DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Japan en de Negenmogendhedenconferentie No. 268 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Zaterdag 13 November 1937 139e Jaargang De algemeene toestand. Uitvoerige uiteenzetting der Japansche regeering. De strijd bij Sjanghai. Duitsche consul in Mouskou „teruggeroepen". Tal van politieke leiders gearresteerd. FranklinBouillon overleden. Nationalistisch politicus en oud-minister. Nieuws in 't kort. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIES Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. TeleL 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Alkmaar, 14 November. De Duitsche Diplomatisch-politische Kor- respondenz heeft dezer dagen een artikel gepubliceerd over Oostenrijk, dat in diplo matieke kringen te Berlijn levendig opzien heeft gebaard. Het officieuse Duitsche or gaan verwijt n.L de Oostenrijksche regee ring, dat deze haar aandacht heeft ge vestigd op alle bedreigingen der Oostenrijk sche onafhankelijkheid, welke zij (de Oos tenrijksche regeering) streng heeft onder drukt. Maar aldus vervolgt het blad men heeft niet denzelfden indruk over de houding der Oostenrijksche regeering ten opzichte van de elementen, die zeker wijzen op de onafhankelijkheid van Oostenrijk om er een vijandigheid tegenover Duitschland van te maken, maar die niets willen weten van de tweede basis der Oostenrijksche politiek, de erkenning een Duitsche staat te zijn. Men is voornemens voor te stellen de Oostenrijkers burgers van een nieuw Zwit serland te maken. De legitimisten willen een Oostenrijksche natie stichten en niet alleen, dat deze elementen propaganda kunnen maken voor hun denkbeelden, maar men neemt ook tegenover hen een verras sende welwillendheid in acht. Het is over bodig te wijzen op het feit, dat hun politiek beoogt de grondslagen der overeenkomst van 11 Juli te vernietigen. Op den langen duur zouden zij de vertrouwelijke betrek kingen tusschen de beide Duitsche staten verstoren, vooral indien men zou doorgaan hen te dulden, zooals tot nu toe. Overigens zijn de kringen der nationale oppositie, die gehouden zijn het beginsel der onafhankelijkheid van Oostenrijk in acht te nemen, er zeer ontevreden over, dat men ongestraft de tweede basis der over eenkomst van 11 Juli kan aanvallen: de gi oot-Duitsche solidariteit. Het officieuse Duitsche orgaan vraagt van de Oostenrijksche regeering de onpartijdige inachtneming der beide bases van de over eenkomst van 11 Julf. Deze Duitsche aanval kon in Oostenrijk natuurlijk niet prettig ontvangen worden en het was het Weltblatt in Weenen, dat in een antwoord op de diplo-aanval verklaar de, dat Oostenrijk niemands vazal, maar een vrije en onafhankelijk staat is. De aanval aldus vervolgt het blad tegen de Oos tenrijksche onafhankelijkheid door de „Politisch-diplomatische Korrespondenz" be- teekent een onduldbare en ernstige inmen ging, die niet krachtig genoeg kan worder. afgeslagen en die bovendien in strijd is met de belofte van niet-inmenging, verkregen by de overeenkomst van Juli 1936. „De legitimisten in een concentratiekamp en de pangermanisten op den Ballplatz", dat is de kern van den raad, dien men ons geeft. Niemand kan van de Oostenrijksche regee ring verwachten, dat zij haar trouwe vader landers als staatsvijanden behandelt. Als de „Korrespondenz" verwacht, dat wij haar aanwijzingen als bevelen aanvaarden, zal dat een grove schending van het grondbe ginsel van de overeenkomst van 1936 zijn. Het spreekt van zelf, dat niemand in Oosten rijk er aan denkt, dergelijke onredelijke eischen in te willigen. Verantwoordelijke menschen in Duitschland hebben vaak ver klaard, dat de overeenkomst van Juli 1936 heeft bijgedragen tot een internationale ontspanning. Dit schijnt de Korrespondenz te hebben vergeten, aldus het „Weltblatt". Het krantenruzietje is ook voortgezet door de Reichspost, het semi-officieele Oosten rijksche dagblad. Dit blad neemt het op voor de legitimisten en schrijft o.m.: „Er kan geen sprake zijn van behandeling op denzelfden voet als de pan-germanistische oppositie van de meest ijverige verdedigers van de Oostenrijksche onafhankelijkheid". De „Neue Frei Presse" schrijft: „Oos tenrijk heeft geen lessen van een knorrigen schoolmeester noodig. Het Berlijnsche arti kel is een voorbeeld van hetgeen men niet moet doen, wanneer men het verzoenings verdrag wil ontwikkelen en vrucht doen afwerpen". Verder heeft gisteren de minister van on derwijs Pernter tijdens een bijeenkomst van het vaderlandsche front indirect op de uit latingen van Berlijn geantwoord, door te zeggen: „Oostenrijk en het germanisme zijn onafscheidelijke begrippen, voorzoover ger manisme en christendom zelf nauw verbond blijven". Nationaal-socialisten gearresteerd. De Weensche politie heeft een vijftigtal nat.- socialisten gearresteerd, die onder het mom van een studentenorganisatie „Teutonia geheime politieke bijeenkomsten hielden. Er is een groote hoeveelheid propagandamate riaal in beslag genomen. Typhusepidemie te Londen. - Te Croy- don woedt een typhusepidemie. Reeds zijn 44 gevallen geconstateerd, waarvan drie met doodelyken afloop. Een woordvoerder van het Japansche leger heeft verklaard, dat de Japan sche troepen voorbij Nantsiang ge trokken zijn en reeds zijn aangekomen op 35 K.M. ten Westen van de stad, d.w.z. op 50 K.M. ten Westen van Sjanghai. Het Japansche hoofdkwar tier verwacht, dat morgen de troepen die uit het Zuiden aanvallen vereenigd zullen worden met den kern van de troepen, die zich in Westelijke richting begeven. Het front strekt zich thans uit over een lengte van honderd kilometer van Lioehotsjen aan de monding van de Jangste, via Sjahoetsjau, aan den spoorweg SjanghaiNanking, tot Kas- jan aan den spoorweg Sjanghai-Hang- tsjauNingpo. Chineesche troepen die zich den terugweg naar Kingsjan afgesneden zagen, trekken thans in Noordelijke richting terug. De Chi- neezen hebben bij Anting zware verliezen geleden. De woordvoerder van het Chineesche hoofdkwartier te Sjanghai heeft zijn laatste persconferentie gehouden, daar de verbin ding tusschen het hoofdkwartier en Sjang hai verbroken, is. De Japansche troepen hebben heden de laatste Chineesche stellngen in Nantao be zet. Het is niet mogelijk vast te stellen, hoeveel manschappen er zijn gesneuveld. De strijd is zeer verbitterd geweest. Nu de internationale nederzetting van de landzijde geheel is ingesloten, begint een schaarschte in levensmiddelen merkbaar te worden, terwijl de prijzen van 25 tot 50 procent zijn gestegen. De autoriteiten ne men maatregelen om bij eventueele levens- middelen-relleties te kunnen optreden. De keizer moedigt het leger aan. De keizer van Japan heeft gister een boodschap gericht tot de Japansche troepen in Noord China. Hij gaf hierin uiting aan zjjn warme waardeering voor de officieren en manschappen die ontbeeringen lijden in hun succesvollen opmarsch en ook voor hen de vielen, gewond of ziek zjjn. Tenslotte verklaarde de keizer vertrou wen te hebben in het JaDansche leger, dat alle pogingen in het werk zal stellen om zijn doel te bereiken, n.1. een duurzame vrede in het Verre Oosten, welk doel nog lang niet is bereikt. Een aantal leden van het Japansche par lement met aan het hoofd Yamamoto, een vooraanstaand lid van de Seijoekai hebben besloten een commissie in het leven te roe pen welke een nationale massabetooging moet organiseeren tegen de Britsche hou ding in het Chineesch-JaDansche conflict. Na den val van Sjanghai. Men is te Tokio van meening, dat Japan van het psychologische oogenblik van de overwinning bij Sjanghai gebruik moet maken om Tsjang Kai Sjek voor de laatste maal voor het alternatief te stellen: Samen werking met Japan of een volledige mili taire vernietiging. In zekere welingelichte kringen zegt men dat Tsjang Kai Sjek er voor gezorgd heeft niet de deur te sluiten voor de bemiddeling, die men aan Kitler toeschrijft. Hoewel de maarschalk onlangs heeft verklaard, dat het herstel van den vroegeren toestand een conditio sine qua non voor den vrede is. Die vroegere toestand kende reeds zekere gedemilitariseerde zónes in Noord-China en bij Sjanghai, waardoor men wellicht een voor beide partijen aan vaardbare regeling zou kunnen treffen. De moeilijkheid zou dan zijn het vinden van een formule, die zoowel door de Chineesche als door de Japansche openbare meening aanvaard kan worden: De belangrijkste taak van den bemiddelaar zou zjjn, China tot aansluiting bij het anti-communistische verdrag te bewegen. Verder zou de souve- reiniteit van Nanking over geheel China in naam blijven bestaan en de provincies ten Noorden van de Gele Rivier zouden gede militariseerd worden. Japan zou zich ver plichten, zijn troepen ten Noorden van de Gele Rivier na eenige jaren terug te trekken. De demilitarisatie in de streek van Sjanghai zou uitgebreid worden, terwijl China het beginsel van zelfbeschikking der Mongoolsche en Mandsjoerijsche minder heden zou erkennen, hetgeen een erkenning de facto van de onafhankelijkheid van Mandsjoerije en Binnen-Mongolië zou mee brengen. Japan en de Brusselsche conferentie. De Japansche minister van Buitenland- sche Zaken heeft gisteren den Belgischen ambassadeur Bassompierre een nota over handigd, waarin Japan de tweede uitnoodi- ging van de conferentie te Brussel afwijst. In de nota wordt de ontvangst van de Bel gische nota van 7 November inzake de con ferentie van Brussel bevestigd en wordt gezegd: „Terwijl zij verheugd is kennis te nemen van de meening van de deelnemende mogendheden, uiteengezet in de Belgische nota betreurt de keizerlijke regeering, dat deze meening na zorgvuldige overweging niet voldoende is om haar te bewegen haar inzichten en haar politiek, welke duidelijk uiteen zijn gezet in het laatste antwoord van 27 October, en in haar openlijke verklaring op dien datum, te wijzigen. De deelnemende mogendheden stellen vast dat zij bereid zijn vertegenwoordigers van een beperkt aantal mogendheden aan te wijzen, die van gedachten kunnen wis selen met een of meer vertegenwoordigers van Japan binnen het kader van het negen- mogendhedenverdrag en in overeenstem- mnig met de voorschriften hiervan; de keizerlijke regeering is evenwel diep over tuigd, dat haar huidige optreden een ver dediging is, welke Japan is opgedrongen door de uitdaging van China en dus niets te maken heeft met het negenmogendheden- verdrag en dat er dus geen reden is voor het bespreken ove. bepalingen van het ver drag. Aangezien de huidige toestand een gevolg is van de bijzondere toestanden in Oost- Azië, kan een goede oplossing alleen tot stand komen door onmiddellijke bespre kingen tusschen de beide betrokken par tyen. De keizerlijke regeering is verder vast overtuigd, dat een poging om te onderhan delen in het kader van een gemeenschappe lijk organisme, zooals de huidige conferentie, alleen de gevoelens van beide volken zou prikkelen en het tot stand komen van een goede oplossing zou hinderen. De keizerlijke regeering zou verheugd zijn, indien de mogendheden deze meening zouden eerbiedigen en zoo zouden bijdragen tot het stabiliseeren van Oost-Azië, op een wijze, welke in overeenstemming is met de werkelijkheid. De mogendheden, welke deelnemen aan de conferentie, stellen vast, dat alle mogendheden belangen hebben in het Verre Oosten, welke bedreigd worden door de huidige vijandelijkheden en dat de geheele wereld met belangstelling ziet, welke terugslag deze vijandelijkheden heb ben op den vrede en de veiligheid van de gemeenschap der volken. In verband hier mede wil de keizerlijke regeering er nog maals op wijzen, dat uit haar verklaringen duidelijk is gebleken, dat zij alles doet, wat in haar macht is om de rechten en belangen van de vreemde mogendheden in China te eerbiedigen en dat zij een vrede in Oost- Azië tot stand wil brengen door een be vredigende oplossing van het huidige stelsel. De correspondent van de „Daily Tele- graph" schrijft uit Moskou, dat de Duit sche consul, Sommer, op verzoek van de Sowjet-autoriteiten het land heeft verla ten. Hem was door de Sowjetautoriteiten een termijn van 3 dagen gelaten. Officieel heet het, dat hij naar Berlijn is terugge roepen om verslag uit te brengen. Tengevolge van inlichtingen van gevan gen spionnen zou het commissariaat van binnenlandsche zaken de zekerheid heb ben gekregen, dat de consul bij verschil lende complotten betrokken is. Voorts zijn, volgens de „Daily Tele- graph", gearresteerd, Oerenev, die onlangs tot Sowjet-ambassadeur te Berlijn is be noemd en de ambassadeur in Ankora, Karotri. Tenslotte geeft het blad een lange lijst van personen, wier arrestatie officieel wordt ontkend, maar volgens den cor respondent toch heeft plaats gehad. Op deze lijst komen o.a. voor: Prof. Toepolev, de eienlijke organisator van de roode luchtmacht; Boebnor, de kortgeleden ontslagen commissaris van opvoeding en schoone kunsten; Kurtz, hoofd van Intourist, de groote staatspropa- ganda-organisatie, oud-president van de Wolga-Duitsche republiek; Tsjernov, commissaris van landbouw, onlangs ont slagen. Oud-minister Franklin-Bouillon (onafh. radicaal) is gister overleden. Al sedert geruimen tijd was Franklin Bouillon, die 67 jaar is geworden, niet meer op den voorgrond getreden. Een jaar of twee geleden stond hij midden in het Fransche politieke leven. Hij werd op het Kanaaleiland Jersey ge boren en koos pas de politieke loop ba aA nadat hij eenigen tijd journalist en oor logscorrespondent was geweest. Sedert 1904 was hij, met korte onderbrekingen, lid van de Kamer. De buitenlandsche politiek had zijn bij zondere belangstelling; hij maakte lange jaren deel uit van de Kamercommissie voor buitenlandsche zaken, welker voor zitter hij enkele malen was. In September 1917 trad hij tot het mi- nisterie-Painlevé toe in een geheel nieuwe functie. Hij kreeg een portefeuille voor „buitenlandsche missies", hetgeen betee- kende, dat hij minister voor de propaganda werd. Tijdens de vredesonderhandelingen trad hij op als adviseur der regeering in Oostersche aangelegenheden, en leidde de Fransche propaganda in Tsjechoslowakije, op den Balkan en in het Naburige Oosten. Bij de verkiezingen van 1919 verloor hij zijn Kamerzetel; vijf jaren bleef hij buiten het parlement, in 1924 werd hij opnieuw gekozen. Aanvankelijk behoorde Franklin-Bouil lon tot de radicaal-socialistische partij, welke hij geruimen tijd presideerde. Doch hij geraakte met haar in conflict, verweet haar een bondgenootschap met de socialis ten der Tweede Internationale te hebben aangegaan, en op de ontruiming van het Rijnland aan te dringen; hij verliet de partij in November 1927. Hij stichtte toen een nieuwe groep, die der Gauche sociale et radicale", waarvan hij het voorzitter schap op zich nam. Steeds sterker evolu eerde hij in rechts-radicale richting, ont popte zich min of meer als een „die-hard", die niet ophield op het Duitsche gevaar te wijzen. In 1935 toonde hij een duidelijke toenadering tot de Croix de Feu van ko lonel de la Rocque. Hij deed toen een be roep op alle partijen van rechts om stelling te nemen tegenover het front van socia listen en communisten. Franklin-Bouillon was een voortreffe lijk redenaar, wiens interpellaties steeds zeer de aandacht trokken. In Januari 1935 interpelleerde hij, op zeer doordringende wijze Laval over diens buitenlandsche politiek. Hij drong er op aan dat de minis ter van buitenlandsche zaken vóór zijn reis naar Londen eenige mededeelingen zou doen over zijn positie tegenover den eisch van rechtsgelijkheid op bewapeningsge- bied, door Duitschland gesteld. Hij zette in het kort uiteen dat men wist wat Engeland wil, maar ten opzichte van het Fransche standpunt in het duister tastte. Hij be streed de Engelsche opvatting, dat de be wapening van Duitschland onder zekere voorwaarden erkend kon worden, en her innerde aan de verklaringen der vroegere Fransche regeeringen, dat Frankrijk daar in onder geen beding zou toestemmen. Nadat Duitschland eerst in gebreke was gebleven zijn schadevergoedingsverplich tingen na te komen, wilde het zich thans op dezelfde wijze aan zijn ontwapenings verplichtingen onttrekken. Hij gaf als zijn meening te kennen, dat Engeland op een dwaalweg is, als het Duitschland voor vredelievend houdt, hetgeen hij met re cente uitingen na het bekend worden van den uitslag van het Saarplebisciet staafde. Controle is in een land, waarin een regime heerscht als thans in Duitschland, onmo gelijk, betoogde hij. Tot de „ministeriabelen" behoorde Franklin-Bouillon niet; van geen van de kabinetten der laatste jaren heeft hij deel uitgemaakt. De mijnramp in Japan. - Omtrent de mijnramp, waarover reeds berichten gepu bliceerd zyn, wordt thans nader gemeld, dat deze zich heeft voorgedaan op den 2028 M. hoogen berg Kenasji in de prefectuur Goemma. Er ontstond een grondverschui ving, tengevolge waarvan de administratie gebouwen, 54 huizen van mijnwerkers, bene vens de fabrieksgebouwen van de zwavel- mijnbouwmaatschappij verwoest werden. Ongeveer 300 mijnwerkers en bedienden der maatschappij werden bedolven onder de puinen, dertig werden gewond. Tegelijk met de grondverschuiving ontplofte een kruitmagazijn, waardoor zwavelopslagplaat- sen in brand vlogen. Andere berichten zeg gen, dat de ontploffing in het kruitmagazijn zich het eerst heeft voorgedaan en dat de grondverschuiving daar het gevolg van is geweest, evenals de branden. Ongeveer 1500 man brandweer troepen bestrijden het vuur. Het reddingswerk wordt belemmerd door sneeuwval. Pastoor en burgemeester hebben ruzie. - Het stadje Chaumont, gelegen op onge veer achttien kilometer van Blois aan de Loire, heeft zijn vredige rust verloren. De 780 inwoners zijn verdeeld in twee vijandige kampen: dat van den pastoor en dat van den burgemeester. Laatstgenoemde, die be kend staat als een fel tegenstander van de kerk, heeft een kwestie, welke reeds jaren hangende was, te berde gebracht. Gesteund door zijn aanhang in den gemeenteraad, heeft hij geweigerd het huurcontract op de pastorie te vernieuwen. In den gemeente raad heeft de burgemeester den raadsleden verzocht te beslissen welke huur zij den pastoor wenschen te laten betalen. De bur gemeester stelde voor, dat ieder voor zich een bedrag zou opschrijven en dat het ge middelde als huur genomen zou worden. Bij wijze van protest verlieten de katholieke gemeenteraadsleden daarop de vergadering: bij stemming door de overgebleven leden werd de huur vastgesteld op een bedrag, dat vijf maal hooger was dan tot dusver. Zeker van den steun van den bisschop van Blois en van het meerendeel van zijn parochianen, weigerde de pastoor de nieuwe huur te betalen. De deurwaarder, die erop uit gestuurd werd om het verschuldigde bedrag te innen, stelde de uitzetting van den geestelijke echter voor onbepaalden tijd uit, toen hij de samengeschoolde dorpelin gen voor de deur der pastorie opmerkte. Naburige parochies hebben den pastoor hun steun toegezegd in geval de burge meester hem uit de parochie zou zetten.. De oneenigheid dreigt gevolgen van economi- schen aard te krijgen, tenzij de prefect of zelfs de premier Chautemps, in wiens kiesdistrict Chaumont blijkt te liggen tus schen beide komt. Engelsch schip in het Kanaal vergaan. - Het Britsche s.s. Pylades, dat met' een lading van 750 ton zink op weg was van Havre naar Antwerpen, is tengevolge van het slechte weer in het Kanaal vergaan. De noodseinen van de Pylades werden opge vangen door een treiler, die elf leden der bemanning in veiligheid wist te brengen. Brug door mijn beschadigd. - Door het ontploffen van een mijn is een brug in den weg JeruzalemJaffa, vyf K.M. van de hoofdstad, licht beschadigd. De myn ont plofte korten tijd nadat een auto met een Britsche politiepatrouille voorbijgekomen was. Storey krankzinnig. - Stanley Storey, die Donderdag tijdens de twee minuten stilte bij de Cenotaaf te Londen het inci- dienst veroorzaakte, is gisteren na medisch onderzoek opnieuw krankzinnig verklaard. Russische geestelijken verbannen. - De te Charbin verschijnende „Wremja" meldt dat talrijke kerkelijke hoogwaardig- heidsbekleeders in Rusland, die tot dusverre in het land mochten blijven, gearresteerd en naar Siberië verbannen of doodgeschoten zyn. Het blad noemt den plaatsvervangen- den metropoliet van Moskou, Sergius, die verbannen is, den metropoliet van Kazan, Kirill, die wegens „godsdienstpropagaoda" tot dwangarbeid veroordeeld is, zijn rechter hand Artemius, die doodgeschoten is, de bisschoppen van Orel en Minsk en de gees telijken van Orenburg, Oefa, Samara, Ka zan en Omsk, die in hechtenis genomen zijn. Te Petrosawodsk is een aantal geestelijken ter dood veroordeeld. Arabisch manifest verspreid. - Onder de Arabieren in Jeruzalem is een geheim manifest verspreid, waarin geprotesteerd wordt tegen de „Britsche inmenging in Arabische en Mohammedaansche aangele genheden". Het manifest, dat zegt afkomstig te zijn van het nieuwe Hooge Arabische Comité, dringt er by de Arabieren op aan, stand te houden in den laatsten slag tus schen de Palestijnsche Arabieren en het Imperialisme, met het besef, dat de geheele Arabische en Mohammedaansche wereld achter hen staat. Ook wordt geprotesteerd tegen de arrestatie van vooraanstaande Arabieren en tegen de Britsche inmenging in de zaken van den Hoogen Mohamme- daanschen Raad. Moordenaars en dieven. - Een maand geleden zijn te Parijs een Franschman, Ducomet, en een Rus, Smirensky, gearres teerd, verdacht betrokken te zijn geweest by den moord op Ignace Reiss te Lausanne. De Fransche justitie is er thanj van over tuigd, dat deze beide personen deelgeno men hebben aan den diefstal van de archie ven van Trotzky, welke in November 1936 is gepleegd. Toen de beide mannen hier over ondervraagd werden, gaven zy toe den zoon van Trotzky, Leon Sedoff, te hebben bespionneerd. De rechter van instructie, die belast is met het onderzoek naar de ver dwijning van generaal Miller, gaat boven dien na of Ducomet en Smirensky niet ook de hand hebben gehad in deze zaak. Zij zul len hierover gehoord worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 1