DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Interessante advertenties in Duitsche bladen.
Vrijdag 26 November 1937
139e Jaargang
De algemeens toestand.
Goede werkkrachten zijn er te weinig
in Duitschland.
Hollanders vinden werk.
De Cagoulards of „Csar",
Een geheimzinnige gevangene.
Mr. P.J. OUD
Zaterdagavond
voor de Radio
Voedselvergiftiging in
Dordrecht?
Reeds zijn twee kinderen
overleden.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE AD VER TENTTEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven iraaco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMS COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telei 3320, redactie 3330.
No. 279 nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA
Alkmaar, 26 November.
De Fransche communisten roeren zich. Zij
zijn niet tevreden over de gebeurtenissen in
Spanje en zij zijn niet tevreden over de
houding van Duitschland en over het poli
tiek regime, dat daar heerscht en dat h.L
voortdurend de republiek Frankrijk be
dreigt.
Zoo heeft de secretaris-generaal der Fran
sche communistische partij, Maurice Thorez,
die op het oogenblik te Barcelona vertoeft,
aan de vertegenwoordigers der dagbladen
verklaard, dat de Fransche communistische
party sedert het begin van den Spaanschen
burgeroorlog niet heeft opgehouden, haar
solidariteit met de Spaansche republikeinen
te betuigen.
„Wij waren diep overtuigd, dat wij zoo
handelden als communisten, als republikei
nen en als Franschen. Door ons aan de zijde
van het republikeinsche Spanje te scharen,
waren wij absoluut overtuigd de belangen
van ons eigen land te verdedigen".
Thorez merkte vervolgens op, dat de po
litiek van het derde rijk geheel wordt ge
leid door het boek van Hitier „Mein Kampf'.
In dit boek schrijft Hitier, dat Frankrijk ge
ïsoleerd moet worden, teneinde het beter te
kunnen vernietigen. De oorlog in Spanje is
het begin van deze isolatie-politiek. Het is
een stelling nemen tegen Frankrijk door te
pogen een derde anti-Fransche grens te
scheppen. Thorez oefende vervolgens critiek
uit op de niet-inmengingspolitiek en zette
uiteen, welke stappen de communistische in
ternationale heeft gedaan bij de socialisti
sche arbeiders internationale om te komen
tot een gemeenschappelijke actie ten gunste
van de Spaansche republiek. Hoewel de
vooruitgang slechts matig is, gelooft Thorez
toch, dat de massa van de arbeiders in de
democratische landen erdoor beïnvloed zal
worden.
Er moet thans een einde komen aan de
woorden en phrasen. Wij willen daden en
feiten. Wij willen het einde van de blokkade
van het republikeinsche Spanje en wij wil
len de grertzen open. Met deze woorden be
sloot Thorez zijn toespraak.
Verder is er wrijving tusschen socialisten
en communisten in Frankrijk. De perma
nente administratieve commissie van de so
cialistische partij heeft gisteravond met een
stem tegen besloten te antwoorden op de
jongste brieven van de communistische par
tij, waarin werd gevraagd „den marsch
naar de eenheid te versnellen". De commis
sie herinnert er aan, dat de communisten
overal op last van Moskou scheuringen heb
ben veroorzaakt in de proletarische organi
saties. Tevens wordt herinnerd aan een ar
tikel van Dimitrof, dat kort geleden in de
Humanité werd opgenomen, en dat gericht
was tegen de sociaal-democratische actie en
waarin werd gezegd, dat de goede trouw
van de arbeiders-organisaties moet worden
beoordeeld volgens hun houding ten aan
zien van Moskou. De socialistische partij
weigert haar onafhankelijkheid prys te ge-,
ven ten voordeele van de regeering, van
welk land dan ook. Aangezien Dimitrof
heeft verklaard, dat de eenheid tot staan
moet worden gebracht door het aanpassen
van het socialisme aan het bolsjewisme, zegt
thans de commissie dat de eenheid alleen
tot stand kan komen door een fusie, van
beide partijen en dit stuit op het artikel van
Dimitrof als op een onoverkomelijken hin
derpaal. De socialisten hopen dat de com
munistische internationale het standpunt
van Dimitrof zal herzien, doch tot zoo lang
ziet de commissie zich genoodzaakt te ver
klaren dat zij, zonder het zoeken naar een
heid prijs te willen geven, gelooft toch niet
te voldoen aan haar opdracht, indien zij niet
voorloopig de besprekingen in de unificatie
commissie staakte.
De resolutie besluit met de verklaring,
dat het socialisme krachtig vasthoudt aan
de eenheid van handelen, doch het verzet
zich tevens teeen de poeineen van de com
munisten om niettegenstaande de overeen
komsten, de socialisten nadeel toe te bren
gen.
Een rede, die nooit is uitgesproken, kan
aanleiding geven tot allerlei verwikkelin
gen. Als men maar zorgt, dat alles er een
beetje „echt" uit ziet.
Zoo heeft de „Giornale d'Italia" beweert
en het persbureau Stefani heeft het ver
der verbreid! dat de Fransche minister
van marine, Campinchi, op 23 October te
Toulon voor de bemanning van een koop
vaardijschip een rede heeft gehouden, waar
in hij felle aanvallen op Italië deed. De mi
nister zou onder meer gezegd hebben, dat
Corsica niet langer aan de genade van een
Italiaanschen aanval moest worden overge
laten. „Gij weet aldus zou hy daaraan
hebben toegevoegd hoeveel verachting
wij hebben voor alles wat Italiaansch is.
Een oorlog tegen Italië is noodzakelijk en
het fascisme zal op de knieën gebracht wor
den" enz. enz.
(Van onzen correspondent)
Het is in hooge mate belangwekkend
in de kranten niet alleen den redactio-
neelen tekst, maar ook de advertentie
kolommen met aandacht te lezen. Ik
vermoed, dat de meeste menschen dat
alleen doen, als ze iets bepaalds weten
willen: welk stuk in een zekere schouw
burg gespeeld wordt, waar uitverkoop
is, wie geboren en wie overleden is, of
zich ook dienstmeisjes aanbieden. Dat
is natuurlijk voor elk bijzonder geval
ook zeer interessant. Maar dat bedoel ik
niet.
Advertentie-kolommen geven, als geheel
gezien, wel degelijk een beeld van de situa
tie in een stad, een provincie, een staat.
Misschien wel eens een objectiever over
zicht dan redactieko'cmmen, over welke
laatste niet altijd objectieve oogen waken.
In het Derde Duitsche Rijk zeggen mij de
advertenties in de bladen vaak genoeg meer
dan de onder al te streng commando staan
de redactioneele beschouwingen. De redac
ties vinden hier alles mooi en goed, wat er
in Duitschland sinds 1933 geschiedt. Als ze
het met de overheid heelemaal niet eens
zyn, doen ze haar best, zoo te schrijven, dat
de lezer geprikkeld wordt, tusschen de regels
door te lezen. Dat lukt echter lang niet el-
ken lezer. Alleen de gewiekste mannen in
de regeering-bureaux merken het, worden
kwaad, en zenden den redacties nijdige
briefjes. Daarom zeggen de redacteuren
maar liever niets, dat naar dubbelzinnigheid
riekt.
Op de advertenties echter wordt minder
scherp gelet. Heelemaal verwaarloosd wor
den echter ook die niet. Bijna elke week
kan men in weekbladen der partij, vooral
in het scherp-satirieke orgaan der „Schutz-
Staffeln" Das Schwarze Korps, giftige stuk
jes lezen, die op advertenties, reclame
artikelen, propaganda-methodes van den
handeldryvenden middenstand doelen, en
die het nijdigst zyn, als de reclame op on
oprechte en doorzichtige wijze misbruik
maakt van in ander verband heel anders
bedoelde uitspraken van leiders van den
Staat. Wat ook een misselijk-kleinzielige
gewoonte is.
Vraag en aanbod.
Maar toch: de advertentie-kolommen
blijven interessant. Mits men ze met eenig
begrip bestudeert en niet aan oppervlakkige
dingen blijft hangen. Zoo is het meest ken
merkende in de annonces, die sinds onge
veer een jaar in de Duitsche bladen ver
schijnen, dat in de rubrieken vraag-en-aan-
fcod het aantal vragen steeds grooter, dat der
aanbiedingen steeds kleiner wordt.
Wat beteekent dat? Het beteekent, dat de
regeering de volle waarheid zegt, als ze
telkens weer meedeelt, dat in het Derde Rijk
de werkloosheid niet alleen verdwenen is,
maar in vele beroepen integendeel een drei
gend gebrek aan werkkrachten, en wel
vooral aan geschoolde werkkrachten, be
staat.
Er is in zekere kringen en persorganen in
Nederland helaas nog altijd een neiging,
niets te gelooven van wat de Duitsche over
heid zegt, en altijd maar koppig vol te
houden, dat het er in het Duitsche Rijk
miserabel uitziet, dat de menschen honger
lijden en me,r van dat moois. En omdat de
meeste krantenlezers in Nederland nauwe
lijks de kans hebben, ook eens andere
bladen op te slaan dan die, waarop ze ge
abonneerd zyn, en daarom, als ze alleen
maar organen lezen van een politieke rich
ting, tot welker programma het behoort, op
het tegenwoordige Duitschland af te geven,
er aan gewend zyn zich te laten voorjokken,
dat in het Derde Ryk de menschen een
soort hondenleven moeten doormaken, zal
men ook wel in ons vaderland in breede
kringen eerlijk meenen, dat alles, wat de
Duitsche regeering over de veranderde
toestanden op de arbeidsmarkt vertelt, van
het begin tot het einde propaganda en
leugen is.
Havas meldt thans, dat de minister, toen
men by hem informeerde verklaard heeft,
zich van iedere opmerking betreffende de
hem in den mond gelegde woorden te kun
nen onthouden. De „rede" is geheel verzon
nen, want de minister heeft bij de dr et
Italiaansche blad genoemde gele;'
niets eens het woord gevoerd.
Nu, wie dat meent, moge eens niet de
redactioneele kolommen, maar de adverten
tie-pagina's der Duitsche bladen onder de
loupe nemen. Om dan tot zijn verbazing te
constateeren, dat de Duitsche regeering op
dit gebied althans niets te veel gezegd
heeft!
Gebrek aan arbeidskrachten.
Er is inderdaad in tal van beroepen in
Duitschland een nijpend gebrek aan ar
beidskrachten. Men zoekt ingenieurs en
mecaniciens, chauffeurs en bankwerkers,
bureau-personeel, machinisten, laboranten,
artsen, juristen, scheikundigen, bouwarbei
ders in alle branches. En men vindt ze
blijkbaar niet. Want dagelijks verschijnen
weer dezelfde advertenties van concerns
en fabrieken, stedelijke ondernemingen,
firma's op elk gebied, die hoogere salaris
sen bieden. De vakscholen verrijzen als
paddestoelen en werken onder hoogen druk.
De oogenblikkelijke nood wordt er echter
niet door weggenomen.
En die halve of driekwart millioen werk-
loozen, die de statistiek nog altijd opgeeft?
zal men vragen. Het antwoord -is snel te
geven: het gaat hier in hoofdzaak niet
meer om werkloozen, althans niet "om men
schen, die geen werk hebben omdat er
geen werk is. Het zyn zieken, gebrekkigen,
ouden van dagen, of nog te jonge krachten,
die in de werklooze jaren niets geleerd, al
leen maar van steun geleefd hebben en nu
ook nauwelijks meer bruikbaar zijn. En
dan is daar het percentage seizoenarbei
ders, die altijd weer en in elk land met
wisseling van zomer en winter tijdelijk
op straat staan als de vorst zekere werk
zaamheden onmogelijk maakt. Dit percen
tage werkloosheid zal wel altijd blijven
bestaan. Daar zijn de vakgeleerden in alle
staten het roerend over eens.
Nederlandsche werkkrachten.
De stormachtige conjunctuur, die de
autarkie in het Derde Rijk met zich ge
bracht heeft, zoekt haar werkkrachten niet
in dit kleine leger der weinig bruikbaren,
maar vraagt eerst krachten op elk gebied
en komt tot de ontdekking, dat die voor
loopig in eigen land niet meer te recrutee-
ren zijn. Zoo ziet men dan, dat bijv. Neder
landsche arbeiders in blijkbaar nog toene
mende mate goedbetaald werk in Duitsch
land kunnen krijgen en het omgekeerde
geschiedt van wat we in de periode 1928-'33
gezien hebben: toen verlieten Nederland
sche gezinnen, die in Duitschland woonden,
in drommen hun tweede vaderland; nu
komen de Hollanders naar Duitschland.
voorloopig nog vaak zonder gezin en als ze
vlak bij de grens wonen ook nog znder
domicilie in Duitschland.
Maar de trek hierheen is hersteld, en of
die zal toenemen is nog moeilijk te over
zien, maar dat behoort tot de mogelijkhe
den Een omstandigheid, welke de instan»
t;es, die in Nederland met het vraagstuk
der werkloosheid te maken hebben, toch
tot nadenken moet stemmen.
Het is mij steeds opgevallen, dat men
tegenwoordig in Duitschland onder het
nieuwe régime dit groote vraagstuk mis
schien wel het grootste, waarmee vele
staten tegenwoordig te worstelen hebben
geheel anders aanpakt dan byv. in Ne
derland. Dat houdt natuurlijk verband met
het verschil in mentaliteit. En het komt in
hoofdzaak hier op neer, dat het Derde Rijk
niet in de eerste plaats van het koopmans-,
maar van het staatsmansstandpunt uitgaat.
Men vraagt zich hier niet af: is wat we ter
bestrijding van de werkloosheid in op
dracht geven, snel (en „überhaupt") pro
ductief? maar men vraagt zich af:
brengt het werk? Natuurlijk geeft het ar
beid (zelfs te veel: gelijk de advertentie
pagina's bewijzen) En omdat het arbeid
geeft, bereikt men al dadelijk één gewel
dig, positief resultaat: de stemming onder
de massa's verbetert, de lust om als staats
burger zijn plicht te doen, neemt toe; het
gekanker neemt af; er wordt weer ver
diend; daar profiteert de handeldrijvende
middenstand van; en de industrie; en het
theater, de film, enz. Dus ook weer de
fiscus, die een net onbelangrijk deel van
wat hij aan werkverschaffing uitgeeft, langs
dezen weg terugziet. En nu is het wel
juist, dat een parlementair geregeerde staat
heel wat meer moeite heeft om rijksuitga
ven „erdoor te krijgen", dan een autoritaire
die het maar voor het commandeeren heeft,
zoodat we Nederland en Duitschland niet
zoo maar met elkander vergelijken mogen.
Maar het verschil in inzicht blijft toch be
staan. De moed, ook improductief lijkende
werken op elk gebied te wagen, al was
het alleen maar om het zegenende gevoel,
arbeid te geven, er voor terug te krijgen,
mag niet door vrees, niet dadelijk iets te
maken, wat „zich bedruipt", uitgeschakeld
worden. Er zijn nu eenmaal tijden en om
standigheden, waarin moedig idealisme ten
slotte meer nuchter koopmanschap betee
kent dan al te groote voorzichtigheid en
papieren overweging.
Het feit is nu eenmaal niet te loochenen,
dat algemeen gezien de stemming in
Duitschland tegenwoordig stukken beter is
dan die in Nederland (voor zoover ik ge
legenheid had beide met elkaar te verge
lijken), en dat van het oogpunt van staats
leiding gezien, d» advertenties in de Duit
sche bladen een heel ander beeld geven
dan die in de Nederlandsche bladen.
„Wie waagt, die wint", zegt het Derde
Rijk.
En toch is dit een goed, oud en beproefd
Nederlandsch spreekwoord
De geheimzinnige actie in Frankrijk,
die tegen de regeering en het republi
keinsche regime samenspant en die
misschien iets (maar dan ook niet méér
dan iets!) met een actie tot herstel -der
monarchie te maken heeft, wordt nog
steeds geheimzinniger.
Men weet, dat huiszoekingen zyn ver
richt bij generaal Duseigneur, chef van
het militaire kabinet van Laurent
Eynac. Hierbij zijn weliswaar enkele
dossiers in beslag genomen, maar toch
schijnt de huiszoeking weinig te hebben
opgeleverd, dat de moeite waard is.
De „Matin" weet mede te deelen en
dat is zeer geheimzinnig die gisternacht
een zwaar geboeid man, waarvan de identi
teit niet werd meegedeeld, naar het hoofd
bureau der veiligheidspolitie is overge
bracht. Men noemde dezen man „de getui
ge", wat al een zeer vreemde betiteling is
voor iemand, die zwaar geboeid wordt!
Deze „getuige" heeft een langdurig ver
hoor ondergaan, maar het resultaat daar
van bleef zeer geheim. Pas gisteravond is er
iets meer over den „getuige" bekend ge
maakt. Het is Eugène Deloncle, de leider
van den Scar, zooals de beweging thans
heet.
Gistermorgen is hem een verhoor afgeno
men, dat van negen tot half één duurde.
Eugène Deloncle een broer van Henri
Deloncle, die in de Santé-gevangenis is op
gesloten, is geboren in 1890. Hy is vader
van twee kinderen. Hy studeerde aan de
polytechnische school, is ingenieur eerste
klas van de genie en ridder van het legioen
van eer. Deloncle heeft verklaard, dat hy
na de ontdekking van het complot zijn wo
ning vrywillig heeft verlaten, en zijn intrek
heeft genomen by politieke vrienden, waar
van hy niet de namen wilde noemen.
Henri Deloncle is in de Santé-gevangenis
aan een verhoor onderworpen. Hy verklaar
de ten aanzien van de personen, die tot de
Csar behooren, dat hy slechts één hunner
kende. Deze persoon, dien hy slechts in een
café had ontmoet, had hem het noodige geld
ter hand gesteld om de verdediging tegen
een eventueelen communistischen staats
greep te organiseeren. Deze persoon moest
over belangrijke sommen beschikken.
Gistermiddag werd medegedeeld, dat
generaal Duseigneur beschuldigd wordt in
verbinding te hebben gestaan met de Scar.
Ook hy is opgesloten in de gevangenis.
Gisterochtend is nog een huiszoeking ge
daan in de bureaux van het monarchistische
orgaan Courrier Royal.
Nog een huiszoeking.
Gisteravond laat meldde Havas nog, dat
in een particulier huis in de wyk der In-
valieden, bewoond door den architect Pierre
Parent, een huiszoeking is verricht. In den
kelder vond men twaalf geweren, een mi
trailleur, negen Fransche legerkarabynen,
13.000 patronen en 250 handgranaten. Het
staat voor de politie vast, dat Eugène De
loncle de leider der organisatie is; generaal
Duseigneur was oen der leden van zijn gene-
ralen staf. De effectieven van de Csar zou
den ongeveer 5 a 6000 mannen beloopen,
over geheel Frankrijk, waarvan 1500 in de
streek van Parijs. De bovengenoemde archi
tect Parer.t is later gearresteerd in de buurt
van Rouen, waar hy zich ten huize van een
familielid bevonden en naar het gebouw der
veiligheidspolitie te Parijs overgebracht.
Hubert Pastre meldt zich aan.
Gisteren tegen het einde van den middag
heeft Hubert Pastre, kasteelheer te Evry,
een klein plaatsje in het departement Seine
et Oise, zich aangemeld bij de politie. Zoo
als men zich zal herinneren, is zyn naam
genoemd in de zaak der ontdekking van
wapenopslagplaatsen, Pastre verklaarde, dat
hy op acht was in Hongarije, toen hy uit de
dagbladen vernam, dat zijn persoon in de
zaak betrekken was en dat hy, zoodra hy in
Frankrijk terug was, ophelderingen wensch-
te te krygen, aangezien hy van de geheele
zaak niets afwist.
De verklaringen van Hubert Pastre zullen
Stemt Zaterdag 27 November, om
half negen af op Hilversum I
(1875 M). Oud-Minister Mr. P.J.
OUD houdt dan ter gelegenheid
van de Alg. Verg. van de Vrijzinnig
Democratische Bond een rede
over de politieke toestand.
Stelt U op de hoogte, van xvat de
VifaiiuUg Democraten willen en zendt
ons deze bon in! (Open enveloppe ge
frankeerd mot I'/j cent.)
In het uit acht kinderen bestaande
gezin van den koopman J. van der
Hoek aan de Kolfstraat te Dordrecht,
hebben zich heden plotseling twee sterf
gevallen voorgedaan. Het vierjarige
dochtertje Wilhelmina en de tienjarige
zoon Jan zijn kort na elkaar overleden.
Men heeft hier vermoedelijk met voed
selvergiftiging te doen. Bij den zesjari
gen Nico doen zich eveneens dezelfde
verschijnselen voor, doch men heeft
hem tot nu toe in het leven kunnen
houden.
Hoewel aanvankelijk de wildste ge
ruchten de ronde deden, wees het poli-
tie-onderzoek direct uit, dat van mis
daad geen sprake is. De kinderen
hebben waarschijnlijk iets gegeten, dat
beschimmeld of bedorven was, waar
door zij een ernstige voedselvergiftiging
hebben opgeloopen.
Dokter Hulst uit Leiden heeft van
middag de sectie op de lijkjes verricht.
aan den rechter van instructie, Beteille,
overgebracht worden.
Tijdens het verhoor door de justitieele
politie heeft Hubert Pastres de verzekering
gegeven nimmer tot de Scar te hebben be
hoord.
Een huiszoeking werd verricht in de Pa-
rijsche woning van Patres. Zij heeft even
wel ot nu toe geen enkel resultaat opge
leverd. Na afloop van deze huiszoeking is
Pastres er beschikking gebleven van den
rechter.
De „Csar".
De directeur der Nationale Süreté heeft
gisteravond aan de pers nog eenige mede-
deelingen gedaan over de affaire der Ca
goulards. In werkelijkheid, aldus deze in
lichtingen, heet de geheime organisatie
Csar. De leden van den generalen staf wa
ren voorzien van een driekleurigen arm
band met een blauwe emailleplaat, waar
boven een lelie. Twee armbanden van dit
soort zyn gevonden by een huiszoeking by
een zekere Correize, secretaris van Eugène
Deloncle, tegen wien gelijk men weet een
arrestatiebevel is uitgevaardigd. Correize is
voortvluchtig, evenals een zekere Gabriel
Jeantet, die zich naar het heet te San
Sebastian bevindt en in de affaire een tame
lijk belangrijke rol speelt, omdat hij belast
was met het verstrekken der patronen. Ge
neraal Duseigneur, by wien Woensdagmor
gen eveneens een huiszoeking is uitgevoerd,
wordt streng bewaakt totdat de inbeslag-
genomen papieren geverifieerd zijn. Gene
raal Duseigneur is gepensionneerd. Hy was
verbonden aan het kabinet van Laurent
Eynac, luchtvaartminister en hy voerde het
commando over de luchtbasis te Chartres.
Sinds Dinsdag zijn vier arrestaties uitge
voerd, te weten van een sergeant by de
luchtmacht, Chéron, deel uitmakende van
de Csar en drie Algerijnen, wonende te
Parijs en deel uitmakend van een organisatie
Algérie Frangaise. Zij stonden in betrek
king tot Robert Longone, algemeen secre
taris van het blad Courier RoyaL Men is er
van overtuigd, dat de drie Algerijnen belast
waren met het aanwinnen van manschap
pen. Generaal Duseigneur keeft den nacht
doorgebracht in de Süreté.