NEDERLAND VERLIEST VOOR DE TWEEDE KEER
VAN FRANKRIJK.
Nederland verliest met 3-2
VERLOREN, OMDAT ER G
VOORHOEDE WAS!
N
Gelijk spel was mogelijk geweest.
WERKELIJKE AANVALSLEIDER ONTBRAK.
Meening van anderen.
ALKMAARSCHE COURANT van MAANDAG 1 NOVEMBER 1937
FRANKRIJK WON
VERDIEND.
VENTE FAALDE.
Ongeveer 45000 menschen hebben
in het Olympisch Stadion een
wedstrijd gezien van de
Oranjemenschen.
Het verloop van den strijd
Keuze-commissie tevreden.
DERDE BLAD
SPORT EN WEDSTRIJDEN
Ongeveer 45.000 menschen hebben in
het Olympisch stadion een wedstrijd ge
zien van de Oranjemenschen tegen de
Fransche ploeg en zij zullen uitzon
deringen daargelaten met een eenigs-
zins onbevredigd gevoel huiswaarts
zijn getrokken.
Dit niet-voldaan-zijn kwam waarlijk
niet, omdat de Nederlandsche ploeg
verloor; zij kwam door het matige spel
der Oranje-dragers en door het zeer
zwakke spel der voorhoede-spelers.
De T.C. of Keuze-commissie had met moei
lijkheden te kampen. De eenige werkelijKe
Nederlandsche midvoor was niet beschik
baar, omdat hij het amateurisme openlijk
had vaarwel gezegd. En het pleit werkelijk
niet voor het Nederlandsche voetbal, dat
het ontbreken van één voetballer zoo veel
moeilijkheden heeft veroorzaakt.
Men weet, hoe getracht is, deze moeilijk
heid op te lossen. Een jongen speler durfde
men geen kans geven, omdat de jongeren
nog niet rijp zijn voor het interland-voet
bal. Daar zit wellicht veel waars in, want
er is niets fataler voor een jongen speler
dan te falen in een eersten wedstrijd en
daarna critiek te moeten slikken. Dat zou
hem waarschijnlijk voor langen tijd heele-
maal uit zijn doen brengen.
Wij kunnen dus vrede hebben met het
besluit, om te probeeren met de oudjes, die
tenslotte nog heelemaal zou oud niet zijn
en best nog een jaar mee kunnen.
Maar men is verder gegaan dan wellicht
strikt noodig was. Men heeft een van Heel
in de voorhoede geplaatst, waardoor Smit
zijn beste plaats linksbinnen heeft
moeten afstaan.
Dat gebeurde, omdat men er van over
tuigd was, dat ras-spelers als Smit en van
Heel op elke plaats een goede partij kun
nen spelen. Maar hoe goed men ook is als
speler, er is maar één plaats, waarop een
speler zijn kunnen geheel kan uitbuiten en
dat is zijn eigen plaats. Wat er nu geschied
de, beteekende een positieve verzwakking,
die men vooraf heeft kunnen weten.
De wedstrijd van gisteren heeft het dui
delijk geleerd: van Heel was niet slecht m
de voorhoede, maar hij was er evenmin op
dreef. Hij was vaak te langzaam, heel vaak
niet op zijn plaats en daardoor ontstonden
gapingen. En Smit was een goede speler, die
echter niet in zijn element kwam: hij mocht
niet zwerven en plotseling opduiken. Hij
moest de aanvalleider zijn en dat was hij
niet of althans niet zooals dat een goed mid
voor betaamt.
Een Smit en een van Heel op plaatsen,
die hun niet liggen, dat beteekende twee
goede spelers, die geen topprestaties kon
den leveren; dat beteekende een ernstige
verzwakking van het geheele elftaL Wan
neer van Heel op zijn oude plaats had ge
staan en Smit eveneens en men had één
anderen speler opgesteld, zeer waarschijn
lijk was alles veel beter geweest.
Terwijl bovendien Paauwe dan ook niet
op een vreemde plaats had behoeven te spe
len. Wat ook al een handicap was, want deze
Feijenoord-speler had dezen middag al te
veel moeite, om links te trappen, zoodat hij
juist iets beneden zijn normale kunnen
bleef.
Zoo leidde dus de „oplossing" tot een
volkomen mislukking
Maar tenslotte mag dit dan de directe oor
zaak zijn van de nederlaag, daarmede is
deze toch niet geheel verklaard. En daar
mee is zeker niet het zeer matige spel van
de geheele ploeg verklaard.
Daar was veel meer, wat teleurstelde en
daar was dan wel allereerst het plaatsen.
Zelden hebben wij in de laatste jaren een
wedstrijd gezien, waarin de Nederlanders
zoo zwak een bal plaatsten. Van de tien bal
len kwamen er zeker acht terecht bij de
Franschen. En nu mag men opmerken, dat
deze Franschen zich zoo fraai opstelden,
maar dat is struisvogelpolitiek. De Franschen
stelden zich lang niet altijd goed op, maar
het was, of de Oranjemannen met geen
mogelijkheid een bal naar een eigen speler
konden plaatsen.
Hoe zwak het plaatsen wel was, wordt 't
beste gedemonstreerd door de vrije trappen,
die Nederland te nemen kreeg. Daarvan is
er werkelijk niet één goed geplaatst. Smit
heeft het geprobeerd en Vente en van Heel,
maar het was volkomen mis. En dat recht
voor het doel van de tegenpartij
Wat misten we Bakhuijs juist ook bij die
vrije trappen. Hij had in elk geval gezorgd,
dat de Fransche doelverdediger warme han
den had gekregen
Wat mankeerde de Nederlandsche ploeg
dan?
Er lag toch geen matheid over het Ne
derlandsche elftal. Integendeel, er werd
behoudens enkele uitzonderingen vrij
enthousiast gespeeld. Maar er ontbrak te
veel aan de techniek. De Franschen waren
veel vlugger, hadden veel meer balcontrole
en waren doelbewuster dan de Nederlan
ders.
Kijk, dat is werkelijk een ernstige tegen
valler geweest: die minderheid aan tech
niek. En door die minderheid vlotte het sa
menspel ook veel minder dan dat der Fran
schen, die soms grandioos combineerden en
die combinatie met groote snelheid uitvoer
den.
Doch ook daarmee is de nederlaag van
Nederland niet geheel verklaard.
Er zijn jaren geweest, dat Oranje door
stug en sterk verdedigen een nederlaag wist
te voorkomen en dikwijls een zeker zijnde
nederlaag in een overwinning omzette. Toen
hadden wij de beschikking over een hechte
verdediging, waar vrijwel geen doorkomen
aan was.
Zoo'n verdediging was er ditmaal niet. En
twee der drie Fransche doelpunten zijn op
rekening te schuiven van onze achterhoede:
het derde toen Weber appelleeren boven
spelen prefereerde in de vaste overtuiging,
dat het fluitje wel zou gaan. Maar het ging
niet en er kwam een doelpunt. En het twee
de, omdat Halle niet wist, dat een buiten
speler ook gevaarlijk kan zijn met een
schot. Halle liet zich heel gewoon verras
sen door een laag ver schot, dat hij zeker
had moeten stoppen. Echter, daar staat te
genover, dat de Franschen ook een paar
keer pech hadden, zoodat de drie doelpun
ten, wat aantal betreft, wel terdege ver
diend waren.
Neen, onze achterhoede was niet in bui
tengewonen vorm, zonder echter onvoldoen
de te zijn geweest. Maar er was geen een
heid; elke speler van het achtertrio speelde
op zich zelf en combineerde te weinig met
zijn buren. Alleen Caldenhove maakte daar
op een uitzondering, al had hij nog heel
wat kunnen leeren van de Franschen, die
zoo nu en dan magnifiek terugspeelden op
hun doelman.
Maar met dezelfde achterhoede was een
flinke zege mogelijk geweest, als onze voor
hoede maar beter geweest was. En nu is
het bepaald een groote teleurstelling ge
weest, dat Vente zoo'n buitengewone mis
lukking was. Hoe is het mogelijk, dat een
speler, die een paar jaar geleden zoo emi
nent speelde, nu zoo hopeloos uit vorm is.
Wat Vente deed, was werkelijk stuntelig.
Vrije ballen kon hij zelfs niet plaatsen, schie
ten was hij heelemaal verleerd. Vente was
niet die Vente, die eertijds in het roem
ruchte elftal speelde.
En toen het in het begin mis ging, toen
raakte Vente zijn zelfvertrouwen heelemaal
kwijt en kon hij heelemaal geen goed meer
doen. Vente als geheel onvoldoende, Smit
en van Heel op niet voor hen geschikte
plaatsen, het is werkelijk een wonder, dat
er nog twee doelpunten kwamen.
Smit kreeg beide doelpunten op zijn
naam. Het eerste kwam op ouderwetsche
manier, waarbij als merkwaardigheid mag
worden geconstateerd dat van Heel toen
eigenlijk op zijn oude halfplaats stond. Hij
gaf van midden uit het veld een afgemeten
pass naar Smit, die ineens inkogelde en wel
zoo, dat er geen houden aan was.
Het tweede, dank zij den Blauw-Witter
Bergman, die scherp voorzette en Smit in
de gelegenheid stelde, om raak te schieten.
Waarmee we meteen op de buitenspelers
terecht komen. Welnu, zij hebben aan de
nederlaag geen schuld. Beide spelers hebben
een goede beurt gemaakt, hebben er van
gemaakt, wat er van gemaakt kon worden.
Wels was de oude, al kreeg hij onvoldoende
steun van Vente en Bergman was beter,
dan verwacht mocht worden. Hij was snel,
durfde en zette goed voor. Bovendien wa
ren alle hoekschoppen van beide vleugel
spelers van uitstekende kwaliteit. Dat er
niet uit gedoelpunt werd, lag heusch niet
aan Wels en Bergman. Het lag hem meer
aan de middenlinie, die steeds maar weer te
ver achter bleef, zoodat de Fransche verde
diging steeds weer kon opruimen, zelfs in
de perioden, dat de moeilijkheden groot
waren.
Dat was een tactische fout, die echter ook
weer te begrijpen was, omdat het gevaar,
dat uit een hoekschop op het Fransche doel
een uitval kon komen van de tegenpartij,
zeker niet denkbeeldig was. Want de^ Fran
schen bezaten in den linksbuiten Langliller
een uiterst gevaarlijk heerschap, die sneller
was dan zijn tegenstanders. En zij bezaten
in Nicolas een midvoor, die voor een minder
prettige St. Nicolaas-verrassing kon zorgen.
En dus moest onze middenlinie alle zorg
besteden-aan de verdediging. Dat deed ze
over het algemeen niet slecht en vooral An-
deriessen die dan al een paar jaar op zijn
retour moet zijn, was een rots. Hij speelde
een rustige en soliede partij en liet zich niet
gemakkelijk verrassen. Hij was onze beste
middenspeler. De beide kanthalfs waren
absoluut minder en hoewel Pellikaan na de
rust er steeds beter in kwam vooral in
de periode, waarin aanvallen werd gecom
mandeerd was zijn spel over het alge
meen te houterig. En wat Paauwe betreft,
we hebben reeds gewezen op het feit, dat
de Rotterdammer feitelijk maar één been
ter beschikking had. Dat is voor hem de
grootste handicap geweest. Overigens was
ook Paauwe niet onvoldoende.
Maar dat is het juist: schakelen we Vente
uit, dan was geen enkele speler onvoldoen
de. Maar slechts enkelingen konden een
top-prestatie leveren.
En daardoor werd er verloren.
Wat de Franschen betreft, zij hadden een
zeer levendig elftal, dat vinnig, soms te vin
nig speelde, maar dat een goed geheel was.
De gevaarlijkste mannen in de voorhoede
waren Nicolas en Langiller en de beste
man in de middenlinie was ontegenzegge
lijk Delfour. Van het achtertrio was de doel
verdediger de beste, terwijl de overige ver
dedigers zeker niet slecht waren, maar hun
spel te vaak ontsierden door minder faire
trucjes. Zoo zal Bergman vandaag fcog wel
weten, wat het is, te spelen tegen Bourbotte
en Cazenave
Éen groot voordeel hadden de Franschen,
dat ze vlugger waren dan hun tegenstan
ders en dat ze juist een tikje beter kopten.
Endat Bakhuijs er niet was
BakhuijsHoe dikwijls hebben we na
afloop niet gehoord, dat Bakhuijs gemist
werd. Wat had Smit zich kunnen uitleven
met Bakhuijs naast zich! Wat hadden we een
schoten te zien gekregen! Met Bakhuijs was
de wedstrijd gewonnen geworden, ondanks
een falenden Vente, ondanks de fouten in
de verdediging.
Maar Bakhuijs erdween en keert voor-
loopig niet op onze velden terug. Tenzij ook
hier het beroepsvoetbal openlijk wordt in
gevoerd en sigarenwinkels niet meer noodig
zijn voor camouflage.
Wat velen gevreesd hebben, is inder
daad geschied: Het Nederlandsch elftal
heeft het tegen Frankrijk niet kunnen
bolwerken en moest een 32-nederlaag
aanvaarden. Weliswaar zou een gelijk
spel een redelijker resultaat geweest
zijn, doch het blijft een feit, dat onze
ploeg veel van haar vroegere kracht
heeft verloren. Dat is in dezen wed
strijd duidelijk gebleken.
Even voor half drie betraden de elftallen
het veld, begroet met de „Marseillaise" en
het „Wilhelmus".
De loting werd door den Franschen aan
voerder, Delfour, gewonnen, en derhalve
speelde Frankrijk voor de rust met den vrij
zwakken wind mee. De elftallen stelden
zich als volgt op:
Nederland
Halle
Weber Caldenhove
Pellikaan Anderiessen Paauwe
Wels Vente Smit van Heel Bergman
O
Langiller Nicolas Courtois
Veinante Heisserer
Delfour Fosset Bourbotte
Mattier Cazenave
Di Lorto
Frankryk
Smit trapte af, doch de eerste aanval was
voor de Franschen. Hun linkervleugel kwam
aanstormen, doch Pellikaan bracht redding
ten koste van een hoekschop. Daarna bracht
Caldenhove den bal naar voren en Smit
loste zijn eerste schot, dat naast het doel
belandde. In deze eerste minuten was Hol
land iets in de meerderheid, het Fransche
doel werd echter niet in gevaar gebracht,
Na 6 minuten nam Wels den eersten hoek
schop op het Fransche doel en even later
veroorzaakte Weber onnoodig den tweeden
corner op Halle's doel.
Het was al dadelijk opmerkelijk, dat het
in de Nederlandsche gelederen niet zoo
vlotte als anders meestal het geval is. Er
werd met minder elan, met minder kracht
gespeeld en ook de eenheid liet wel eens
te wenschen over. En Vente toonde reeds
bij de eerste ballen, die hij te behandelen
kreeg, een onbegrijpelijke onzekerheid en
een volkomen gemis aan balcontrole. Zoo
kon men van den aanvang af verwachten,
dat onze ploeg een zwaren wedstrijd te spe
len zou krijgen. De middenlinie bleef ach
ter, waardoor natuurlijk de verdediging ver
sterkt werd. Halle raakte den bal na negen
minuten voor het eerst aan maar de
kracht van de toch al weinig vertrouwen
inboezemende voorhoede werd duidelijk ge
demonstreerd.
De Franschen wierpen zich met geestdrift
in den strijd, waren vrij snel en reageerden
vaak beter dan hun tegenstanders. Door een
klein misverstand in de Nederlandsche
achterhoede kreeg Nicolas gelegenheid een
schot te lossen: de bal suisde echter langs
ons doel. Di Lorto, de Fransche doelverde
diger, had het nog niet al te moeilijk gehad,
tot een voorzet van Bergman hem tot snel
handelen noopte. Hij greep den bal uit de
lucht en ontnam zoo den Nederlandschen
aanval een kans.
Frankrijk neemt de leiding.
Na ongeveer een kwartier leverde de
Fransche voorhoede het bewijs, dat zij
tot snel en resoluut optreden in staat
was. Bij een Franschen aanval werd de
bal naar Courtois gespeeld: deze zag,
dat Nicolas in goede positie stond en
gaf hem het leer onverwijld door. Ni
colas aarzelde evenmin en joeg den bal,
onhoudbaar voor Halle, in het Neder
landsche doel (01).
Een fraaie, snelle manoeuvre, die begrij
pelijkerwijs de Fransche toeschouwers in
geestdrift bracht. Nederland stelde onmid
dellijk pogingen in het werk den achter
stand in te halen en bij een feilen aanval
ging de bal juist naast het Fransche doel.
De Engelsche scheidsrechter Wiltshire had
hier trouwens verzuimd voor buitenspel te
fluiten. Beide doelen kwamen daarna eenige
malen in gevaar. Een kansrijke voorzet van
Bergman werd nog juist tot hoekschop ver
werkt en Halle wierp zich moedig op den
bal, toen eenige aanvallers waren doorge
broken. Nu en dan toonde de Fransche ach
terhoede een ietwat gevaarlijke wijze van
op den doelverdediger terug spelen, maar
Di Lorto hield zoowel de schoten van zijn
backs als de door de Nederlanders ingescho
ten ballen.
Intusschen was onze middenlinie wat
meer naar voren gekomen en de uitwerking
daarvan was duidelijk zichtbaar. Er kon
van een Nederlandsch overwicht gesproken
worden en verschillende malen kon Di
Lorto slechts met moeite redding brengen.
We zagen eenige hoekschoppen op zijn doel,
het kwam meermalen tot doelworsteiingen,
maar met dat al lukte het in de Hollandsehe
voorhoede niet: Vente bleef ver beneden
zijn kunnen spelen, Wels was ook minder
handig en snel dan anders en Bergman, die
in deze voorhoede geen slecht figuur sloeg,
werd te weinig in het spel betrokken. Bo
vendien was het slechte plaatsen van ver
scheidene spelers een belangrijke handicap,
doordat kansrijke aanvallen onderbroken
werden.
Bergman zette opnieuw goed voor en Di
Lorto greep, hoog opspringend, den bal
voor het toestormende binnentrio weg. Bour
botte veroorzaakte eenige vrije schoppen
door zijn vrij ruw spel, doch werkelijKe
kansen boden die niet. Tweemaal werd
Bergman gehaakt, toen hij naar voren wil
de snellen.
In de laatste minuten voor de rust werd
het overwicht der onzen grooter en een
oogenblik leek het, of de Fransche verdedi
ging het hoofd verloor. In die minuten had
Nederland zeker kansen, maar zij werden
niet gebruikt. De Franschen kregen gelegen
heid zich te herstellen en zich te bevrijden,
hetgeen beteekende, dat Caldenhove weer
kon laten zien, dat hij een voortreffelijk
verdediger is. Hij stelde zich uitmuntend op
en brak keer op keer het samenspel der
Fransche voorhoede. Ook Weber greep vast
beraden in, doch zijn plaatsen was aanmer
kelijk slechter en, daar ook Pellikaan niet
uitblonk, kwam het meeste gevaar van den
Franschen linkervleugel.
Terwijl de bal op het middenveld huppel
de, kondigde Wiltshire de rust aan.
De tweede helft
Na de hervatting kwam Holland het eerst
tot een aanval, het was alleen jammer, dat
Wels den bal liet liggen. En na drie minu
ten was een zwak oogenblik van Halle er
de oorzaak van, dat onze ploeg een achter
stand kreeg, die, gezien het Nederlandsche
spel, het ergste deed vreezen.
Frankrijk vergroot den voorsprong.
Bij een algemeenen aanval der Fran
sche voorhoede kwam de linksbuiten
Langiller in het bezit van den baL Hij
loste van den vleugel een zeer scherp
schot in den hoek van 't Nederlandsche
doel. Waarschijnlijk had Halle een
voorzet verwacht, zoodat hij totaal ver
rast werd: wel liet hij zich in zijn volle
lengte vallen, doch de bal gleed onder
zijn lichaam door in het doel (03).
Zoo kwam Frankrijk op gemakkelijke
wijze aan een tweede doelpunt.
Het zag er thans voor het Nederlandsche
elftal somber uit en de laatste tegenslag
was des te meer teleurstellend, omdat hij in
een periode van overwicht werd ondervon
den. Doch juist nu brak het oogenblik aan,
waarin de Nederlandsche voorhoede toonde,
dat zij de kunst van het doelpunten maken
nog niet geheel verleerd was.
Fraai doelpunt van Smit.
Na elf minuten had van Heel den bal
voor de voeten gekregen: hij gaf een
uitstekenden pass naar Smit, die zich
niet bedacht, maar met een scherp schot
hoog in den hoek van het Fransche
doel scoorde (12).
En opnieuw trokken de Hollanders naar
voren. Zij spanden zich werkelijk in om een
gelijk spel te bevechten, doch als er slecht
geplaatst wordt en er zwakke plekken in
een elftal zijn, is ook de grootste inspanning
vaak tot vruchteloosheid gedoemd. De Ne
derlandsche ploeg bleef tot aan het einde
vrijwel steeds in de meerderheid, en des
ondanks stak het spel der Franschen dik
wijls gunstig bij het Nederlandsche af. Smit
dwaalde af en toe van zijn middenvoor-
plaats af om den bal elders op te zoeken,
hetgeen bewees, dat hij zich op die plaats
toch niet geheel thuis voelde. En van Heel
opereerde wel achter de voorhoede, maar
vulde den aanval niet aan wanneer dat noo-
dog was. Het moest dus van Wels, Smit en
Bergman komen en het spreekt wel vanzelf,
dat deze drie tegen de goed spelende Fran
sche achterhoede niet al te veel in te bren
gen hadden. Bijna had Frankrijk den voor
sprong vergroot, toen de verdediging reeds
gepasseerd was en de bal van den voet van
een der Franschen in de richting van het
doel suisde. Halle deed een uitval en toe
vallig kwam het leer tegen zijn been, zoodat
hij op gelukkige wijze een doelpunt kon
voorkomen.
Inmiddels had Di Lórto het druk gekre
gen. De Nederlandsche achterhoede, en
vooral Caldenhove, stuwde middenlinie en
voorhoede op, zoodat men nu en dan zelfs
van een belegering van het Fransche doel
kon spreken. Di Lorto speelde met veel bra-
vour en dook keer op keer met den bal uit
het strijdgewoel op.
Van Heel loste een scherp schot in den
hoek, vallend redde Di Lorto en de in het
veld terugspringende bal werd door Smit
naast geschoten. Een schot van Paauwe kon
de doelman nog juist tot hoekschop verwer
ken. Zou ons elftal er toch nog in slagen,
den achterstand in te halen?
Deze hoop bleek ijdel te zijn, want een
kwartier voor het einde werd het Fransche
doelpunt gescoord, dat den wedstrijd be
sliste.
Frankrijk in veilige haven.
Bij een Franschen aanval appelleerden
Caldenhove en Weber voor buitenspel,
waarbij zij niet merkten, dat Paauwe
nog achter hen stond. De scheidsrechter
floot dan ook niet en Courtois kon den
bal zonder veel moeite in het Neder
landsche doel plaatsen (13).
Slechts een buitengewone prestatie kon
het Nederlandsche elftal nog voor de neder
laag bewaren. Inderdaad bleven onze man
nen om het Fransche doel zwermen, maar,
doordat de Franschen wijselijk hun verde
diging versterkt hadden, was het niet ga-
makkelijk er door te komen. Smit probeer
de het nog met een schot, dat naast het doel
terecht kwam en eens zette Wels op ouder
wetsche wijze voor, waarna Smit miste. Onze
voorhoede was niet gelukkig, toen een uit
stekend en hard schot van van Heel buiten
het bereik van Di Lorto tegen de paal
ketste.
De achterstand verkleind.
Het harde werken van het Neder
landsche elftal werd toch nog met een
doelpunt beloond. Het was een doel-
worsteling, dat Smit op een pass van
Bergman opnieuw scoorde (23).
Het publiek bleef zich roeren. Het was
immers wel vaker gebeurd, dat een Neder
landsch elftal, dat verslagen leek, in de
laatste minuten een gelijk spel uit het vuur
wist te sleepen! Doch ditmaal zou het zoo
ver niet komen, hoewel het maar weinig
scheelde. Want Vente, die blijkbaar ten
minste één kogel wilde afvuren, schoot den
bal hard in de richtihg van het Fransche
doel en via jiet hoofd van een verdediger
sprong de bal tegen de deklat. Een hoek
schop was echter het eenige resultaat. Dit
was de laatste kans voor Nederland ge
weest: kort daarop was het tijd en de Ne
derlandsche nederlaag een feit geworden.
Een rustige stemming heerschte er na af
loop in de Hollandsehe kleedkamer. Velen
gevoelden zelf wel, dat de ontmoeting, wel
ke zfj zoo even hadden gespeeld, niet een
van de allerbesten uit hun voetbalcarrière
was geweest.
De heer H. W. H. Herberts, voorzitter
van de keuze-commissie van den K.N.V.B.,
deelde ons als zijn meening mede, dat het
Fransche elftal hem zeer was meegevallen.
Dat Frankrijk arm voetbal speelt, is toch
niet waar, zoo luidde zijn oordeeL Technisch
was het spel onzer tegenstanders heel goed
verzorgd.
Het eerste doelpunt bijvoorbeeld werd ge
scoord na een staaltje van volmaakte tech
niek. Bij het resultaat van den wedstrijd
kan ik mij heel goed neerleggen. Het Neder
landsch elftal heeft geen slechten wedstrijd
gespeeld. Het was jammer van die goal van
Leo Halle en Vente was niet goed gedispo
neerd. Het experiment, zooals men dat dan
wil noemen, Smitvan Heel, is voor mij
geen teleurstelling geweest. En van den de
butant Bergman mag worden gezegd, dat
hij meer heeft gepresteerd, dan wij van hem
hadden verwacht. Hij heeft hard gewerkt,