W
Jkouwciaal Tlieuws
AMSTERDAMSCHE
BEURS
SP"
ir
BlROEK OP LANGENDIJK
SCHERMERHORN
•HEERHUGOWAARD
DEN HELDER.
John bestijgt een Vulkaan.
Door F. E. Madaras.
John haalde zijn schoudets op an ant
TWEEDE BLAD
ALGEMEENE NEDERL. ZUIVELBOND.
Jaarvergadering te Utrecht
De Algemeene Nederlandsche Zuivelbond
kwam heden in algemeene vergadering bij
een in het Jaarbeurs-restaurant te Utrecht
onder voorzitterschap van den heer L.
Britzel.
Als buitengewone leden werden met
acclamatie toegelaten de heer K. J. Terp
stra. Heemstede en de federatie van ver-
eenigingen van directeuren van Coöpera
tieve Zuivelfabrieken in Nederland.
Professor Ir. B. van der Burg werd als
bestuurslid herkozen.
De secretaris, de heer J. A. Geluk, deed
daarna o.a. mededeelingen over den afzet
der producten. De maanden September
October hebben een sterke verhooging van
den boterprijs te zien gegeven.
De kaasprijzen hebben zich in September
en het begin October ook in stijgende lijn
bewogen. Hier kwam de daling echter vroe
ger dan bij den boer. De melkpoederprijzen
vertoonden vrijwel hetzelfde beeld.
Wat de gecontingenteerde export betreft
werd opgemerkt, dat de clearingregeling
met Duitschland zich in zoodanigen zin
heeft ontwikkeld, dat er den laatsten tijd
van een achterstand in de betalingen voor
onzen export geen sprake meer is. Bij de
onderhandelingen met Duitschland is het
gegaan om de vraag, of al of niet met de
clearing zou worden doorgegaan. Gezien de
omstandigheden, is het zeker voor de ex
port van land- en tuinproducten van het
grootsche belang, dat met de clearing op den
bestaanden voet wordt doorgegaan, daar
elk ander systeem zoolang men in Duitsch
land vasthoudt aan de deviezenregeling
minder zekerheid voor een goed geregu-
leerden export biedt dan dit.
Betreffende de consumptiemelkrege-
lingen werd opgemerkt, dat het niet op den
weg ligt van de Coöperatieve zuivelberei
ding om de oprichting van dit soort rege
lingen te bevorderen. Wordt men door de
omstandigheden gedwongen daaraan toch
mede te werken, dan is het van belang, dat
de coöperatie zelf een vereeniging vormt,
welke dan zoo noodig in federatief verband
met andere distribuanten-organisaties kan
samenwerken. Ook in het wettelijk gebied
zullen de crisismaatregelen inzake de melk-
voorziening worden gewijzigd.
Het schijnt de bedoeling te zijn, dan ook
hier aan de belanghebbenden, onder be
scherming der regeering, bepaalde be
voegdheden in handen te geven, evenals
dit bij de oprichting van vereenigingen in
het buitenwettelijke gebied het geval is.
Mogelijk zal hier de bescherming echter
nog wat verder gaan, gezien het feit, dat
deze ook in de achter ons liggende jaren
grooter is geweest. De Coöperatieve Zui
velbereiding heeft zich ernstig te beraden
over het standpunt, dat zij in dezen heeft
in te nemen, daar deze bescherming van
groepen op schade voor anderen moet uit-
loopen, terwijl bedrijven in de omgeving
van dit gebied ook nu reeds ernstig bedreigd
worden door de afsluiting, welke dit soort
regelingen ten gevolge heeft.
Van verschillende kanten werd aange
drongen nogmaals het verzoek te richten
tot den minister tot wijziging van de kal-
verteelt-beperking en als het eenigszins
mogelijk is deze op te heffen.
De volgende conclusies werden aan de
vergadering voorgelegd ten aanzien van de
algemeene kwaliteitsverbetering der melk.
1. Het is noodig, dat er een algemeene
regeling tot verbetering der kwaliteit van
de melk komt. Hieronder dient zoowel in
dustrie-melk, als consumptiemelk te val
len.
2. Hoewel met de verbetering der melk-
winning en melkbehandeling door voor
lichting en onderwijs, zooals dit thans bij
de Coöperatieve fabrieken in vele gevallen
plaats vindt, moet worden doorgegaan zal
het toch noodig zijn om tot een algemeene
betaling der melk naar kwaliteit te komen,
teneinde de achterlijke en nog niet. mede
werkende bedrijven er ook toe te brengen,
aan de kwaliteits-verbetering mee te doen.
3. Om tot een algemeene betaling naar
kwaliteit te komen en verdere regelingen
in te voeren, die met het oog op de onder
linge verhoudingen algemeene toepassing
zullen moeten vinden, zullen de grondsla
gen van overheidswege moeten worden
vastgelegd. Dit zal in overleg met de direc
tie van den landbouw moeten geschieden
en het toezicht op de uitvoering zal bij het
met de landbouwaangelegenheden belaste
departement moeten berusten.
4. Uitvoering der wettelijke maatregelen
zal elke fabriek naar eigen inzicht moeten
kunnen regelen, mits voldaan wordt aan de
dienaangaande door de overheid gestelde
richtlijnen. De Coöperatieve zuivelberei
ding zal in de gelegenheid moeten worden
gesteld, eigen diensten in te stellen, die aan
de wettelijke voorschriften voldoen.
De begrooting voor het dienstjaar 1938
werd z. h. s. goedgekeurd.
Bij de rondvraag vestigde de heer Schro-
der de aandacht van het bestuur op de felle
concurrentiestrijd, welke gevoerd wordt
tusschen de Galak en de Coöperatie.
Spreker wees op de onjuistheid, dat de
directeuren der coöperaties de melk soms
afgeven aan de particuliere fabrieken. Dat
was, volgens spreker, het paard van Troje
binnen halen. De boeren werden verblind
door de hooge prijzen, welke hun worden
geboden. Het was spreker bekend, dat de
bedoelde N.V. 22.500.000 K.G. melk per
jaar omzet. Met alle mogelijke middelen
worden de boeren er toe overgehaald de
melk niet meer aan de coöperatie doch aan
de N.V. te leveren. Zelfs biedt de N.V. aan de
helft van de boete te betalen. Spr. verzocht
het bestuur maatregelen hiertegen te tref
fen. De voorzitter verklaarde, dat deze
kwestie reeds eerder de aandacht had van
het bestuur. De N.V. tracht de macht van
de coöperatie te breken. De boeren moeten
zoo verstandig zijn hieraan niet mee te
werken, want zij graven op deze wijze hun
eigen graf.
De Zwitsersche melk is voor de N.V. te
duur geworden. Men heeft nu in Nederland
een beter gebied gevonden om de noodza
kelijke melk te betrekken. De boeren moe
ten in deze veel meer saamhorigheid be
trachten en hun egoisme ter zijde stellen.
'T VREEMDELINGENVERKEER
IN NOORDHOLLAND.
Het subsidie in de Staten
Aan het verslag van de behandeling in
de afdeelingen ontleenen wij het volgende:
Eenige leden stelden de vraag, of het
wel goed gezien is van Gedeputeerde Sta
ten om met dit voorstel te komen. Reclame
ter bevordering van het vreemdelingen
verkeer kost veel geld. Deze reclame kan
alleen tot haar recht komen, als alle
krachten worden samengetrokken, ook
wat de financiën betreft.
Verdeeling van de 1800 zal geen effect
sorteeren. Een van de hier aan het woord
zijnde leden nam kennis van een begroo
ting van eene Federatie voor Vreemdelin
genverkeer in onze provincie, die een in
komen heeft van 351. Hiermede kan
niets worden gedaan, ook niet als hierbij
zou komen een gedeelte van de 1800 als
verder betoogd, moet alleen geschieden
aan eene goede organisatie met eene ge
zonde financieele basis, waarbij werd ge
wezen op de 70.000 die het Rijk voor de
bevordering van het vreemdelingenver
keer beschikbaar stelt.
Bovendien meenden deze leden, dat eene
algemeene reclame, waarbij vreemdelingen
naar ons land worden getrokken, ook aan
de provincie ten goede komt. Onze provin
cie heeft zooveel bezienswaardigheden, dat
buitenlanders dit zeker niet zullen pas-
seeren.
Deze leden meenden de vraag te moeten
stellen, of het niet beter zou zijn, dat Ged.
Staten dit voorstel terug namen, tot er in
de provincie eene goede organisatie is tot
stand gekomen met een goede financieele
basis. Ook kan men, zoo meende een lid
aan het geven van het subsidie aan de
Nederlandsche Vereeniging voor Vreem
delingenverkeer te 's Gravemhage de noo-
dige voorwaarden verbinden.
Andere leden hadden uit het voorstel
niet gelezen, dat het de bedoeling van
Ged. Staten is de 1800 onder de in de
provincie werkzame Vereenigingen voor
Vreemdelingenverkeer te verdeelen. Zij
meenden begrepen te hebben, dat het be
vorderen van het vreemdelingenverkeer
binnen onze provincie hieraan ten grond
slag ligt. Een der hier aan het woord zijn
de ledem deelde nog mede, dat in de af
deelingen tot onderzoek van de begrooting
al eenige malen er aan getwijfeld is, of
deze 1800 wel voldoende aan de provin
cie ten goede komen. De Overheid moet 't
werk van de vereenigingen aanwakkeren.
Dit lid meende in dit verband te mogen
wijzen op de ervaring in Amsterdam. Trots
het goede werk, door de Vereeniging „Het
Koggeschip" jaren verricht, zal niemand
ontkennen, dat, nu de gemeente dit par
ticulier initiatief stimuleert, goede resul
taten zijn bereikt.
Een lid stelde nog de vraag, wat
Ged. Staten als een Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer zien.
Het aanwezige lid van Ged. Staten wees
er op, dat van uit de Staten meermalen
twijfel is uitgesproken of er bij de propa
ganda voor het vreemdelingenverkeer vol
doende aandacht aan onze provincie wordt
geschonken. Ged. Staten hebben hier een
onderzoek naar ingesteld en het is hun ge
bleken, dat de twijfel gerechtvaardigd is.
Ook zij meenen, dat het subsidie niet vol
doende aan de provincie ten goede komt.
Het voorstel behelst alleen het subsidie
in te trekken. Gedeputeerde Staten kun
nen dan trachten concentratie te brengen
in de op het terrein van het vreemdelin
genverkeer in ons gewest werkzame krach
ten. Bij dat werk zullen Gedeputeerde
Staten dan zooveel mogelijk de behulp
zame hand bieden. Waar de provincie zoo
veel moois te zien geeft, is het waard dat
deze poging wordt ondernomen.
Zooals wij reeds mededeelden zond de
V. V. V. te Bergen naar aanleiding van dit
voorstel een verzoek aan de Staten om het
voorstel niet aan te nemen, aangezien h.i.
alleen de A. N. V. V., door haar internatio
nale verbindingen propaganda in het bui
tenland kan maken en niet uit het oog
mocht worden verloren, dat N. H. van de
internationale propaganda wel in de eerste
plaats profijt trekt, dus de laatste behoort
te zijn die zich aan de daaraan verbonden
kosten onttrekt.
Oranje-comité.
1 Op initiatief van mevr. Schelhaas
heeft zich een comité gevormd, dat tot
doel heeft in verband met de a. s. blijde
gebeurtenis in het Koninklijk huis, aan de
gezinnen, waarin over een tijdperk van
drie maanden een kleine geboren wordt,
een geschenk te geven. Dit sympathieke
doel verdient alle steun. Een ieder wordt
in de gelegenheid gesteld een gift, hetzij
klein of groot, te geven in een bus, die
door de genoemde dames in de eerstko
mende dagen huis aan huis zal worden
gepresenteerd.
Wij hopen dat het doel moge verwezen
lijkt worden.
Kerstgave.
De alhier bestaande Commissie voor
voeding, dekking enz. is in de gelegenheid
gesteld aan 113 hoofden van gezinnen een
Kerstgave, bestaande uit rundvet, reuzel
en braadvet uit te reiken, welke reeds
aan de gelukkigen zijn rondgebracht.
Spaar- en dekkingsfonds.
Uit het Spaar- en dekkingsfonds is
aan onze gemeente een voorloopig bedrag
van 60.37 toegekend, welk bedrag onder
de thans sparende rechthebbenden, 30 in
getal, in bons nog vóór Nieuwjaar wordt
uitgereikt.
Stand werkeloozen.
Het aantal te werk gestelden en
steuntrekkenden bedroeg op 20 December
50 hoofden van gezinnen.
Donderdagavond hadden een zeer
groot aantal leden der plaatselijke afdee-
ling gehoor gegeven om op den avond,
die geheel in het teeken van het Kerst
feest stond, in lokaal Rus samen te komen.
Hulst, kaarsenverlichting en eenige Kerst
boompjes maakten van de zaal een stem
mingsvol geheel.
Nadat allen door de voorzitster welkom
geheeten waren, begon zij met de voor
lezing van de vroolijke schets, waarmee de
vorige vergadering een aanvang was ge
maakt.
In de pauze werden eigengemaakte ge
bakjes bij de thee gepresenteerd en de
uitgebrande kaarsen door nieuwe ver
vangen.
Hierna volgde wederom voorlezing,
waarna nog medegedeeld werd, dat den
volgenden keer de heer Zwarteveen, arts
ter plaatse, een inleiding zal houden over
voedingsleer.
Aanbesteding.
Openbare aanbesteding van het dempen
van diverse slooten op de Buurt te Heer-
Gebr. Dkker, H.H.Waard
8469.—
C. de Geus, Br. op Langendijk
7927.—
C. Langendijk, H.H.Waard
7623.—
J. Borst, H.H.Waard
8480.—
De Moei en Hermes, Heiloo
ti
7490.—
Aafjes, Assendelft
yy
7560.—
P. Wester, H.H.Waard
yy
7900.—
T. Langendijk, Heiloo
yy
7684.—
H. v. Dijk, Zaandam
yy
8097.—
K. Blokker, Lutjewinkel
yy
8387.—
W. Giltjes, Br. op Langendijk
yy
8135.—
P. Buis, Oudorp
yy
8247.—
Wed. P. Hittema
yy
8334.—
P. Bot, H.H.Waard
yy
8489.—
Moejes en Harstkamp, Oterleek
yy
7890.—
D. de Boorder, H.H.Waard
yy
8950.—
Holman, Alkmaar
yy
7800.—
Laagste inschrijvers de Moei en Hermes.
De gunning is aangehouden.
Conflict tusschen burgemeester
en raadslid.
In den anders zoo gemoedelijkenn gemeen
teraad van Den Helder is thans een conflict
ontstaan tusschen den voorzitter, burge
meester Ritmeester, en het raadslid dr.
Feenstra Kuiper.
In de raadsvergadering van 30 Novem
ber had genoemd raadslid om uitstel der
sectie-vergadering gevraagd, waarin de be
grooting pleegt te worden onderzocht. De
burgemeester oordeelde dit niet noodig,
doch het raadslid achtte den tijd tot bestu
deering der stukken te kort. Dit gaf den
burgemeester aanleiding tot dr. Feenstra
Kuiper te zeggen: „Dan komt u maar niet",
een uitlating waartegen de betrokkene ter
stond protesteerde.
Bij de behandeling der gemeentebegroo-
ting in den raad, de eerste na genoemd
voorval, is dr. Feenstra Kuiper op de door
den burgemeester gebezigde uitdrukking
terug gekomen, meenende, dat hier een
minachting voor de taak van het raadslid
lag en hij verzocht den voorzitter zich te
matigen in zijn uitdrukkingen.
Hierop heeft de burgemeester zich ver
weerd en dr. Feenstra Kuiper verweten bij
de vorige begrooting te hebben geklaagd
over te laten indiening ervan en nu, volgens
zijn eigen zeggen, deze wèl op tijd is, pro
testeerde dezelfde heer opnieuw, omdat er
nu weer geen tijd tot voorbereiding zou
zijn.
De burgemeester vond, dat een dergelijke
houding op sabotage gaat lijken en waar
schuwde dr. Feenstra Kuiper op te passen
voor onhebbelijke en grove uitdrukkingen.
In de vervolg-zitting is nu dit raadslid
weer van leer getrokken en wilde de uit
drukking van den burgemeester voor diens
rekening laten. Spreker wenschte een com
missie van 3 personen te laten uitmaken of
zijn uitdrukkingen inderdaad „grof" en „on
hebbelijk" zijn. Zoowel de burgemeester als
spreker zouden een lid aanwijzen, terwijl
een 3e lid door de reeds benoemden zou
worden aangezocht. De in het ongelijk ge
stelde zou zich moeten verplichten in den
openbaren raad verontschuldigingen aan te
bieden. Indien de burgemeester niet op dit
voorstel ingaat, zou, verklaarde spreker,
dit gebrek aan moed toonen.
In zijn repliek herinnerde de burgemeester
eraan, dat alles is ontstaan door de uitdruk
king: „Dan komt u maar niet", d.w.z. op de
sectie-vergadering en die bestaan niet uit
een voorbespreking der begrooting, doch
simpel uit het overhandigen van een getypt
velletje papier. Is dat nu een reden om zoo
digp beleedigd te zijn? De zienswijze van
dr. Feenstra Kuiper vond spreker overdre
ven en bijna komiek. Spreker weigerde
mede te werken aan een commissie als door
dr. Feenstra Kuiper bedoeld.
Het verbaasde den Burgemeester, dat dr.
Feenstra Kuiper 3 weken heeft moeten na
denken over de wijze waarop hij gemeend
heeft te moeten antwoorden en hij vond
zulks geraffineerd. Spreker is alleen dan
bereid om zijn woorden in te trekken, in
dien dr. Feenstra Kuiper toegeeft dat diens
woorden anders bedoeld zijn.
van Vrijdag 24 December 1937
John Smith was in een onbewaakt
oogenblik begonnen met een intensieve
studie van de kunstgeschiedenis en had
met dat doel zijn tenten opgeslagen in een
buitenwijk van Napels de stad, die een
mensch behoort te zien. voordat hij sterft.
Tijdens de eerste dagen van zijn verblijf
in Napels kwam John diep onder den in
druk van het vulkaanmonster, den Ve-
suvius. Hij kon maar niet genoeg krijgen
van het schouwspel, dat de rookende berg
bood. Voor hem was de gedachte, dat hy
zulk een natuurmonument vlak bij de
deur had (in werkelijkheid lag de vulkaan
ruim tien mijl verwijderd) en hij ervan
kon genieten, wanneer hij wilde, bijna
fantastisch. Hij keek, als de rook in een
smalle kolom recht omhoog steeg, of als
de wind hem verspreidde over het land en
soms over de baai. Al spoedig ontdekte hij,
dat je aan de rookkolom kon zien, welk
weer er stond te wachten en hij begon er
een voorgevoel van te krijgen, wanneer
het rookende monster aanstalten maakte
om zich aan kleine uitbarstingen te bui
ten te gaan.
Hij vond het heerlijk om tijdens maan
looze avonden van zijn venster uit te
staren naar den weerschijn van het vuur
op den omhoogstijgenden rook. En als de
vlammèn fel oplaaiden en het wolkendek
rood kleurden, dan kon hij zich slechts met
moeite van het schouwspel losrukken om
terug te keeren tot zijn prozaïsche studie.
Eén ding verbaasde hem en wel de vol
maakte onverschilligheid van de Napoli-
tanen. Ze keken nauwelijks naar den vul
kaan. Dit versterkte hem in de overtui
ging, dat de menschen de schoonheid van
het land, waarin ze opgroeien, nooit
waardeeren. Men raakt er aan gewend en
merkt het tenslotte niet meer op.
Zijn medebewoners van het huis, waar
hij zijn iptrek had genomen, hadden schik
in zijn enthousiasme, ofschoon hij ze ze
nuwachtig maakte door zijn vragen over
de geschiedenis van den Vesuvius in het
bijzonder en over vulkanen in het alge
meen. Vele van zijn vragen werden slechts
beantwoord met een schouderophalen of
een niets-zeggend handgebaar. Wèl hoor
de hij, dat een nadere kennismaking met
den vulkaan reeds aan vele menschen het
leven had gekost.
John vroeg aan een roodharigen buur
man, die, afkomstig uit Noordelijke lan
den, in het warme Zuiden de zeden en ge
woonten der Eskimo's bestudeerde, of hij
het monster al eens van dichtbij had ge
zien.
„Ja, wel tweemaal", antwoordde de
buurman nadrukkelijk.
„En hebt u toen in den krater gekeken?"
vroeg John vol belangstelling verder.
De roodharige maakte een verschrikt
gebaar. „Geen sprake van het is veel te
gevaarlijk er dicht bij te komen!"
„Is er dan wel eens iemand ingevallen?"
informeerde John vriendelijk.
„Niet dat ik weet", klonk het antwoord.
„Heeft iemand zich dan wel eens be
zeerd bij een bezoek aan den krater?"
Ook daar had de buurman nooit van ge
hoord.
„Nou waarom is het dan gevaarlijk?"
spotte John.
„Omdat je nooit vooruit kunt weten of
er een hevige uitbarsting op til is", haastte
de buurman zich op te merken. „Veron
derstel eens dat zooiets gebeurt, terwijl je
erin kijkt".
woordde, dat je ook nooit weet of er een
meteoor op je hoofd zal terechtkomen,
wanneer je de deur uitloopt. Maar toch is
dat voor niemand een reden om thuis te
blijven. De buurman achtte deze redenee
ring dwaas en zette het gesprek niet voort.
John nam in stilte het besluit om bin
nenkort eens naar boven te gaan om een
kijkje te nemen in het binnenste van het
gloeiende monster.
Op zekeren morgen bracht hij dit plan
ten uitvoer. Een electrische trein voerde
hem in den korst mogelijken tijd naar den
voet van den Vesuvius en eenige minuten
later steeg hij omhoog in het comfortabele
tandradspoor van een der wereldberoem
de reisbureaux. Een diepe teleurstelling
maakte zich van John meester, toen hij,
bij den top aangekomen, vaststelde, dat de
slanke kolom witte rook nog meer dan
honderdvijftig meter was verwijderd van
de grens, die de touristen mochten na
deren.
Hij keek om zich heen en bemerkte, dat
blijkbaar alle gidsen reeds door de bezoe
kers waren aangeklampt. Afgezonderd
van de anderen, stond er echter nog een.
Deze toonde zich niet bezield met het
innige verlangen om eenige slachtoffers
onder zijn hoede te nemen en staarde met
afwezigen blik naar den dunnen rook.
John bezat de reputatie met iedereen op
goeden voet te kunnen komen en zoo
slaagde hij erin met den gids goede maat
jes te worden, zelfs zoo, dat hij hem bij
den voornaam noemde. Spoedig waren ze
op weg naar den rookenden top. Op John's
vraag of hij kans zag hem ook op het
„verboden terrein" te voeren, glimlachte
de gids knipoogend. Het bleek hem genoe
gen te doen iemand te hebben gevonden,
die zich dichter bij het vuurspuwende
monster wilde wagen dan de meeste an
dere stervelingen.
Eenigen tijd later stonden ze broederlijk
naast elkaar en keken in den diepen kra
ter van den vulkaan. Nu en dan, wanneer
de rook iets ijler werd, zag John ver bene
den zich een rooden gloed. Eensklaps
weerklonk er een onheilspellend gerom
mel, gevolgd door een luid gesis en tien
seconden later vloog een witgloeiende
steen over hun hoofden heen om zich op
slechts enkele meters afstand in den grond
te boren.
De gids keek John aan met een vroolij
ke tinteling in de oogen het verheugde
hem blijkbaar, dat ze iets „beleefden".
„Pericoloso", zei hij, „terwijl hij zijn
hagelwitte tanden liet zien.
John schopte met de punt van zijn
schoen tegen den steen. „Dat zou een mooi
aandenken zijn", sprak hij. „Jammer dat
het nog zoo heet is."
Toen draaide hij zich om en gaf zoo
doende het sein tot den terugtocht. Zoo-
u jj de veilige zóne bereikt hadden,
schudden de twee mannen elkaar hartelijk
de hand. John gaf den gids een flinke fooi
hij achtte zich hiertoe min of meer
verplicht.
Twee weken later werd John verrast
dooi een bezoek van een paar familie
leden, die een vacantietocht maakten.
„Ik zou jullie graag Napels en omgeving
laten zien zèi hij spijtig, „maar ik zit
voor m n examen en heb jammer genoeg
geen tijd".
„Hindert niet, John. We vinden alleen
den weg ook wel. Als jy ons maar een
paar inlichtingen geeft, waar we het beste
heen kunnen gaan, dan hebben we je ver
der niet noodig. Je zakt waarschijnlijk
OPGAVE VAN NOORDHOLLANncr,,
LANDBOUWCREDIET N.V.
Vorige
STAATSLEENINGEN. k°ers
4 Nederl. 1934
3 Ned.-Indië 1937
5)4 Duitschl '30 m verkL
BANK-INSTELLINGEN.
Amsterd. Bank
Handel Mij. Cert. v. 250
Koloniale Bank
Ned Ind. Handelsbank
INDUSTR. OND. BINNENL.
Alg. Kunstzijde Unie
Calvé Delft Ce-t.
Nederl. Ford
Philips Gloeil. Gem. Bezit
Unilever
INDUSTR. OND. BUITENL.
Am. Smelting
101
131
139i/e
46%
85
270
30<J%
146%,
38./,
§24%
47'v
1>
24%
29%
14%,
6'/,
45Vi.
4V„
Anaconda
Bethleh. Steel
Cities Service
General Motors
Kennecott Copper
R public Steel
Standard Brands
Steel comm
U. S. Leather
CULTUUR MAATSCH.
H. V. A
Java Cultuur
Ned. Ind. Suiker Unie
Vereen. Vorstenlanden
MIJNBOUW.
Alg. Explor. Mij.
Redjang Lebong
PETROLEUM.
Dordtsche Petr.
Kon. Petr.
Perlak
Phillips Oil
Shell Union
Tide Water
RUBBERS.
Amsterd. Rubber
Deli Bat. Rubber
Hessa Rubber
Oostkust
Serbadjadi
Interc. Rubber
SCHEEPVAARTEN.
Kon Ned. Stoomboot.
Scheepvaart Unie
TABAKKEN.
Deli Batavia
Oude Deli
Senembah
AMER. SPOORWEGEN.
Atchison Topeka
Southern Pacific
Southern Railw. Cert.
Union Pacific
Canadian Pac.
fjNoteering per 50.
tExclaim. 'Exdividend.
Prolongatie vorige koers 'A, heden H pCt,
WISSELKOERSEN AMSTERDAM.
OFFICIEEL.
445
169%
140
85%
83
168
360
373%
86%
291/,
13%,
H%
- 212%
146%
150
154%
1055/3
3%,
128%
122
230'/,
295%
282
31%
165/,
10%
65%
5%,
2^
29»/;
155%
132 8
139%
«'H
269
3001UJ
1451-4
29%'],
6%
44%-f'
4V,
447
170
140%
83%
168
369
376.7
86
29%
13
217%
152
149
150
'055/,
3%
'29%
'221-%
234'/,
296i-7J
283%
30
16%-»/,
66%
5%
x) ex-coupon
New-York
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel (Belga)
Zürich
Kopenhagen
Stockholm
Oslo
Vorige koers:
1.797/,
8.99
72.47
6.11
30.51 K
41.61
40.15
46.37 A
45.20
Heden:
1.79%
8.99%
72.45
6.10%
30.52
41.61
40.12)4
46.35
45.17 K
John noemde hen alle bezienswaardig
heden op, die ze in géén geval mochten
overslaan.
En dan een tocht naar den Vesuvius",
besloot hij zijn relaas. „Als ik jullie een
raad mag geven, moet je eens in den kra
ter gaan kijken. Dat is iets geweldigs!
Maar val er niet in", voegde hij er
spottend aan toe, „want dan kom je er
niet meer uit. Zoodra je boven bent en de
gidsen bestormen jullie, vraag dan naar
Luigi. Dien heb ik daar een paar weken
geleden ook ontmoet. Zeg hem maar, dat
John Smith jullie heeft gestuurd, dan
komt 'twel in orde. Denk er om geef
hem een ruime fooi dat verdient hy
wel!"
Twee dagen later gingen John's familie
leden op weg naar den Vesuvius. Zoodra
ze den top met de onvolprezen tandrad
baan hadden bereikt, kregen ze den ge-
bruikelijken aanval te doorstaan van een
legertje gidsen. Ze werden tot aan den
rand van de „veilige" zóne gevoerd en
vernamen hier allerlei bijzonderheden
over den vulkaan. Totdat het meest aan
hankelijke familielid van John er genoeg
van kreeg en den gids ongeduldig in de
rede viel.
„We willen graag hooger, om in den
krater te kijken".
„Dat is veel te gevaarlijk", antwoordde
de man. „En bovendien is 't streng ver
boden".
„Gevaarlijk? Bang zijn we niet er 's
toch op 't oogenblik niets aan de hand.
Kom laat ons dat vuurtje nu eens van
binnen zien". Deze laatste woorden gin"
gen vergezeld van een veelbeteekenenden
greep in den vestzak.
Maar de gids maakte een afwerend ge"
baar. „Daar gaat 'tniet om, heeren. De
politie heeft 't verboden, omdat in t ge
vaarlijke gebied om de haverklap en oP
de meest onverwachte oogenblikken
gloeiende steenen neerkomen, die de berg
eruit gooit".
„Zoo, dus je bent toch bang". Maar ook
deze aanslag op den trots van den ms°
bleef zonder uitwerking. Hij volhardde
zijn weigering.
Vertel me dan maar eens waar Duig*
is", ging John's familielid voort. „Luig' 1
niet bang, dat weet ik. Een paar weken
geleden heeft hij een neef van ons zon~e_
aarzelen tot vlak bij den rand van de
krater gebracht".
„Daar zegt u wat Luigi!" Op het g
zicht van den gids kwam een medelij ó01"
de glimlach. „Luigi is er niet."
„Waar is hy dan?"
„Een week geleden hebben
meegenomen en opgesloten. Arme
De gids tikte veelbeteekenend met
ze hem
kerel!"
den
J 1 I SlUS UK.IC VeeiDtfLeeiAeilCIlU u*v-
toch, maar dan kun je niet zeggen, dat het wijsvinger tegen zijn voorhoofd. „Hij W
onze schuld is. aan vlagen van krankzinnigheid