AJLïï
Onverstaanbare redevoeringen in de
Tweede Kamer.
PARLEMENT
Aandrang op een nieuwe Zondagswet.
Jiaduipco qtammo
Vervulling vacature voorzitter.
Jjinmnlaiul
OeuUleton
'T OOO <s>
VAN
TWEEDE BLAD
Vrijdag 12 November.
HILVERSUM, 301 M. (8—12.—,
4—7.30 en 9—12— VARA, de
AVRO van 12.—4— en de VPRO
van 7.309.uur). 8.Gr.pl.
IC.VPRO-morgenwyding. 10.20
Deel. 10.40 Gr.pl. 11.Verv. deel.'
11.20 Orgelspel. 12— Gr.pl. 12.30
Avro-dansorkest en soliste. 1.
Solistenconcert en gr.pl. 2.10 Voor
de vrouw. 2.30 Lyra-trio. 3.15 Avro-
dansorkest, soliste en gr.pl. 4.
Gr.pl. 5.Kinderuurtje. 5.30 Me-
loskwintet en soliste. 6.Optreden
van amateurs. 6.30 Politiek radio
journaal. 6.50 Gr.pL 7.Jeugd in
crisistijd, causerie. 7.20 Gr.pl. 7.25
ANP-ber. 7.35 Lezen in den Bij
bel, causerie. 8.Cello en piano.
8.30 Muz. causerie. 9 De Ram-
blers. 9.30 Trompet en orgel. 10.
Fantasia. 10.30 ANP-ber. 10.40
VPRO-a vond wy ding. 11.Harp-
concert. 11.30—12.Jazzmuziek
gramof oonplaten
HILVERSUM, 1875 M. (Alg. progr.
KRO). 8—9.15 en 10— Gr.pl.
11.30 Bijbelsche causerie. 12.Ber.
12.15 Gr.pl. 12.30 Modern Klein-
orkest en gr.pl. 1.45 Gr.pl. 3.05 De
KRO-melodisten en solist. 4.
Gr.pl. 4.15 KRO-Kamerorkest. 5.—
Gr.pl. 5.15 KRO-orkest. 6— Land
en tuinbouwcauserie. 6.20 De KRO-
melodisten en solist. 7.Ber. 7.15
De KRO-luchtlijn, causerie. 7.35
Bedrijfsrep. 8.ANP-ber. 8.15
Gr.pl. 8.20 De KRO-melodisten en
solist. 8.45 Cabaret-revue mmv. so
listen en de KRO-melodisten. 9.45
Gr.pl. 10.KRO-orkest en solist.
10.30 ANP-ber. 10.40 KRO-orkest.
11.20—12— Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 11.40—11.50
Pianovoordr. 12.10 Cello en orgel.
12.50 H. Hall en zijn Band. 1.35
2.20 Het Grinke-Trio. 4.20 Jazz
muziek (gr.pl.) 5.Radiotooneel.
5.20 Zang. 5.40 Het Hallis-kwintet.
6.20 Ber. 6.45 Duitsche dialoog. 7.05
L. Levy's Filmorkest en solisten.
7.30 Muz. causerie. 7.50 Londensch
Symph.-orkest, koor en solisten.
8.20 Revue-progr. 9.20 Ber. 9.40
Longer Life, causerie. 10.Orgel
en bas. 10.35 Mezzo-sopraan en
piano. 11.20 Bram Martin's Band.
11.5012.20 Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 8— en
10.35 Gr.pl. 12.20 Pascal-orkest en
zang. 3.05 Radiotooneel. 4.35 Zang.
5.20 Kamermuziek. 8.35 Zang. 8.50
Cabaret-progr. 10.50 Gr.pl. 11.20—
12.50 Orkestconcert.
KEULEN, 456 M. 5.50 Luchtvaart
muziekcorps. 7.50 Omroepschram-
melensemble en solisten. 11,20
Landes-Symph.-orkest Saarpalts.
1.35 Concert. 3.35 Quatre-mains.
4.20 Gr.pl. 6.30 Solistenconcert. 7.20
Militair concert. 9.5011.20 Em.
Rambour's orkest, pianoduo en so
listen.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepdans-
orkest. 1.30 Salonorkest. 1.50—2.29
Gr.pl. 5.20 Kleinorkest. 6.35 Salon
orkest. 7.20 Volksliederen. 8.20
Kleinorkest. 8.50 Radiotooneel. 9.35
Kleinorkest. 10.3011.20 Gr.pl. 484
M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest.
1.30 Gr.pl. 1.50 Zang. 2—2.20 Gr.pl.
5.20 Omroeporkest. 6.35 Gr.pl. 6.50
Pianovoordr. 7.10 en 7.35 Gr.pl.
8.20 Voor Oud-Stryders. 10.30 Gr.pl.
10.4511.20 Omroepdansorkest en
solist.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.20 Radiotooneel. 8.20 Ber. 8.35
Omroepkleinorkest, -kamerkoor en
solisten. 9.20 Ber. 9.5011.20 Em.
Rambour's orkest, Pianoduo Hans
Bund en solisten. (10.0510.20
Weerbericht.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.8.50, Parijs
8.50—11.20, Keulen 11.20—13.20,
Brussel VI. 13.2014.20, Norman-
dië 14.20—15.20, D.sender 15.20—
10.20, Keulen 16.2017.20, Brussel
Fr. 17.20—19.20, Keulen 19.20
20.20, Droitwich 20.20—21.40, Wee-
nen 21.4022.50, Berlijn 22.50
23.20, Luxemburg 23.2024.
Lijn 4: Brussel VI. 8—9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.35—12.50, Droitwich 12.50—13.35,
Lond. Reg. 13.3517.20, Droitwich
17.20—18.20, ijond. Reg. 18.20—
19.05, Droitwich 19.0520.20, Nor-
mandië 20.2022.Droitwich
22—22.35, Brussel Fr. 22.35—22.45,
Lond. Reg. 22.4523.20, Droitwich
23.20—24.—.
Lijn 5: Diversen.
0O@0OO0Ö©O0OOOOO ©O#
(Van onzen parlementairen medewerker).
In den aanvang der vergadering van de
Tweede Kamer van gistermiddag is de
voordracht opgemaakt voor het voorzitter
schap, waaruit de Koningin een keuze zal
doen. Gelijk te verwachten was, is de oud
minister van Justitie, mr. van Schaik, die
reeds eenige jaren voorzitter was, als
eerste candidaat daarop verschenen; hij
kreeg 62 van de 78 uitgebrachte stemmen,
blanco waren er twaalf, drie stemmen ver
kreeg de heer de Marchant et d'Ansem-
bourg (n.s.b.), vermoedelijk van zijn par-
tijgenooten, en 1 stem werd op den heer
van den Tempel uitgebracht. De beide
ondervoorzitters, respectievelijk de heeren
Smeenk (a.r.) en Drees (s.d.a.p.), kwamen
in dezelfde volgorde als volgende candida-
ten uit de bus; op deze plaatsen komt der
halve geen verandering. De voordracht
wordt aan de Koningin schriftelijk aange
boden, aangezien H. M. niet in de Resi
dentie, maar op het Loo vertoeft. Wanneer
de Koningin in den Haag is, gebeurt de
aanbieding door de leden van de commis
sie van stemopneming, waaraan nog
enkele leden worden toegevoegd, aan het
hoofd van welke delegatie de voorzitter,
die het laatst deze functie bekleedde, zich
stelt.
Nationaal-socialisten aan het woord.
Vervolgens werden de algemeene be
schouwingen over de Rijksbegrooting
voortgezet met een betoog van den frac
tieleider der n.s.b., graaf de Marchant et
d'Ansembourg, die onmiddellijk gevolgd
werd door mr. Rost van Tonningen, zoodat
toen de spreektijd van de jongste fractie
der Tweede Kamer óp was.
De heer d'Ansembourg hield een prin-
cipieele rede, waarin hij een beknopte uit
eenzetting van de nationaal-socialistische
denkbeelden op staatkundig gebied gaf;
het betoog van den heer Rost van Tonnin
gen vulde dit met financieele beschouwin
gen aan. Beide heeren waren zeer slecht te
volgen. In de eerste plaats lazen zij hun
redevoeringen in een buitengewoon snel
tempo voor, daarbij verzuimden ze op hun
voordracht te letten, zoodat er haast geen
verschil van toonhoogte in hun stem was
te bespeuren. Neemt men dan nog in aan
merking dat er van gearticuleerd spreken
niet veel kwam, en dat gedurende het
grootste deel van de rede van den eersten
woordvoerder de luidspreker niet of zeer
onvoldoende functionneerde, dan kan men
zich voorstellen, dat niet veel meer dan
klanken den rand van de perstribune be
reikten. Ook op een ordentelijke geluids
productie zullen deze homines novi zich
nog moeten inschieten, en, blijkens eenig
gehamer van den waarnemenden voorzit
ter, ook nog op wat gekuischteT parlemen
tairen stijl Woorden .als „insinuatie" zijn
taboe.
Alles ging heel in het vriendelijke de
heer Smeenk is er gansch de man niet
naar om ruzie te maken en de „slacht
offers" zelf waren eveneens zeer gewillig
om wat als parlementair ongebruikelijk
werd geacht, te verbeteren. Als deze hee
ren nu maar eens goed luisteren naar de
heeren Wijnkoop en de Visser, dan kunnen
zij in dat opzicht nog wel iets leeren. Ook
dezen maakten nog al eens kennis met des
voorzitters hamer, maar ze hebben het
geleerd en in de laatste paar jaren is het
zelfs „splendid"!
Voor het betoog van de nationaal-socia
listen zullen we ons nu moeten wenden tot
hun uiteenzettingen in het voorloopig
verslag, waarbij het gesprokene, voorzoo
ver we konden nagaan, tamelijk wel aan
sloot.
De heer d'Ansembourg begon met een
beschouwing over den uitslag van de ver
kiezingen, welke z. i. eigenlijk een over
winning voor E. D. D. hebben opgeleverd.
Dat de n.s.b. slechts een kleine groep uit
maakt, heeft voor een principieele partij
niets te beteekenen. Haar aanwezigheid in
het parlement motiveerde hij met een
nederdalen tot het niveau der tegenstan
ders!
Na een scherpe critiek op de katholie
ken, die het kabinet zoüden overheer-
schen en hun stemmencijfer bij de ver
kiezingen slechts aan de actie der geeste
lijkheid te danken hebben, en na een veeg
uit de pan aan het adres van het „politie
ke christendom", volgde het principieele
gedeelte, waarin hij betoogde dat het
nationaal-socialisme, verkondigend de
corporatieve staatsgedachte, strijdt tegen
het parlementaire stelsel en de politieke
partijen. De goddelijke orde erkennend,
beschermt de n.s.b. het christendom; om
dat zij Gods almacht erkennen, zien de
nationaal-socialisten de dingen om zich
heen groeien zooals zij moeten zijn. Een
4-jarenplan kan uitkomst geven in den
strijd tegen de werkloosheid; deze regee
ring erkent haar onmacht daartegenover
en doet slechts nietszeggende beloften.
De bewering, dat de n.s.b. den volksin
vloed zou willen uitschakelen, noemde
de woordvoerder dezer partij absoluut on
juist.
Zijn partijgenoot Rost van Tonningen
sprak in het bijzonder over de financiën en
richtte tot de regeering vele verwijten.
Zij zou de volkswelvaart beperken, in
plaats van vermeerderen; haar aanpas
singspolitiek heeft gefaald; de groote massa
bezit geen koopkracht meer; de tuinbouw
verkeert in de verdrukking; op de kapi
taalmarkt heerscht de grootste wanorde,
getuige o.a. het mislukken van de jongste
Indische conversieleening.
De minister-president verwacht slechts
heil van den export, terwijl tal van landen
zich met succes op de zelfvoorziening heb
ben geworpen; de regeering maakt schro
melijk misbruik van der. kapitaaldienst,
door te leenen voor niet-productieve uit
gaven; de begrooting draagt een inflatie
karakter.
Belangrijk betoog van jhr. de Geer.
Jhr. de Geer (c.h.), die geheel het oor
van de Kamer had, hield een belangrijke
rede over de kabinetsformatie en de te
genstellingen, waaraan deze nieuw leven
zou inblazen. Belangrijk hierom, omdat hij
er naar streefde gevoelens van wrok, wel
ke zich vastgezet zouden kunnen hebben,
te verzachten, en misverstanden uit den
weg te ruimen, terwijl hij tevens de aan
dacht vestigde op verschijnselen in vrij
zinnigen kring, waaruit, bij verdere ont
wikkeling, een groei naar een christelijke
regeering toe, zou kunnen resulteeren.
Na de kabinetsformatie van dr. Colyn,
welke, in tegenstelling met veler ver
wachtingen, niet op een kabinet op breede
basis, maar op een rechtsche regeering is
uitgeloopen, hebben tienduizenden zich
teleurgesteld gevoeld; men heeft schuldi
gen gezocht en ze nu weer hier dan weer
daar gevonden. De golven der politieke
wateren rezen en klotsten zwaar; op die
golven nu trachtte de heer de Geer giste
ren olie te gieten.
Tii begon met te wijzen op een merk
waardige evolutie, welke zich bij de be
strijding van de rechtsche partijen heeft
voltrokken. Vroeger wilde men de schei
dingslijn trekken tusschen behoudend en
vooruitstrevend, thans zegt men; er moe
ten geen scheidingslijnen meer ziin. In 1933
sloot men een soort van Godsvrede, in 1937
zegt men: wij zijn allen broederen, wij
willen allemaal in het kabinet zitten.
Maar op die manier wordt toch het ge
zonde partijleven geheel gediscrimineerd!
De verschijning van dit kabinet beteekent
juist de terugkeer van meer normale poli
tieke verhoudingen. Zijn samenstelling
beteekent niet een minderwaardigverkla
ring van sommige personen of partijen. De
partijen staan gelijkwaardig naast elkaar;
de averechtsche critiek heeft dit misver
stand in het leven geroepen. Een man als
prof. Gcudriaan-Mie vroeger lid der s.d.a.p.
is geweest) weeMn een weekbladartikel
op de wenschelijkheid van een spoedigen
terugkeer tot een principeele regeerings-
politiek en normale parlementaire verhou
dingen; hij vond het optreden van/ een
rechtsch kabinet juist.
De heer de Geer betwistte geenszins, dat
er zich onder de rechtsche partijen verschil
len, ook van practischen aard voordoen,
maar het christelijk beginsel werkt niet als
een orakel, doch als een Grondwet, waar
aan allerlei vragen en antwoorden moeten
worden getoetst. En dit scherpe onderscheid
pleegt men nu eenmaal niet te maken. In
middels constateerde de leider der chr. hist.
fractie verheugende verschijnselen, name
lijk dat men zich ook buiten de rechtsche
partijen gaat bezinnen op het verband tus
schen christendom en staatkunde. Met in
stemming- haalde hij eenige uitspraken van
vrijzinnigen kant aan. Al zijn deze nog in
cidenteel, hij achtte ze niettemin hoopvol,
omdat op den duur de verhoudingen naar
elkaar kunnen toegroeien.
vHet standpunt der regeering, dat met de
tegenwoordige Zondagswet (die van 1815
dateert) nog best kan worden gewerkt in
het belang van de Zondagsheiliging, vond
hij onjuist. Plaatselijk bestaan groote ver
schillen. en menigmaal moesten gemeente
verordeningen, als strijdig met deze wet
achterwege blijven. Aan de gemeentebestu
ren zou de bevoegdheid gegeven moeten
worden althans in de Zondagochtenduren
regelend, al naar gelang de plaatselijke ver
houdingen zijn, op te treden. De heer de
Geer denkt zich een wetswijziging, waarin
de ongestoorde godsdienstoefeningen wor
den gewaarborgd, in het bijzonder in de
morgenuren, maar toch zondei verderen
dwang ten aanzien van de besteding van
den verderen Zondag.
Ook bepleitte hij wijziging van de echt-
scheidingswet, zoodat aan den onwaarach-
tigen toestand van het oogenblik (echt
scheiding eigenlijk bij onderling goedvin
den, hetgeen de wet verbiedt!) een einde
komt; men zou de echtscheidingsgronden
bijvoorbeeld voor krankzinnigheid kunnen
uitbreiden.
Over de financiën en den kijk, dien de
regeering daarop heeft, zeide de heer de
Geer weinig. Hij vond de hooge belastingen
een donker punt en vroeg ^ich af of onder
deze omstandigheden wel nieuwe heffin
gen mogen worden ingesteld. Er bestaat ver
schil in waardeering van uitgaven (bij
voorbeeld voor de defensie als in het staats
belang), maai het/complex daarvan zal de
draagkracht der natie niet te boven mogen
gaan.
Tenslotte zegde de leider der chr. hist-
den warmen steun van zijn fractie aan dit
kabinet toe.
De heer Bierema aan het woord.
De heer Bierema (lilS/) was de laatste
spreker gistermiddag. Hij attaqueerde den
heer Albarda (s.d.) wegens een uitlating
van eergisteren. De leider der s.d.a.p. zou
namelijk hebben gezegd, dat, als de arbei
ders alles lazen wat in de liberale bladen
stond, het bloed langs de straten zou vloeien.
Heeft de heer Albarda, aldus vroeg de
heer Bierema, zoo weinig vertrouwen in de
democratische gezindheid van de Neder-
landsche arbeiders, dat zij geen meening
kunnen lezen, welke van de hunne afwijkt?
Met kracht ontkende hij, dat de libe
ralen op het algemeen kiesrecht zouden wil
len terugkomen. In het bijzonder bestreed
hy de n.s.b., welke evenals de communis
tische party by de verkiezingen was ver
oordeeld. De beste bestryding van de natio
naal-socialisten is z.i. de verbetering van
de democratie. Betwist moest worden dat
de liberalen als zoodanig stemmen aan de
n.s.b. zouden hebben verloren.
De heer Bierema betreurde het, dat de
minister-president geen mededeelingen wil
de doen omtrent de oorzaken, die tot de
mislukkig van een kabinet op breede basis
hebben geleid. Als dr. Colyn aan de vor
ming van een „positief christelijk" kabinet
heeft vastgehouden, in den zin als de ge
schiedenis leert, is het niet te verwonderen
dat de liberalen niet mee konden doen met
een kabinet op breedere basis op dien
grondslag. Dit begrip heeft een geschiedenis
en dat sluit de vrijzinnigen uit. Het was
den heer Bierema niet duidelijk waarom
men dit kabinet niet „coalitie-kabinet"
mocht noemen.
Met betrekking tot de economische poli
tiek waarschuwde hij tegen het hanteeren
van contingenteeringen als onderhandelings
object; men raakt ze dan niet meer kwijt.
Met de defensieplannen ging hij mede, maar
hy geloofde ook dat de regeering iets voor
de ouden van dagen en het lager onderwijs
(de te groote klassen) zou moeten doen;
terwijl loonsverhooging bij voortdurende
prijsstijging niet achterwege zou kunnen
blijven. Ten aanzien van de plannen der
regeering mét betrekking tot de Zondags
rust was de liberale fractie niet gerust.
Vand3ag verder.
UIT HET KRUIDENIERSBEDRIJF.
Oprichting van een nieuwen bond
voor het geheele land.
In een gisteren te Utrecht in hotel Noord-
Brabant gehouden bijeenkomst is besloten
tot oprichting van een nationalen bond van
kruideniers, naast de bestaande organisaties
op dit gebied. De vergadering werd geleid
door den voorzitter van het voorloopige be
stuur, den heer F. G. Lebbing uit Amster
dam, die de oprichting van den nieuwen
bond niet een gevolg noemde van een con
flict met de bestaande bonden, maar meer
een gevolg van de ontevredenheid met het
bestaande. Speciaal het ontbreken van een
sterke vakactie by deze bonden en de mis
lukkig van de aaneensluiting van den Ned.
Kruideniersbond en den Federatieven bond
van winkeliers in koloniale waren hebben
zooveel teleurstelling gewekt, dat besloten
werd tot oprichting van een vakbond in
den vorm van een bond voor het heele land
met plaatselijke afdeelingen, staande buiten
den coöperatieven inkoop en in de eerste
plaats ten doel hebbende het voeren van
directe vakactie. Elk lid zal vrij zijn in het
bepalen van het bedrag zyner contributie,
met een minimum van 0.20 per week; een
boetestelsel zal worden ingevoerd ter hand
having van de statuten, het huishoudelijk
reglement en de bestuursbesluiten.
Nadat de heer H. C. Tupker uit Den Haag
een uiteenzetting had gegeven van de voor-
deelen van een aansluiting bij den Kon.
Ned. Middenstandsbond, waartoe in principe
was besloten, en na eenig debat tusschen de
aanwezige bestuursleden van andere orga
nisaties en den voorzitter, werd tot defini
tieve oprichting van den kruideniersbond
besloten.
De statuten sluiten uitdrukkelijk van het
lidmaatschap uit de grootwinkel-, filiaal- en
warenhuisbedryven, alsmede verbruiks- en
personeel-coöperaties. Het doel van den bond
is het bevorderen en behartigen in den
ruimsten zin van de belangen van de te goe
der naam en faam bekend staande zelfstan
dige kruideniers in Nederland.
Het bestuur werd als volgt samengesteld:
F. G. Lebbing te Amsterdam, voorzitter; J.
P. M. van Loon te Rotterdam, H. Spijker
man in Den Haag, G. Klasen te Bussum, A.
Bottema te Utrecht en H. van den Eijnden
te Deventer. Tot secretaris is benoemd mr.
G. J. F. Sluyters te Utrecht. Eenige tiental
len ledtn traden tot de nieuwe organisatie
toe.
Door ALAN DARE
2)
„Niet? Wel, we moeten iets doen. Mijn
jas ligt verderop op een bank. Wilt u
beloven, hier te zullen blijven, terwijl ik ze
ga halen en een taxi ook?"
„Ja".
„U belooft het op uw woord?"
„Ja, ja".
Hij liep vlug de treden op en vond byna
dadelijk een taxi. Hij verzocht den chauf
feur te wachten, zocht zijn jas en ging
naar het meisje terug, dat nog op een der
treden zat. Hij sloeg de jas om haar heen
en leidde haar naar de taxi en beval den
chauffeur, hen naar Hampstead te bren
gen. Het meisje keek hem aan.
„Waar waar gaan wy heen?"
„Naar mijn flat".
„Maar ik
„U moet mij vertrouwen. Ik heb een heele
goede, oude huishoudster, die u kleeren zal
bezorgen, terwijl de uwe drogen".
Zij keek hem weer aan met haar spre
kende oogen en knikte toen zwijgend. Het
was duidelijk merkbaar, dat zy nog leed
van den schok en daarom zag hy er van
af, haar vragen, te stellen omtrent de oor
zaak van haar gedrag.
„Hebt u het koud?"
„Een beetje".
„Wij zijn gauw thuis. Er is bijna geen
verkeer meer op de straten".
Zij had de handen om de knieën gesla
gen en staarde uit het raampje, terwijl de
taxi over steenen en tramrails ratelde en
schokte. Toen zy Hampstead naderden,
begon zij teekenen van onrust te geven.
Maar zijn sympathiek glimlachje stelde
haar gerust en zij zuchtte en legde zich bij
den toestand neer.
Toen zy het flat bereikten, keek de huis
houdster hen verwonderd aan, maar zoo
zij al eenige achterdocht koesterde, werd
deze verdreven door den zorgvollen toe
stand, waarin het meisje verkeerde, en
door de uitdrukking in haar donkerbruine
oogen.
„Deze jonge dame heeft een ongeluk ge
had, mrs. Morrison", zei Kennedy. „Wilt u
haar iets opwekkends geven, terwijl haar
kleeren drogen?"
„Natuurlijk! Lief kind, je rilt! Wat is er
gebeurd?"
„Zij is by ongeluk in het water geval
len", zei Kennedy snel. „Kom, verspil maar
geen tyd. Ik ga me verkleeden en zal in
de zitkamer wachten".
Hy stak zich onmiddellyk in droge klee
ren en ging een pyp zitten rooken, terwyl
zijn gast zich toonbaar maakte. Hoe avon-
tuurlyk zyn leven ook geweest was, het
was voor het eerst, dat iets dergelyks hem
overkomen was. Hij twyfelde er niet aan,
dat het meisje zich van het leven had wil
len berooven en zonder zijn tusschenkomst
daarin geslaagd zou zijn. Die gedachte be
zorgde hem een rilling. Welke vreeselijke
omstandigheden hadden haar tot zulk een
wanhoopsdaad gedreven?
Als zy oud was geweest en in lompen
gehuld, zou het niet zoo'n schok voor hem
zijn geweest, want in iedere groote stad
zyn verslagen, half verhongerde, gedesillu-
sionneerde zielen, wien het leven reeds
lang niets meer biedt. Doch dit meisje was
mooi en goed gekleed. Bovendien zag zy
er niet uit, of zy gebrek leed. Toch had zy
verzekerd, dat zy geen tehuis had.
Het was een vreemd einde van een plei-
zierigen avond. De kwinkslagen en grap
pen van die bespottelijke klucht waren nu
geheel vergeten. Het leven was eigenlyk
een tooneel op zichzelf en het drama op de
rivier was veel indrukwekkender dan iets,
wat het theater kon bieden. Een zacht
kloppen op de deur deed hem opspringen.
„Binnen!"
Het was het meisje. Zy was in een ouder-
wetsche japon gehuld, die haar veel te wyd
was, en haar nat haar was weer opgemaakt
en glansde als rood koper.
„Uw huishoudster vertelde my
„Ga zitten. U ziet er moe uit".
Zy nam plaats op den armstoel, dien hy
haar bood en keek met blykbare voldoe
ning de gezellige, kleine kamer rond.
Toen scheen zy er aan te denken, dat zy
een verklaring schuldig was.
„Hoe hoe kan ik u danken?" zei ze.
„Dat hoeft niet. Viel u van de brug?"
Zy rilde even en schudde langzaam het
hoofd.
„Waarom zou ik tegen u liegen?" mom
pelde zij. „U bent zoo moedig geweest. Ik
sprong er af. Ik wilde ik wilde een eind
maken aan alles".
„Dat was een vreeselijk besluit!"
„Er bleef my niets anders over. Zelfs nu
nog zou ik zou ik
„Neen", viel hy haar op scherpen toon
in de rede. „Zóó mag u niet praten. Hoe
groot de moeilykheid ook is, er is altyd
een uitweg te vinden als men er tegen
vecht".
„U begrypt het niet".
„Ik begryp, dat het leven te kostbaar is,
om er in een oogenblik van moedeloosheid
van wanhoop afstand van te doen. Wat
bracht u daartoe?"
Zy liet het hoofd hangen, hief het na
eenige oogenblikken weer op en keek hem
recht in de oogen.
„Ik ben vanmorgen uit de gevangenis
gekomen. Weet u, wat de gevangenis be
teekent? Kunt u zich voorstellen, wat het
beteekent, twaalf eentonige maanden ach
ter een hoogen, steenen muur te moeten
leven? Voor een man is het al erg genoeg,
maar voor een vrouw beteekent het 't eind
van alles. Den geheelen dag heeft men my
gevolgd, ben ik geschaduwd door een man
een detective, die wilde zien, wat ik
zou doen. Hy kwam zelfs in de tearoom,
waar ik zat".
„Wat een bruut!"
„Och neen, hy deed, wat hy zyn plicht
achtte. Hy dacht, dat ik terug zou gaan
naar de de anderen
„Anderen?"
„Menschen, die ik hem moest aanwyzen.
Toen het donker werd, ontkwam ik hem en
met den nacht kwam er zoo'n zoo'n
vreeselyke wanhoop. Wie zou zoo iemand
als ik werk geven? Ik ging niet naar de
brug, om om ik was van plan, er over
te loopen. Maar het water lokte my. H4U-'.
bood my vergetelheid
„Waarom werd u in de gevangenis ft'
zet?"
„Diefstal".
Hy keek haar scherp aan. Het was j
lyk, in haar ovaal, droevig gezichtje "8
van een dievegge te zien. In haar oogw»
stond duidelyk eerlykheid te lezen.
„Diefstal!" mompelde hy.
„Ik ben geen dievegge", zei ze. „Dat h*
Phenuit goed in elkaar gezet
„U was dus onschuldig?"
„Ja. Ik vraag u niet, my te geloove
want de voorwerpen werden by my gevon*
den in myn tasch".
„Maar ik geloof u toch".
„Dank u".
„En wie is Phenuit?"
Zy verbleekte en keek zenuwachtig
het rond, terwyl zy zich met haar sis®
handen aan de leuning van den stoel VS*
klampte.
„Iemand een duivel. Vraag my
naar hem. Ik ben zoo bang voor hem-
zou best hier kunnen zyn in deze kam
Wat is daar achter dat gordyn?"
Zy was zoo zenuwachtig, dat haar
byna gillend werd en haar oogen, die e
vochtig en helder waren geweest, ^e'<en jen
gloeiende lichtjes. Hy greep haar bü
arm. _.n-
„Wees kalm! U hebt hier niets te vt
U moet u beheerschen. Het komt
zen
den schok, dien u gehad hebt". y
„Ja ja. Het spyt my heel et»'
bent zoo goed voor my geweest". prtel-
„Wilt u my nog meer van uzelf v
(Wordt vervolg®'