Er ging een week voorbij
De Tweede Kamer heeft „financiën
goedgekeurd.
De sociaal-democraat Vliegen 75 jaar.
ALKMAARSCHE COURANT van ZATERDAG 20 NOVEMBER 1937
PARLEMENT
Een
rijk leven, vol van belangrijke gebeurtenissen,
ligt achter hem.
EEN DER OPRICHTERS DER
S.D.A.P. VERTELT.
Buitenlandsche propaganda in ons land.
Terechtwijzingen voor
Mr. Rost van Tonningen.
DERDE BLAD
Vrijdagmiddag.
De Bond van Gemengde zangvereemgin-
gen heeft in Kinheim vergaderd en vele
afgevaardigden hebben critiek uitgeoefend
°P het geven van punten bij concoursen.
De heer Saai uit Wognum verklaarde
zelfs, dat de kunst niet in punten is uit te
drukken.
Wij hebben tot dusver altijd gehoord,
dat het verkrijgen van de meeste punten
de grootste kunst is.
Willem de Meyer heeft op den volks
zangavond in de dancing van de Har
monie gezegd, dat hij er door getroffen
wordt, dat menschen in treinen alleen
maar over kaarten, voetballen en duiven
spreken en helaas niet vertrouwd zijn met
den schoonen schat van hun liederen.
Blijkbaar had deze Vlaming verwacht,
dat op zijn reis naar Alkmaar alle passa
giers in den trein zaten te zingen.
In de raadsvergadering van Winkel is
over den slechten toestand der wegen ge
klaagd. En de burgemeester vertelde, dat
er den vorigen dag een juffrouw op het
raadhuis was verschenen om hem te laten
zien hoe vuil zij er uitzag nadat zij over
den Zandweg had geloopen.
Als de weg niet spoedig hersteld wordt,
zal men hier helaas niet meer van schoone
Winkel-juffrouwen kunnen spreken.
Een vrachtrijder uit een der omliggende
gemeenten heeft aan een adres in Alkmaar
een bok bezorgd. Daar men hier allerminst
zoo'n beest verwachtte, vreest men, dat de
afzender een bok zal hebben geschoten.
Het is niet onmogelijk, dat ook de
dierenbescherming nog bij de kwestie be
trokken zal worden want er bestaan ern
6tige vermoedens, dat de koetsier van den
vrachtwagen onderweg voortdurend op
den bok heeft gezeten.
In het verslag over „Atlas Hotel", welk
stuk in 't Gulden Vlies opgevoerd werd,
lezen wij, dat de luchtkasteelen van Au
gustus met één slag werden weggevaagd.
Wij vermoeden, dat het wel een bliksem
slag zal geweest zijn.
De burgemeester van Warmenhuizen
heeft den scheidenden gasdirecteur meege
deeld, dat hij maar een klein cadeautje
kreeg omdat de gemeente in zorgvolle om
standigheden verkeert en hem daarna een
gouden horlogeketting aangeboden.
De gasdirecteur draagt nu den ketting in
de hoop, dat de tijd nog eens zoo gunstig
zal worden, dat hij ook nog een horloge
zal krijgen.
Zondagavond heeft bij de wedstrijden
in het overdekte bad te Velsen een der
deelnemers tijdens het zwemmen zijn ge
bit laten vallen.
Toen het weer opgevischt was, bleek,
dat den eigenaar intusschen het water om
de tanden was geloopen.
Sint Nicolaas nadert, zegt het comité
voor de tentoonstelling van Huisverzor
ging en vele kleintjes hebben op hun ver
langlijstje wellicht een pop als hun harte-
wensch geplaatst.
Inderdaad ,er zijn van die moderne
kinderen, die zelfs om twee pop of om
een rijksdaalder durven vragen.
Uit Heerhugowaard wordt van een
filmavond gemeld, dat in de stichting Het
Hoogeland de armsten der armen worden
opgenomen om te trachten er weer bruik
bare leden van de maatschappij van te
maken.
Blijkbaar worden deze armen in de
stichting weer van de noodige contanten
voorzien.
In een advertentie in onze courant
vraagt de heer Van der Wal uit Winkel
wie er sinds Woensdag in het bezit van een
verkeerde pink is.
Wjj hebben het eens nagekeken en ge
constateerd, dat er bij ons niets bijzonders
aan de hand is.
Van de tentoonstelling van de Ver. van
Huisvrouwen wordt gemeld, dat de Open
bare Leeszaal er een stand heeft met boe
ken, die in het bijzonder voor de huis
vrouw van beteekenis zijn.
Wij vermoeden, dat men hier een verza
meling kookboeken geëtaleerd heeft.
Voor het comité tot verdediging van de
vrijheid van arbeid voor de vrouw heeft in
Den Haag mevrouw BakkerNort ge
sproken.
Alle vrouwen, zoo heeft zij gezegd, zul
len gaan stemmen, maar de groote vraag
is hoe de vrouwen stemmen.
Voor de mannen is er een nog veel
grootere vraag, namelijk hoe ze gestemd
zyn.
In Utrecht is een soldaat van 2.05 M.
onder de wapenen gekomen, die buiten de
kazerne de algemeene belangstelling van
de voorbijgangers heeft. Volgens zijn eigen
verklaring heeft hij in zijn groeiperiode
hoe langer hoe meer de aandacht ge
trokken.
Een veehouder in den Lage Bijlmer
polder wilde zijn koe met een electrisch
apparaat het haar knippen. Terwijl op het
erf de voorbereidingen werden getroffen
slikte de koe een stekker in waarna het
dier electrisch is gestorven.
De inzender van dit fantastisch verhaal
heeft helaas niet gemeld of de koe eerst
een stopcontact had gegeten en evenmin of
er misschien nog een schemerlampje in
haar maag is gaan branden.
In het verslag van den wedstrijd tus-
schen de voetbalclubs Juliana en B. V. V.
lezen wij, dat tijdens de eerste helft van
het spel de thuisclub domineerde.
Wij kunnen ons voorstellen, dat de B. V.
V.-ers daartegen ernstig zullen protestee
ren. Domineeren is een heel interessant
spel, maar men moet het niet doen als er
gevoetbald moet worden.
In Ierland heeft een dominee bij vergis
sing de bruid en een vriend van den
bruidegom aan elkaar gekoppeld. Hij
heeft het huwelijk dadelijk weer ontbon
den toen de bruid tot de ontdekking kwam,
dat zij met den verkeerden getrouwd was.
In vele huwelij'.en komt men tot de
zelfde ontdekking als de wittebroodsweken
achter den rug zijn en er geen dominee
meer te zien is.
In Alexandrië werden in een dorp alle
hanen gestolen terwijl kippen en kalkoe
nen ongemoeid werden gelaten. Ten slotte
werd er een man gearresteerd, die zoo
zenuwachtig van het .kraaien was gewor
den, dat hij alle hanen verdonkeremaand
had.
Men heeft den veldwachter van het dorp
een complimentje gemaakt omdat hij den
dief nog ontdekte toer er geen haan meer
ncar gekraaid heeft.
W. H. Vliegen
Als men hem met zijn vol en blozend
gelaat en zijn nog forsche gestalte ziet J «iaal-democratischen bond,
zitten achter zijn lessenaar, waar vele van Domela Nieuwenhuis.
van
1883
die
vlakkig het socialisme leeren kennen
optochten en brochures. Doch in
kwam de definitieve kennismaking,
over dit lange leven besliste. De typograaf
Vliegen kreeg op de zetterij een biljet te
zetten voor een vergadering van den so-
de beweging
half-beschreven papieren van zyn
actief schrijverschap getuigen, te mid
den van zijn boeken, waarvan de
schilderachtige wanorde een dage-
ljjksch raadplegen verraadt, dan be
grijpt men, waarom het partijbestuur
van de S. D. A. P., waarvoor toch de
leeftijdsgrens van 65 jaar geldt, tien
jaar na het overschrijden van die grens
nog niet van dezen werklustigen ve
teraan afscheid heeft kunnen nemen.
De heer Vliegen vertelt over zichzelf.
Kort, puntig, geformuleerd als jaartal
len uit een gescniedenisboek.
„Ja", zegt hij lachend, „in jaartallen ben
ik nogal sterk en dan volgt 'n lange reeks,
niet alleen lang, omdat dit leven zoo lang
was, doch lang ook, omdat er geen perio
den waren zonder jaartallen: Steeds nieu
we functies, telkens nieuwe woonplaatsen,
en toch steeds een samenhangende reeks.
Het begon in 1883. De jonge Vliegen, die
toen 21 jaar was, kon reeds terugzien op 'n
loopbaan van tien jaren als typograaf, in
welk vak hij op elfjarigen leeftijd als zet-
ters-jongmaatje was ingewijd. Zijn geboor
teplaats Gulpen had hij op 19-jarigen leef
tijd verlaten en een jaar lang had hij te
Luik gewerkt. In die stad had hij opper-
Zijn eerste jaren.
„Ik woonde een vergadering, die onder
leiding van Fortuyn, bij", vertelt de heer
Vliegen. „Later nog een. In September
hoorde ik een geestdriftige rede van den
Belgische socialist Anseele en gaf mij dien
zelfden avond als lid op. Het diploma met
den datum 9 September 1883 heb ik nog.
Er waren te Amsterdam nog maar een paar
honderd leden van den bond, onder wie
veel Duitschers, die tengevolge van de so
cialistenwetten van 1878 waren uitgewe
ken".
„Had U toen het gevoel met het katho
licisme te breken?"
„Och, ik was toen in een periode van
jeugdige onverschilligheid. In Gulpen had
ik het katholicisme als iets vanzelfspre
kend aanvaard en was ik zelfs lid van het
zangkoor van de kerk. Toch herinner ik
mij ook uit dien tijd, dat ik eens met mijn
oom een diepgaand dispuut heb gehad
naar aanleiding van een preek. Ik kon mij
niet vereenigen met de gedachte, dat één
doodzonde en daarvoor had ik mijn
primitieve begrippen van dorpsjongen
de eeuwige straf in de hel ten gevolge zou
hebben. In Luik was ik reeds in een perio
de van onverschilligheid en het spreekt
vanzelf, dat ik na mijn aansluiting bij den
sociaal-democratischen bond dat waren
in Amsterdam toen bijna allen „Dage-
raadsmenschen" met de weinige zelfstan
digheid van een 21-jarige in eenzelfde
stemming kwam als mijn partijgenooter..
Toch heb ik nooit het christendom, ook
niet het katholicisme, als onvereenigbaar
met het socialisme beschouwd. Het socia
lisme is voor mij een sociaal-economisch
systeem, waarnaast voor geestelijke vrij
heid, dus ook voor die van godsdienst
plaats is. Ik heb mij in later jaren dan ook
steeds verzet tegen de pogingen diergenen,
die tegenover de religieus-socialistische be
weging een atheïstisch socialisme wilden
stellen. Het religieus socialisme is mij zeer
welkom.
Toen ik in 1889 naar Maastricht ging,
heb ik mij vast voorgenome'n niets tegen
de kerk of de geestelijkheid te onderne
men: Evenwel, of er gestreden zal worden
maakt men alleen niet uit
In Maastricht propageerde de jonge Vlie
gen zijn begnselen in een onder zyn lei
ding uitgegeven blad „de Volkstribuun",
welk orgaan Vliegen zelf redigeerde, zette,
drukte en colporteerde.
Toen in de negentiger jaren de sociaal
democratische bond onder Domela Nieu
wenhuis in anarchistische richting dreef,
was de heer Vliegen een der „twaalf
apostelen", die het initiatief namen tot de
oprichting van de S. D. A. P., waarvan hij
op 26 Augustus 1894 te Zwolle de oprich
tingsvergadering presideerde. Na een ver
blijf van eenige jaren te Rotterdam werd
hij in 1897 partijvoorzitter.
„De eeuwwisseling", zoo vertelt de heer
Vliegen, „maakte ik mee te Parijs, waar ik
ongeveer twee jaar correspondent was van
„Het Volk" en van eenige Duitsche bladen,
zooals de „Leipziger Volkszeitung" en de
„Hamburger Echo". Vooraanstaande Fran-
sche socialisten, zooals Jaures, Guesde en
Briand (toen socialist) heb ik er persoon
lijk gekend. Het verdere verblijf te Parijs
heeft wel eenigen invloed gehad op de
verdere ontwikkeling mijner ideeën: De
politiek van den socialistischen minister
Millerand in het republikeinsche kabinet
Waldeck-Rousseau bewonderde ik en deze
bewondering boog mijn overtuiging sterk
in reformistische richting".
„Was het te voren anders?"
„Sociaal-d emocraat ben ik altijd ge
weest. De arbeider had in de eerste jaren
van het socialisme echter nog geen kies
recht, geen andere rechten. Toen moest 't
socialisme wel in revolutionnaire stem
ming leven. Doch nu het democratische al
gemeene kiesrecht is verwezenlijkt, zou het
misdadig zijn anders dan langs democrati
sche weg het socialisme na te streven".
Na dezen zijsprong volgen weer jaartal
len:
1901 redacteur buitenland van „Het
Volk".
1906 lid van den Amsterdamschen
raad.
19061926 partijvoorzitter, welke
functie wegens verhuizing naar den Haag
werd neergelegd (het dagelijksch bestuur
zetelt te Amsterdam).
1907 lid van provinciale Staten van
Noordholland.
1909 lid der Tweede Kamer, waar de
heer Vliegen in de zeven man sterke frac
tie der S. D. A. P. de financieele en kolo
niale specialiteit werd.
1914 wethouder van Amsterdam, ach
tereenvolgens van financien, publieke wer
ken en onderwijs, tot 1923 toe.
1915 uittreden uit de Tweede Kamer
en 1917 verkiezing in de Eerste Kamer.
En ten slotte een nieuwe periode als
Hagenaar na 1922, toen hij lid der Tweede
Kamer werd en bleef tot 1937. In den ge
meenteraad der Residentie zetelt hij sinds
1927 en is voorzitter van de 17 man sterke
S. D.-fractie.
Van zijn hand verschenen in die jaren
„De Dageraad der Volksbevrijding", waar
in de geschiedenis van het socialisme hier
te lande tot de oprichting der S. D. A P.
is behandeld. Voorts het boek „Die onze
kracht ontwaken deed", waarin de ge
schiedenis der S. D. A. P. der eerste twin
tig jaar is vervat.
Nu ben ik bezig met het derde deel
van dit boek", deelt de heer Vliegen mede.
Ik zal er de S. D. A. P. van haar twintig
ste tot haar vijf-en-twintigste jaar in be
schrijven".
„Memoires?"
Een beslist „neen" is het antwoord. Die
zyn er al zooveel geschreven. Ik zou trou
wens te veel in een parellel met mijn boe
ken vervallen".
„Toekomstplannen
„Nou nou, ik moet op mijn leeftijd be
scheiden zijn. Ik hoop mijn boek te vol
tooien. Artikelen te blijven schrijven. An
dere toekomstplannen ik heb ze wel
verzwijg ik liever".
Wij verlaten het huis aan de van Hoy-
temastraat. Vijf en zeventig jaaris het
wel zoo oud?
I»
(Van onzen parlementairen medewerker.)
De Tweede Kamer is gistermiddag met
de begrooting van Financiën gereed geko
men, welke zonder hoofdelijke stemming,
met aanteekening van de tegenstem der
communisten, werd aangenomen.
De behandeling van de afdeelingen der
begrooting leverde weinig belangrijks op.
Voor personeelsaangelegenheden, kwesties
van bevordering, indeeling in salarisklas
sen, het veelvuldig aannemen van men
schen op arbeidscontract en het lang uit
blijven van vaste aanstellingen, bestond
vrij veel belangstelling. Minister de Wilde
gaf die leden gelijk, die van oordeel wa
ren, dat die dingen het best in het georga
niseerd overleg konden worden besproken
en niet in de Kamer, maar anderzijds gaf
hij te kennen, dat ambtenaren, die onte
vreden waren over de uitkomsten van het
overleg, toch een uitweg moesten vinden
voor hun gevoelens; hij kon dat ten minste
begrijpen.
De minister deed geen bepaalde toezeg
gingen omtrent verbeteringen de erva
ring had hem geleerd, hoeveel last soms
een wat onberaden toezegging een be
windsman bezorgen kan! maar hij was
toch wel zoo vriendelijk om „overweging
en „aandacht" aan sommige desiderata te
willen besteden. Hij wees er wel op, dat
de Regeering, wanneer er eenmaal in het
G. O. overeenstemming over een bepaald
punt is bereikt, niet opeens met verande
ringen kan komen aanzetten.
Er is nog over eenige andere kwesties
gesproken, waarvan er een elk jaar terug
keert, n.1. de functie en de taak van het
Rijksinkoopbureau, dat een soort inkoop
centrale voor het Rijk is, en volgens de
elkaér afwisselende bewindslieden van
Financiën zeer nuttig en efficiënt werk
verricht, doch een doorn is in het oog van
den middenstand, die wordt uitgescha
keld. De heer J. ter Laan verdedigde de
zienswijze der regeering, de heer Stumpel
(r.k.) het tegenovergestelde standpunt.
Een ander steeds terugkeerend punt is
de, bij de afdeeling „Eerediensten" voor
den dag komende, klacht der Staatkundig
Gereformeerden, vroeger mede door ds.
Lingbeek (h.gs.) aangeheven, over de
kerkorganisatie, de Ned. Herv. Kerk bij
de Koninklijke besluiten van 1816 en 1852
opgelegd. Telkenmale weer zegt de be
trokken minister, dat er voor het verwijt
dat de regeering „herstel van onrecht wei
gert" niet de minste grond is, omdat de
kerken volkomen vrij zijn zich te organi-
seeren, zooals zij zelf willen en dat daar
aan de bedoelde K. B.'s niet in den weg
staan. Minister de Wilde voegde er nu aan
toe, dat een ongetwijfeld belangrijke en
interessante kwestie als deze beter bij de
algemeene beschouwingen over de Rijks-
begrooting, bij de bespreking van het
algemeen regeeringsbeleid te berde kan
worden gebracht. Dan hebben de klagers
eerder kans, dat de zaak eens uitgepraat
wordt, dan wanneer er bij een onder-
afdeeling, waarbij weinig spreektijd is,
eenige opmerkingen over worden ge
maakt.
Justitiebegrooting.
De eerste begrooting van minister Gose-
ling heeft dadelijk aanleiding tot belang
rijke debatten gegeven. Justitie is altijd
een gewichtig stuk van gedachtenwisseling
in de Kamers geweest; de in tijdruimte
gemeten belangstelling kan wel eens wat
afnemen, wanneer de minister „enfant
cheri" is, zooals we dat ten tijde van het
bewind van minister Donner hebben be
leefd, en zijn arbeid in het algemeen te
vredenheid wekt, interessant bleven de
discussies doorgaans. Geen wonder, want
onder justitie ressorteert veel wat den
mensch raakt, pakt, ergert of opwindt. Het
is dan ook een „principieel" departement
en de eerste begrooting van een nieuwen
bewindsman moet van dat bijzondere
karakter niet alleen in plannen, maar
liefst in posten blijken geven.
Bij de Algemeene Beschouwingen is
voldoende duidelijk geworden, dat men
ter „rechterzijde" hooggespannen ver
wachtingen van minister Goseling heeft,
terwijl de „linkerzijde" eenige bezorgd
heid toont ten aanzien van juist zijn prin-
cipieele activiteit.
Niet anders was het gisteren bij het
algemeen debat over hoofdstuk IV. Zijn
mevr. BakkerNort (v. d.) en de heer
Donker (s. d.) ernstig teleurgesteld door
's ministers verklaring in de memorie van
antwoord, dat van hem geen uitbreiding
van de echtscheidingsgronden is te ver
wachten en meent laatstgenoemde jurist
dat die houding de regeling van het echt-
scheidingsvraagstuk niet gemakkelijk zal
maken, mr. Truyen (r. k.) daarentegen
juichte mr. Goseling's getuigenis omtrent
het huwelijk als een Goddelijke instelling
toe; hij zal ook wel niet anders hebben
verwacht.
Ieder is het erover eens, dat de huidige
toestand, waarbij echtscheidingen eigen
lijk bij onderling goedvinden plaats heb
ben, ofschoon de wet het niet toelaat, on
bevredigend is. Hoe zal de minister dit
vraagstuk oplossen?
Dat het in door sommige groepen onge-
wenschte richting kan gebeuren, wordt
voldoende duidelijk uit deze opmerking
van mr. Donker: „De minister denkt blijk
baar slechts aan een correctie van den be-
staanden toestand; maar hij heeft ook te
rekenen met de opvattingen van andere
groepen van het Nederlandsche volk".
Uitbreiding van den echtscheidingsgrond
voor ongeneeslijke krankzinnigheid vond
hy noodig.
Hoewel we niet weten hoeveel sprekers
a.s. Dinsdag nog aan het woord komen,
dit kunnen we alvast wel voorspellen:
het vreemdelingenrecht zal een der hoofd
punten van het debat zijn. Wanneer men
mevr. BakkerNort en mr. Donker hoort,
zou men geneigd zijn» te vragen: is er
eigenlijk nog recht voor den vreemdeling
in gastvrij Nederland? „Gostvrij", daar zit
ten in de tegemwoordigen tijd, nu ons land
door vluchtelingen overstroomd wordt, een
paar aanhalingsteekens aan. Maar ook zij,
die den vreemdeling met meer rechtswaar
borgen omgeven willen zien, moeten er
kennen, dat we ons land niet voor ieder,
die een concurrent op de arbeidsmarkt kan
worden, mogen openstellen. Maardaar
is nog het asylrecht dat aan den politieken
vluchteling moet worden verleend. Te ge
makkelijk maakt de regeering het zich met
deze lieden wanneer er vermoeden bestaat,
dat zij in hun oude vaderland wat op hun
kerfstok hadden; en hoe komen deze
vermoedens op?
We zullen ons niet verder verdiepen in
de klachten en de wenschen van mevr.
BakkerNort en mr. Donker; in de pers
is er ook veel over geschreven en dat
komt allemaal hierop neer: het asylrecht
in Nederland lééft niet meer; de politieke
vluchteling staat aan onrechtvaardige be
handelingen bloot, niet eens behoorlijk
beschermd door deskundig advies. De heer
Donker wilde liefst een nieuwe vreemde
lingenwet, geheel op de hoogte van den
tijd. Mr. Truyen was van oordeel, dat meer
dan ooit gezagshandhaving noodig is met
het oog op de extremistische stroomingen;
nadrukkelijk verlangde hy dat het aan
ambtenaren van de rechtelijke macht niet
toegestaan zou zijn lid te wezen van par
tijen, waarvan het lidmaatschap voor
ambtenaren is verboden. Hij maakte nog
eenige opmerkingen over het strafstelsel,
vertelde geen tegenstander te zyn van de
doodstraf (die hij op het oogentblik voor
ons land echter niet noodig achtte) en
maakte zich tenslotte er een weinig om
bezorgd, dat de instelling van een com
missie voor het vraagstuk van de wette
lijke aansprakelijkheid jegens derden in
gevolge ongelukken met motorrijtuigen de
totstandkoming van een zeer gewenschte
regeling zou kunnen vertragen.
Mr. Rost van Tonndngen verkondigde
de zienswijze van de n.s.b. ten aanzien van
het justitieele beleid. Echter op een wyze,
die herhaaldelijk ingrijpen van den voor
zitter noodig maakte, aangezien hij woor
den en uitdrukkingen bezigde waarvoor de
communisten zich tegenwoordig zouden
schamen. Hij had zijn rede geheel op
schrift en las haar in een snel tempo voor.
Telkens wanneer de voorzitter, mr. van
Schaik, een ander woord of uitdrukking
verlangd had en daaraan was gevolg ge
geven, corrigeerde mr. van Tonningen die
in zijn tekst, welke handelwijze het ver-
mosden wettigde, dat zijn rede, na het
uitspreken voor een der nat.-socialistische
organen dienst moest doen.
In elk geval, het trok de aandacht ook
van mr. Wendelaar (lib.), die plots nijdig
interrumpeerde: „Corrigeer liever, vóór
dat u hier komt spreken!"
Het was de bedoeling van den nat. soc.
woordvoerder om te bewijzen, dat de hui
dige wetgeving er op is gericht, de greep
naar de macht van de R. K. Staatsparty
mogelijk te maken, voor welk doel deze
party geen middel ontziet. Zij streeft niet
alleen een politieke, maar ook een econo
mische dictatuur na. Fel betoogde hij dat
„Nederland niet de vergaarbak mag wor
den van het internationale afval", welke
exclamatie tot levendige protesten van de
leden aanleiding gaf en den heer Wijnkoop
(c.p.) deed uitroepen: „Infaam!"
Dat de heer Rost van Tonningen niet
voor de begrooting zou stemmen behoefde
hy eigenlijk tenslotte niet meer te verze
keren.
Zoowel in vorm als in styl, zoowel in
zeggingskracht en waardigheid was de
daarop volgende rede van mr. van der
Goes van Naters (s.d.) een weldadig con
trast. En deze had toch ook wel iets onder
de aandacht der regeering te brengen:
namelijk de buitenlandsche speciaal Duit
sche nationaal-socialistische propaganda
in ons land, in woord (op vergaderingen
en bijeenkomsten van Duitschers) en in
geschrift en beeld door middel van in het
Nederlandsch gestelde pamfletten van
den te Hamburg gevestigden Fichte-Bund,
waarvan er niet minder dan 33 de laatste
paar maanden over ons land zyn verspreid,
en door gratis boekwerken. Wat denkt de
regeering tegen dit, in vele gevallen sterk
anti-semietische geschrijf te doen? Voor
al deze minister, die als Kamerlid
krachtige maatregelen daartegen had ver
langd, vooral ook met het oog op de pro
paganda in de zuidelijke provinciën, waar
van mr. van der Goes vertelde, dat Duit
sche ouders gedwongen worden hun kin
deren te sturen naar Hitler-Jugend-bij-
eenkomsten in de grensplaatsen, hoewel
de meesten er niets voor gevoelen.
De heer van der Goes maakte indruk
door zijn betoog, dat ook een zekere dis
tinctie vertoonde. Mr. Truyen kwam hem
even, na afloop, de hand drukken!
ZES verschillende persen staan altijd
klaar voor
UW DRUKWERK.
ALKMAARSCHE COURANT, TEL. 3336