DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Japan en de Negenmogendhedenconferentie
No. 268 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Zaterdag 13 November 1937
139e Jaargang
De algemeene toestand.
Uitvoerige uiteenzetting der Japansche
regeering.
De strijd bij Sjanghai.
Duitsche consul in Mouskou
„teruggeroepen".
Tal van politieke leiders
gearresteerd.
FranklinBouillon overleden.
Nationalistisch politicus
en oud-minister.
Nieuws in 't kort.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIES
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. TeleL 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Alkmaar, 14 November.
De Duitsche Diplomatisch-politische Kor-
respondenz heeft dezer dagen een artikel
gepubliceerd over Oostenrijk, dat in diplo
matieke kringen te Berlijn levendig opzien
heeft gebaard. Het officieuse Duitsche or
gaan verwijt n.L de Oostenrijksche regee
ring, dat deze haar aandacht heeft ge
vestigd op alle bedreigingen der Oostenrijk
sche onafhankelijkheid, welke zij (de Oos
tenrijksche regeering) streng heeft onder
drukt. Maar aldus vervolgt het blad
men heeft niet denzelfden indruk over de
houding der Oostenrijksche regeering ten
opzichte van de elementen, die zeker wijzen
op de onafhankelijkheid van Oostenrijk om
er een vijandigheid tegenover Duitschland
van te maken, maar die niets willen weten
van de tweede basis der Oostenrijksche
politiek, de erkenning een Duitsche staat te
zijn.
Men is voornemens voor te stellen de
Oostenrijkers burgers van een nieuw Zwit
serland te maken. De legitimisten willen
een Oostenrijksche natie stichten en niet
alleen, dat deze elementen propaganda
kunnen maken voor hun denkbeelden, maar
men neemt ook tegenover hen een verras
sende welwillendheid in acht. Het is over
bodig te wijzen op het feit, dat hun politiek
beoogt de grondslagen der overeenkomst
van 11 Juli te vernietigen. Op den langen
duur zouden zij de vertrouwelijke betrek
kingen tusschen de beide Duitsche staten
verstoren, vooral indien men zou doorgaan
hen te dulden, zooals tot nu toe.
Overigens zijn de kringen der nationale
oppositie, die gehouden zijn het beginsel
der onafhankelijkheid van Oostenrijk in
acht te nemen, er zeer ontevreden over, dat
men ongestraft de tweede basis der over
eenkomst van 11 Juli kan aanvallen: de
gi oot-Duitsche solidariteit.
Het officieuse Duitsche orgaan vraagt van
de Oostenrijksche regeering de onpartijdige
inachtneming der beide bases van de over
eenkomst van 11 Julf.
Deze Duitsche aanval kon in Oostenrijk
natuurlijk niet prettig ontvangen worden
en het was het Weltblatt in Weenen, dat in
een antwoord op de diplo-aanval verklaar
de, dat Oostenrijk niemands vazal, maar een
vrije en onafhankelijk staat is. De aanval
aldus vervolgt het blad tegen de Oos
tenrijksche onafhankelijkheid door de
„Politisch-diplomatische Korrespondenz" be-
teekent een onduldbare en ernstige inmen
ging, die niet krachtig genoeg kan worder.
afgeslagen en die bovendien in strijd is met
de belofte van niet-inmenging, verkregen
by de overeenkomst van Juli 1936. „De
legitimisten in een concentratiekamp en de
pangermanisten op den Ballplatz", dat is de
kern van den raad, dien men ons geeft.
Niemand kan van de Oostenrijksche regee
ring verwachten, dat zij haar trouwe vader
landers als staatsvijanden behandelt. Als de
„Korrespondenz" verwacht, dat wij haar
aanwijzingen als bevelen aanvaarden, zal
dat een grove schending van het grondbe
ginsel van de overeenkomst van 1936 zijn.
Het spreekt van zelf, dat niemand in Oosten
rijk er aan denkt, dergelijke onredelijke
eischen in te willigen. Verantwoordelijke
menschen in Duitschland hebben vaak ver
klaard, dat de overeenkomst van Juli 1936
heeft bijgedragen tot een internationale
ontspanning. Dit schijnt de Korrespondenz
te hebben vergeten, aldus het „Weltblatt".
Het krantenruzietje is ook voortgezet door
de Reichspost, het semi-officieele Oosten
rijksche dagblad. Dit blad neemt het op
voor de legitimisten en schrijft o.m.: „Er
kan geen sprake zijn van behandeling op
denzelfden voet als de pan-germanistische
oppositie van de meest ijverige verdedigers
van de Oostenrijksche onafhankelijkheid".
De „Neue Frei Presse" schrijft: „Oos
tenrijk heeft geen lessen van een knorrigen
schoolmeester noodig. Het Berlijnsche arti
kel is een voorbeeld van hetgeen men niet
moet doen, wanneer men het verzoenings
verdrag wil ontwikkelen en vrucht doen
afwerpen".
Verder heeft gisteren de minister van on
derwijs Pernter tijdens een bijeenkomst van
het vaderlandsche front indirect op de uit
latingen van Berlijn geantwoord, door te
zeggen: „Oostenrijk en het germanisme zijn
onafscheidelijke begrippen, voorzoover ger
manisme en christendom zelf nauw verbond
blijven".
Nationaal-socialisten gearresteerd. De
Weensche politie heeft een vijftigtal nat.-
socialisten gearresteerd, die onder het mom
van een studentenorganisatie „Teutonia
geheime politieke bijeenkomsten hielden. Er
is een groote hoeveelheid propagandamate
riaal in beslag genomen.
Typhusepidemie te Londen. - Te Croy-
don woedt een typhusepidemie. Reeds zijn
44 gevallen geconstateerd, waarvan drie met
doodelyken afloop.
Een woordvoerder van het Japansche
leger heeft verklaard, dat de Japan
sche troepen voorbij Nantsiang ge
trokken zijn en reeds zijn aangekomen
op 35 K.M. ten Westen van de stad,
d.w.z. op 50 K.M. ten Westen van
Sjanghai. Het Japansche hoofdkwar
tier verwacht, dat morgen de troepen
die uit het Zuiden aanvallen vereenigd
zullen worden met den kern van de
troepen, die zich in Westelijke richting
begeven.
Het front strekt zich thans uit over
een lengte van honderd kilometer van
Lioehotsjen aan de monding van de
Jangste, via Sjahoetsjau, aan den
spoorweg SjanghaiNanking, tot Kas-
jan aan den spoorweg Sjanghai-Hang-
tsjauNingpo.
Chineesche troepen die zich den terugweg
naar Kingsjan afgesneden zagen, trekken
thans in Noordelijke richting terug. De Chi-
neezen hebben bij Anting zware verliezen
geleden.
De woordvoerder van het Chineesche
hoofdkwartier te Sjanghai heeft zijn laatste
persconferentie gehouden, daar de verbin
ding tusschen het hoofdkwartier en Sjang
hai verbroken, is.
De Japansche troepen hebben heden de
laatste Chineesche stellngen in Nantao be
zet. Het is niet mogelijk vast te stellen,
hoeveel manschappen er zijn gesneuveld.
De strijd is zeer verbitterd geweest.
Nu de internationale nederzetting van de
landzijde geheel is ingesloten, begint een
schaarschte in levensmiddelen merkbaar te
worden, terwijl de prijzen van 25 tot 50
procent zijn gestegen. De autoriteiten ne
men maatregelen om bij eventueele levens-
middelen-relleties te kunnen optreden.
De keizer moedigt het leger aan.
De keizer van Japan heeft gister een
boodschap gericht tot de Japansche troepen
in Noord China. Hij gaf hierin uiting aan
zjjn warme waardeering voor de officieren
en manschappen die ontbeeringen lijden in
hun succesvollen opmarsch en ook voor
hen de vielen, gewond of ziek zjjn.
Tenslotte verklaarde de keizer vertrou
wen te hebben in het JaDansche leger, dat
alle pogingen in het werk zal stellen om
zijn doel te bereiken, n.1. een duurzame
vrede in het Verre Oosten, welk doel nog
lang niet is bereikt.
Een aantal leden van het Japansche par
lement met aan het hoofd Yamamoto, een
vooraanstaand lid van de Seijoekai hebben
besloten een commissie in het leven te roe
pen welke een nationale massabetooging
moet organiseeren tegen de Britsche hou
ding in het Chineesch-JaDansche conflict.
Na den val van Sjanghai.
Men is te Tokio van meening, dat Japan
van het psychologische oogenblik van de
overwinning bij Sjanghai gebruik moet
maken om Tsjang Kai Sjek voor de laatste
maal voor het alternatief te stellen: Samen
werking met Japan of een volledige mili
taire vernietiging. In zekere welingelichte
kringen zegt men dat Tsjang Kai Sjek er
voor gezorgd heeft niet de deur te sluiten
voor de bemiddeling, die men aan Kitler
toeschrijft. Hoewel de maarschalk onlangs
heeft verklaard, dat het herstel van den
vroegeren toestand een conditio sine qua non
voor den vrede is. Die vroegere toestand
kende reeds zekere gedemilitariseerde zónes
in Noord-China en bij Sjanghai, waardoor
men wellicht een voor beide partijen aan
vaardbare regeling zou kunnen treffen. De
moeilijkheid zou dan zijn het vinden van
een formule, die zoowel door de Chineesche
als door de Japansche openbare meening
aanvaard kan worden: De belangrijkste
taak van den bemiddelaar zou zjjn, China
tot aansluiting bij het anti-communistische
verdrag te bewegen. Verder zou de souve-
reiniteit van Nanking over geheel China in
naam blijven bestaan en de provincies ten
Noorden van de Gele Rivier zouden gede
militariseerd worden. Japan zou zich ver
plichten, zijn troepen ten Noorden van de
Gele Rivier na eenige jaren terug te
trekken. De demilitarisatie in de streek van
Sjanghai zou uitgebreid worden, terwijl
China het beginsel van zelfbeschikking der
Mongoolsche en Mandsjoerijsche minder
heden zou erkennen, hetgeen een erkenning
de facto van de onafhankelijkheid van
Mandsjoerije en Binnen-Mongolië zou mee
brengen.
Japan en de Brusselsche conferentie.
De Japansche minister van Buitenland-
sche Zaken heeft gisteren den Belgischen
ambassadeur Bassompierre een nota over
handigd, waarin Japan de tweede uitnoodi-
ging van de conferentie te Brussel afwijst.
In de nota wordt de ontvangst van de Bel
gische nota van 7 November inzake de con
ferentie van Brussel bevestigd en wordt
gezegd: „Terwijl zij verheugd is kennis te
nemen van de meening van de deelnemende
mogendheden, uiteengezet in de Belgische
nota betreurt de keizerlijke regeering, dat
deze meening na zorgvuldige overweging
niet voldoende is om haar te bewegen haar
inzichten en haar politiek, welke duidelijk
uiteen zijn gezet in het laatste antwoord van
27 October, en in haar openlijke verklaring
op dien datum, te wijzigen.
De deelnemende mogendheden stellen
vast dat zij bereid zijn vertegenwoordigers
van een beperkt aantal mogendheden aan
te wijzen, die van gedachten kunnen wis
selen met een of meer vertegenwoordigers
van Japan binnen het kader van het negen-
mogendhedenverdrag en in overeenstem-
mnig met de voorschriften hiervan; de
keizerlijke regeering is evenwel diep over
tuigd, dat haar huidige optreden een ver
dediging is, welke Japan is opgedrongen
door de uitdaging van China en dus niets
te maken heeft met het negenmogendheden-
verdrag en dat er dus geen reden is voor
het bespreken ove. bepalingen van het ver
drag.
Aangezien de huidige toestand een gevolg
is van de bijzondere toestanden in Oost-
Azië, kan een goede oplossing alleen tot
stand komen door onmiddellijke bespre
kingen tusschen de beide betrokken par
tyen. De keizerlijke regeering is verder vast
overtuigd, dat een poging om te onderhan
delen in het kader van een gemeenschappe
lijk organisme, zooals de huidige conferentie,
alleen de gevoelens van beide volken zou
prikkelen en het tot stand komen van een
goede oplossing zou hinderen.
De keizerlijke regeering zou verheugd
zijn, indien de mogendheden deze meening
zouden eerbiedigen en zoo zouden bijdragen
tot het stabiliseeren van Oost-Azië, op een
wijze, welke in overeenstemming is met de
werkelijkheid. De mogendheden, welke
deelnemen aan de conferentie, stellen vast,
dat alle mogendheden belangen hebben in
het Verre Oosten, welke bedreigd worden
door de huidige vijandelijkheden en dat de
geheele wereld met belangstelling ziet,
welke terugslag deze vijandelijkheden heb
ben op den vrede en de veiligheid van de
gemeenschap der volken. In verband hier
mede wil de keizerlijke regeering er nog
maals op wijzen, dat uit haar verklaringen
duidelijk is gebleken, dat zij alles doet, wat
in haar macht is om de rechten en belangen
van de vreemde mogendheden in China te
eerbiedigen en dat zij een vrede in Oost-
Azië tot stand wil brengen door een be
vredigende oplossing van het huidige stelsel.
De correspondent van de „Daily Tele-
graph" schrijft uit Moskou, dat de Duit
sche consul, Sommer, op verzoek van de
Sowjet-autoriteiten het land heeft verla
ten. Hem was door de Sowjetautoriteiten
een termijn van 3 dagen gelaten. Officieel
heet het, dat hij naar Berlijn is terugge
roepen om verslag uit te brengen.
Tengevolge van inlichtingen van gevan
gen spionnen zou het commissariaat van
binnenlandsche zaken de zekerheid heb
ben gekregen, dat de consul bij verschil
lende complotten betrokken is.
Voorts zijn, volgens de „Daily Tele-
graph", gearresteerd, Oerenev, die onlangs
tot Sowjet-ambassadeur te Berlijn is be
noemd en de ambassadeur in Ankora,
Karotri.
Tenslotte geeft het blad een lange lijst
van personen, wier arrestatie officieel
wordt ontkend, maar volgens den cor
respondent toch heeft plaats gehad. Op
deze lijst komen o.a. voor:
Prof. Toepolev, de eienlijke organisator
van de roode luchtmacht; Boebnor, de
kortgeleden ontslagen commissaris van
opvoeding en schoone kunsten; Kurtz,
hoofd van Intourist, de groote staatspropa-
ganda-organisatie, oud-president van de
Wolga-Duitsche republiek; Tsjernov,
commissaris van landbouw, onlangs ont
slagen.
Oud-minister Franklin-Bouillon (onafh.
radicaal) is gister overleden.
Al sedert geruimen tijd was Franklin
Bouillon, die 67 jaar is geworden, niet
meer op den voorgrond getreden. Een jaar
of twee geleden stond hij midden in het
Fransche politieke leven.
Hij werd op het Kanaaleiland Jersey ge
boren en koos pas de politieke loop ba aA
nadat hij eenigen tijd journalist en oor
logscorrespondent was geweest. Sedert
1904 was hij, met korte onderbrekingen,
lid van de Kamer.
De buitenlandsche politiek had zijn bij
zondere belangstelling; hij maakte lange
jaren deel uit van de Kamercommissie
voor buitenlandsche zaken, welker voor
zitter hij enkele malen was.
In September 1917 trad hij tot het mi-
nisterie-Painlevé toe in een geheel nieuwe
functie. Hij kreeg een portefeuille voor
„buitenlandsche missies", hetgeen betee-
kende, dat hij minister voor de propaganda
werd. Tijdens de vredesonderhandelingen
trad hij op als adviseur der regeering in
Oostersche aangelegenheden, en leidde de
Fransche propaganda in Tsjechoslowakije,
op den Balkan en in het Naburige Oosten.
Bij de verkiezingen van 1919 verloor hij
zijn Kamerzetel; vijf jaren bleef hij buiten
het parlement, in 1924 werd hij opnieuw
gekozen.
Aanvankelijk behoorde Franklin-Bouil
lon tot de radicaal-socialistische partij,
welke hij geruimen tijd presideerde. Doch
hij geraakte met haar in conflict, verweet
haar een bondgenootschap met de socialis
ten der Tweede Internationale te hebben
aangegaan, en op de ontruiming van het
Rijnland aan te dringen; hij verliet de
partij in November 1927. Hij stichtte toen
een nieuwe groep, die der Gauche sociale
et radicale", waarvan hij het voorzitter
schap op zich nam. Steeds sterker evolu
eerde hij in rechts-radicale richting, ont
popte zich min of meer als een „die-hard",
die niet ophield op het Duitsche gevaar te
wijzen. In 1935 toonde hij een duidelijke
toenadering tot de Croix de Feu van ko
lonel de la Rocque. Hij deed toen een be
roep op alle partijen van rechts om stelling
te nemen tegenover het front van socia
listen en communisten.
Franklin-Bouillon was een voortreffe
lijk redenaar, wiens interpellaties steeds
zeer de aandacht trokken. In Januari 1935
interpelleerde hij, op zeer doordringende
wijze Laval over diens buitenlandsche
politiek. Hij drong er op aan dat de minis
ter van buitenlandsche zaken vóór zijn reis
naar Londen eenige mededeelingen zou
doen over zijn positie tegenover den eisch
van rechtsgelijkheid op bewapeningsge-
bied, door Duitschland gesteld. Hij zette in
het kort uiteen dat men wist wat Engeland
wil, maar ten opzichte van het Fransche
standpunt in het duister tastte. Hij be
streed de Engelsche opvatting, dat de be
wapening van Duitschland onder zekere
voorwaarden erkend kon worden, en her
innerde aan de verklaringen der vroegere
Fransche regeeringen, dat Frankrijk daar
in onder geen beding zou toestemmen.
Nadat Duitschland eerst in gebreke was
gebleven zijn schadevergoedingsverplich
tingen na te komen, wilde het zich thans
op dezelfde wijze aan zijn ontwapenings
verplichtingen onttrekken. Hij gaf als zijn
meening te kennen, dat Engeland op een
dwaalweg is, als het Duitschland voor
vredelievend houdt, hetgeen hij met re
cente uitingen na het bekend worden van
den uitslag van het Saarplebisciet staafde.
Controle is in een land, waarin een regime
heerscht als thans in Duitschland, onmo
gelijk, betoogde hij.
Tot de „ministeriabelen" behoorde
Franklin-Bouillon niet; van geen van de
kabinetten der laatste jaren heeft hij deel
uitgemaakt.
De mijnramp in Japan. - Omtrent de
mijnramp, waarover reeds berichten gepu
bliceerd zyn, wordt thans nader gemeld, dat
deze zich heeft voorgedaan op den 2028 M.
hoogen berg Kenasji in de prefectuur
Goemma. Er ontstond een grondverschui
ving, tengevolge waarvan de administratie
gebouwen, 54 huizen van mijnwerkers, bene
vens de fabrieksgebouwen van de zwavel-
mijnbouwmaatschappij verwoest werden.
Ongeveer 300 mijnwerkers en bedienden
der maatschappij werden bedolven onder
de puinen, dertig werden gewond. Tegelijk
met de grondverschuiving ontplofte een
kruitmagazijn, waardoor zwavelopslagplaat-
sen in brand vlogen. Andere berichten zeg
gen, dat de ontploffing in het kruitmagazijn
zich het eerst heeft voorgedaan en dat de
grondverschuiving daar het gevolg van is
geweest, evenals de branden. Ongeveer
1500 man brandweer troepen bestrijden het
vuur. Het reddingswerk wordt belemmerd
door sneeuwval.
Pastoor en burgemeester hebben ruzie.
- Het stadje Chaumont, gelegen op onge
veer achttien kilometer van Blois aan de
Loire, heeft zijn vredige rust verloren. De
780 inwoners zijn verdeeld in twee vijandige
kampen: dat van den pastoor en dat van
den burgemeester. Laatstgenoemde, die be
kend staat als een fel tegenstander van de
kerk, heeft een kwestie, welke reeds jaren
hangende was, te berde gebracht. Gesteund
door zijn aanhang in den gemeenteraad,
heeft hij geweigerd het huurcontract op de
pastorie te vernieuwen. In den gemeente
raad heeft de burgemeester den raadsleden
verzocht te beslissen welke huur zij den
pastoor wenschen te laten betalen. De bur
gemeester stelde voor, dat ieder voor zich
een bedrag zou opschrijven en dat het ge
middelde als huur genomen zou worden.
Bij wijze van protest verlieten de katholieke
gemeenteraadsleden daarop de vergadering:
bij stemming door de overgebleven leden
werd de huur vastgesteld op een bedrag,
dat vijf maal hooger was dan tot dusver.
Zeker van den steun van den bisschop
van Blois en van het meerendeel van zijn
parochianen, weigerde de pastoor de nieuwe
huur te betalen. De deurwaarder, die erop
uit gestuurd werd om het verschuldigde
bedrag te innen, stelde de uitzetting van
den geestelijke echter voor onbepaalden tijd
uit, toen hij de samengeschoolde dorpelin
gen voor de deur der pastorie opmerkte.
Naburige parochies hebben den pastoor
hun steun toegezegd in geval de burge
meester hem uit de parochie zou zetten.. De
oneenigheid dreigt gevolgen van economi-
schen aard te krijgen, tenzij de prefect
of zelfs de premier Chautemps, in wiens
kiesdistrict Chaumont blijkt te liggen tus
schen beide komt.
Engelsch schip in het Kanaal vergaan. -
Het Britsche s.s. Pylades, dat met' een
lading van 750 ton zink op weg was van
Havre naar Antwerpen, is tengevolge van
het slechte weer in het Kanaal vergaan. De
noodseinen van de Pylades werden opge
vangen door een treiler, die elf leden der
bemanning in veiligheid wist te brengen.
Brug door mijn beschadigd. - Door het
ontploffen van een mijn is een brug in den
weg JeruzalemJaffa, vyf K.M. van de
hoofdstad, licht beschadigd. De myn ont
plofte korten tijd nadat een auto met een
Britsche politiepatrouille voorbijgekomen
was.
Storey krankzinnig. - Stanley Storey,
die Donderdag tijdens de twee minuten
stilte bij de Cenotaaf te Londen het inci-
dienst veroorzaakte, is gisteren na medisch
onderzoek opnieuw krankzinnig verklaard.
Russische geestelijken verbannen. -
De te Charbin verschijnende „Wremja"
meldt dat talrijke kerkelijke hoogwaardig-
heidsbekleeders in Rusland, die tot dusverre
in het land mochten blijven, gearresteerd
en naar Siberië verbannen of doodgeschoten
zyn. Het blad noemt den plaatsvervangen-
den metropoliet van Moskou, Sergius, die
verbannen is, den metropoliet van Kazan,
Kirill, die wegens „godsdienstpropagaoda"
tot dwangarbeid veroordeeld is, zijn rechter
hand Artemius, die doodgeschoten is, de
bisschoppen van Orel en Minsk en de gees
telijken van Orenburg, Oefa, Samara, Ka
zan en Omsk, die in hechtenis genomen zijn.
Te Petrosawodsk is een aantal geestelijken
ter dood veroordeeld.
Arabisch manifest verspreid. - Onder
de Arabieren in Jeruzalem is een geheim
manifest verspreid, waarin geprotesteerd
wordt tegen de „Britsche inmenging in
Arabische en Mohammedaansche aangele
genheden". Het manifest, dat zegt afkomstig
te zijn van het nieuwe Hooge Arabische
Comité, dringt er by de Arabieren op aan,
stand te houden in den laatsten slag tus
schen de Palestijnsche Arabieren en het
Imperialisme, met het besef, dat de geheele
Arabische en Mohammedaansche wereld
achter hen staat. Ook wordt geprotesteerd
tegen de arrestatie van vooraanstaande
Arabieren en tegen de Britsche inmenging
in de zaken van den Hoogen Mohamme-
daanschen Raad.
Moordenaars en dieven. - Een maand
geleden zijn te Parijs een Franschman,
Ducomet, en een Rus, Smirensky, gearres
teerd, verdacht betrokken te zijn geweest
by den moord op Ignace Reiss te Lausanne.
De Fransche justitie is er thanj van over
tuigd, dat deze beide personen deelgeno
men hebben aan den diefstal van de archie
ven van Trotzky, welke in November 1936
is gepleegd. Toen de beide mannen hier
over ondervraagd werden, gaven zy toe den
zoon van Trotzky, Leon Sedoff, te hebben
bespionneerd. De rechter van instructie, die
belast is met het onderzoek naar de ver
dwijning van generaal Miller, gaat boven
dien na of Ducomet en Smirensky niet ook
de hand hebben gehad in deze zaak. Zij zul
len hierover gehoord worden.