Alcmaria-Nieuws".
Z.V.V. EN ALCMARIA.
BEWAART HET PANP
PRETTIGE HERINNERINGEN
Gaston is ziek
REITSMA'S PERIODE
STEM UIT HOORN.
H.R.C.-GELUKWENSCH.
DERDE BLAD
mijn jeugd
Een terugblik
in de voorbij
i gegane veertig
jaren van het
j bestaan van
Alcmaria Victrix
doet mij terug
zien naar mijne
schooljaren, naar
den tijd waarin
de voetbalsport
in een stadium
van opkomst
verkeerde en
nog in het geheel
niet de popula-
riteit bezat van
tegenwoordig. Dan komt mij weer duide-
lijk voor den geest de tijd, waarin er in
Alkmaar maar een voetbalclub bestond:
Alcmaria Victrix.
En die eene voetbalclub voelde zich dan
ook geweldig, zij was zich hare waardig-
heid ter dege bewust. Was zij niet de
alleeraheerscheres op de Krocht? Wie zou
het wagen 's Zondags van de Krocht ge-
bruik te maken, als Alcmaria daar moest
voetballen; neen, niemand waagde zich
daarop behalve de Alcmarianen, tenzij
men zich bescheidenlijk langs den kant
opstelde om die nieuwe sport te aanschou-
wen. De Krocht was voor Alcmaria en
voor de schutterij, die eenmaal per week
des avonds met muziek voorop naar dit
veld •"oarcheerde om daar te excerceeren.
Nu moet men niet denken dat naast het
recht tot gebruikmaking van dat unieke
voetbalveld ook verplichtingen stonden;
daarvoor was de tijd te gemoedelijk; het
kostte niets, onderhoud had men ook niet,
tribunes en zelfs kleedkamers waren on-
bekend; men verkleedde zich heel gewoon
buiten in de vrije natuur en hing zijne
kleeding op aan het hek van de Israelieti-
sche begraafplaats: practisch en econo-
misch.
Competities bestonden nog niet, maar
evengoed werden matches gespeeld: Am
sterdam, Zaandam, Hoorn en den Helder
leverden onze tegenstanders. De ontmoe-
tingen waren over het algemeen sportief,
doch een enkele maal kwam de sportiviteit
wel eens in het gedrang, en hiervoor bood
de goede Krocht een pracht gelegenheid.
Wij keninen alien den muur rond de strafge-
varagenis; wanneer nu hierachter een bal
terecht kwam, kon men deze des Zondags
niet terug krijgen. Het was dus zaak eenig
reserve-materiaal bij de hand te hebben,
weshalve er steeds nog een voetbal in
reserve werd gehouden. Bij een wedstrijd
tegen Ajax ging de eerste bal al spoedig
over den muur; het ging Alcmaria dien
dag goed, de Amsterdammers hadden pech,
en ziet, een hunner had het „ongeluk" ook
den tweeden bal over den muur te trappen;
resultaat: beeindiging van den wedstrijd
en later overspelen met een nieuwe kans
voor Ajax.
Zeide ik zoo even, dat binnen onze veste
slechts een voetbalclub bestond, eens zou
de tijd komen van een tweede club, niet
zoozeer ontstaan door een overvloed van
belangstelling voor koning voetbal dan
wel uit gebrek aan belangstelling. Het
ging Alcmaria niet al te best, men. zocht
naar nieuwe leden, doch waar deze te
vinden? Toen reeds kwam men tot de ont-
dekking, dat men zijn kracht moest zoeken
bij de jeugd: een soort candidaten-club
werd opgericht onder den naam van Steeds
Voorwaarts met de initialen S. V. op de
trui. De straatjeugd maakte hiervan soms
wat anders: schoorsteenveger en nog
minder fraaie combinaties. Inderdaad
waren er vele jeugdige liefhebbers voor
S. V., maar waar moesten deze oefenen?
Geen nood, de Krocht was groot genoeg, en
een hoek daarvan was voor S. V. voldoen-
de en hoe kon men aldus een betere
verstandhouding wenschen; als de grooten
te veel nabij kwamen, hielden de kleinen
even op en zoo hielp de een den ander. En
op deze wijze heeft Alcmaria hare kinder-
jaren doorgemaakt en thans, na veertig
jaren, klinkt haar naam nog even krachtig
en eervol als vroeger en neemt zij nog met
eere haar plaats in in de voetbalwereld,
welke intusschen wel zeer is gewijzigd.
Maar wat niet gewijzigd is, dat is de naam
Alcmaria Victrix.
En wanneer ik aan dezen naam denk,
past het toch ook een oogewblik terug te
denken aan de namen van hen, die als
pioniers dien naam hebben helpen groot
maken; zonder aanspraak te maken op
volledigheid denk ik terug aan de namen
Simon Thomas, de Sonnaville, Bossert,
Schouten, Bauerman, Smit, Hoek, Boel-
mans ter Spil, Vonk, Carsten, de Lange en
zoovele anderen. Met genoegen denk ik
aani hen en aan dien tijd terug. Wat
heerschte er steeds een prettige verstand
houding, ook tusschen oud en jong; wat
waren de uitstapjes naar Amsterdam enz.
genoeglijk, en dan de gewichtige vergade-
ringen bij Lievendag!
In een woord: een stuk van mijn jeugd
hetwelk ik nimmer vergeet en dat ik dank
aan „Alcmaria."
VAN DER FEEN DE LILLE.
Het is voor mij als redacteur van
Alcmaria's eigen orgaan niet gemakke-
RJk aan Uw verzoek te voldoen.
Immers reeds vele jaren rust op mij de
plicht maandelijks in Alcmaria's clubblad
van het wel en wee der nu 40-jarige ver-
eeniging te verhalen en ik zou derhalve
wel bevreesd zijn in herhaling te verval-
len van dingCn, die ik reeds eerder elders
beschreef.
Mij bepalende tot de taak, die ik meer
speciaal in Alcmaria vervul, lijkt het mij
gewenscht toe, eens iets te vertellen, on
der welke moeilijke omstandigheden een
aflevering van ons maandelijksch club-
orgaan het levenslicht ziet.
Tot een goed begrip moet ik echter eerst
eens de gang van zaken schetsen, zooals
die bij een dagbladbedrijf gebruikelijk is,
om daarna een vergelijking te treffen met
ons „Alcmaria Nieuws".
Wanneer de veelhoofdige dagblad-
redactie zich 'smorgens op haar stoel
neerzet, dan heeft 'snachts de ultra mo-
derne Telex voor den aanvoer van een
enorme hoeveelheid wereld- en ander ge-
beuren gezorgd. Daarenboven zijn er ook
enveloppen van de correspondenten uit
den wijden omtrek en alsof dit alles nog
niet genoeg is, zorgt de telefoon er voor,
dat de aanvoer van kopy rusteloos door-
gaat.
Rappe handen, vernuftige machines en
een goed georganiseerd expeditiesysteem
zorgen er verder voor, dat het dagblad
stipt op tijd bij den dikwijls ongeduldigen
lezer wordt bezorgd.
Wanneer wij daartegenover den lezer
eens een blik gunnen in de bescheiden
redactiekamer van het Alcmaria-Nieuws,
dan ziet hij daarin een eenzamen redactie-
secretaris, die zich iedere maand weer
opnieuw de hersens pijnigt, hoe hij nog
tijdig een behoorlijk leesbaar orgaan bij-
een kan krijgen, die slechts is aangewezen
op een welwillenid afgestane pennevrucht
vara e£n zijner weinige medewerkers.
Het allereerste stadium van het ontstaan
van een Alcmaria-Nieuws wordt gevormd
door een gecyclostilleerde circulaire,
waarin het beleefde verzoek wordt gedaan
voor den 20sten van de maand een stukje
kopy te mogen ontvangen. Doch aange-
zien papier en letters doode dingen zijn en
dus meestal geen uitwerking hebben,
trekt in het tweede stadium de redactie-
secretaris er op uit, om antwoord op de
circulaire te krijgen.
Het is hierbij wel eens voorgekomen,
dat de gedienstige van e6n onzer leden,
boos op het geemailleerde plaatje op de
deur wees, waarop te lezen stond, dat
ongevraagd drukwerk niet werd terugge-
geven en overigens aan de deur niet werd
gekocht.
Soms ook krijgen wij te hooren, dat de
medewerker in spe niet thuis is, geen tijd
heeft gehad of niet meer aan ons verzoek
heeft gedacht.
Maar wij West-Friezen zijn bekend om
eenige koppigheid. Zoo gelukt het ons wel
eens zij het ook na veel moeite en
gedachtig aan het spreekwoord „de aan-
houder wint" tenslotte toch nog ergens
een stuk kopy te ontfutselen. Doch aange-
zien een zwaluw ook al weer geen zomer
maakt, zoo vult een moeilijk ontfutselde
bijdrage ook al weer geen „Alcmaria-
Nieuws". Wanneer er echter een veelvoud
van bedoelde circulaires is verzonden en
de daaraan verbonden visites zijn vol-
bracht, bestaat de mogelijkheid, dat de
oogst ten langeleste kan worden binnen-
gehaald en voldoende zal zijn om een afle-
vering te vullen. Meestal is dit slechts een
ijdele hoop en draaien redactioneele pen
en duim voor deze taak op.
Wanneer er hoe dan ook tenslotte
een voldoende hoeveelheid kopy voorhan-
den is, wordt deze aan den drukker ter
hand gesteld. Nadat zij ,,gezet en ge-
trokken" is, wordt zij vervolgens gecorri-
geerd, „opgemaakt" en nog eens gecorri-
geerd en tenslotte komt dan de maande-
lijksche aflevering, voorzien van een nette
demi onzen bekenden gelen omslag
de redactiekamer weer in anderen vorm
binnen.
Dan is het tijd voor den redactie-secre-
taris in een andere creatie op te treden en
wel in die van administrateur-expediteur.
De aflevering wordt netjes gebanderol-
leerd, d. w. z. van adresstrookjes voorzien
en vervolgens „afgebundeld", d. w. z.
plaatsgewijze op bundeltjes gelegd, die
dan met een touwtje tot een postbundel
worden vereenigd.
Nadat nog enkele postale werkzaam-
heden en formaliteiten zijn vervuld, zor
gen kwieke bestellers voor een snelle be-
stelling van de Alcmaria-courant.
Hiermede zou het drama uit kunnen
zijn, ware het niet dat het dan pas eerst
recht begint, want bij fantastische hoe-
veelheden stort zich nu de matelooze cri-
tiek over de hoofden van de arme Redactie
uit.
Zij vergat toch immers meneer X uit-
bundig te bejubelen voor het mooie doel-
punt, dat hij 3 weken geleden gemaakt
moet hebben (al had meneer IJ het meest
doeltreffende en voorbereidende werk ge
daan), of meneer Q vindt het moeilijk
ontfutselde stukje van Z. veel te flauw
om te worden opgenomen en meneer P.
blijkt zeer boos te zijn, omdat zijn stukje
dat natuurlijk en ondanks vele smeek-
beden veel te laat werd ingezongen,
niet meer kon worden opgenomen en het
naar zijn meening toch veel beter geweest
ware, het flauwe stukje van meneer Z.
maar naar de prullenmand te verwijzen!
Waarmede wij maar zeggen willen, dat
clubbladredacteuren weliswaar nog niet
worden gegijseld, doch dat hun paden
evenmin over rozen gaan.
Dat neemt niet weg, dat ondanks vele
moeilijkheden al meer dan 15 jaren iedere
maand opnieuw een nummer van het
„Alcmaria-Nieuws" verschijnt.
Het vindt zijn weg niet alleen naar de
leden en aanhangers van thans, doch ook
naar hen waar ter wereld zij zich ook
mogen bevinden die soms heel lang
geleden de kleuren van de jubileerende
club hebben verdedigd; het legt een band
rondom den ledenkring van thans, het
boekstaaft door de jaren heen Alcmaria's
lief en leed, het is dikwijls het eenig con-
creet levensteeken van Alcmaria in
zomermaanden als de voetbal niet rolt,
het isAlcmaria's bloedeigen kind.
BRAM ELTE,
Redacteur Alcmaria Nieuws.
Mijn eerste kennismaking met Alcmaria
dateert uit het jaar 1914. Als ik de toen-
malige belangstelling voor de voetbalsport
vergelijk met die van thans, dan is het
verschil wel zeer groot.
Toen deze sport nog in de kinderschoe-
nen stond, werd zij in hoofdzaak beoefend
door joragelui uit de gegoede burgerij.
Allengs is dat echter anders geworden.
Vrijwel alle lagen der bevolkirag hebben
thans hun clubs en de belangstelling is
dermate algemeen, dat vaak duizenden
kijklustigen een belangrijken of soms ook
gewonen plaatselijken competitie-wed
strijd bijwonen.
Wanneer we dit alles bedenken, dan
voelen we van welk een ontzaggelijke be-
teekenjs deze vredelievende omweniteling
is geweest. Voordien zocht de jeugd haar
vermaak op geheel andere wijze. Huldigt
men ook hier het „meras sana in corpore
sano", dan brengt dat voor onze jeugd
moreele verplichtingen mede, welke onge.
twijfeld een gumstigen invloed op het
karakter kunnen uitoefenen.
Ik schrijf „kunnen", want jammer ge
noeg leidt de sport ook wel eens tot
ontaarding. Herhaaldelijk hebben we
hierover in den laatsten tijd enkele be-
treurenswaardige dingen vernomen.
Ik bejammer deze excessen, om de sport
die mij lief is, in hooge mate. Naar mijn
opvatting kam men hiertegen niet streng
genoeg optreden. Met het oog hierop is het
mij een voorrecht van onze club te kunnen
getuigen, dat zij nog steeds om haar fair
play bekend staat.
Welnu, jonge leden van de jubileerende
„oude" doch levenskrachtige voetbalclub
Alcmaria Victrix", wilt gij een schoon
jubileum-ge'schenk aanbieden? Doe het
dan in dezen vorm: Bewaart het pand, U
toevertrouwd, strijdt moedig op welke
plaats gij ook gesteld zijt en... doet het
met eere!
KIKKERT.
Men kan als levensdoel verschillende
zaken op 't oog hebben, maar door de
meerderheid wordt, bewust of onbewust,
een streven als levenswijze en als einddoel
aangewend: het kweeken van prettige
herinneringen.
Nu heeft de mensch uiteraard de nei-
ging om van lief en leed alleen het lief
te onthouden, doch dit neemt niet weg,
dat ook daarvan in den loop vara den tijd
het een en ander in't vergeetboek raakt.
Als ik nu een willekeurig terugliggend
jaar in mijn geheugen naar voren haal, b.v.
1926, dan zijn er verschillende prettige
dingen uit dien tijd, waar ik aan terug
denk, maar het is wel zeker, dat bij e&n
van, latera we zeggen, de eerste vijf, het
bruine monster zijn rollende rol speelt.
Met 1922 is dat niet anders en met 1930
misschien ook. Ik wil maar zeggen, dat de
voetbal en het voetballen, al is het dan
maar een spel, een belaifgrijk onderdeel
van iemands leven kunnen uitmaken en
dat er genoeg menschen zijn, die bij't jaar-
tal 1914 niet alleen aara den grooten wed
strijd DuitschlaradFrankrijk terug den
ken, maar ook aan die onvergetelijke
match Alcmaria Victrix zooveel tegen
X.IJ.Z. Ill, waarin die lange spil zoo ge-
meen speelde en die we toch wonnen, met
41
Overigens is het boverastaande misschien
niet heelemaal waar, want ik denk niet,
dat Alcmaria in 1914 veel meer dan een
elftal had. Onomstootelijk daarentegen
staat voor mij vast, dat dat elftal door die
elf spelers nog niet is vergeten, zooals
Alcmaria Victrix adspiraraten e over 20
jaar voor dan zwaarwichtige mannen een
naam zal zijn, waaraan zij met een genoe-
gelijken glimlach terug denken.
Welke is nu in zoo'n bonte rij herinne
ringen de meest karakteristieke? Persoora-
lijk heb ik't nooit verder kunnen breragen
dam een paar seizoenen los-vast speler van
't tweede. Het wisselvallige# is daarbij al-
tijd iets heel bijzondersgeweest. In
1925/1926 verloren wij op eigen terrein
met 61 van Haarlem 2, kansloos, finaal
overspeeld door een veel sterkeren tegen-
stander. Toch waren we al kampioen, toen
we in Amsterdam tegen Ajax 3 onzen laat
sten wedstrijd moestera spelen. In de vol-
gende promotie-kampen stond ik als
rechtshalf opgesteld, nadat men mij in de
voorafgaande wedstrijden afwisselend als
linksbinnen, midvoor, rechtsbinnen, links-
half en als spil had geprobeerd. Ook toen
zag de elftalcommissie blijkbaar niet tegen
een kleine proefneming op.
Van veel vroeger zijn de wedstrijden,
die wij als adspiraraten tegen D. T. S. I,
Vrone I, Heiloo I enz. moestera spelen. Als
je dan's Maandags daarop een proefwerk
wiskunde had en je de vermoeienissen vara
de herhaalde botsingen met zoo'n flink uit
de kluiten gewassen voorhoede nog niet te
boven was dan werden rechthoeken
goalpalen, loodlijnen schenen cornervlag-
gen en de veroverde raul kon je met twee
haaltjes tot een voetbal omtooveren
In dienzelfden tijd speelden we officieele
competitiewedstrijden (voor den Alkmaar-
schen Voetbalbond) op de Krocht. Dat had
verschillende voordeelen: nergens knalden
je schoten zoo luidruchtig, nergens speelde
je op heete voorzomer-dagen aan den
boomenkant zoo fijn in de schaduw, maar
nergens ook kwam je smeriger uit te
voorschijn en nooit heb ik zoo in angstige
spanning gezeten, als toen onze eminerate
keeper zich noodgedwongen onder het pu-
bliek moest meragen en zijn goal in den
steek liet, omdat z'n huisdokter, die-'t-'m-
nog-verboden-had, over den Westerweg
wandelde.
Dit zijn maar een paar herinneringen uit
een bijna onuitputtelijke reeks.
Moge Alcmaria Victrix nog vele jaren
doorgaan ira't leven van jorage menschen
van allerlei rang en stand een dergelijke
hoeveelheid prettige herinneringen aan te
kweeken.
D. ZIJLSTRA.
Raoul, de plaatsveryanger
Wij verzochten natuurlijk den heer
Gastora Delachaux, eveneens om een
kleine herinneringsbijdrage.
Helaas, de oud-Alcmariaan was ziek
en lag in het ziekerahuis St. Joannes
de Deo te Haarlem.
Gelukkig was zijn broer, Raoul, on-
middellijk bereid, als plaatsvervanger
op te treden.
De heer E. V. R. Delachaux dan schrijft:
Namens mijn broer, den heer Gaston
Delachaux, oet ik u tot mijn spijt mee-
dieelen, dat hij niet in staat is, een bijdrage
te leveren voor uw Alcmaria-bijvoegsel,
daar hij ziek ligt in het ziekerahuis St
Joannes de Deo te Haarlem.
Ik zeg u nogmaals, dat het hem zeer
spijt, daar hij anders zeker iets over den
ouden tijd had willen schrijven.
Ook ik ben een oud-speler van Alcma
ria, doch was slechts een schaduw van
den Grooten Gaston.
Wat was het een mooie tijd vroeger! We
speelden toen voor weinig publiek en zon
der tribunes.
Wat genoot wijlen mijn vader van zijn
ojngens, t. w. Jur en Bram Hoek, Jan
Bossert, Max Wielage, Gab. Keuter, wijlen
Wim van Beek, de Boelmans ter Spills en
zoo vele anderera!
Iederen Zondag stond hij aan 't kalk-
lijntje dat getrokken was door Zonderhuis.
En wat gaf mijn vader lastige gram-
maire-vragen, wanneer je den vorigen dag
niet goed gespeeld had of bang was ge
weest!
Waar zitten de jongens vara toen en de
mannen van thans, als Max Bouwerman,
Kampschuur, Jaap v. d. Bergh, Marinus
Lutterot, de de Lange's „Woeste Piet",
Millard, Nico Koning?
Waar zijn de serie-wedstrijden met R.
A. P., A. F. C., de roodbroeken „Haarlem",
H. F. C., de Good Old, de Adelborsten, de
Machinistera?
O, geliefde .Krocht", wij zullen u nooit
vergeten! Wij wisten precies hoe lang de
lui in de gevangenis moesten zitten! Wat
caramboleerden we den bal dikwijls via
de muur!
Hoe vaak moesten wij onzen bal, dien
wij a een dubbeltje per persoon gekocht
hadden, aan den cipier terug vragen,
wanneer hij over den muur getrapt was!
Wat vonden we hooge' ballen mooi!
Wat waren wij heerlijke amateurs!
Uren zou ik nog door kunnen schrijven.
Mijn broer Gaston en ik, Raoul, wen
schen Alcmaria op 1 Jan. a.s. een prettigen
dag toe.
En daarna op naar de le klasse!
E. V. R. DELACHAUX.
Bloemeradaal, Dec. '37.
Een der meest bekerade spelers uit
den „midderatijd" van Alcmaria was
oragetwijfeld Reitsma.
Wij vroegen hem naar eenige her-
inneringera en hij schreef:
't Is ongeveer 25 jaar
geleden, dat ik lid
werd van Alcmaria.
Ik was toen 15 jaar,
maar ondanks mijn
jeugd werd ik direct
opgesteld in het eerste
elftal. Dat was de tijd
van Piet en Bronner
ter Spill, Max Wie
lage, Pear Keuter,
enz.
Mijra eerste wedstrijd
was uit tegen het beroemde R.A.P. uit
Amsterdam en dit herinnert mij aan een
aardig voorval. Ik was immers eigenlijk
een „snotjongen" en de andere spelers
schaamden zich, om met zoo'n ventje in
korte broek een cafe binnen te gaan.
Gelukkig vorad men een pracht-oplosssing.
Miel Gouverne nam een larage broek van
zich zelf mee en in den trein moest ik die
met de mijne verwisselen. 't Ding paste
vrij goed en hoewel ik me er niet erg lek-
ker in voelde, was ik in een klap de
meneer!
't Was toen ook de tijd, dat het niet best
ging met Alcmaria. Zelfs leek de toestand
(en de tegenwoordige spelers zullen zich
dat moeilijk kunnen indenken) op een
oogenblik heel precair. We stonden n.l.
voor een groote moeilijkheid: het heele
Alcmaria, een sterke tweedeklasser, telde
nog slechts 17 leden, waarvara 10 actieve
spelers. Zoo konden wij dus geen elftal
meer op den been breragen!
Moesten we dan met ons tienen naar
Schiedam, waar dd"wedstrijd tegen S. V. V.
gespeeld zou worden?
Het bestuur nam een belangwekkend
besluit: het schreef een buitengewone
algemeene ledenvergadering uit met als
eenig punt der agenda „opheffirag van de
V. A. V. V. Alcmaria Victrix."
„Dat nooit!" dacht en zei George Scale.
Gelukkig is het ook nooit zoo ver ge-
komen. De algemeene vergadering besloot
ten koste van alles de vereeniging in stand
te houden en Scale girag hoewel hij ira
jaren niet meer gespeeld had als elfde
man mee naar Schiedam.
Ik zal dezen wedstrijd nooit vergeten.
Met de rust stond het nog 11, maar we
verloren tenslotte met 71.
Wij hielden echter vol en gelukkig brak
spoedig daarop weer een betere tijd aan.
Gelukkig voor Alcmaria en de voetbal
sport in Noordholland!
H. G. REITSMA.
Den Helder, November '37.
Als secretaris en speler van Z. V. V. is
het mij een bijzonder genoegen een kleine
bijdrag te mogen leveren betreffende het
a.s. 40-jarig jubileum vara Alcmaria
Victrix.
Alcmaria immers is een vereeniging
waarmee de Z. V. V. al practisch 40 jaar
zoowel op het groene veld als in bestuurs-
zaken in zer nauw contact heeft gestaan
en daarbij kan terug zien op een tijdperk
vara goede samerawerking en van faire en
meest spannende matches.
In 1900 werd Z. V. V. opgericht, dus drie
jaar later dan Alcmaria Victrix, maar
voor dien tijd werden reeds friendly games
gespeeld tusschen Alcmaria en „Helias",
een vereeniging, bestaande uit spelers die
later de Z. V. V. vormden.
Als resultaat van die goede samerawer
king werd in 1902 de N. H. V. B. opgericht
onder het volgende bestuur: voorzitter:
J. v. Buren Lerasink (Sport-Hoorn); pen-
ningmeester: J. W. Bossert (Alcm. Vic
trix); secretaris: H. L. M. Heynsbergera
(Z. V. V.)
De eerste N. H. V. B.-competitie in
1902/1903 bracht het volgende resultaat:
Alcmaria Victrix 6 4 11 159 9
Z. V. V. 6 2 13 17—13 5
Sport (Hoorn) 6 2 0 4 919 4
Wist Alcmaria dus het eerste kampioen-
schap te behalen, het daarop volgende sei-
zoen was het Z. V. V. dat met de eer ging
strijken, waarbij de competitie was uitge-
breid met Ajax II.
De terreininrichtingen waren in die
dagen nog zeer primitief; goalpalen, net-
ten, enz., werden voor den wedstrijd door
de spelers zelf naar het veld gedragen.
Kleedlokalen lagen honderden meters van
het speelveld dverwijderd, kortom er werd
veel vara het enthousiasme van de spelers
gevergd.
Het zal duidelijk zijn, dat er door die
gemoedelijke sfeer tusschen de vereeni-
gingen een vriendschapsband ontstond, die
wel zeer intiem was en een tegenstelling
vormt met de huidige meest zakelijke re-
laties tusschen verschillende clubs. Geluk
kig kan ik nog heden ten dage constatee-
ren, dat de verhouding tusschen Alcmaria
en Z. V. V. er een is. die getuigt van een
wederzijdsche waardeering en vriend-
schap, al is die door de meer era meer uit-
gebreide voetbalbewegirag niet meer zoo
intiem dan voorheen. Een algemeen be
kend feit is, dat zoowel Alcmaria te Zaan
dam als Z. V. V. te Alkmaar graag ge-
ziene tegenstanders zijn.
Als een blijk van goede samenwerking
mag nog genoemd worden het feit, dat
Z. V. V. in Maart 1916 eenige harer thuis-
wedstrijden op het Alcmaria-terrein
speelde, doordat men korten tijd zonder
eigen veld was.
Het is niet noodig, dat ik nog nader ver-
tel over de prettige wedstrijden, die wij
steeds tegen elkaar gespeeld hebben in
deze klasse, daar aan de meeste uwer le-
zers dit van genoegzame bekendheid zal
zijn.
Ik bied nu reeds aan' Alcmaria de har-
telijke gelukwenschen aan namens Z. V. V.
en hoop, dat Alcmaria moge groeien en
bloeien tot ira lengte van dagen. Wij hopen,
dat wij nog vele jaren het genoegen zullen
smhken tegen Alcmaria te spelen, maar
dan niet in de tweede klasse, doch een
stapje hooger op de voetballadder.
C. H. MEIJER, secretaris.
Ja, graag een paar regeltjes over het
contact tusschen Alcmaria en Hollandia!
Voor Hollandia met Alcmaria in
contact kwam, was de Alkmaarsche club
lang geen onbekende voor ons, dank zij
haar wedstrijden tegen het toeramalige
„Sport."
In 1908 kwam Hollandia zelf in contact
met Alcmaria en menige wedstrijd werd
gespeeld aan de Zandersloot en aan den
Buitenluiendijk, wedstrijden, die tot de
meest spararaenden der competitie behoor-
den. De naam Alcmaria zegde ons al ge
noeg en als deze gevreesde, maar ook
geziene gast kwam, kon men rekeraen op
een spannerad verloop.
De laatste paren is het contact helaas
verloren gegaan door de degradatie van
Hollandia, maar wij bewaren toch altijd
nog de prettige herinneringra aan de vroe-
gere wedstrijden.
Moge Alcmaria spoedig het eersteklas-
serschap behalen, wat voor ons district
geen overbodige weelde zou zijn.
Zo6 denkt Hollandia!
C. BAKKER,
secretaris.
Er zijn in Holland meerdere clubs, die
op een veertigjarig of zelfs langer bestaan
kunnen bogen. Maar wij leggen hier den
nadruk op Holland, omdat er in Noordhol-
land-Noord slechts een club is, die op een
dergelijke langdurige bestaansperiode kan
bogen.
Deze uitzonderlijke plaats in onze
Noordhollandsche voetbalgemeeraschap
wordt ingenomen door Alcmaria-Victrix.
Straks zal het veertig jaar geleden zijn, dat
zij een begin maakte met haar pioniers^
arbeid voor de voetbalsport en als we
zien, hoe groot de vooruitgang van spel en
aantal clubs is geweest, dan kan de
veertig-jarige met rechtvaardigen trots
terugzien op het achter haar liggende
tijdvak.
Gaarne maken wij dan ook vara deze
gelegenheid gebruik Alcmaria dank te
zeggen voor datgene, wat zij deed en nog
doet in het belarag der voetbalsport.
Voor de samenwerking en genoten me-
dewerking eveneens onzen. dank.
Alcmaria, blijf steeds de sportieve club,
de pionier die gij waart in Uw veertig-
jarige bestaansperiode tot grootmaking
onzer aller geliefde voetbalsport.
Nogmaals onzen dank en bij voorbaat
reeds onze oprechte gelukwenschen die
wij mondeling hopen te bevestigen op
Uwe receptie.
Namens de H. R. C.
R. P. DE BOER, Secretaris.
II