Het verhaal van de Apachen POPPENKLEDERDRACHT Op welke dag ben je geboren ZELDZAME KRANTEN TEKENOEFENING JAREN MAANDEN 1901- 1999 X 4" X 3 X p 87 9 X 39 3 3 99 61 90 1 95 63 91 69 3 3 aq 5 99 yV 3 9 13 97 3 5 9 p p 4 5 9 5 9) 9 9 yy 5 78 3 9 X 5 3-II 9 51, 6 1 8 15 32 19 36 3l 9 16 13 30 37 3 10 17 19 31 9 11 18 15 32 5 13b 19 16 33 6 13 3.0 17 3 9 7 19 31 13 35 door MAJA VAN HEYMEN. Door de rotsachtige dalen van het Dra- goon-gebergte langs de Zuidelijke grens van de staat Arizona reed een troepje Ameri kaanse verkenners. Voor op hun paarden hadden ze de geladen karabijnen liggen, want het was een gevaarlijke weg door de eenzame wouden. De Apachenstam, die in deze streken woonde, wilde geen gehoor geven aan de verzoeken der blanken om de krijgsbijl te begraven en de bewoners van de blokhutten langs de rand van de bossen hadden iedere week zeker een over val van de Roodhuiden te duchten. Alfred Sieber, de aanvoerder van de ver kenners, reed met zijn jongen vriend Ed- ward Benton voorop. De beide mannen spra ken op gedempte toon, zoals ze dat gewoon waren in de wildernis, terwijl hun ogen op lettend langs de steile hellingen en ritspun- ten zwierven. Natuurlijk geen spoor van de Apachen te zien", bromde Sieber. „Hun spionnen hebben ons allang gezien en de Roodhuiden zitten in de wouden te wachten, tot wij voorbij zijn. Ik zal blij zijn als we dit gedeelte veilig achter de rug hebben". „En ik had nog wel zin om hier een paar wat heeft verzonnen of dat het een sprookje is". Maar Benton gaf het niet op en eindelijk kreeg hij zijn zin: Sieber gaf hem verlof. „Goed dan", zei hij, „wat mij betreft kun je gaan, maar dit voorspel ik je: alles wat je daar in de bergen vindt, is.... je eigen grafsteen!" Toen Edward Benton de volgende dag al leen op weg ging, moest hij wel aan die tussen die spitstoelopende rotspunt en die brede bergketen moet ongeveer twintig jaar geleden een blanke zijn geweest, die daar zijn blokhut had. En die man zou daar een diepe groeve gemaakt hebben, waaruit hij zilver haalde. Helaas heeft hij niet veel aan zijn ontdekking gehad, want de Apachen deden een overval op hem, ze namen hem sombere voorspelling denken. Geen mens kwam hij tegen in de eenzame ravijnen, waar het pad doorheen voerde. Met grote moeite en onder veel ontberingen bereikte hij werkelijk de plaats die de Apache hem had aangeduid. Het was een ketelvormig dal rondom door hoge bergen ingesloten. Na een tijdje gezocht te hebben, ontdekte de verkenner tussen de rotsen, bijna geheel weken te blijven!" lachte Edward Benotn. „Als je me eens een poosje verlof gaf?" „Och, praat toch geen onzin, jongen". De aanvoerder keek den jongen man verbaasd aan. Wil je hier je vacantie doorbrengen? Denk je hier een rustkuur te doen mis schien?" spotte hij. Maar Benton kwam dicht bij hem r?M en en keek om zich heen voor hij begon te spreken. „Luister, ik zal je mijn geheim ver tellen. Toen ik een poosje geleden op ver kenning was bij de Mexicaanse grens, vond ik een ouden Apache. Hij was gewond door een schot van een der blokhutbewoners en lag hulpeloos in het bos. Ik verbond zijn wond en gaf hem wat te eten en te drinken en uit dankbaarheid vertelde de Indiaan mij een eigenaardig verhaal. Daarginds namelijk, gevangen en hebben hem gescalpeerd. Zie je, Alfred, daar zou ik wel eens heen willen, om te zien, of dat verhaal waar is Alfred Sieber schudde eerst zijn hoofd. „Nee, Edward, daar zou ik maar niet aan beginnen. Je bent daarboven zonder enige bescherming. De dichtstbij wonende blanken zijn nog mijlen ver van je af en wat dat zilver betreft, ik vrees dat die Apache maar begroeid met doornstruiken, een blokhut. Daarnaast zag hij de afgebrokkelde rand van de groeve, die de geheimzinnige blanke daar alleen had gegraven. Edward ging on middellijk aan het werk. Spaden en hou welen had hij meegenomen en zijn eerste werk was de halfingestorte schacht weer uit te graven en wijder te maken. Zijn karabijn lag naast hem op de grond, voor gebruik gereed. Aan het eind van de derde dag, waarin hij met onvermoeide ijver het zware werk had verricht, zag Edward voor het eerst iets glinsteren tussen het zand. Hij greep een handvol aarde en daartussen vond hij een vrij zwaar brokje zilver. Een zachte kreet van vreugde liet hij horen. Het verhaal van den ouden Indiaan was dus toch waarheid geweest! Nu sleepte hij grote stenen aan, die hij boven op de schacht opstapelde, om de plaats gemakkelijk te herkennen. Daarna reed hij naar het Noorden om in de dichtst bijzijnde stad Tucson zijn ontdekking te melden en een bewijs van inbezitneming aan te vragen. Maar deze weg liep dwars door het gebied van de oorlogszuchtige Apachen. De tweede Een jongen uit Elzas-Lotharingen. We gaan weer naar een ander land en ook een andere kant, want nu is het naar het Zuiden. Je weet, Elzas-Lotharingen ligt op de grens van Frankrijk en Duitsland. Vroe ger was het van Frankrijk, toen is het een poos Duits geweest, nu heeft Frankrijk het weer. De costuums worden er niet erg veel meer gedragen en meer door de meisjes dan door de jongens. Maar op feestdagen zie je ze beide toch nog wel en het is een heel aardig gezicht. Deze jongen heeft een don kerblauw of zwart jasje aan en net zo'n broek, beide met metalen knopen, dus geel of wit. Zijn vestje is rood en zijn sokken hebben gekleurde dwarsstreepjes. Het korte losse buisje, dat hij alleen draagt bij heel grote feestelijkheden, is helderblauw met een witte rand, die geborduurd is. Gewoon lijk draagt hij het ronde hoedje erbij, maat als het 's winters koud is, zie je ze ook wel lopen met die dikke berenmuts. dag kwam Edward met hen in aanraking en beleefde hij een gevaarlijk avontuur. Toen hij door het dichte woud reed, hoorde hij plotseling hun oorlogskreet vlak by zich in het kreupelhout en een regen van pijlen suisde om zijn hoofd. Gelukkig werd hij zelf niet geraakt, maar zijn paard kreeg twee dodelijke wonden van vergiftige pijlen en zakte in elkaar. Onmiddellijk vuurde Edward zijn karabijn af in de richting van de aan vallers en bereikte daarmee, dat zij zich terugtrokken met een paar gewonden. Nu moest hij zich snel verstoppen en hij baande zich te voet een weg tussen struiken en rot sen door. Dagen en nachten durfde hij niet verder te trekken en moest hij in een holle boomstam blijven. Proviand had hij niet meer, en hij moest honger lijden, totdat het hem eindelijk gelukte een wilde eend te schieten. Die moest hij wel rauw opeten, want hij waagde het nog niet een vuur aan te leggen. Eindelijk meende hij, dat het wel veilig was om verder te gaan en langs grote omwegen vervolgde hij zijn weg naar Tuc son. Veertien dagen nadat hij van de zilver- groeve was weggegaan, bereikte hij de stad, verzwakt, haveloos en verwilderd, hongerig en doodmoe. Maar zodra hij weer wat op krachten was gekomen, verzamelde Edward Benton een troep flinke dappere mannen en nam hen mee, naar zijn vondst. Al gauw volgden allerlei avonturiers en gelukzoekers om hun brood te verdienen in het „zilver- paradijs" van Benton. In de omtrek van het keteldal groeide een hele nederzetting en gedachtig aan de voorspelling van zijn vriend Alfred Sieber noemde Edward de plaats „Tombstone", dat betekent: „Grafsteen. Enige jaren later verkocht Edward Benton zijn zilvergroeve voor een reusachtige som geld en leefde verder als een rijk man in zijn stad. Toen hij stierf, werd hij volgens zijn laatste wil begraven op een heuvel vlak bij de stad, onder een pyramide van ruwe stenen. Jan. Febr. Maart [April. Mui. Juni. Juli. Aug. Sept. Oct. Nov. D»c. 15 53 81 9 p P 3 5 9 3 6 P 16 51 81 5 1 1 9 6 1 9 P 3 6 9 3 17 55 83 6 1 5 p 3 5 1 9 6 JL 9 11 56 89 p 9 p 1 5 P 3 6 1 9 6 C1 53 85 5 5 1 3 6 9 9 P P pi 3o 53 86 3 6 6 1 9 1 1 3 6 9 P9 31 59 p P 3 5 i 3 6 9 P JL PI 31 60 88 5 1 5 P 3 5 1 9 6 Z 9 P5 61 89 p 6 1 9 6 JL 5 P 3 S <r6 9 9 P JL 5 P 3 6 9 9 G 5 5 1 3 6 9 9 P JL P P8 36 91 6 p 5 1 3 6 JL 9 P JL 37 65 93 9 1 9 6 JL 9 P 3 5 9 3 IP 33 66 6 1 JL 5 P 3 5 1 9 6 JL 9 39 67 95 p 3 6 1 9 6 1 P 3 S 11 90 6$ 96 1 5 1 3 6 9 9 P 1 5 P +1 69 (D 6 JL 9 p 1 1 3 6 9 19 *71 ïo 98 P 3 5 1 3 6 JL 9 1 15 93 71 99 5 1 1 6 JL 9 P 3 5 9 3 16 99 71 6 JL 3 6 1 9 6 1 P 3 5- 11 95 73 1 9 p JL 5 P 3 6 9 9 6 18 96 79 1 5 5 i 3 6 1 9 P 1 P 19 75 3 6 6 JL 9 P 1 5 1 3 6 1P 93 76 9 p 1 9 6 1 9 P 3 5 3 3,1 99 6 1 1 5 P 3 1 6 JL 9 12 50 p 3 6 1 6> P 3 1.9 51 79 1 9 1 5 &- 3 6 9 9 6 H 19 80 1 5 1 9 P JL 5 1 3 6 1 U WEEKDAGEN ZONDAG MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZATERDAG In het Britse museum heeft men enige kranten, die tot de zeldzaamste ter wereld behoren. Het nieuwste exemplaar is een blad, dat de titel „PowrVow" heeft en in het Tibetaans wordt geschreven. Deze krant wordt geschreven op ongeveer 3050 M. hoogte. Hij wordt uitgegeven door een En gelsen zendeling Walter Asboe, die al jaren met zijn vrouw te Kylang woont in het Tibetaanse hoogland. Zijn krant, die in 50 exemplaren verschijnt, iedere maand, en verspreid wordt onder de Boeddhistische Tibetanen, bevat behalve godsdienstige stuk ken ook allerlei medische raadgevingen, waardoor de zendeling de algemenn gezond heidstoestand van de bevolking en de zin voor reinheid wil verbeteren. Asboe, die in Engeland de eerenaam van de „held van de ijswoestijnen" heeft gekregen, moet per jaar 500 mijlen afleggen om zijn kranten zelf rond te brengen. Dan is er nog een merkwaardige krant, die jaren geleden in Noord-Amerika werd opgericht. Een jonge journalist, die te arm was om zelf een krant te laten drukken, schreef al zijn berichten en verhalen op..., de achterkant van de gesteven papieren „frontjes", die de heren toen droegen. De mensen vonden dat zo interessant, dat ze vochten om zijn kranten en het duurde niet lang of hij moest verschillende „fron tjes" aan elkaar plakken, maar toen ver diende hy ook al zo veel dat hij al gauw een eigen blad kon bekostigen. Veel kranten hebben een feuilleton, die eindeloos vervolgd wordt, sorps maanden lang. Maar in dat opzicht spant Tokio de kroon, want een krant, die daar verschijnt, is 20 jaar geleden met een feuilleton begon nen, die nu kort geleden het 3300ste vervolg had. Als die ooit in zijn geheel uitgegeven zou worden, mochten het wel kranten zijn, waar je met een trap bij moest klimmen om de bovenste regels te lezen, zulke grote bladen zouden het dan worden. De schrijver die deze feuilletons is begonnen, is intussen gestorven, maar zijn zoon schrijft er nu ver der aan. Niet alle kranten hebben altijd uit papier bestaan. In Frankrijk is in het jaar 1831 een krant verschenen, die „De politieke zak doek" heette en die werkelijk in plaats van op papier, op katoen was gedrukt. De uit gever deed dit om de hoge belasting op het papier te ontlopen. Nu trof het dat juist in die herfst heel Parijs zowat verkouden was, dus de kranten werden niet alleen gekocht omdat ze goedkoper waren of uit curiositeit, maar ook om ze echt als zakdoeken te ge bruiken. Toen in het voorjaar de verkoud heden weer minder werden en het nieuwtje er af was, verdween de zakdoeken-krant. Engeland heeft de enige krant op de wereld, waarvan er maar eentje is gedrukt. In de vorige eeuw was er een Engels staatsman ernstig ziek en om hem niet de verontrus tende berichten over zijn ziekte in de kran ten te laten lezen, maakte men voor hem een aparte krant, waar alleen gunstige tijdingen in kwamen. Ook is er in Engeland een blad geweest, dat „Anti Tophat" heette, wat betekent „Tegen de Hoge Hoed". Een rijke zonderling had het opgericht, om daardoor de strijd aan te binden met de hoge hoed, die in Engeland heel veel wordt gedragen en waar hij büjkbaar een hekel aan had. Toen hij stierf, vond men in zijn testament de voor waarde dat zijn rifeven alleen dan zijn geld zouden erven, als ze zorgden dat het blad bleef bestaan. Zoo is het werkelijk nog een paar maal verschenen, maar er waren in het geheel maar vijf abonné's voor. In een klein dorpje in Duitsland was een schoolmeester, die de mensen daar zo vrese- De meesten van jullie zullen wel weten op wat voor dag of je bent geboren, dat zullen je vader en moeder je wel hebben verteld. Maar als je het niet weet, kun je het met deze tabel gemakkelijk uitrekenen en ook kun je nagaan op welke dag je in een bepaald jaar jarig zult zijn. Uit een voorbeeld kun je het best begrijpen, hoe het in zijn werk gaat: Laten we eens opzoeken wat de 31ste Maart voor een dag is geweest in 1901. Dan zoeken we onder de kolom „jaren" het eindcijfer 01, langs diezelfde ij]' gaan we naar rechts tot we bij de maanden komen aan Maart. In dat vakje staat het getal 5. Dit tel je op bij de gezochte datum, dus in dit geval 31 en 5 geeft 36. Als je nu in de kolom weekdagen het getal 36 opzoekt zie je dat het in de rij van de Zondagstaai. 31 Maart 1901 was dus een Zondag. Op die manier kun je elke dag uitrekenen die js maar wilt, van 1901 tot 1999.. WETENSWAARDIGHEDEN. STERVEN DIEREN IN DE VRIJHEID EERDER M Enige zoölogen in Zuid-Afrika beweren, dat dieren in de vrije natuur gemiddeld met zo oud worden, als dieren die in een dieren tuin leven. Misschien komt het, dat ze aar meer gevaren zijn blootgesteld, maar a sterven haast allen vroeger. lijk dom vond, dat hij, om ze tot het lezen van kranten te brengen, zelf een krant op richtte, waarin hij allerlei berichten zette, die hij uit de grote bladen overnam. Dat was de enige krant van de hele wereld, die op moest houden te bestaan, omdat.... er te veel abonné's kwamen. De meester liet namelijk de jongens de kranten overschrij ven als schrijf- en taaloefening en die over geschreven kranten bracht hij rond. Maar toen er meer dan twintig abonné's kwamen, konden de schoolkinderen het niet meer by houden en verscheen de krant voortaan me meer. Hier hebben we het cijfer zes, een kromme en een rechte zes. De kromme wordt een rat, die recht overeind zit, een grote met een lange staart. En ook een grappige clown met een paar haren boven op zijn hoofd. Van de rapbhe zes met de rechte steel kun je een P maken in de regen en een opgei0 papier of karton. Dat is misBefiie** 110 gr. zo gemakkelijk, maar met het voorts bij gaat l^t natuurlijk wel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 12