MINISTER ROMMEVERDEDIGTZIJN
SPAARREGELING.
f
PARLEMENT
Begrooting sociale zaken aangenomen.
Wel critiek geleverd, maar geen
stemming gevraagd.
Jladioptcgcammo
*1
8,35
^Binnenland
HeuUletm
'T OOO
VAN
TWEEDE BLAD
(Van onzen parlementairen medewerker.)
De Tweede Kamer is er gistermiddag in
geslaagd de begrooting van sociale zaken
geheel af te handelen. Om half zeven was
min. Romme uitgesproken en even daar
na is de begrooting aangenomen, zonder
dat iemand daarover nog stemming vroeg.
Had de minister van sociale zaken met zijn
knappe rede zoo'n indruk achtergelaten,
dat men in den oppositioneelen hoek een
voudigweg vergat, om stemming te vra
gen, of althans aanteekening van de
tegenstem? Zelfs de heer Wijnkoop gaf
geen geluid van zich en deze pleegt een
gelegenheid om zijn tegenzin te getuigen,
gewoonlijk niet te verzuimen!
Hoe het ook zij: nadat niet minder dan
negentien sprekers over de afdeelirg
„Werkverschaffing en steunverleening"
aan het woord waren geweest en de mi
nister het zijne had gezegd, ging een be
langrijke begrooting zoo maar onder den
hamer door!
De lezers zullen begrijpen, dat we van
de redevoeringen van. de leden niet veel
meer zeggen. Tot 2 uur in den nacht van
Dinsdag op Woensdag werd het debat
voortgezet en gistermiddag duurde het tot
5 uur nog voort, van één uur af.
Bij de steunregeling komen allerlei
details ter sprake, klasse-indeeling, en
verschillen tusschen de regelingen op het
platte land en die in de steden, bijzondere
maatregelen voor land- en tuinarbeiders,
voor de kleine boeren; hulpverleening aan
kleine zelfstandigen, aan schippers en in
schakeling van den kleinen middenstand
bij de distributie aan werkloozen, enz. Bij
de werkverschaffing heeft men weer met
andere gedetailleerde regelingen te maken
en weer andere kwesties, zooals het ge
bruiken van tact bij de behandeling van
klachten, het uitpluizen van geschillen,
tegemoetkoming aan wenschen inzake
schuilloodsen, met of zonder verwarming,
enz.
We kunnen ons in een t verzicht met der
gelijke details niet bezig houden. In het
debat vielen weldra eenige groepen van
tegen- of medestanders te onderscheiden.
In de eerste plaats de sociaal-democra
ten, die, onder aanvoering van den heer
Kupers, van oordeel zijn, dat al wat de
regeering tot nu toe ter verbetering van
de positie der werkloozen heeft gedaan
slechts lapmiddelen zijn en die het liefst
een geheel nieuwe steunregeling van den
bodem af zagen opgebouwd, waarbij dan
van gunstiger normen zou moeten uit
gegaan. Omdat dat te tijdroovend zou zijn
en de werkloozen niet langer kunnen
wachten wenschen zij, als noodmaatregel
een duurtetoeslag aan alle werkloozen.
Gelijk men heeft kunnen zien, is deze
wensch in de Dinsdagavond ingediende
motie van den heer Kupers belichaamd.
Nauw bij de sociaal-democraten sluit
zich de groep van den heer van Houten
(c.d.u.) aan, die zich van harte met de
motie kan vereenigen, doch veel scherper
daar zijn de beide heeren anti-militai-
risten voor het contrast tusschen de
„royaliteit" voor de defensie en de „teleur
stellende schrielheid" voor de werkloozen
teekent.
De communisten gaan natuurlijk nog
eeh stapje verder in, hun verlangens op het
stuk van steunverleening en werkver
schaffing en werkverschaffingsloonen.
Daarvan legde de heer Wijnkoop bewijs af.
De vrijzinnig-democraten vormen in
deze met de liberalen den overgang naar
de groepen van de rechterzijde, van wie de
antirevolutionnairen en chr.-historischen
dichter by minister Romme bleken te
staan dan zijn eigen partijgenooten. De
r.-katholieken hadden eenige bezwaren
tegen de spaarregeling, maar konden toch
niet ontkennen, dat er een goed element
inzat, ze oefenden opbouwende critiek
op de steunregeling uit, maar van een
ontstemming jegens minister Romme, ge
lijk in een aantal katholieke bladen tot
uiting is gekomen en die ons uiteraard
met groote belangstelling naar de r.k.-
fractie deed luisteren, daarvan hebben we
eigenlijk niet veel bespeurd!
Juichte de heer Vos (lib.) de spaarre
geling van harte toe, wat gereserveerder
stonden de heer Joekes (v.d.) en de zijnen
er tegenover. Zij konden de gedachte van
den minister waardeeren, vonden het be
trekken, van de vrije krachten in het
maatschappelijk leven erin 'n belangrijken
factor, maar zij waren nog niet voldoende
ingelicht omtrent de vraag wat er met de
werkloozen gebeurt, die niet mee kunnen
sparen en ook niet geholpen worden door
diaconieën en dergelijke instellingen.
Een aparte groep, ook ten aanzien van
deze aangelegenheden, vormen de n.s.
b.-ers, welker woordvoerder, de heer
Woudenberg, van oordeel was, dat een
steunregeling onder een democratisch be
wind moeilijk slechter kon zijn dan de
onze. „In het kwartje van Romme" schuilt
het geheele drama van deze regeering", al
dus was zyn uitspraak. Met de erkenning,
dat in de spaarregeling „wel iets goeds
schuilt" ging gepaard de verzekering dat
ze van eiken werkelijkheidszin was ge
speend. En al was de groep van den heer
Woudenberg van oordeel, dat de motie-
Kupers niet veel zou uithalen, toch zouden
zij er voor stemmen!
Mr. Joekes wilde niet aanstonds al zijn
oordeel over de motie uitspreken, maar
wilde liever afwachten wat de minister
er van zou zeggen.
Minister Romme aan het woord.
En daarmede zijn we tegelijk aan de
rede van den nieuwen minister van sociale
zaken toegekomen. Laten we aanstonds
hierbij aanteekenen, dat het een klare,
knappe rede was. Ze trad niet in te veel
details, maar moest, gezien de stof, toch
wel weer in tamelijk veel bijzonderheden
afdalen. Prof. Romme deed dat zoo kort
mogelijk en daardoor hield hij de aandacht
der Kamer gevangen. Het voornaamste
bewaarde hij tot het einde.
Wanneer we nu de losse opmerkingen
vooraf nog eens overzien, moeten we er
het volgende uit oppikken:
De minister wees, onder goedkeurend
gemompel der Kamer, met nadruk den
wensch der nationaal-socialisten af, om
hier werkkampen naar Duitsch model, dus
met arbeidsdienstplicht, in te richten. „De
ouders hebben het primaire recht en den
primairen plicht de kinderen op te voe
den", aldus de bewindsman.
De regeering zal daarentegen wel gaarne
de werkkampen, zooals ze hier met mede
werking van de vakorganisaties zijn inge
richt, steunen. De minister zal overwegen
of aan jongelui, die in zoo'n kamp zijn
geweest, 'n voorkeur kan worden gegeven
bij plaatsing in het bedrijfsleven, teneinde
de animo onder de jeugdige werkloozen
voor die kampen wat te prikkelen. Dat
schijnt nog wel noodig te zijn, althans on
der de jongens in de steden.
Ingestemd kan worden met de opvatting,
dat men met de werkverschaffing niet
moet komen op het terrein van het gewone
bedrijfsleven. Waar het maar even moge
lijk is, zal de regeering met de werkver
schaffing voortgaan. In Augustus van dit
^aar waren ruim 42.000 menschen in de
werkverschaffing opgenomen.
Ten aanzien van het Werkfonds, dat,
volgens eeh aantal leden te weinig voort
varendheid ten toon zou spreiden, deelde
de minister het volgende mede:
Geblokkeerd zijn 95 millioen, waarvan
er 32 K zijn uitgegeven. De regeering zal
het crediet met 30 millioen verhoogen en,
zoo noodig, nieuwe voorstellen bij de
Kamer indienen. Te veel wordt vergeten,
c"at het Werkfonds, een voor ons nog ge
heel nieuwe instelling, eerst op toeren
moest komen. Sedert de outillage is ver
beterd, gaat de zaak veel vlotter.
Loontoeslagen in land- en tuinbouw
zullen in overweging worden genomen. De
steunregeling voor de kleine boeren geldt
voor het geheele land. Zij is over het al
gemeen gunstig. Om nadeelige verschillen
op te heffen voor hen, die van de nieuwe
regeling minder zouden worden, heeft de
minister nu ook bepaald, dat alle facilitei
ten van de gewone steunregeling ook zul
len gelden voor deze, dus brandstoftoe
slag, kindertoeslag, enz.
De minister hoopt vóór 1938 de staats
commissie, die een onderzoek naar het
geheele vraagstuk der steunregeling zal
instellen, in het leven te hebben geroepen.
Die commissie zal ook de kwestie der
kleine zelfstandigen onderzoeken.
Over de resultaten van de spoedoplei
ding van dienstboden bleek de minister
zeer tevreden te zijn; ook vele mevrouwen
zijn, getuige haar lofredenen over de
prestaties der meisjes, goed te spreken.
In zijn betoog over de steunregeling gaf
de minister eerst een overzicht van het
geen hjj tot nu toe had gedaan, om verbe
teringen aan te brengen en waaróm hij dat
had gedaan. Hij zette uiteen dat de
„diepe" moeilijkheid schuilt in de loonpoli
tiek, voorzoover daarbij in het algemeen
geen rekening wordt gehouden met het
kindertal der gezinnen. De steunregeling
nu houdt wel rekening met het aantal
kinderen. Om die moeilijkheid op te los
sen kan men óf die loonpolitiek op een
juiste basis plaatsen of men moet het ver-
i band tusschen loon. en steunbedrag ver
breken. Uit principieele en practische
overwegingen is het laatste niet mogelijk.
Dit verband zou alleen losgelaten kunnen
worden door loontoeslagen te geven, maar
dan komt men nooit tot een einde. Dus
blijft alleen over de loonpolitiek op een
andere basis te brengen. En daaraan wordt
nu hard gewerkt, waarmede de minister
doelde op het ontwerp inzake het kinder
geld, dat in de Troonrede is aangekondigd.
Zoolang nu het bestaande loonplafond
blijft, is een verhooging van. de steunnor-
men onmogelijk.
Op zoek naar een noodverband, is de
minister gekomen tot zijn maatregelen om
aansluiting van steunnormen aan hoogere
loonen te krijgen; arbitraire beslissingen
te nemen, waar geen voldoende medewer
king is e;xtra-toelagen te geven aan. in
wonende oudere kinderen (indien deze
minder gunstig werken zal de minister
lagere eischen stellen); verder zullen er
kinderbijslagen, in de werkverschaffing
komen, zoodra de kindergeldverzekering
er is.
Vrijdag 3 December.
HILVERSUM, 301 M. (8.—12—
4—7.30 en 9—12— VARA. de
AVRO van 12.—4— en de VPRO
van 7.309.uur). 8.Gr.pl.
10.VPRO-morgenwijding. 10.20
Deel. 10.40 Gr.pl: 11.10 Vervolg
decL 11.30 Orgelspel. 12.Kovacs
Lajos' orkest en soliste. 2.Boeken
over de schoonheid van ons land,
causerie. 2.30 Zang en piano. 3.15
Avro-dansorkest. 4.Gr.pl. 5.
Voor de kinderen. 5.30 De Ram-
blers. 6.Optreden van amateurs.
6.35 Politiek radiojournaal. 6.55
Gr.pl. 7— Jeugd in crisistijd, cau
serie. 7.20 Gr.pl. 7.25 ANP-ber.
7.30 Ber. 7.35 Lezen in den Bijbel,
causerie. 8.Trioconcert. 8.30
Literaire causerie. 9.VARA-
orkest, gemengd koor en solisten.
10.Fantasia, mmv. solisten. 10.30
ANP-ber. 10.40 VPRO-morgenwü-
ding. 11.Harp en hobo. 11.30
Jazzmuziek (gr.pl.) 11.5512.
HILVERSUM, 1875 M. (Alg. progr.
NCRV). 8— Schriftlezing, medi
tatie, gewijde muziek (gr.pl.) 8.30
Gr.pl. 9.30 Gelukwenschen. 9.45
Gr.pl. 10.30 Morgendienst. 11.
Gr.pl. 11.15 Zang en piano. 12.
Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30 Ensemble
v. d. Horst en gr.pl. 2.Gr.pL 2.30
Christ. lectuur. 3— Trioconcert.
4.15 Gr.pl. 4.30 Orgelspel. 5.30
Gr.pl. 5.45 Hobo en piano. 6.30 Voor
tuinliefhebbers. 7.Ber. 7.15 Lite
raire causerie. 7.45 Rep. 8.ANP-
en herh. SOS-ber. 8.15 NCRV-
orkest. 9.Geschiedkundige cau
serie. 9.30 Verv. concert. (10.
ANP-ber.) 10.30 Gr.pl. 10.45 Gym
nastiekles. 11.12.Gr.pl. Hierna
Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.4011.50
Pianosoli. 12.10 Viool en orgel.
12.50 H. Hall en zijn dansorkest.
1.352.20 Trioconcert. 4.20 Causerie
over neger-jazz (met gr.pl.) 4.50
Rep. 5.20 Frank Walker's Octet. 6.
Zang. 6.20 Ber. 6.45 Literaire cau
serie. 7.05 Orgel en zang. 7.30 Re
mark and repartee in music, cau
serie. 7.50 Pianovoordr. 8.20 BBC-
Revuekoor en -orkest en solisten.
9.20 Ber. 9.40 „Coal: The Present:
19141937", causerie. 10.10 BBC-
Zangers. 10.20 BBC-orkest en solist.
11.35 Jack Jackson en
11.50—12.20 Dansmuziek^ gr ^and-
RADIO PARIS. 1648 M f
en 10.40 Gr.pl. 12.20 BlareJ,', 8'55
en zang. 3.05 Zang °rk»„
dracht. 4.35 Zang.
zang. 3.05 Zang. 3.20 pla" rkest
cht. 4.35 Zang. 5 20 °v°on
kwartet en solisten 8 35 7 melin-
Radiotooneel. 10.50 Gr pi ang'
1.05 Orkestconcert.
KEULEN, 456 M.
ziekcorps. 7.50
8.üo
U.20^
550 Politic
Omroepschram
ensemble. 11.20 Omroepklein™?61-
1.35 Omroepsextet. 3.35 Ka" kest-
ziek 4.35 Omroeporkest. 6 30* nÜ?*
roepkleinorkest. 7.20 r- m"
Bonnsche Madrigaalver 9 w" ,?'30
E. Kaiser's orkest en accord^ J'20
BRUSSSEL, 322 en 484 M 3,,T
12.23 Gr.pl. 12.50 Omroenti M" 0
orkest. 1.50-2.20 Gr.pl. 5.20 eï at 6
Gr.pl. 8.23 OmroêpkïetoorL»?0
10.30-11.20 Gr.pl. 484 M
Gr.pl. 12.40 Zang. 12.50 óm**
salonorkest. 1.30 Grpl 1
28.20 Gr.pl. 5.20 bnliLS"*
orkest. 6— Pianovoordracln
Gr.pl. 6.50 Pianovoordr.
10.30-1
9.5011.20
accordeonduo.
8.20 Belgisch Nat. orkest' 11
11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 157,
7 20 Omroepkleinorkest. 8 20
tooneel. 9.20 Ber. -- - dl0'
Kaiser's orkest en
(10.05 Weerbericht)
GEMEENTELIJKE RADIO.
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8—9.20, parij. p A
9.20-9.50, Keulen 9.50—1035 p 9
rijs R. 10.35-11.20. Keulen' li'
13.20, Brussel VL 13.20—14 20p? ti
dio PTT Nord 14.20_15.05,' J
R. 15.05—15.35, Radio PTT n0h
15.35—17.20, Brussel VL 1720^
19.50, Leipzig 19.50—20.15, Lond
Reg. 20.1522.20, Brussel VL 22.20 i
—22.30, Brussel Fr 22.30—23 20 Pa
rijs R. 23.20—24—.
Lijn 4: Brussel VI. 8—9.20, Lu.
xemburg 9.20—10.35, Lond. Reg. j
10.35—12.50, Droitwich 12.50—13,35,
Lond. Reg. 13.35—17.20, Droitwich
17.2021.40, Parijs PTT 21.40
22.45, Lond. Reg. 22.4523.35,
Droitwich 23.3524.
Lijn 5: Diversen.
35,
De spaarregeling.
En verder is de voorziening tot stand
gekomen met het oog op de gevolgen van
de langdurige werkloosheid, de spaarre
geling, om de noodzakelijke kleeding, dek
king en schoeisel aan te schaffen.
Over het algemeen schijnt de voedings
toestand niet ongunstig te zijn, individu-
eele gevallen daargelaten, welke hoofdza
kelijk aan gebrekkige voorlichting van de
huisvrouwen zijn te wijten. Het subsidie
voor uitbreiding van de voorlichting aan
huisvrouwen wordt verhoogd. Te weinig
wordt er nog van de distributie van goed-
koope levensmiddelen gebruik gemaakt;
hoofdzakelijk betrekt men margarine en
vetten. De minister betreurde het dat niet
meer van de goedkoope versche groenten
werd gekocht. Wie van alles wat de distri
butie oplevert, profiteert, is 1.65 per
week goedkooper uit.
De verstrekking van goedkoope levens
middelen zal worden uitgebreid tot
kleine gezinnen en de „stille armen."
Wat de spaargèldregeling betreft zeide
de minister een fout te hebben begaan ten
aanzien van de voorlichting. In de confe
rentie met de wethouders van de zeven
groote gemeenten kwam men ten slotte
tot de conclusie, „dat de spaarregeling nog
zoc gek niet was."
Maar, om op de voorlichting terug te
komen: de minister had er niet op gere
kend, dat de eerste indruk vreemd zou
zijn. Men heeft zich aan het woord „spa
ren" gestooten. Maar dat is toch wel wat
„mannelijk" gedacht vond de bewindsman.
Immers de huisvrouw doet niet anders
dan sparen. Zij legt geld op zij voor dit en
voor dat, voor allerlei noodzakelijke din
gen. En nu had de minister gedacht: nu er
toch op die manier, nu eens voor dit, dan
weer voor dat, geld op zij wordt gelegd
bij kleine beetjes, waarom dan er niet een
bedrag van overheidswege bij gelegd en
aldus medegeholpen met de aanschaffing
van het noodzakelijke. Op die manier
komt men ook van het euvel van het afbe
talingstelsel af.
Een van de bijkomende voordeelen van
de spaarregeling is, dat het minder armen
zorg is dan de B-steun. Immers wie bij de
spaarregeling is aangesloten is absoluut
vrij in het aanschaffen van zij-n benoodigd-
heden; bij den B-steun is men dnt niet.
Omtrent de deelneming aan de spaarre
geling kon de minister nog geen mededee-
lingen doen, omdat hij over onvoldoende
gegevens beschikte. Wel is gebleken, dat
de I in sommige gemeenten in alle tariefklu-
sen wordt gespaard, dus dat het kan.
De spaarregeling zelf is volgens den
minister geen misgreep geweest. Een mis-
greep is geweest de blanco houding van de
werkloozen in een aantal gemeenten en
ook van het publiek, waardoor aan de be
langhebbenden zelf geer dienst is bewezen.
Daarmede was het betoog van prof.
Romme ten einde.
Zelfs zijn scherpste tegenstandets tullen
moeten toegeven, dat hjj vooral „het kwar
tje van Romme" bekwaam heeft verde
digd.
Vandaag zal over de motie-Kupers
worden gestemd, waarna de Kamer zich
zal bezig houden met de wijziging van de
Crisisinvoerwet, waaromtrent nog al wa:
te doen is geweest in den laatsten tijd.
AANVARING NABIJ HOEDEKENSKB1
Weinig d*
Gistermiddag had een aanvaring
tusschen een provinciale boot, die den Ut
onderhoudt van Terneuzen naar
kenskerke en een motorschip van den beurt
visscher A. Huizen uit AUewoutsdijt
De provinciale boot kreeg vrijwel PP'
schade, maar het motorschip werd bSSWjP
boven den waterlijn. De beurtwH?:
kreeg hierbij een snij wond. Na ve
te zijn heeft hij de reis om twee uur
gezet.
voort-
Door ALAN DARE
20)
„Ik dacht aan het Gouden Tablet en
vroeg me af, wat dat geheime schrift wel
bevat zou hebben. Het is vreemd, dat hij
tot zulke buitensporigheden kwam, om het
in zijn bezit te krijgen".
„De priester zei, dat het over dingen
ging, die beter met rust gelaten konden
worden".
„Wat bedoelde hij daarmee? Zwarte
Kunst of iets dergelijk kinderachtigs?"
„Dat kan wel. Maar misschien is het niet
zoo kinderachtig, als wij denken. Mijn va
der was de minst bijgeloovige man ter we
reld, maar hij had grooten eerbied voor de
wijsheid van die vreemde Maya-koningen,
die zooveel groote geheimen hebben ach
tergelaten".
„Toch geloof ik niet aan bovennatuur
lijke dingep".
„Ik ook niet maar Phenuit blijkbaar
wel. Hij bezat allerlei vreemde kennis. Hij
kon de toekomst zien in het kristal ten
minste, dat zei hij".
„Dat zijn heel verschillende dingen",
lachte hij. „Ik stel me voor, dat zijn toe
komst hem reden tot groote ongerustheid
heeft gegeven".
„Je bent een geboren scepticus, Bob".
„Ja, en dat doet mij pleizier. Verwondert
het je, nu ik iets tastbaars heb, waar ik
om geef?"
„Je werk?" vroeg zij ongekunsteld.
„Is dat alles, wat een maand huwelijks
leven je heeft geleerd?"
„Het heeft me zooveel geleerd, dat mijn
hoofd ervan duizelt. O Bob, ik ben zoo in
nig gelukkig! Het is net, of ik opnieuw ter
wereld ben gekomen. Zal het altijd zoo
blijven?"
„Twijfel je daar aan? Het blijft zoo".
Zij stak haar hand uit en liet ze eenige
oogenblikken op de zijne rusten. Toen
kwam een jonge man het dek op loopen
en nam den hoed af, toen hij hen zag. Het
was de Engelsche dokter van Prainha, en
hij ging evenals Kennedy weer naar zijn
werk terug. Hij en Kennedy waren gedu
rende de reis goede vrienden geworden en
hij had zich een prettige kameraad be
toond, en een luchthartig, maar bekwaam
geneesheer, die bij het uitoefenen van zijn
gewone practijk verscheidene onbekende
tropische ziekten bestudeerde.
„Nog dezelfde oude rivier, Kennedy!"
zei hij.
„Ze ziet er vroolijker uit, dan toen ik
ze het laatst zag. Er woedde toen een hel-
sche storm. Je gaat in Prainha van boord,
is het niet, Hornblow?"
„Ja. De oude Hannaway is zeker nog in
je kamp voor het oplappen van de men
schen?"
„Hij was er nog, toen ik weg ging".
„Ik was met hem op dezelfde universi
teit. Hannaway's initialen staan nog in een
bank van de universiteitskerk. Hij kreeg er
huisarrest voor".
„Hij is erg bemind".
„O, het is een goede kerel, maar vreese-
lijk ouderwetsch. Vergeet niet, hem mijn
groeten over te brengen".
Hij wendde zich tot Maxine. „En zorgt
u goed voor dien man van u, mrs. Kennedy.
Als het ooit noodig mocht zijn, hem een
paar ledematen af te zetten, zou u beter
doen, mij te laten komen. Hannaway zou
natuurlijk kinine voorschrijven".
„Afschuwelijke man!" zei ze.
Hij lachte vroolijk, nam den hoed af en
wandelde verder, zacht mompelend: „Ge
lukkige kerel!"
„Is Hannaway de dokter van je kamp?"
vroeg Maxine.
„Ja. Er zijn daar bijna duizend man aan
het werk, en hij heeft er de handen aardig
vol. Die Brazilianen hebben allerlei ziekten.
Ik wed, dat er op het oogenblik een hon
derd op de ziekenlijst staan".
„Hjj zal er jou in elk geval niet op krij
gen".
„Ik hoop van niet. Ik ben totnutoe aardig
gezond gebleven".
„Ik zal je gezond houden. Ik weet, wat
een man noodig heeft: geregelde maal
tijden, droge kleeren en
„En een groote dosis liefde", viel hij haar
in de rede. „Drie kussen per dag houden
den dokter van slag".
„Nu word je lichtzinnig".
„Dat geef ik toe. Maar alle gekheid op
een stokje, Max, het zit er vol koorts. Dat
is mijn eenige nachtmerrie".
„Maar je je bezorgd over mü?"
„Wel, je bent een vrij groote verant
woordelijkheid voor mij!"
„En jij bent een groote baby. O kijk
eens naar den zonsondergang!"
Zij stonden op en liepen naar de ver
schansing, om de schoonheid van den ver
dwijnenden dag te bewonderen. De groote
roode bol verzonk langzaam in den blau
wen nevel, die aan den horizon zweefde. Er
scheen een angstige stilte neer te dalen,
toen de nevel hem omhulde en eindelijk
viel bijna
geheel opslokte. De duisternis
onmiddellijk in.
„Weer een dag om", zuchtte zij.
„Om gauw weer plaats te maken voor
een nieuwen. Daar komt de gravin aan,
ze ziet er als altijd romantisch uit".
De vrouw, die hen naderde, was van on-
bestemden leeftijd. Kennedy schatte haar
op dertig, maar Maxine, die meer verstand
had van vrouwelijke verfijndheid in „make
up deed er vijf jaar bij. Zij was gravin
Katinka Brodsky, een lid van de oude Rus
sische aristocratie. In elk opzicht was zij
typisch Russisch ravenzwart haar, regel
matige, wat scherpe trekken, groote, ziel
volle oogen en sterke, witte tanden. De
oogen waren overheerschend en bezaten 'n
groote kracht, waarvan de eigenares zich
zeer goed bewust was. Zij was zeer smaak
vol gekleed, maar toonde een voorliefde
voor opvallende kleuren. Zij reisde zonder
kamenier en verklaarde ronduit, dat dit te
wijten was aan haar slechten financieelen
toestand.
„Een prachtige avond!" zei ze met een
volle, diepe stem en met een licht accent.
„Het is de heele reis over mooi weer ge
weest antwoordde Maxine. „De goden wa
ren ons gunstig gestemd".
„Ik en de overige passagiers zijn u en uw
echtgenoot veel verschuldigd", zei de gra
vin glimlachend.
„Waarvoor?"
„Voor het weer, den zonneschijn, de
kalme zee!"
„Maar wat hebben wij daarmee te ma
ken?" vroeg Kennedy.
„De goden zijn goed voor menschen, die
elkaar liefhebben voor menschen, die
in hun wittebroodsweken zijn".
Maxine bloosde, want zij hadden ge
tracht geheim te houden, dat zij eerst kor
telings in het huwelijk waren getreden.
„Waarom denkt u, dat wij in de
broodsweken zijn?" vroeg Kennedy
„Heeft een jonggehuwd paar
ooit voor anderen kunnen verberg8®7»M4
zoodra u beiden het salon bjflWPgp
fluisterde iedereen aan boord: „een P
trouwd paar". Hoe zegt u dat
Engelsch? U draagt het hart op de
„Nu, als iedereen klaarblijkelijk
is gewgest, zullen wij het niet on
zei Kennedy. „Maar ik had er 8*® „yT
van, dat wij het zoo duidelijk toon
„De dames raadden het het eerst
het aan de jonggetrouwde
zijn zulke huichelaars, zoo geheim
maar een vrouw kan haar geluk n
bergen en zeker geen liefde,
uw vrouw maar". heeft"
„Ik geloof, dat de gravin g«W
stemde Maxine toe. tprwül
„Natuurlijk", sprak de gravin,
een prachtigen, zwarten struisvee
er voor haar knap gezicht heen
wuifde. „Ik had ook gelijk met mjjr
tie in mijn dierbaar Rusland, m
domme broeder wilde mij niet ge
bleef te lang. De Bolsjewiks n8 br0edtr
al onze juweelen, en mijn arm grenJ
werd vermoord, juist toen WU
wilden overtrekken". vto^
in Brazilië?
„En woont u
Maxine.
nu
parijs
„O neen. Ik zou niet buiten
Londen of een andere groote s
om
gr00' ,7 tot
Ik ben naar Brazilië gegaan
artikelen te schrijven voor een ,a8id
rikaansch tijdschrift. Ik ben f - men
den rang van journaliste. Nu
toch leven!"
(Wordt
verv