Tamme konijnen DE BABY VAN DE ZESDE KLAS De mythe van Prometheus WINTERSPORT IN DAVOS WETENSWAARDIGHEDEN. Oplossing puzzle HOEVEEL VERSCHILLENDE VOLGORDEN door IET HOOGERS. „Meisjes", zei de handwerkjuffrouw tegen de meisjes van de hoogste klas, „nu zal ik jullie eens wat leuks vertellen. We gaan nu niet meer broddellapjes maken, maar echte kleertjes, niet voor een pop, maar voor een heus kindje". En toen vertelde ze verder dat er in het dorp een jonge vrouw was, die haast geen geld had om kleertjes te kopen voor het kindje dat ze gauw zou krijgen en nu zou de zesde klas kleertjes naaien. Enig vonden de meisjes dat, het hele handwerkuur, dat sommigen zo verschrik kelijk vervelend vonden, was er leuk door geworden. Nog nooit in al hun zes schooljaren waren de meisjes zo ijverig geweest op handwer ken. Eerst moest het vervelende, want luiers zomen en lakentjes naaien gaat op den duur toch wei vervelen, ook ai is het dan ook voor een echt kindje. Maar met z'n allen waren ze daar gauw mee klaar en toen kwam het leukste. Al die hele kleine kleer tjes, wat snoezig waren ze! Hemdjes en broekjes werden genaaid, truitjes gebreid en een slobbroek, een jasje gehaakt met een mutsje. En onder het naaien ston den de monden niet stil. Wat zou het wel zijn een jongetje of een meisje? Hoe zou het heten Zou het blond of donker zijn Als het een jongen was, hadden ze uitge maakt, dan vonden ze „Paul" de mooiste naam en voor een meisje „Dorothea". Dus spraken de meisjes die hoopten dat het een meisje zou zijn over „de kleertjes voor Dorothea" en de meisjes, die een jongen leuker vonden, vertelden van „het jasje voor Paul". Toen alles klaar was, werd het in een aardig mandje gepakt en naar het huis ge stuurd waar het kindje zou komen. Een paar dagen later kwam er een brief voor de meisjes van de zesde klas. Hoera, de baby van de zesde was gekomen! Het was helemaal geen Dorothea en ook geen Paul, maar een Gerrit-Jan, maar dat kon nu niets meer schelen. Natuurlijk was iedere naam die het kind zou hebben gehad, even mooi gevonden. Een flinke jongen, schreef de vader en zijn moeder had gezegd dat de meisjes maar eens gauw naar Gerrit-Jan moesten komen kijken. Liefst was de hele klas tegelijk de school uit gestapt en er naar toe gegaan. Maar dat ging nu eenmaal moeilijk. Zaterdagmiddag gin gen vijf meisjes, die het eerst geloot hadden, op visite bij de baby van de klas. Speelgoed en chocola namen ze mee, maar het bleek dat Gerrit-Jan nog heel weinig belangstel ling had voor alle mooie en lekkere dingen en evenmin naar zijn bezoeksters omkeek. Even deed hij .zijn blauwe ogen open, trok een lelijk gezicht tegen al die mensen om z'n wiegje, maakte een paar geluiden en ging toen door met slapen. De Maandag daarop was het speelkwartier te kort om alles te vertellen. Hoe Gerrit-Jan er uit zag, wat voor haartjes of hij had (het waren er erg weinig), wat voor ogen, welke kleertjes hij aan had en nog duizend vragen meer, moesten ze beantwoorden. Langzamerhand kregen alle meisjes htm Gerrit-Jan te zien en telkens was hij weer wat flinker en verstandiger geworden. Het mooiste van alles was, toen Gerrit- Jan in zijn wagen een bezoek kwam bren gen aan de klas. Hij kwam midden in de rekenles binnen op de arm van zijn moeder en zelfs de jongens, die altijd een beetje minachtend hadden gelachen om die „meis jes met dat kleine kind", vonden het nu toch wel leuk. De meisjes verdrongen zich om het kereltje, dat tevreden lachend op schoot zat. Om de beurt mochten ze hem even vast houden, ze lieten hem paardje rijden, kie telden hem, zetten hem boven op de lesse naar. Toen mocht hij nog even met de lineaal spelen, maar die smeet hij dwars door de klas naar de jongens toe. Hij zag zeker, dat dat speelkameraden voor hem waren En nog steeds gingen de meisjes door met naaien voor de „baby van de zesde" en maakten de leukste pakjes en schortjes, en jasjes voor hem en misschien kan Gerrit- Jan er nu al zelf „dank u" voor zeggen, want hij is nu al twee jaar. Schaatsenrijden en sleeën! Onze Hollandse jongens en meisjes zijn er dol op, maar helaas komt er maar heel weinig van met onze kwakkelwinters. Als hier een dag of wat ijs is en de ijsbanen open zijn of als er hier een week sneeuw ligt, is het al heei lang. Maar Zwitserland, het land van de bergen, dat is ook het iand van sneeuw en ijs in de'winter! Met de nachttrein kun je er slapend komen en na een dag en nacht reizen, sta je al aan de voet van de met sneeuw bedekte bergen. Dan moet je nog wel 1500 meter klimmen om boven de laag hangende wolken te kunnen genieten van de straiend-witte sneeuw onder de heldere blauwe hemel, maar dat is het ergste niet. En als je eenmaal boven bent, blijft het niet bij sleeën, maar dan ga je natuurlijk ook leren skiën. Maar dat valt de eerste keer nog niet mee! De meesten hebben thuis geen gelegenheid gehad om te oefenen en zelfs al zijn sommige mensen wel op een „droge skicursus" geweest, dan staan ze toch raar te kijken, als ze in de sneeuw komen te staan. Daarom moeten de begin nelingen eerst gaan oefenen op lange, niet Skilopers voor de Parsennhütte in het Engadin. te steile hellingen. Een van de plaatsen die daarvoor het meest geschikt is, is Davos. Met zijn steile hellingen is het een echt land voor de goede skiërs, maar het heeft ook grote stukken, waar juist de beginnelingen een prachtig oefenterrein vinden. Ze kunnen dan langzaam aan met moeilijker sprongen beginnen, totdat ze volleerde skiërs zijn. Er is dan ook een „skischool", waar iedereen les kan krijgen, van de allereerste beginne lingen uit de „eerste klas" tot de meer ge vorderden, die nog eens een paar goede 'iiiuiiiiiii Houden jullie ook konijnen? Voor som migen is het wel wat lastig; als je een tuin hebt, gaat het natuurlijk wel, ook al woon je in de stad, en er zijn zelfs wei mensen die op een bovenhuis wonen en konijnen hebben op het balkon. Er zullen dan ook wel heel wat jongens zijn en meisjes ook wel, die een paar van die aardige dieren m een hokje hebben. Weet je dat er een heleboel verschillende soorten konijnen zijn? Verschillend van grootte, van kleur, van model en van haarsoort. Hier zie je een paar soorten afgebeeld, kijk maar eens of jullie konijnen daar ook bij zijn. Het eerste is een Vlaamse reus, die heb je denk ik weJ eens gezien, het is werkelijk een reuzen- konijn, soms weegt het wel negen kilo. Deze is wit, maar ze zijn er ook in het grijs, bruin grijs, blauwachtig en zwart. De tweede zul len de meesten van jullie wel niet vaak heb ben gezien. Het is een „hangoor", zoals je op het plaatje wei kunt zien. De grote oren lessen willen hebben. Na een dag of acht a tien kunnen de meeste leerlingen al de ber gen ingaan en op hun ski's naar beneden suizen. Het zou heel wat langer duren voor men wat van het skiën kende, als je na iedere sprong of glijpartij naar beneden, weer met de ski's naar boven moest klimmen, maar dat is ook al niet meer nodig. Iedere twaalf minuten gaat er een bergtreintje naar boven, dat honderd veertig mensen naar de be sneeuwde top op 2660 meter hoogte kan brengen. Van die bergtrein wordt dan ook druk gebruik gemaakt, dat kun je begrijpen, als je hoort dat er in een jaar 160.000 mensen mee naar boven zijn gebracht. Die trein loopt naar het z.g. Weisfluhjoch en heet de Parsenn-baan. Er is nog een bergtreintje, de Strela-baan geheten, omdat die vanuit het Strela-gebied omhoog voert, naar de Schatzalp, waarvandaan de skiërs dan nog weer hoger kunnen komen met de ski-lift. Die brengt ze dan naar de Strela-pas, die 2353 meter hoog ligt en per uur vijfhonderd mensen vervoeren kan. Vandaar is het minder moeilijk om naar omlaag te „skiën" dan van het Weissfluh- joch, maar het is zeker even mooi. In Januari 1938 zal het ski-kampioenschap van de Zwitsersche padvinders in Davos plaats hebben. Voor de liefhebbers van schaatsen rijden is er natuurlijk ook een grote ijsbaan en Verschillende hotels hebben een eigen ijsbaan vlak bij het huis. Een prachtige sport, die wintersport, die de mensen gezond en sterk weer naar hun vaderland terug laat gaan en waar menig een in ons lage, natte landje dan ook naar zal verlangen. DE NOORDPOOL WORDT WARMER. Steeds komen er berichten binnen, dat de temperaturen aan de Noordpool voort durend hoger worden. Bochten in de zee en binnenzeeën, die vroeger altijd bevroren waren, zijn nu gedurende de zomer soms wel 70 dagen vrij van ijs. door IET HOOGERS. zijn heel breed en hangen naar beneden in plaats van rechtop te staan, zoals bij andere konijnen. De kleuren zijn ook grijs, bruin, wit en zwart en ook gevlekt. De hangoren zijn ook vrij groot, maar worden niet zo zwaar als de reuzen. De twee volgende zijn een zilverkonijn en een chinchilla, die veel op elkaar lijken. Ze zijn niet zo erg groot en effen van kleur, grijs, geelbruin, donkerbruin of blauwgrijs en over de haren ligt een zilverachtige glans. Verder zie je een paar Weense konij nen, die ook nogal veel voorkomen. Ze nogal lang van model en ook effen kleur, meestal wit, blauwgrijs en zwartïv het laatste plaatje is het prachtige ane konijn, dat je misschien wel eens echt hehi gezien. Het heeft heel lange haren, z^ achtig-zacht en is helemaal wit, aan de o heeft het pluimen en door al die lange haren lijkt het heel dik en groot, wat het in werfc! lykheid niet eens is. Dan heb je nog meer soorten konijntjes, zoals de Hollanders, die half wit en hak zwart zijn. Hun oren en wangen zijn zwart hun neus en voorhoofd wit, de poten Jh het voorste gedeelte van het lichaam ook maar het achterste deel is weer zwart Ik brandneusjes zijn helemaal wit, behalve het neusje, de oren, de staart en de poten, die zijn zwart, wat heel grappig lijkt. Ook zie je nogal vaak de Tan-konijnen, die meestal zwart zijn met roodbruine vlekken rondom de ogen, in de nek, aan de onderkant van de poten en de staart en onder de buik. Tan (spreek uit „ten") is een Engels woord vooi „roodbruin". Dit zijn wel de meest voor komende konijnensoorten, kijk nou maar eens of je ze herkent, als je konijnen ziet In heel oude tijden geloofden de Grieken aan een massa goden en godinnen. Allerlei verhalen zijn daarover nog bekend, omdat Maar Zeus zag het natuurlijk vanaf rijs hoge Olympus en werd verschrikkelijk kwaad. En omdat hij de machtigste van ze door latere schrijvers zijn verteld in ge dichten. De oppergod was Zeus, die macht had over alle mensen en andere goden. Hij had een vrouw die Hera heette. Zeus woon de op de berg de Olympus, met vele andere goden en vandaar uit zag hij neer op de wereld met de mensen. Een van de verhalen vertelt hoe Zeus op zijn Olympus het vuur had, maar de mensen hadden het nog niet en mochten het ook niet hebben. Dat was alleen voor de goden en daarom moest het op de Olympus blijven. Maar een van de zonen der goden, Prometheus, wilde de men sen graag heipen, dat ze het zo goed moge lijk zouden hebben op de aarde. Hij dacht er over na, hoe hij dat zou doen. Zijn naam betekent ook: de bedachtzame, die van te voren overdenkt. En hij verzon een manier om het vuur toch naar de mensen te bren gen. In een rietstengel nam hij het mee naar beneden, in 't geheim, zonder dat Zeus het merkte. Zo kregen de mensen vuur en toen ze het eenmaal hadden, lieten ze het branden en maakten steeds weer nieuwe vuren en waren er heel biy mee. I i I i i I 1 I 1 i i 1 alle goden was, wist hij ook wel wie het had gedaan. Nu bedacht hij een vreselijk» straf voor Prometheus. Hij liet hem met boeien aan een rots klinken, zodat hü er nooit meer weg kon en hij liet twee grote roofvogels komen, die zijn lever opaten. Maar ais die opgegeten was, groeide hü ook dadelijk weer aan en dan kwamen weer de roofvogels en rukten hem weer uit Zo leed Prometheus voortdurend hevige pijn. Maar een andere godenzoon was er, een halfgod, die de sterkste was van alle mensen en goden. Herakles heette hü en toen hil als kind in zijn wieg lag, doodde hü d een paar reuzenslangen, zoveel kracht had W) pijlen de roofvogels dood. Daarna verte*» hij met zijn geweldig sterke vuisten e ijzeren boeien, waarmee Prometheus w®* gebonden en verloste hem zo van de ver schrikkelijke straf. Herakles nam PK®1*" theus weer mee naar de Olympus en wist gedaan te krijgen dat Zeus zich weer me hem verzoende. Op een plank stonden dertien boeWj" naast eikaar. Karei, die de eigenaar van boeken was, nam er vaak een boek zette het op een andere plaats. Hoeveel lt zou h(j zo een andere volgorde kunn"11 krijgen I jqaapaf »®P jjj uappen ua8fjJi( apjo8roA aaapus ua» -tBBiduaA uestaoq ap laaey uan uauM '008 0Z0 1ZZ 9 uap s; isuiokitn »P ua L z\ |BBUi ii fbbui 01 re®1" fi i88ui 8 |bbu1 9 fbbui s tbbui t [bbu1 t8bui gjjjgg I :uaaaoAjtn 8u[8ipinA8ruauuaA ap af jaoui uaBfjasi ai |Bja8 tau "jO Ib;ubb j(fiiajoia8uo uaa sj ;oH J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 10