overtuiging, dat het fluitje wel zou gaan. Maar het ging niet en er kwam een doelpunt. En het twee de, omdat Halle niet wist, dat een buiten speler ook gevaarlijk kan zijn met een schot. Halle liet zich heel gewoon verras sen door een laag ver schot, dat hij zeker had moeten stoppen. Echter, daar staat te genover, dat de Franschen ook een paar keer pech hadden, zoodat de drie doelpun ten, wat aantal betreft, wel terdege ver diend waren. Neen, onze achterhoede was niet in bui tengewonen vorm, zonder echter onvoldoen de te zijn geweest. Maar er was geen een heid; elke speler van het achtertrio speelde op zich zelf en combineerde te weinig met zijn buren. Alleen Caldenhove maakte daar op een uitzondering, al had hij nog heel wat kunnen leeren van de Franschen, die zoo nu en dan magnifiek terugspeelden op hun doelman. Maar met dezelfde achterhoede was een flinke zege mogelijk geweest, als onze voor hoede maar beter geweest was. En nu is het bepaald een groote teleurstelling ge weest, dat Vente zoo'n buitengewone mis lukking was. Hoe is het mogelijk, dat een speler, die een paar jaar geleden zoo emi nent speelde, nu zoo hopeloos uit vorm is. Wat Vente deed, was werkelijk stuntelig. Vrije ballen kon hij zelfs niet plaatsen, schie ten was hij heelemaal verleerd. Vente was niet die Vente, die eertijds in het roem ruchte elftal speelde. En toen het in het begin mis ging, toen raakte Vente zijn zelfvertrouwen heelemaal kwijt en kon hij heelemaal geen goed meer doen. Vente als geheel onvoldoende, Smit en van Heel op niet voor hen geschikte plaatsen, het is werkelijk een wonder, dat er nog twee doelpunten kwamen. Smit kreeg beide doelpunten op zijn naam. Het eerste kwam op ouderwetsche manier, waarbij als merkwaardigheid mag worden geconstateerd dat van Heel toen eigenlijk op zijn oude halfplaats stond. Hij gaf van midden uit het veld een afgemeten pass naar Smit, die ineens inkogelde en wel zoo, dat er geen houden aan was. Het tweede, dank zij den Blauw-Witter Bergman, die scherp voorzette en Smit in de gelegenheid stelde, om raak te schieten. Waarmee we meteen op de buitenspelers terecht komen. Welnu, zij hebben aan de nederlaag geen schuld. Beide spelers hebben een goede beurt gemaakt, hebben er van gemaakt, wat er van gemaakt kon worden. Wels was de oude, al kreeg hij onvoldoende steun van Vente en Bergman was beter, dan verwacht mocht worden. Hij was snel, durfde en zette goed voor. Bovendien wa ren alle hoekschoppen van beide vleugel spelers van uitstekende kwaliteit. Dat er niet uit gedoelpunt werd, lag heusch niet aan Wels en Bergman. Het lag hem meer aan de middenlinie, die steeds maar weer te ver achter bleef, zoodat de Fransche verde diging steeds weer kon opruimen, zelfs in de perioden, dat de moeilijkheden groot waren. Dat was een tactische fout, die echter ook weer te begrijpen was, omdat het gevaar, dat uit een hoekschop op het Fransche doel een uitval kon komen van de tegenpartij, zeker niet denkbeeldig was. Want de^ Fran schen bezaten in den linksbuiten Langliller een uiterst gevaarlijk heerschap, die sneller was dan zijn tegenstanders. En zij bezaten in Nicolas een midvoor, die voor een minder prettige St. Nicolaas-verrassing kon zorgen. En dus moest onze middenlinie alle zorg besteden-aan de verdediging. Dat deed ze over het algemeen niet slecht en vooral An- deriessen die dan al een paar jaar op zijn retour moet zijn, was een rots. Hij speelde een rustige en soliede partij en liet zich niet gemakkelijk verrassen. Hij was onze beste middenspeler. De beide kanthalfs waren absoluut minder en hoewel Pellikaan na de rust er steeds beter in kwam vooral in de periode, waarin aanvallen werd gecom mandeerd was zijn spel over het alge meen te houterig. En wat Paauwe betreft, we hebben reeds gewezen op het feit, dat de Rotterdammer feitelijk maar één been ter beschikking had. Dat is voor hem de grootste handicap geweest. Overigens was ook Paauwe niet onvoldoende. Maar dat is het juist: schakelen we Vente uit, dan was geen enkele speler onvoldoen de. Maar slechts enkelingen konden een top-prestatie leveren. En daardoor werd er verloren. Wat de Franschen betreft, zij hadden een zeer levendig elftal, dat vinnig, soms te vin nig speelde, maar dat een goed geheel was. De gevaarlijkste mannen in de voorhoede waren Nicolas en Langiller en de beste man in de middenlinie was ontegenzegge lijk Delfour. Van het achtertrio was de doel verdediger de beste, terwijl de overige ver dedigers zeker niet slecht waren, maar hun spel te vaak ontsierden door minder faire trucjes. Zoo zal Bergman vandaag fcog wel weten, wat het is, te spelen tegen Bourbotte en Cazenave Éen groot voordeel hadden de Franschen, dat ze vlugger waren dan hun tegenstan ders en dat ze juist een tikje beter kopten. Endat Bakhuijs er niet was BakhuijsHoe dikwijls hebben we na afloop niet gehoord, dat Bakhuijs gemist werd. Wat had Smit zich kunnen uitleven met Bakhuijs naast zich! Wat hadden we een schoten te zien gekregen! Met Bakhuijs was de wedstrijd gewonnen geworden, ondanks een falenden Vente, ondanks de fouten in de verdediging. Maar Bakhuijs erdween en keert voor- loopig niet op onze velden terug. Tenzij ook hier het beroepsvoetbal openlijk wordt in gevoerd en sigarenwinkels niet meer noodig zijn voor camouflage. Wat velen gevreesd hebben, is inder daad geschied: Het Nederlandsch elftal heeft het tegen Frankrijk niet kunnen bolwerken en moest een 32-nederlaag aanvaarden. Weliswaar zou een gelijk spel een redelijker resultaat geweest zijn, doch het blijft een feit, dat onze ploeg veel van haar vroegere kracht heeft verloren. Dat is in dezen wed strijd duidelijk gebleken. Even voor half drie betraden de elftallen het veld, begroet met de „Marseillaise" en het „Wilhelmus". De loting werd door den Franschen aan voerder, Delfour, gewonnen, en derhalve speelde Frankrijk voor de rust met den vrij zwakken wind mee. De elftallen stelden zich als volgt op: Nederland Halle Weber Caldenhove Pellikaan Anderiessen Paauwe Wels Vente Smit van Heel Bergman O Langiller Nicolas Courtois Veinante Heisserer Delfour Fosset Bourbotte Mattier Cazenave Di Lorto Frankryk Smit trapte af, doch de eerste aanval was voor de Franschen. Hun linkervleugel kwam aanstormen, doch Pellikaan bracht redding ten koste van een hoekschop. Daarna bracht Caldenhove den bal naar voren en Smit loste zijn eerste schot, dat naast het doel belandde. In deze eerste minuten was Hol land iets in de meerderheid, het Fransche doel werd echter niet in gevaar gebracht, Na 6 minuten nam Wels den eersten hoek schop op het Fransche doel en even later veroorzaakte Weber onnoodig den tweeden corner op Halle's doel. Het was al dadelijk opmerkelijk, dat het in de Nederlandsche gelederen niet zoo vlotte als anders meestal het geval is. Er werd met minder elan, met minder kracht gespeeld en ook de eenheid liet wel eens te wenschen over. En Vente toonde reeds bij de eerste ballen, die hij te behandelen kreeg, een onbegrijpelijke onzekerheid en een volkomen gemis aan balcontrole. Zoo kon men van den aanvang af verwachten, dat onze ploeg een zwaren wedstrijd te spe len zou krijgen. De middenlinie bleef ach ter, waardoor natuurlijk de verdediging ver sterkt werd. Halle raakte den bal na negen minuten voor het eerst aan maar de kracht van de toch al weinig vertrouwen inboezemende voorhoede werd duidelijk ge demonstreerd. De Franschen wierpen zich met geestdrift in den strijd, waren vrij snel en reageerden vaak beter dan hun tegenstanders. Door een klein misverstand in de Nederlandsche achterhoede kreeg Nicolas gelegenheid een schot te lossen: de bal suisde echter langs ons doel. Di Lorto, de Fransche doelverde diger, had het nog niet al te moeilijk gehad, tot een voorzet van Bergman hem tot snel handelen noopte. Hij greep den bal uit de lucht en ontnam zoo den Nederlandschen aanval een kans. Frankrijk neemt de leiding. Na ongeveer een kwartier leverde de Fransche voorhoede het bewijs, dat zij tot snel en resoluut optreden in staat was. Bij een Franschen aanval werd de bal naar Courtois gespeeld: deze zag, dat Nicolas in goede positie stond en gaf hem het leer onverwijld door. Ni colas aarzelde evenmin en joeg den bal, onhoudbaar voor Halle, in het Neder landsche doel (01). Een fraaie, snelle manoeuvre, die begrij pelijkerwijs de Fransche toeschouwers in geestdrift bracht. Nederland stelde onmid dellijk pogingen in het werk den achter stand in te halen en bij een feilen aanval ging de bal juist naast het Fransche doel. De Engelsche scheidsrechter Wiltshire had hier trouwens verzuimd voor buitenspel te fluiten. Beide doelen kwamen daarna eenige malen in gevaar. Een kansrijke voorzet van Bergman werd nog juist tot hoekschop ver werkt en Halle wierp zich moedig op den bal, toen eenige aanvallers waren doorge broken. Nu en dan toonde de Fransche ach terhoede een ietwat gevaarlijke wijze van op den doelverdediger terug spelen, maar Di Lorto hield zoowel de schoten van zijn backs als de door de Nederlanders ingescho ten ballen. Intusschen was onze middenlinie wat meer naar voren gekomen en de uitwerking daarvan was duidelijk zichtbaar. Er kon van een Nederlandsch overwicht gesproken worden en verschillende malen kon Di Lorto slechts met moeite redding brengen. We zagen eenige hoekschoppen op zijn doel, het kwam meermalen tot doelworsteiingen, maar met dat al lukte het in de Hollandsehe voorhoede niet: Vente bleef ver beneden zijn kunnen spelen, Wels was ook minder handig en snel dan anders en Bergman, die in deze voorhoede geen slecht figuur sloeg, werd te weinig in het spel betrokken. Bo vendien was het slechte plaatsen van ver scheidene spelers een belangrijke handicap, doordat kansrijke aanvallen onderbroken werden. Bergman zette opnieuw goed voor en Di Lorto greep, hoog opspringend, den bal voor het toestormende binnentrio weg. Bour botte veroorzaakte eenige vrije schoppen door zijn vrij ruw spel, doch werkelijKe kansen boden die niet. Tweemaal werd Bergman gehaakt, toen hij naar voren wil de snellen. In de laatste minuten voor de rust werd het overwicht der onzen grooter en een oogenblik leek het, of de Fransche verdedi ging het hoofd verloor. In die minuten had Nederland zeker kansen, maar zij werden niet gebruikt. De Franschen kregen gelegen heid zich te herstellen en zich te bevrijden, hetgeen beteekende, dat Caldenhove weer kon laten zien, dat hij een voortreffelijk verdediger is. Hij stelde zich uitmuntend op en brak keer op keer het samenspel der Fransche voorhoede. Ook Weber greep vast beraden in, doch zijn plaatsen was aanmer kelijk slechter en, daar ook Pellikaan niet uitblonk, kwam het meeste gevaar van den Franschen linkervleugel. Terwijl de bal op het middenveld huppel de, kondigde Wiltshire de rust aan. De tweede helft Na de hervatting kwam Holland het eerst tot een aanval, het was alleen jammer, dat Wels den bal liet liggen. En na drie minu ten was een zwak oogenblik van Halle er de oorzaak van, dat onze ploeg een achter stand kreeg, die, gezien het Nederlandsche spel, het ergste deed vreezen. Frankrijk vergroot den voorsprong. Bij een algemeenen aanval der Fran sche voorhoede kwam de linksbuiten Langiller in het bezit van den baL Hij loste van den vleugel een zeer scherp schot in den hoek van 't Nederlandsche doel. Waarschijnlijk had Halle een voorzet verwacht, zoodat hij totaal ver rast werd: wel liet hij zich in zijn volle lengte vallen, doch de bal gleed onder zijn lichaam door in het doel (03). Zoo kwam Frankrijk op gemakkelijke wijze aan een tweede doelpunt. Het zag er thans voor het Nederlandsche elftal somber uit en de laatste tegenslag was des te meer teleurstellend, omdat hij in een periode van overwicht werd ondervon den. Doch juist nu brak het oogenblik aan, waarin de Nederlandsche voorhoede toonde, dat zij de kunst van het doelpunten maken nog niet geheel verleerd was. Fraai doelpunt van Smit. Na elf minuten had van Heel den bal voor de voeten gekregen: hij gaf een uitstekenden pass naar Smit, die zich niet bedacht, maar met een scherp schot hoog in den hoek van het Fransche doel scoorde (12). En opnieuw trokken de Hollanders naar voren. Zij spanden zich werkelijk in om een gelijk spel te bevechten, doch als er slecht geplaatst wordt en er zwakke plekken in een elftal zijn, is ook de grootste inspanning vaak tot vruchteloosheid gedoemd. De Ne derlandsche ploeg bleef tot aan het einde vrijwel steeds in de meerderheid, en des ondanks stak het spel der Franschen dik wijls gunstig bij het Nederlandsche af. Smit dwaalde af en toe van zijn middenvoor- plaats af om den bal elders op te zoeken, hetgeen bewees, dat hij zich op die plaats toch niet geheel thuis voelde. En van Heel opereerde wel achter de voorhoede, maar vulde den aanval niet aan wanneer dat noo- dog was. Het moest dus van Wels, Smit en Bergman komen en het spreekt wel vanzelf, dat deze drie tegen de goed spelende Fran sche achterhoede niet al te veel in te bren gen hadden. Bijna had Frankrijk den voor sprong vergroot, toen de verdediging reeds gepasseerd was en de bal van den voet van een der Franschen in de richting van het doel suisde. Halle deed een uitval en toe vallig kwam het leer tegen zijn been, zoodat hij op gelukkige wijze een doelpunt kon voorkomen. Inmiddels had Di Lórto het druk gekre gen. De Nederlandsche achterhoede, en vooral Caldenhove, stuwde middenlinie en voorhoede op, zoodat men nu en dan zelfs van een belegering van het Fransche doel kon spreken. Di Lorto speelde met veel bra- vour en dook keer op keer met den bal uit het strijdgewoel op. Van Heel loste een scherp schot in den hoek, vallend redde Di Lorto en de in het veld terugspringende bal werd door Smit naast geschoten. Een schot van Paauwe kon de doelman nog juist tot hoekschop verwer ken. Zou ons elftal er toch nog in slagen, den achterstand in te halen? Deze hoop bleek ijdel te zijn, want een kwartier voor het einde werd het Fransche doelpunt gescoord, dat den wedstrijd be sliste. Frankrijk in veilige haven. Bij een Franschen aanval appelleerden Caldenhove en Weber voor buitenspel, waarbij zij niet merkten, dat Paauwe nog achter hen stond. De scheidsrechter floot dan ook niet en Courtois kon den bal zonder veel moeite in het Neder landsche doel plaatsen (13). Slechts een buitengewone prestatie kon het Nederlandsche elftal nog voor de neder laag bewaren. Inderdaad bleven onze man nen om het Fransche doel zwermen, maar, doordat de Franschen wijselijk hun verde diging versterkt hadden, was het niet ga- makkelijk er door te komen. Smit probeer de het nog met een schot, dat naast het doel terecht kwam en eens zette Wels op ouder wetsche wijze voor, waarna Smit miste. Onze voorhoede was niet gelukkig, toen een uit stekend en hard schot van van Heel buiten het bereik van Di Lorto tegen de paal ketste. De achterstand verkleind. Het harde werken van het Neder landsche elftal werd toch nog met een doelpunt beloond. Het was een doel- worsteling, dat Smit op een pass van Bergman opnieuw scoorde (23). Het publiek bleef zich roeren. Het was immers wel vaker gebeurd, dat een Neder landsch elftal, dat verslagen leek, in de laatste minuten een gelijk spel uit het vuur wist te sleepen! Doch ditmaal zou het zoo ver niet komen, hoewel het maar weinig scheelde. Want Vente, die blijkbaar ten minste één kogel wilde afvuren, schoot den bal hard in de richtihg van het Fransche doel en via jiet hoofd van een verdediger sprong de bal tegen de deklat. Een hoek schop was echter het eenige resultaat. Dit was de laatste kans voor Nederland ge weest: kort daarop was het tijd en de Ne derlandsche nederlaag een feit geworden. Een rustige stemming heerschte er na af loop in de Hollandsehe kleedkamer. Velen gevoelden zelf wel, dat de ontmoeting, wel ke zfj zoo even hadden gespeeld, niet een van de allerbesten uit hun voetbalcarrière was geweest. De heer H. W. H. Herberts, voorzitter van de keuze-commissie van den K.N.V.B., deelde ons als zijn meening mede, dat het Fransche elftal hem zeer was meegevallen. Dat Frankrijk arm voetbal speelt, is toch niet waar, zoo luidde zijn oordeeL Technisch was het spel onzer tegenstanders heel goed verzorgd. Het eerste doelpunt bijvoorbeeld werd ge scoord na een staaltje van volmaakte tech niek. Bij het resultaat van den wedstrijd kan ik mij heel goed neerleggen. Het Neder landsch elftal heeft geen slechten wedstrijd gespeeld. Het was jammer van die goal van Leo Halle en Vente was niet goed gedispo neerd. Het experiment, zooals men dat dan wil noemen, Smitvan Heel, is voor mij geen teleurstelling geweest. En van den de butant Bergman mag worden gezegd, dat hij meer heeft gepresteerd, dan wij van hem hadden verwacht. Hij heeft hard gewerkt,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 9