AJLïï Onverstaanbare redevoeringen in de Tweede Kamer. PARLEMENT Aandrang op een nieuwe Zondagswet. Jiaduipco qtammo Vervulling vacature voorzitter. Jjinmnlaiul OeuUleton 'T OOO <s> VAN TWEEDE BLAD Vrijdag 12 November. HILVERSUM, 301 M. (8—12.—, 4—7.30 en 9—12— VARA, de AVRO van 12.—4— en de VPRO van 7.309.uur). 8.Gr.pl. IC.VPRO-morgenwyding. 10.20 Deel. 10.40 Gr.pl. 11.Verv. deel.' 11.20 Orgelspel. 12— Gr.pl. 12.30 Avro-dansorkest en soliste. 1. Solistenconcert en gr.pl. 2.10 Voor de vrouw. 2.30 Lyra-trio. 3.15 Avro- dansorkest, soliste en gr.pl. 4. Gr.pl. 5.Kinderuurtje. 5.30 Me- loskwintet en soliste. 6.Optreden van amateurs. 6.30 Politiek radio journaal. 6.50 Gr.pL 7.Jeugd in crisistijd, causerie. 7.20 Gr.pl. 7.25 ANP-ber. 7.35 Lezen in den Bij bel, causerie. 8.Cello en piano. 8.30 Muz. causerie. 9 De Ram- blers. 9.30 Trompet en orgel. 10. Fantasia. 10.30 ANP-ber. 10.40 VPRO-a vond wy ding. 11.Harp- concert. 11.30—12.Jazzmuziek gramof oonplaten HILVERSUM, 1875 M. (Alg. progr. KRO). 8—9.15 en 10— Gr.pl. 11.30 Bijbelsche causerie. 12.Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30 Modern Klein- orkest en gr.pl. 1.45 Gr.pl. 3.05 De KRO-melodisten en solist. 4. Gr.pl. 4.15 KRO-Kamerorkest. 5.— Gr.pl. 5.15 KRO-orkest. 6— Land en tuinbouwcauserie. 6.20 De KRO- melodisten en solist. 7.Ber. 7.15 De KRO-luchtlijn, causerie. 7.35 Bedrijfsrep. 8.ANP-ber. 8.15 Gr.pl. 8.20 De KRO-melodisten en solist. 8.45 Cabaret-revue mmv. so listen en de KRO-melodisten. 9.45 Gr.pl. 10.KRO-orkest en solist. 10.30 ANP-ber. 10.40 KRO-orkest. 11.20—12— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.40—11.50 Pianovoordr. 12.10 Cello en orgel. 12.50 H. Hall en zijn Band. 1.35 2.20 Het Grinke-Trio. 4.20 Jazz muziek (gr.pl.) 5.Radiotooneel. 5.20 Zang. 5.40 Het Hallis-kwintet. 6.20 Ber. 6.45 Duitsche dialoog. 7.05 L. Levy's Filmorkest en solisten. 7.30 Muz. causerie. 7.50 Londensch Symph.-orkest, koor en solisten. 8.20 Revue-progr. 9.20 Ber. 9.40 Longer Life, causerie. 10.Orgel en bas. 10.35 Mezzo-sopraan en piano. 11.20 Bram Martin's Band. 11.5012.20 Dansmuziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 8— en 10.35 Gr.pl. 12.20 Pascal-orkest en zang. 3.05 Radiotooneel. 4.35 Zang. 5.20 Kamermuziek. 8.35 Zang. 8.50 Cabaret-progr. 10.50 Gr.pl. 11.20— 12.50 Orkestconcert. KEULEN, 456 M. 5.50 Luchtvaart muziekcorps. 7.50 Omroepschram- melensemble en solisten. 11,20 Landes-Symph.-orkest Saarpalts. 1.35 Concert. 3.35 Quatre-mains. 4.20 Gr.pl. 6.30 Solistenconcert. 7.20 Militair concert. 9.5011.20 Em. Rambour's orkest, pianoduo en so listen. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepdans- orkest. 1.30 Salonorkest. 1.50—2.29 Gr.pl. 5.20 Kleinorkest. 6.35 Salon orkest. 7.20 Volksliederen. 8.20 Kleinorkest. 8.50 Radiotooneel. 9.35 Kleinorkest. 10.3011.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.30 Gr.pl. 1.50 Zang. 2—2.20 Gr.pl. 5.20 Omroeporkest. 6.35 Gr.pl. 6.50 Pianovoordr. 7.10 en 7.35 Gr.pl. 8.20 Voor Oud-Stryders. 10.30 Gr.pl. 10.4511.20 Omroepdansorkest en solist. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Radiotooneel. 8.20 Ber. 8.35 Omroepkleinorkest, -kamerkoor en solisten. 9.20 Ber. 9.5011.20 Em. Rambour's orkest, Pianoduo Hans Bund en solisten. (10.0510.20 Weerbericht. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.8.50, Parijs 8.50—11.20, Keulen 11.20—13.20, Brussel VI. 13.2014.20, Norman- dië 14.20—15.20, D.sender 15.20— 10.20, Keulen 16.2017.20, Brussel Fr. 17.20—19.20, Keulen 19.20 20.20, Droitwich 20.20—21.40, Wee- nen 21.4022.50, Berlijn 22.50 23.20, Luxemburg 23.2024. Lijn 4: Brussel VI. 8—9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35—12.50, Droitwich 12.50—13.35, Lond. Reg. 13.3517.20, Droitwich 17.20—18.20, ijond. Reg. 18.20— 19.05, Droitwich 19.0520.20, Nor- mandië 20.2022.Droitwich 22—22.35, Brussel Fr. 22.35—22.45, Lond. Reg. 22.4523.20, Droitwich 23.20—24.—. Lijn 5: Diversen. 0O@0OO0Ö©O0OOOOO ©O# (Van onzen parlementairen medewerker). In den aanvang der vergadering van de Tweede Kamer van gistermiddag is de voordracht opgemaakt voor het voorzitter schap, waaruit de Koningin een keuze zal doen. Gelijk te verwachten was, is de oud minister van Justitie, mr. van Schaik, die reeds eenige jaren voorzitter was, als eerste candidaat daarop verschenen; hij kreeg 62 van de 78 uitgebrachte stemmen, blanco waren er twaalf, drie stemmen ver kreeg de heer de Marchant et d'Ansem- bourg (n.s.b.), vermoedelijk van zijn par- tijgenooten, en 1 stem werd op den heer van den Tempel uitgebracht. De beide ondervoorzitters, respectievelijk de heeren Smeenk (a.r.) en Drees (s.d.a.p.), kwamen in dezelfde volgorde als volgende candida- ten uit de bus; op deze plaatsen komt der halve geen verandering. De voordracht wordt aan de Koningin schriftelijk aange boden, aangezien H. M. niet in de Resi dentie, maar op het Loo vertoeft. Wanneer de Koningin in den Haag is, gebeurt de aanbieding door de leden van de commis sie van stemopneming, waaraan nog enkele leden worden toegevoegd, aan het hoofd van welke delegatie de voorzitter, die het laatst deze functie bekleedde, zich stelt. Nationaal-socialisten aan het woord. Vervolgens werden de algemeene be schouwingen over de Rijksbegrooting voortgezet met een betoog van den frac tieleider der n.s.b., graaf de Marchant et d'Ansembourg, die onmiddellijk gevolgd werd door mr. Rost van Tonningen, zoodat toen de spreektijd van de jongste fractie der Tweede Kamer óp was. De heer d'Ansembourg hield een prin- cipieele rede, waarin hij een beknopte uit eenzetting van de nationaal-socialistische denkbeelden op staatkundig gebied gaf; het betoog van den heer Rost van Tonnin gen vulde dit met financieele beschouwin gen aan. Beide heeren waren zeer slecht te volgen. In de eerste plaats lazen zij hun redevoeringen in een buitengewoon snel tempo voor, daarbij verzuimden ze op hun voordracht te letten, zoodat er haast geen verschil van toonhoogte in hun stem was te bespeuren. Neemt men dan nog in aan merking dat er van gearticuleerd spreken niet veel kwam, en dat gedurende het grootste deel van de rede van den eersten woordvoerder de luidspreker niet of zeer onvoldoende functionneerde, dan kan men zich voorstellen, dat niet veel meer dan klanken den rand van de perstribune be reikten. Ook op een ordentelijke geluids productie zullen deze homines novi zich nog moeten inschieten, en, blijkens eenig gehamer van den waarnemenden voorzit ter, ook nog op wat gekuischteT parlemen tairen stijl Woorden .als „insinuatie" zijn taboe. Alles ging heel in het vriendelijke de heer Smeenk is er gansch de man niet naar om ruzie te maken en de „slacht offers" zelf waren eveneens zeer gewillig om wat als parlementair ongebruikelijk werd geacht, te verbeteren. Als deze hee ren nu maar eens goed luisteren naar de heeren Wijnkoop en de Visser, dan kunnen zij in dat opzicht nog wel iets leeren. Ook dezen maakten nog al eens kennis met des voorzitters hamer, maar ze hebben het geleerd en in de laatste paar jaren is het zelfs „splendid"! Voor het betoog van de nationaal-socia listen zullen we ons nu moeten wenden tot hun uiteenzettingen in het voorloopig verslag, waarbij het gesprokene, voorzoo ver we konden nagaan, tamelijk wel aan sloot. De heer d'Ansembourg begon met een beschouwing over den uitslag van de ver kiezingen, welke z. i. eigenlijk een over winning voor E. D. D. hebben opgeleverd. Dat de n.s.b. slechts een kleine groep uit maakt, heeft voor een principieele partij niets te beteekenen. Haar aanwezigheid in het parlement motiveerde hij met een nederdalen tot het niveau der tegenstan ders! Na een scherpe critiek op de katholie ken, die het kabinet zoüden overheer- schen en hun stemmencijfer bij de ver kiezingen slechts aan de actie der geeste lijkheid te danken hebben, en na een veeg uit de pan aan het adres van het „politie ke christendom", volgde het principieele gedeelte, waarin hij betoogde dat het nationaal-socialisme, verkondigend de corporatieve staatsgedachte, strijdt tegen het parlementaire stelsel en de politieke partijen. De goddelijke orde erkennend, beschermt de n.s.b. het christendom; om dat zij Gods almacht erkennen, zien de nationaal-socialisten de dingen om zich heen groeien zooals zij moeten zijn. Een 4-jarenplan kan uitkomst geven in den strijd tegen de werkloosheid; deze regee ring erkent haar onmacht daartegenover en doet slechts nietszeggende beloften. De bewering, dat de n.s.b. den volksin vloed zou willen uitschakelen, noemde de woordvoerder dezer partij absoluut on juist. Zijn partijgenoot Rost van Tonningen sprak in het bijzonder over de financiën en richtte tot de regeering vele verwijten. Zij zou de volkswelvaart beperken, in plaats van vermeerderen; haar aanpas singspolitiek heeft gefaald; de groote massa bezit geen koopkracht meer; de tuinbouw verkeert in de verdrukking; op de kapi taalmarkt heerscht de grootste wanorde, getuige o.a. het mislukken van de jongste Indische conversieleening. De minister-president verwacht slechts heil van den export, terwijl tal van landen zich met succes op de zelfvoorziening heb ben geworpen; de regeering maakt schro melijk misbruik van der. kapitaaldienst, door te leenen voor niet-productieve uit gaven; de begrooting draagt een inflatie karakter. Belangrijk betoog van jhr. de Geer. Jhr. de Geer (c.h.), die geheel het oor van de Kamer had, hield een belangrijke rede over de kabinetsformatie en de te genstellingen, waaraan deze nieuw leven zou inblazen. Belangrijk hierom, omdat hij er naar streefde gevoelens van wrok, wel ke zich vastgezet zouden kunnen hebben, te verzachten, en misverstanden uit den weg te ruimen, terwijl hij tevens de aan dacht vestigde op verschijnselen in vrij zinnigen kring, waaruit, bij verdere ont wikkeling, een groei naar een christelijke regeering toe, zou kunnen resulteeren. Na de kabinetsformatie van dr. Colyn, welke, in tegenstelling met veler ver wachtingen, niet op een kabinet op breede basis, maar op een rechtsche regeering is uitgeloopen, hebben tienduizenden zich teleurgesteld gevoeld; men heeft schuldi gen gezocht en ze nu weer hier dan weer daar gevonden. De golven der politieke wateren rezen en klotsten zwaar; op die golven nu trachtte de heer de Geer giste ren olie te gieten. Tii begon met te wijzen op een merk waardige evolutie, welke zich bij de be strijding van de rechtsche partijen heeft voltrokken. Vroeger wilde men de schei dingslijn trekken tusschen behoudend en vooruitstrevend, thans zegt men; er moe ten geen scheidingslijnen meer ziin. In 1933 sloot men een soort van Godsvrede, in 1937 zegt men: wij zijn allen broederen, wij willen allemaal in het kabinet zitten. Maar op die manier wordt toch het ge zonde partijleven geheel gediscrimineerd! De verschijning van dit kabinet beteekent juist de terugkeer van meer normale poli tieke verhoudingen. Zijn samenstelling beteekent niet een minderwaardigverkla ring van sommige personen of partijen. De partijen staan gelijkwaardig naast elkaar; de averechtsche critiek heeft dit misver stand in het leven geroepen. Een man als prof. Gcudriaan-Mie vroeger lid der s.d.a.p. is geweest) weeMn een weekbladartikel op de wenschelijkheid van een spoedigen terugkeer tot een principeele regeerings- politiek en normale parlementaire verhou dingen; hij vond het optreden van/ een rechtsch kabinet juist. De heer de Geer betwistte geenszins, dat er zich onder de rechtsche partijen verschil len, ook van practischen aard voordoen, maar het christelijk beginsel werkt niet als een orakel, doch als een Grondwet, waar aan allerlei vragen en antwoorden moeten worden getoetst. En dit scherpe onderscheid pleegt men nu eenmaal niet te maken. In middels constateerde de leider der chr. hist. fractie verheugende verschijnselen, name lijk dat men zich ook buiten de rechtsche partijen gaat bezinnen op het verband tus schen christendom en staatkunde. Met in stemming- haalde hij eenige uitspraken van vrijzinnigen kant aan. Al zijn deze nog in cidenteel, hij achtte ze niettemin hoopvol, omdat op den duur de verhoudingen naar elkaar kunnen toegroeien. vHet standpunt der regeering, dat met de tegenwoordige Zondagswet (die van 1815 dateert) nog best kan worden gewerkt in het belang van de Zondagsheiliging, vond hij onjuist. Plaatselijk bestaan groote ver schillen. en menigmaal moesten gemeente verordeningen, als strijdig met deze wet achterwege blijven. Aan de gemeentebestu ren zou de bevoegdheid gegeven moeten worden althans in de Zondagochtenduren regelend, al naar gelang de plaatselijke ver houdingen zijn, op te treden. De heer de Geer denkt zich een wetswijziging, waarin de ongestoorde godsdienstoefeningen wor den gewaarborgd, in het bijzonder in de morgenuren, maar toch zondei verderen dwang ten aanzien van de besteding van den verderen Zondag. Ook bepleitte hij wijziging van de echt- scheidingswet, zoodat aan den onwaarach- tigen toestand van het oogenblik (echt scheiding eigenlijk bij onderling goedvin den, hetgeen de wet verbiedt!) een einde komt; men zou de echtscheidingsgronden bijvoorbeeld voor krankzinnigheid kunnen uitbreiden. Over de financiën en den kijk, dien de regeering daarop heeft, zeide de heer de Geer weinig. Hij vond de hooge belastingen een donker punt en vroeg ^ich af of onder deze omstandigheden wel nieuwe heffin gen mogen worden ingesteld. Er bestaat ver schil in waardeering van uitgaven (bij voorbeeld voor de defensie als in het staats belang), maai het/complex daarvan zal de draagkracht der natie niet te boven mogen gaan. Tenslotte zegde de leider der chr. hist- den warmen steun van zijn fractie aan dit kabinet toe. De heer Bierema aan het woord. De heer Bierema (lilS/) was de laatste spreker gistermiddag. Hij attaqueerde den heer Albarda (s.d.) wegens een uitlating van eergisteren. De leider der s.d.a.p. zou namelijk hebben gezegd, dat, als de arbei ders alles lazen wat in de liberale bladen stond, het bloed langs de straten zou vloeien. Heeft de heer Albarda, aldus vroeg de heer Bierema, zoo weinig vertrouwen in de democratische gezindheid van de Neder- landsche arbeiders, dat zij geen meening kunnen lezen, welke van de hunne afwijkt? Met kracht ontkende hij, dat de libe ralen op het algemeen kiesrecht zouden wil len terugkomen. In het bijzonder bestreed hy de n.s.b., welke evenals de communis tische party by de verkiezingen was ver oordeeld. De beste bestryding van de natio naal-socialisten is z.i. de verbetering van de democratie. Betwist moest worden dat de liberalen als zoodanig stemmen aan de n.s.b. zouden hebben verloren. De heer Bierema betreurde het, dat de minister-president geen mededeelingen wil de doen omtrent de oorzaken, die tot de mislukkig van een kabinet op breede basis hebben geleid. Als dr. Colyn aan de vor ming van een „positief christelijk" kabinet heeft vastgehouden, in den zin als de ge schiedenis leert, is het niet te verwonderen dat de liberalen niet mee konden doen met een kabinet op breedere basis op dien grondslag. Dit begrip heeft een geschiedenis en dat sluit de vrijzinnigen uit. Het was den heer Bierema niet duidelijk waarom men dit kabinet niet „coalitie-kabinet" mocht noemen. Met betrekking tot de economische poli tiek waarschuwde hij tegen het hanteeren van contingenteeringen als onderhandelings object; men raakt ze dan niet meer kwijt. Met de defensieplannen ging hij mede, maar hy geloofde ook dat de regeering iets voor de ouden van dagen en het lager onderwijs (de te groote klassen) zou moeten doen; terwijl loonsverhooging bij voortdurende prijsstijging niet achterwege zou kunnen blijven. Ten aanzien van de plannen der regeering mét betrekking tot de Zondags rust was de liberale fractie niet gerust. Vand3ag verder. UIT HET KRUIDENIERSBEDRIJF. Oprichting van een nieuwen bond voor het geheele land. In een gisteren te Utrecht in hotel Noord- Brabant gehouden bijeenkomst is besloten tot oprichting van een nationalen bond van kruideniers, naast de bestaande organisaties op dit gebied. De vergadering werd geleid door den voorzitter van het voorloopige be stuur, den heer F. G. Lebbing uit Amster dam, die de oprichting van den nieuwen bond niet een gevolg noemde van een con flict met de bestaande bonden, maar meer een gevolg van de ontevredenheid met het bestaande. Speciaal het ontbreken van een sterke vakactie by deze bonden en de mis lukkig van de aaneensluiting van den Ned. Kruideniersbond en den Federatieven bond van winkeliers in koloniale waren hebben zooveel teleurstelling gewekt, dat besloten werd tot oprichting van een vakbond in den vorm van een bond voor het heele land met plaatselijke afdeelingen, staande buiten den coöperatieven inkoop en in de eerste plaats ten doel hebbende het voeren van directe vakactie. Elk lid zal vrij zijn in het bepalen van het bedrag zyner contributie, met een minimum van 0.20 per week; een boetestelsel zal worden ingevoerd ter hand having van de statuten, het huishoudelijk reglement en de bestuursbesluiten. Nadat de heer H. C. Tupker uit Den Haag een uiteenzetting had gegeven van de voor- deelen van een aansluiting bij den Kon. Ned. Middenstandsbond, waartoe in principe was besloten, en na eenig debat tusschen de aanwezige bestuursleden van andere orga nisaties en den voorzitter, werd tot defini tieve oprichting van den kruideniersbond besloten. De statuten sluiten uitdrukkelijk van het lidmaatschap uit de grootwinkel-, filiaal- en warenhuisbedryven, alsmede verbruiks- en personeel-coöperaties. Het doel van den bond is het bevorderen en behartigen in den ruimsten zin van de belangen van de te goe der naam en faam bekend staande zelfstan dige kruideniers in Nederland. Het bestuur werd als volgt samengesteld: F. G. Lebbing te Amsterdam, voorzitter; J. P. M. van Loon te Rotterdam, H. Spijker man in Den Haag, G. Klasen te Bussum, A. Bottema te Utrecht en H. van den Eijnden te Deventer. Tot secretaris is benoemd mr. G. J. F. Sluyters te Utrecht. Eenige tiental len ledtn traden tot de nieuwe organisatie toe. Door ALAN DARE 2) „Niet? Wel, we moeten iets doen. Mijn jas ligt verderop op een bank. Wilt u beloven, hier te zullen blijven, terwijl ik ze ga halen en een taxi ook?" „Ja". „U belooft het op uw woord?" „Ja, ja". Hij liep vlug de treden op en vond byna dadelijk een taxi. Hij verzocht den chauf feur te wachten, zocht zijn jas en ging naar het meisje terug, dat nog op een der treden zat. Hij sloeg de jas om haar heen en leidde haar naar de taxi en beval den chauffeur, hen naar Hampstead te bren gen. Het meisje keek hem aan. „Waar waar gaan wy heen?" „Naar mijn flat". „Maar ik „U moet mij vertrouwen. Ik heb een heele goede, oude huishoudster, die u kleeren zal bezorgen, terwijl de uwe drogen". Zij keek hem weer aan met haar spre kende oogen en knikte toen zwijgend. Het was duidelijk merkbaar, dat zy nog leed van den schok en daarom zag hy er van af, haar vragen, te stellen omtrent de oor zaak van haar gedrag. „Hebt u het koud?" „Een beetje". „Wij zijn gauw thuis. Er is bijna geen verkeer meer op de straten". Zij had de handen om de knieën gesla gen en staarde uit het raampje, terwijl de taxi over steenen en tramrails ratelde en schokte. Toen zy Hampstead naderden, begon zij teekenen van onrust te geven. Maar zijn sympathiek glimlachje stelde haar gerust en zij zuchtte en legde zich bij den toestand neer. Toen zy het flat bereikten, keek de huis houdster hen verwonderd aan, maar zoo zij al eenige achterdocht koesterde, werd deze verdreven door den zorgvollen toe stand, waarin het meisje verkeerde, en door de uitdrukking in haar donkerbruine oogen. „Deze jonge dame heeft een ongeluk ge had, mrs. Morrison", zei Kennedy. „Wilt u haar iets opwekkends geven, terwijl haar kleeren drogen?" „Natuurlijk! Lief kind, je rilt! Wat is er gebeurd?" „Zij is by ongeluk in het water geval len", zei Kennedy snel. „Kom, verspil maar geen tyd. Ik ga me verkleeden en zal in de zitkamer wachten". Hy stak zich onmiddellyk in droge klee ren en ging een pyp zitten rooken, terwyl zijn gast zich toonbaar maakte. Hoe avon- tuurlyk zyn leven ook geweest was, het was voor het eerst, dat iets dergelyks hem overkomen was. Hij twyfelde er niet aan, dat het meisje zich van het leven had wil len berooven en zonder zijn tusschenkomst daarin geslaagd zou zijn. Die gedachte be zorgde hem een rilling. Welke vreeselijke omstandigheden hadden haar tot zulk een wanhoopsdaad gedreven? Als zy oud was geweest en in lompen gehuld, zou het niet zoo'n schok voor hem zijn geweest, want in iedere groote stad zyn verslagen, half verhongerde, gedesillu- sionneerde zielen, wien het leven reeds lang niets meer biedt. Doch dit meisje was mooi en goed gekleed. Bovendien zag zy er niet uit, of zy gebrek leed. Toch had zy verzekerd, dat zy geen tehuis had. Het was een vreemd einde van een plei- zierigen avond. De kwinkslagen en grap pen van die bespottelijke klucht waren nu geheel vergeten. Het leven was eigenlyk een tooneel op zichzelf en het drama op de rivier was veel indrukwekkender dan iets, wat het theater kon bieden. Een zacht kloppen op de deur deed hem opspringen. „Binnen!" Het was het meisje. Zy was in een ouder- wetsche japon gehuld, die haar veel te wyd was, en haar nat haar was weer opgemaakt en glansde als rood koper. „Uw huishoudster vertelde my „Ga zitten. U ziet er moe uit". Zy nam plaats op den armstoel, dien hy haar bood en keek met blykbare voldoe ning de gezellige, kleine kamer rond. Toen scheen zy er aan te denken, dat zy een verklaring schuldig was. „Hoe hoe kan ik u danken?" zei ze. „Dat hoeft niet. Viel u van de brug?" Zy rilde even en schudde langzaam het hoofd. „Waarom zou ik tegen u liegen?" mom pelde zij. „U bent zoo moedig geweest. Ik sprong er af. Ik wilde ik wilde een eind maken aan alles". „Dat was een vreeselijk besluit!" „Er bleef my niets anders over. Zelfs nu nog zou ik zou ik „Neen", viel hy haar op scherpen toon in de rede. „Zóó mag u niet praten. Hoe groot de moeilykheid ook is, er is altyd een uitweg te vinden als men er tegen vecht". „U begrypt het niet". „Ik begryp, dat het leven te kostbaar is, om er in een oogenblik van moedeloosheid van wanhoop afstand van te doen. Wat bracht u daartoe?" Zy liet het hoofd hangen, hief het na eenige oogenblikken weer op en keek hem recht in de oogen. „Ik ben vanmorgen uit de gevangenis gekomen. Weet u, wat de gevangenis be teekent? Kunt u zich voorstellen, wat het beteekent, twaalf eentonige maanden ach ter een hoogen, steenen muur te moeten leven? Voor een man is het al erg genoeg, maar voor een vrouw beteekent het 't eind van alles. Den geheelen dag heeft men my gevolgd, ben ik geschaduwd door een man een detective, die wilde zien, wat ik zou doen. Hy kwam zelfs in de tearoom, waar ik zat". „Wat een bruut!" „Och neen, hy deed, wat hy zyn plicht achtte. Hy dacht, dat ik terug zou gaan naar de de anderen „Anderen?" „Menschen, die ik hem moest aanwyzen. Toen het donker werd, ontkwam ik hem en met den nacht kwam er zoo'n zoo'n vreeselyke wanhoop. Wie zou zoo iemand als ik werk geven? Ik ging niet naar de brug, om om ik was van plan, er over te loopen. Maar het water lokte my. H4U-'. bood my vergetelheid „Waarom werd u in de gevangenis ft' zet?" „Diefstal". Hy keek haar scherp aan. Het was j lyk, in haar ovaal, droevig gezichtje "8 van een dievegge te zien. In haar oogw» stond duidelyk eerlykheid te lezen. „Diefstal!" mompelde hy. „Ik ben geen dievegge", zei ze. „Dat h* Phenuit goed in elkaar gezet „U was dus onschuldig?" „Ja. Ik vraag u niet, my te geloove want de voorwerpen werden by my gevon* den in myn tasch". „Maar ik geloof u toch". „Dank u". „En wie is Phenuit?" Zy verbleekte en keek zenuwachtig het rond, terwyl zy zich met haar sis® handen aan de leuning van den stoel VS* klampte. „Iemand een duivel. Vraag my naar hem. Ik ben zoo bang voor hem- zou best hier kunnen zyn in deze kam Wat is daar achter dat gordyn?" Zy was zoo zenuwachtig, dat haar byna gillend werd en haar oogen, die e vochtig en helder waren geweest, ^e'<en jen gloeiende lichtjes. Hy greep haar bü arm. _.n- „Wees kalm! U hebt hier niets te vt U moet u beheerschen. Het komt zen den schok, dien u gehad hebt". y „Ja ja. Het spyt my heel et»' bent zoo goed voor my geweest". prtel- „Wilt u my nog meer van uzelf v (Wordt vervolg®'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6