8 t t PARLEMEHT Tumult en applaus in de Tweede Kamer JiadiapwgcamHia t 8 8 O I 8 [Binnenland Motie vóór de spelling 1934 aangenomen. Vaccine-stopwetje verlengd. Glimtaclve Avondvergadering. EERSTE KAMER. Trein rijdt op auto in. Dialoog uit het Wilde Westen. TWEEDE BLAD (Van onzen parlementairen medewerker.) De Tweede Kamer heeft gistermiddag een zeer bonte agenda behandeld, welke op een bepaald oogenblik tot een zelfs heftig debat heeft geleid en levendige reacties in de Kamer. Dit deed zich voor bij een 71-tal wetsontwerpen tot nationa lisatie van in totaal 1453 aanvragen, waar op we hieronder terugkomen. Daaraan vooraf gingen eenige belangrij ke stemmingen. In de eerste plaats over het wetsontwerp tot wijziging van de Dienstplichtwet. Dit werd, na de behandeling in de vorige week, met 63 tegen 32 stemmen aangenomen. De tegenstemmers waren de soc.-democraten de vrijz.-democraten, de communisten en de chr.-de moer aten. Mr. Oud (v.-d.) mO' tiveerde voor de stemming, waarom zijn fractie dit wetsontwerp niet kon aanvaar den: Haar amendementen waren verwor pen en zij had niet de overtuiging dat het gevraagde uit militair oogpunt noodzake lijk was, terwijl de kosten, in verband met de financieele omstandigheden, te hoog moesten worden geacht. De uitslag van de stemming over de moties van den heer Moller (r.k.) was voor de regeering, in het bijzonder voor den minister van onderwijs, minder pret tig. Zij werden beide aangenomen en wel met aanzienlijke meerderheid. De voorsteller vroeg in zijn aarwanke lijke motie twee dingen. Teneinde nu een onzuivere stemming te voorkomen splitste hy haar en diende twee moties in. In de eerste spreekt de Kamer als haar oordeel uit, dat de instelling van een nieuwe commissie, die aan de regeering wederom advies zal uitbrengen over de schrijfwijze van de Nederlandsche taal, overbodig geacht moet worden. Deze motie werd aangenomen met 67 tegen 28 stemmen (die van de a.r., n.s.b., c.h. en staatk. geref.) In de tweede motie spreekt de Kamer als haar oordeel uit, dat thans de eenig aanvaardbare oplossing van het spelling vraagstuk gelegen is in de algemeene door voering, ook in de regeeringsstukken, van de spelling 1934. Deze motie werd aangenomen met 57 tegen 38 stemmen. Vóór stemden de meeste katholieken (een zes- of zevental was tegen), de soc.-dem., de vrijz.-democraten en de heer Krijger (c.h.), tegen de a.r., de meeste c.h., de v.b., de n.s.b. en de s.g.p. Anti-semitisme. En toen kwam het bewogen debat over de 71 naturalisatie-ontwerpen. Het zou een heel zakelijke discussie ge worden kunnen zijn over de vraag hoe 't komt, dat er nil zooveel aanvragen tegelijk worden behandeld; over den achterstand, die wordt ingehaald en over het aantal aanvragen, dat nog op afdoening wacht. Dit had rustig kunnen verloopen. Doch de eerste spreker, de heer Dieters (n.s.b.) die tot nu toe in de Kamer gezwegen had kwam met een betoog van anti-semieti- sche strekking voor den dag. In de eerste plaats klaagde hij er over dat er zoovele joden tot Nederlander worden genaturali seerd en in de tweede plaats wenschte hij Nederlanders, die hun nationaliteit door verzuim hebben verloren, niet met vreem delingen met onuitsprekelijke r.amen in één wetsontwerp te zien verzameld. Verder betoogde hij dat de joden zich niet gemakkelijk aan hun omgeving aan passen, dat zij nooit ten volle zullen be- hooren tot het#land, welke nationaliteit zij hebben verkregen, omdat de band des bloeds te zeer blijft spreken. „Een Germaan blijft een Germaan, een jood een jood", riep hij uit, waarop ''e communist de Visser inviel met: ,.En een nationaal-socialist een nationaal-socia- list!" Verder betoogde de heer Dieters dat de belangen der niet-joodsche Nederlanders boven die dezer vreemdelingen van een ander ras moeten praevaleeren. De Kamer werd tijdens de rede van den nationaal-socialistichen afgevaardigde hoe langer hoe onrustiger. Er bruiste wat en weldra bleven felle interrupties niet uit. De voorzitter moest telkens zijn hamer hanteeren. Tegen dit betoog kwamen felle en scherpe protesten los. Eerst van mr. Wen- delaar (lib.), daarna van de heeren Al- barda (s.d.) en de Visser (c.p.) Vol verontwaardiging viel mr. Wende- laar uit, dat men in het Nederlandsche Parlement van anti-semietisme niets wilde weten, dat van buiten af wordt geïmpor teerd en den Nederlandschen volksgeest tracht te vergiftigen. Ir. Albarda sloot zich bij dit protest aan en wees erop, dat het Nederlandsche volk groote dankbaarheid verschuldigd is aan de joden, het oude volk, dat tot Nederlands roem op het gebied van kunsten en weten schappen, handel en nijverheid heeft bij gedragen. Uitroepen als: „zeer juist", vergezelden beide redevoeringen. Toen kwam de heer Rost van Tonningen (n.s.b.) het standpunt van zijn partijgenoot ondersteunen, doch op vaak zoo on-parle- mentaire wijze, dat de voorzitter hem her haaldelijk moest waarschuwen en eindelijk bedreigen met het ontnemen van het woord. De heer de Visser, die ook al opgewon den was dat overkwam hem vroeger méér! ontzegde aan een partij, „die ons land 't liefst door een ander land zag inge pikt, het recht iets te ondernemen tegen de joden, aan wie ons land zooveel te danken heeft". De -lieer Kersten (s.g.p.) opperde los van de andere sprekers bezwaren tegen de naturalisatie van zoovele vreemdelingen waarin hij in 't algemeen een gevaar voor ons land zag. Minister Goseling sprak een zeer ernstig, bezadigd woord, dat tot in alle hoeken van de zaal moest doordringen, gehoord zijn krachtig stemgeluid. Vragen van ras of godsdienst bestaan voor de regeering bij de behandeling van deze kwesties niet, zoo zeide hij. De regeering heeft niet de minste reden om een bepaalde groep der bevolking te diskwalificeeren. Zij wil de christelijke grondslagen van ons volksleven bevestigen. Daartoe behoort ook, dat men zich verre moet houden van elke discriminatie van een bepaalde bevol kingsgroep Wie gelooft in den Verlosser, die bedenke 'dat Hij is geboren uit een joodsche moeder Overigens ried de minister de nationaal- socialisten aan de drie preeken te lezen van kardinaal Faulhaber! En wat zelden in ons Parlement gebeurt Een daverend applaus van linker- en rech terzijde van de Kamer volgde op deze rede De n.s.b.-ers vroegen als demonstratie stemming aan over het eerste van de 71 wetsontwerpen. Dit werd met 83 tegen 6 stemmen aange nomen; n.s.b.-ers en staatk. geref. waren de tegenstemmers. Verlenging vaccinatie-stopwetje Onder dé wetsontwerpen, die verder op de agenda voorkwamen, bevonden zich een weinig beteekenende wijziging voor de Luchtvaartrampenwet, conclusies van verslagen der commissie voor handelspoli tieke aangelegenheden, goedkeuringen van verdragen en, wat belanger was, de ver lenging der opschorting van den indirecten vaccinatiedwang met 2 jaar. Bij laatstgenoemd wetsontwerp werd weer eens een min of meer principieel vacci- natie-debatje gehouden, dat niet te zeer kon uitdijen, omdat de spreektijd beperkt was. Mevr. de VriesBruins (s.d.) die voor vaccinatiedwang is achtte de verlenging met twee jaar van het wetje te lang. Zoo ook oordeelden de heeren Oud (v.d.) en dr. Vos (lib.), die met haar van oordeel waren, dat de minister niet meer de hulp van een staatscommissie behoeft in te roepen, omdat de zaak voor regeling rijp is en dan in den geest van inenting op zeer jeugdigen leef tijd (liefst beneden 1 jaar). Dr. Vos verzette zich echter tegen dwang en verlangde pro paganda op groote schaal voor vrijwillige vaccinatie. Dat laatste is eveneens een wensch van den heer Terpstra (a.r.), die daarentegen de instelling van een staats commissie toejuichte. De heer Kersten (s.g.p.), die principieel tegen de vaccinatie en tegen den directen of indirecten dwang is, nam genoegen met 2 jaar uitstel, omdat we althans dien tijd van de vaccinatie af zijn. Minister Romme verklaarde, dat de zaak nog heelemaal niet rijp voor een beslissing was, omdat zij behalve medische, ook staats rechtelijke en politieke kanten heeft, welke in hun onderling verband moeten worden bezien. Deze wenschte de minister door een staatscommissie te laten onderzoeken, welke verzocht zal worden spoed te maken. De termijn van 2 jaar moet dan ook als een uiterste termijn worden beschouwd, binnen welken de minister een regeling gereed denkt te hebben. Als hij binnen een jaar daarmee bij de Kamer kan komen, zal hij 't niet nalaten. Bij de artikelen diepde mevr. de Vries Bruins een amendement in om de wet met één jaar te verlengen. Dit werd met 49 tegen 30 stemmen verworpen (rechts tegen links). Het wetsontwerp werd z.h.s. goedgekeurd. Onderwijsaangelegenheden. Bij een aanvulling van de onderwijsbe- grooting voor 1937 was er nog eenig verzet tegen een post van 2 ton voor het Ned. ge bouw in de Cité Universitaire te Parijs, waarmede 's lands prestige is gemoeid, als 't niet wordt afgebouwd. De heer Moller (r.k.) was het nadrukkelijkst, doch hij en de heer IJsselmuiden bleken in de r.k.- fractie de eenige tegenstemmers te zijn, naast de meeste a.r., de n.s.b. en de s.g.p. Met 5419 stemmen werd de post goedge keurd. Aan het slot van de middagvergadering werd doorgegaan met de begrooting van „Is er nog hoop, dokter?" „Hm, hangt er van af, wat U hoopt!" enderwijs voor 1938, waarbij de afdeeling Hooger onderwijs aan de orde was Hierbij zijn allerlei details ter sprake gebracht, o.a. de nieuwe regeling voor de collegegelden, die te duur wordt geacht; dr. Vos (lib.) en mevr. de Vries wensch ten herstel van de oude, welke inhield 4 jaar betalen en dan niet meer. De heer Oud (v.d.) probeerde een princi pieel debat te ontketenen over de vraag die in 't voorloopig verslag aan de orde was gesteld, of de financieele gelijkstelling ook voor het hooger onderwijs moest gelden. Hi. meende,' op voetspoor van wijlen dr. Bos van niet, de heer Tilanus (c.h.) volstond met de verklaring, dat het afwijzend standpunt van zijn fractie bekend is en wees er overi gens op, dat een academisch debat thans niet veel zou uithalen, nu de regeering in de memorie van antwoord heeft verklaard, dat de zaak voor haar niet aan de orde is. De heeren Zijlstra (a.r.) en Moller (r.k.) die over de zaak zelf anders oordeelen, gin gen evenmin een debat aan. De minister zou heden antwoorden.. Waterstaat. In de avondvergadering werd een aanvang gemaakt met de behandeling van de water- staatsbegrooting voor 1938. Bij de algemeene beschouwingen is vooral aandacht geschon ken aan het juiste aantal verkeersongeluk ken. De heer Rutgers van Rozenburg (c.h.) drukte het kernachtig uit door te zeggen: wij zijn allen getroffen door de meer dan 30 dooden en de vele gewonden bij het spoorwegongeluk in Schotland, maar in ons landje is het veel te weinig bekend, dat elke 13 dagen 31 dooden en per dag 38 a 39 gewonden vallen door verkeersongelukken Vandaar de aandrang op den minister om strengere bepalingen, prohibitieve en repres sieve, tegengaan van lintbebouwing, geen verstrekking van rijbewijzen aan menschen van wie bekend is, dat zij sterken drank gebruiken, zwaardere straffen tegen ver- keersovertreders enz. enz. De minister van waterstaat, mr. dr. ir. van Buuren, had 12 sprekers te beantwoor den, die verscheidene onderwerpen hadden behandeld. Over de kanalenkwestie, welke nog altijd tusschen België en Nederland hangende is, ten aanzien waarvan de heer Krijger (c.h.) voorzichtigheid had bepleit, kon de minister, aangezien het kabinetspolitiek is, geen ant woord' geven. Hij is zich van zijn verantwoordelijkheid ter zake voor de verkeersveiligheid, in ver- tand met o_a. de lintbebouwing, volkomen bewust. Met zijn ambtgenoot van binnen- landsche zaken zal hij de vraag bespreken, of er een betere aansluiting tusschen wo ningwet en verkeerswet moet zijn. Met deze toezegging zag de heer Diepen horst (a.r.) een wensch vervuld. Tegen dronkenschap van autobestuurders (waartegen de heeren Rutgers van Rozen burg en Zandt (s.g.p.) maatregelen hadden gewenscht) wordt reeds strenger opgetre den; in het afgeloopen jaar werden in 120 gevallen de rijbewijzen ingetrokken. Het toezicht op het verkeer moet inderdaad effectief zijn. Thans zijn de rijksveldwaeh- en de marechaussee met 20 auto's en 20 motorzijspannen voortdurend langs den weg. De minister is bereid met zijn ambtge noot van justitie in nader overleg te treden over uitbreiding van dit toezicht. Ook aan samenwerking tusschen de verschillende instanties een wensch van den heer Ebels (v.d.) zal aandacht worden ge schonken. ■Van verschillende zijden o.a. door de heeren Drop (s.d.), IJsselmuiden (r.k.), de Visser (c.p.) en Krijger (c.h.) was aan gedrongen op de verbindendverklaring van loonbepalingen van collectieve contracten in Rijksbestekken. Naar aanleiding daarvan wees de minister erop, dat wel goed moet worden onderscheiden, dat de staat slechts als opdrachtgever en niet als werkgever op treedt. Het is in de eerste plaats een kwestie van overleg tusschen werkgevers en werk nemers; daarna moet toetsing volgen van het algemeen belang. Er was ook bezorgdheid tot uiting geko men ten aanzien van de monopoliepositie van de Vereeniging „Centraal Baggerbe drijf", waarin een aantal aannemers van baggerwerken zich hebben georganiseerd. Men vreesde voor prijsopdrijving en vroeg naar het standpunt der regeering. De minister oordeelde, dat het niet op den weg der regeering ligt om in te grijpen, ten zij groote belangen worden geschaad. Een lichte stijging van de prijzen is voor ingrij pen nog geen reden. Aan het inschakelen van buitenlandsche mededinging, dat als maatregel werd aangeprezen, behoefde de minister nog niet te denken. Bij de afdeeling „Waterstaat" brachten de heeren van Sleen (s.d.) en Ebels (v.d.) de onvoldoende zeewering van Ameland ter sprake, hetgeen den minister tot de toezeg ging bracht verschillende feiten nog eens onder de aandacht van zijn ingenieurs te zullen brengen. Hij kon mededeelen, dat de dijk bij Nes spoedig aan de beurt komt; het Werkfonds is hierbij ingeschakeld. Het was de bedoeling, naar wij tegen half één vernamen, de begrooting nog af te werken, in verband waarmede wij op het slot nader zullen moeten terug komen. De Eerste Kamei is gisteravond nog een uurtje bijeen geweest om een agenda van grootendeels hamerstukken af te doen. De heer van Vessem (n.s.b.) sprak zijn teleur stelling er over uit, dat de Europeanen zich voortsan zullen moeten schikken naar de Egyptische rechten, nu de capitulaties in Egypte bij het verdrag vqn Montreux, dat ter goedkeuring werd aangeboden, zijn afge schaft. Minister Colijn, die minister Patijn ver ving, trachtte hem gerust te stellen met de mededeeling, dat tot 1949 de gemengde rechtbanken nog blijven bestaan. Daarna ken men de ontwikkeling eens afwachten. Het wetsontwerp werd z.h.s. goedgekeurd, evenals een naturalisatie-ontwerp, waar tegen de heer van Citters (a.r.) eenige 3l- gemeene, reeds meermalen door hem ge uite bezwaren inbracht. Donderdag 16 December. HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.) 8.— Gr.pl. 10.— Morgenwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Omroeporkest en solist. In de pauze deel. 12.30 Gr.pl. I.30 Orgelspel. 2.Voor de vrouw 2.30 Pianovoordr. 3.Kniples. 3.45 Gr.pl. 4.Voor zieken en thuis zittenden. 4.30 Gr.pl. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 Aeolian-orkest. 6.30 Sportpr. 7.Voor de kinderen. 7.05 Avro-dansorkest. 7.30 Engel- sche les. 8.ANP-ber., mededee- lingen. 8.15 Concertgebouw-orkest en solisten. In de pauze rep. 10.45 Gr.pl. 11.ANP-ber. Hierna Avro- dansorkest. 11.4012.Gr.pl. HILVERSUM, 1875 M. (8.—9.15 en II.—2.— KRO, de NCRV van 10.— 11.en 2.12.uur). 8.9.15 en 10.Gr.pl. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.Ber. 12.15 KRO-orkest en gr.pl. 2.Handwerkcursus. 3. Vrouwenhalfuur. 3.30 Gr.pl. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Handenarbeid v. de jeugd. 5.15 Solistenconcert en gr.pl. 7.Ber. 7.15 Journalistiek weekoverzicht. 7.45 Rep. 8.ANP- en herh. SOS-ber. 8.15 Gev. progr. mmv. sprekers, solisten, mannen koor en het NCRV-orkest. (10. ANP-ber.) 10.45 Gymnastiekles. 1112.Gr.pl. Hierna Schriftle zing. DROITWICH, 1500 M. 11.25 Popu lair concert. 11.50 Gr.pl. 12.35 Tro- cadero-Cinerca-orkest. 1.20 Gr.pl. 2 05 BBC-Variété-orkest en solist. 3.10 Cape Town Miracles, cause rie. 3.25 Gr.pl. 3.35 Sted. Orkest van Bournemouth en solist. 5.05 Voor de vrouw. 5.20 Joe Loss en zijn Band. 6.20 Ber. 6.40 It occurs to me, causerie. 7.BBC-Schotsch orkest. 7.50 Rep. 8.10 Gev. progr. 9.Act. causerie. 9.20 Ber. 9.40 Lichte muziek. 10.20 Korte kerk dienst. 10.40 Cembalo-voordracht. 11.Causerie over Dante. 11.20 Maurice Winnick en zijn Band. 11.5012.20 Dansmuziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 7.50, 9.10 en 10.40 Gr.pl. 12.40 Cantrelle- Orkest en Zangvoordr. 3.05 Zang. 3.20 4.35 en Viola-voordracht. 4.20 Zane 5.20 Radiotooneel. 8 35 Pianovoordr. 8.50 Nat. orkest en solisten. 10.5011.05 Gr.pl KEULEN, 456 M. 5.50 Dresdensch orkest. 7.50 Omroepkleinorkest 8.50 Zang en piano. 9.20 Volkslied derenconcert. 11.20 NSDAP-orkest 1.35 Omroeporkest. 3.20 Omroep- Amusementsorkest. 5.30 Collegium Musicum van de Universiteit, 6.30 Gr.pl. 7.20 Omroeporkest, -koor volkskoor, kinderkoor en solisten' 10.1011.20 Balalaika-orkest Stuttgarter Volksmusik. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Zang. 1chm roepkleinorkest. 1.50 Zang. 22.20 Gr.pl. 5.20 Omroepkleinorkest. 6.50 Gr.pl. 8.20 Omroepdansorkest en Omroepsalonorkest. 10.3011.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest. 1.Gr.pl. 1.30 Om roeporkest. 1.502.20 Gr.pl. 5,20 Cellovoordr. 5.40, 6.35 en 7.35 Gr. pl. 8.20 Omroeporkest en soliste! 10.30—11.20 Ebbecke-Trio en soliste' DEUTSCHLANDSENDER, 1571 m! 7.20 Het Omroeporkest. 8.20 Ber! 8.35 Verv. concert. 9.20 Ber. 9,50 Altviool en piano. 10.05 Weerber. 10.2011.20 Barnabas von Geczy'j orkest. GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.10.35, Parijs R. 10.35—12.05, Radio PTT Nord 12.05 12.20, Parijs R. 12.20—12.40, Keu- len 12.40—13.20, Brussel VL 13.20— 13.35, Keulen 13.35—14.20, Lond. Reg. 14.2017.20, Brussel Fr. 17,20 17.50, Berlijn 17.5018.20, Keu- len 18.2019.20, Berlijn 19.20 20.20, Rome 20.20—24.—. Lijn 4: Brussel VL 8.9.20, Nor- mandië 9.2010.35, Lond. Reg, 10.3512.20, Droitwich 12.20—18.45, Lond. Reg. 18.4519.Droitwich 19.—19.20, Keulen 19.20—21.20, Droitwich 21.2023.Lond. Reg. 23.23.40, Droitwich 23.40—24.—, Lijn 5: Diversen. OOOOOO QOf Zonder discussie en z.h.s. gingen onder den hamer door o.a. de volgende hoofdstuk ken der Rijksbegrooting voor 1938: Huis der Koningin; Hooge Colleges van Staat; na tionale schuld; onvoorziene uitgaven; wet op de middelen; begrooting van het ge meentefonds 1938/ 1939; begrooting Staats- muntbedrijf voor 1939. f Chauffeur gewond. Op den onbewaakten overweg bij bad- Boekelo is gistermiddag een ongeluk ge beurd, dat, gezien de omstandigheden, nog betrekkelijk goed is afgeloopen. Een met 200 zakken zout beladen vracht auto, bestuurd door den heer G. Slootheer uit Enschede, naderde den overweg, terwijl in de verte een rangeerlocomotief kwam aanrijden. De machinist gaf signalen, doch deze scheen de chauffeur niet te hooren. Met groote snelheid reeds de locomotief op de vrachtauto in, met het gevolg, dat de wagen in tweeën werd gespleten. De tractor kwam aan den linkerkant tegen een scnutting te recht, terwijl de aanhangwagen rechts van de spoorbaan in een sloot werd geworpen. De chauffeur sloeg uit de auto, en liep verwondingen aan het hoofd op. Hij werd door een geneesheer verbonden en daarna naar zijn woning te Enschede overgebracht. Naast hem had nog in den wagen gezeten de heer R. Heuten, eveneens uit Enschede, die met het voorste gedeelte van de auto te gen de schutting werd geworpen. Hij kwam er wonder boven wonder zonder eenige ver wonding af. De vrachtauto is vrijwel totaal versplin terd, terwijl de locomotief van voren zooda- nog beschadigd werd, dat zij door een loco motief uit Enschede moest worden wegge sleept. De schutting is over een lengte van zeven meter vernield. De auto had slechts met een vaart van 15 K.M. per uur gereden. KOE OP HOL. Twee gewonden en een vernielde fiets. Gistermorgen omstreeks kwart over zeven is een koe, toebehoorende aan P. Rooden- burg uit Wassenaar, bij de veestalling van Brouwer-de Koning aan den Goudschen Rij weg te Rotterdam, toen zij werd weggehaald, op hol geslagen. Via de Dirk Smitsstraat is zij naar de Jonker Fransstraat gerend, waar zij den 54-jarigen havenarbeider E. de Vos uit de Paradijslaan omverliep. De man kwam met den schrik vrij, maar de fiets werd vernield. Het dier zette zijn tocht voort naar de Linker Rottekade, waar het de 29-jarige mej. C. Veldhoven uit de Eerste van Zoelenstraat omverliep. Zij kreeg wonden aan het zitvlak, aan rechter schou der en linker elleboog, zoodat zij in het zie kenhuis aan den Bergweg moest worden be handeld. De koe was inmiddels via de Crooswijk- schestraat en de Pijperstraat in de Boezem straat beland, waar zij den agent van politie, M. B. Lugtenberg uit de Abr. Kuyperlaan. onderste boven liep. Ook de politieman moest in het ziekenhuis aan den Bergweg worden behandeld. Over de Boezembrug is de koe via de Vredenoordkade en den Hoogen Boezem, naar het Oostplein gerend, waar eenige koeien in een groepje naar de markt werden gedreven. Het rennende dier staakte toen zijn wilden tocht en ging rustig bij zijn soortgenooten loopen. Twee jongetjes spelen Indiaantje. De een heeft een Winnitou-pak voor z'n Sinter klaas gekregen met een houten tomahawk en jachtmes. De ander is een doodgewoon bleekgezicht al heeft ie dan een sterappelentoet. Zijn bloote kniebeentjes doen zielig naast de stevige prairiestampers van den ander. Ik beluisterde de volgende dialoog: „Gaat gy daar staan, oude vrouw!" „Waar Indiaan „Daro natuurlijk, suffert! Tegen die lan taren!" „Mot ik daar lang staan?" „Hou uw mond dicht, bleekgezcht. Ik ga u martelen!" „Wat is dat Indiaan?" „Ik zal u pijnigen aan den martelpaal, zoon van een hond!" „Ga je me echt pijn doen?!" „Natuurlijk suffert. Als gij niet doet, wat 11; zeg, dan zal ik gij dooden!" „Ga je me echt vastbinden Indiaan?" „Ja laffe prairie-rat! De gieren zullen uw gebeente knagen!" „Wat benne dat voor dingen, die gieren?" „Zwijg huilende squaw! Gieren zijn roof vogels en die vreten u op!" „Ganougauw! Doe niet zoo gek!" „Met dit mes zal ik uw skalp afsnijden!" „Toe hou nou op! Wees nou niet zoo me lig!" „Waar hebt gij uw mustang gelaten, hond?!" „Me wat „Uw mustang!" „Ik speel niet meer mee. 'k Ga naar huis". „Waarom?" „Nou 't begrijp er tóch niks van". „Suffert!" „Je bedoelt je eigen!" Het drama van het Wilde Westen (m Amsterdam) is hiermede ten einde. (VbL) BIJ ZIJN SCHOONVADER INGEBROKEN. Kaapte het geld van de varkens. Verleden week, in den nacht van Woens dag op Donderdag, werd in het gehucht Vossebelt (gem. Dalen) ingebroken 1*° huize van den arbeider B., kort nadat deze een paar varkens had verkocht en daardoor wat geld in huis had. Vermist werd o.m. een kistje met een bedrag van 86. De politie vond na haar onderzoek aan leiding tot het aanhouden van een schoon zoon van den bestolene, zekeren M., te Coe* vorden, die echter hardnekkig ontkende. Thans ontdekte zij evenwel ten huize van den verdachte in het keukenfornuis f*8'®?; van metalen voorwerpen, die mede in kistje hadden gezeten, terwijl verborgen de kap van de woning van M. een tabak*" doos werd gevonden, waarin zieh vryW het geheele gestolen bedrag bevond. M. heeft daarop een bekentenis afgele#*1 en is in arrest gesteld. GOUDEN SIERADEN GESTOLEN. De logementhoudster E. L., wonen(*eh?2t de Ammunitiehaven te 's-Gravenhage, he^ aangifte bij de politie gedaan, dat zy aantal gouden sieraden ter waarde v 1000, opgeborgen in haar linnenkast. De politie heeft de zaak in onderzoek. ONTSLAG TE AARLE-RIXTEL. Naar wy vernemen heeft de directie de tricotagefabriek der N.V. Li"!°^van Aarle-Rixtel aan ongeveer vijftig e ^et het personeel ontslag aangezegd wege gebrek aan directe orders.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1937 | | pagina 6