dagblad voor alkmaar en omstreken.
Prins Bemhard in zijn eigen auto
naar Soestdijk gereden.
Japansche stap bij het gemeente
bestuur van Sjanghai.
Prins ziet er monter en zeer
opgewekt uit.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
1 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Woensdag 5 Januari 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
De algemeene toestand.
Luchtaanval op Hankau.
Een „ultimatum".
Toestand zoowel lichamelijk
als psychisch uitstekend.
ALKMAARSCHE COURANT.
No 3 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Alkmaar, 5 Januari.
De Engelsche regeering heeft een wit
boek uitgegeven over de Britsche politiek
in Palestina. Het voornaamste punt daarin
is wel de opdracht, welke verleend zal
worden aan de technische commissie, wel
ke naar Palestina zal worden gezonden.
Haar functies zullen beperkt blijven tot
de vaststelling van feiten en tot de bestu
deering van de mogelijkheden van een
verdeelingsplan. De opdracht wordt ver
meld in een officieel schrijven van den
minister van koloniën aan den hoogen
commissaris voor Palestina, waarin
Ormsby Gore zegt: „In de verklaring over
de politiek, uitgegeven in Juli j.1. heeft de
Britsche regeering uiting gegeven aan
haar algemeene instemming met de argu
menten en conclusies der koninklijke com
missie en aan haar meening, dat het plan
van een verdeeling in drieën het beste is
en de meest hoopvolle oplossing vormt
van het vraagstuk.
Met het oog op de openbare aandacht,
welke gewyd was aan de critiseering van
zekere punten van het deelingsplan, dat
uiteengezet is in het derde deel van het
rappcrt der koninklijke commissie, wensch
ik duidelijk te maken, dat de Britsche
regeering in geen enkel opzicht dat plan
heeft goedgekeurd en in het bijzonder, dat
zÜ niet het voorstel der commissie heeft
aanvaard inzake een verplichte overbren
ging van Arabieren uit Joodsch naar Ara
bisch gebied. Naar de meening van de
Britsche regeering rechtvaardigen de be
raadslagingen te Genève de instelling van
een verder onderzoek, dat vereischt wordt
voor de opstelling van een nauwkeuriger
omschreven plan.
De definitieve beslissing kan niet wor
den genomen op grond van tamelijk alge
meene bepalingen en een nader onderzoek
zal ongetwijfeld het noodige materiaal
verschaffen, waarop een zoo goed moge
lijk plan zal kunnen worden geformuleerd.
Oimsy Gore vervolgt dan met er aan te
herinneren, dat reeds is medegedeeld, dat
een speciale commissie zal worden samen
gesteld, die een bezoek zal brengen aan
Palestina en de regeering, na overleg met
de plaatselijke gemeenschappen, de voor
steller zal voorleggen voor een gedetail
leerd verdeelingsplan. Het is de taak van
deze commissie zoo spoedig mogelijk te
adviseeren over de voorloopige grenzen
van de voorgestelde Arabische en Joodsche
gebieden en van het nieuwe gebied onder
Britsch mandaat, terwijl voorts een
financieel onderzoek zal moeten wor
den ingesteld, waarvoor de koninklijke
commissie de benoeming van een finan-
cieele commissie heeft aanbevolen.
De minister geeft als zijn meening te
kennen, dat het onderzoek der technische
commissie vele maanden zal duren. Wan
neer het resultaat van het onderzoek door
de Britsche regeering als onpartijdig en
uitvoerbaar zal zijn goedgekeurd, zal het
aan den Volken bondsraad worden voorge
legd. Er zal dan opnieuw eenigen tijd ver-
loopen aleer een nieuw stelsel van man-
daatsbestuur in de desbetreffende gebie
den zal zyn vastgesteld. Zoo noodig zullen
onderhandelingen worden gevoerd voor
de eventueele stichting van onafhankelijke
staten.
In het licht van het rapport der com
missie kan het voor de Britsche regeering
ook noodig zijn het voorstel van de per
manente mandatencommissie dat Arabi
sche en Joodsche gebieden tijdelijk be
stuurd zouden moeten worden volgens een
stelsel van cantonisatie of volgens afzon
derlijke mandaten verder in studie te ne
men Concludeerend zegt Ormsby Gore,
dat het derhalve duidelijk is, dat men zich
voorloopig slechts zal kunnen bepalen tot
een bestudeering der mogelijkheden.
Door het bekend maken van het wit
boek van de Britsche regeering over het
zenden van een technische commissie is
de Palestijnsche kwestie weer in het
middelpunt van de belangstelling geko
men. Over het algemeen wordt het docu
ment door de Britsche pers gunstig ont
vangen en men trekt er de conclusie uit,
dat de regeering niet meer zoo overtuigd
i. de oplossing te hebben gevonden m de
verdeeling en dat men na lange maanden
van studie en onderzoek nog ver
derd is van een practische regeling.
De Times schrijft, dat het witboek een
dubbele beteekenis heeft: in de eerste
plaats wordt het gerucht tegengesproken,
dat de regeering het verdeelingsplan z
hebben opgegeven en in de tweede plaats
wordt het gerucht tegengesproken, dat ae
regeering het verdeelingsplan zou wwen
doorvoeren, ongeacht de critiek.
cument moet een kalmeerenden
heben in Galilea, waar agitatoren aan de
Arabieren het denkbeeld poogden by
brengen, dat het plan ten gunste van e
Joden zou worden doorgevoerd. Verde
bewijst de passage over de aanwijzing dei
gebieden, welke onder Britsch mandaat
De woordvoerder der Japansche am
bassade heeft aan de pers verklaard, dat
de Japansche autoriteiten bij den ge
meenteraad van Sjanghai van de inter
nationale concessie een nieuwen stap
hebben gedaan om te protesteeren tegen
de houding van de Chineesche vakver-
eenigingen, de Chineesche Kamer van
Koophandel en de burgerlijke vereeni-
ging van ingezetenen der concessies.
Deze organisaties hebben namelijk een
manifest gepubliceerd, waarin afkeu
rend gesproken wordt over de „burger
lijke vereeniging van Sjanghai", die zij
beschouwen als een politieke instelling
welke moet dienen om den Japanschen
invloed i# Sjanghai te vergrooten. De
Japansche autoriteiten hebben aan de
autoriteiten der concessie verklaard, dat
deze vereeniging geen politiek karakter
heeft. Zij hebben er echter bij den ge
meenteraad op aangedrongen, de ophef
fing van de betreffende Chineesche or
ganisaties te bewerkstelligen.
Te Sjanghai wordt verklaard, dat de Ja
pansche voorstellen aan den gemeenteraad
van Sjanghai in den vorm van een ultima
tum ingediend zijn. De Japansche gedele
geerden lieten ze n.L vergezeld gaan van de
waarschuwing, dat het Japansche leger ge
dwongen zou kunnen zijn stappen te doen,
al naar de omstandigheden dit zouden
eischen, teneinde de anti-Japansche elemen
ten uit te roeien. De Japansche consul-gene
raal, Okomoto, heeft o.m. gezegd, dat het
Japansche leger gedreven wordt tot het ge
voel, dat de gemeentelijke autoriteiten de
bekwaamheid of den wensch misten tege
moet te komen aan den eisch tot onderdruk
king van de oproerige elementen.
Mislukte luchtaanval op Hankau.
De Japansche .luchtstrijdkrachten hebben
een aanval gericht op Hankau, waarbij ech
ter de meeste bommen, die bestemd waren
voor het vliegveld, een eindweegs van het
doel neerkwamen. Ofschoon er ruim twin
tig toestellen op het vliegveld stonden, wer
den slechts drie verouderde machines en
een middelgroot bombardementstoestel ver
nield. Acht Chineesche vliegtuigen, waarvan
verscheidene door Russen bestuurd werden,
bonden den strijd aan met de Japanneezen.
Zij haalden hen echter eerst in op eenigen
afstand van de stad.
75 bommen geworpen.
De Japansche vliegtuigen lieten 75 bom
men op het vliegveld vallen, hooge vlam
men laaiden op en waren mijlen ver te zien.
Voor zoover tot nu toe bekend is, werden
drie personen gedood en zestien gewond,
allen Chineesche arbeiders.
Bij het eerste alarm vluchtte de bevol
king naar de schuilplaatsen en toen de Ja
pansche toestellen boven de stad verschenen,
scheen deze uitgestorven. Ook naar het arse
naal werden bommen geworpen, doch dit
werd niet getroffen. De Japansche vliegtui
gen vlogen zeer hoog. Een enkel Chineesch
vliegtuig viel den vijand aan, doch het toe
stel werd in brand geschoten en kwam neer
tusschen het vliegveld en het arsenaal.
Belangwekkend artikel over de
Japansche politiek.
In een zoojuist verschenen Japanschen
brochure ontwikkelt Moeto Teisji, een be-
blijven, dat het ministerie van koloniën
heeft geluisterd naar de wenschen, welke
van Joodsche zijde werden geuit. Het is
natuurlijk, dat de oude stad Jeruzalem,
met de heilige plaatsen onder Britsch
mandaat zullen blijven, doch de nieuwe
stad is voomamenlijk Joodsch en het lijkt
onrechtvaardig, dat de nieuwe Joodsche
staat gastvrijheid zou moeten verleenen.
aan 225.000 Arabieren, terwijl hij versto
ken zou blijven van de 60.000 Joden in
Jeruzalem.
Hier zijn moeilijkheden, doch het voor
beeld van den Vaticaanschen staat zou
een oplossing kunnen geven..
De Daily Telegraph And Morning Post
merkt op, dat het verdeelingsplan na zes
maanden niet aan populariteit heeft ge
wonnen en dat, wanneer men erop zou
kunnen rekenen, dat tenslotte de Joden en
Arabieren elkaar zouden verstaan, de
Britsche regeering niet op het plan zou
aandringen.
kend publicist, die door admiraliteitskrin
gen wordt gesteund, de these, dat de Japan
sche diplomatie met alle middelen moet zien
te bereiken, dat de Ver. Staten afgezonderd
blijven van hun neven aan de andere zijde
van den Atlantischen Oceaan.
De beste methode, zoo betoogt hij, zou
zijn, Washington mede te deelen, dat de
deur alleen voor Amerikaansche kapitalen
wijd open zal blijven in Mandsjoekwo en
het door de Japanneezen bezette gedeelte
van China.
Moeto Teisji beveelt eveneens toenadering
tot Moskou aan, daar hij van oordeel is, dat
het grootste gevaar voor Japan gevormd
wordt door een Japansch-Russischen oorlog,
die alleen aan Engeland voordeel zou bren
gen. Japan zou Moskou onomwonden moeten
waarschuwen, dat Sovjet-Russische expan
sie in het Verre Oosten tot een voor de
Sovjet-Unie rampzaligen oorlog zou leiden,
terwijl, indien zij haar streven richt op In-
dië en Thibet, de Sovjet-Unie genoeg zou
hebben aan 100.000 man om deze fabelach
tig rijke landen in haar macht te krijgen.
Nadat, zoo besluit de schrijver, de Ameri
kaansche vriendschap door beloften en te
juister tijd gedane bestellingen eenmaal ge
wonnen zal zijn, en de passiviteit der Sovjet-
Unie verzekerd, zal Japan onbevreesd Enge
land kunnen trotseeren.
De verwoestingen in Sjanghai.
Van de 135.000 arbeiders, die voor het uit
breken der vijandelijlcheden in industrieele
ondernemingen werkten in de wijken der
nederzetting ten noorden van de Soetsjau-
kreek, welke door de Japanneezen bezet
zijn, zouden thans niet meer dan op zijn
hoogst 40.000 aan het werk kunnen gaan,
tengevolge van de vernieling der Chinee
sche fabrieken.
Desbetreffende gegevens zijn te vinden in
het preliminaire rapport, dat uitgebracht ls
bjj den gemeenteraad. Naar schatting zijn
905 ondernemingen, hoofdzakelijk Chinee
sche, waar ruim 30.000 man werkten, geheel
verwoest door brand, terwijl mogelijk dui
zend andere Chineesche fabrieken en
werkplaatsen zijn stilgelegd.
De strijd tegen de sprinkhanen. -
Sprinkhanen blijken een niet te verzadigen
honger te hebben ten aanzien van het ge
bladerte en de stengels van de Castorboon,
waarvan bij toeval gebleken is, dat zij
zeer schadelijk zijn voor deze insecten. De
ze toevallige ontdekking heeft den boe
ren een nieuw wapen gegeven in hun strijd
tegen de sprinkhanen. Dr. L. M. Christen-
sen, van de chemische stichting van Kan
sas, heeft verklaard duizenden sprinkhanen
gezien te hebben, die rechtstreeks den dood
tegemoet treden door op de Casterboon
neer te strijken. In de afgeloopen jaren
hebben regeering zoowel als boeren in het
middenwesten honderdduizenden dollars
uitgegeven op zoek naar een gif, dat een
einde zou kunnen maken aan de sprink
hanenplagen, die volgens raming van het
ministerie van landbouw in 1936 ongeveer
honderd millioen dollar schade hebben aan
gericht. Het schijnt, dat een boer zijn ge
was thans afdoende beschermen kan door
een flinke haag rondom zijn akkers te plan
ten.
Misdadigers beschermd door politie. -
De politie van Bosanska Gradisjka heeft de
grootste moeite gehad om eenige gevan
genen te beschermen tegen een verwoede
menschenmenigte, die pogingen in het werk
stelde hen te lynchen. Het betrof hier
twee broeders, Mihailo en Branko Tomitsj,
die uit de gevangenis naar het gerecht ge
leid werden. Zij werden ervan beschuldigd
zes of zeven moorden gepleegd te hebben.
In de straat tusschen de gevangenis en het
gerechtsgebouw heeft een menigte de ge
vangenen en hun bewakers aangevallen. De
agenten moesten tenslotte in een voorbij
rijdende auto springen om hun gevangenen
te redden uit de handen der woedende
menschenmassa.
Een nieuwe zwendeltruc. - Een te
New York „werkend" zwendelaar heeft
verschillende Amerikaansche jongelui let
terlijk „uitgekleed". Onder de belofte hun
goede baantjes te verschaffen en unifor
men te zullen verstrekken, heeft hij hen
ertoe overgehaald hem in een openbare
badinrichting te volgen. Daar aangekomen
verzocht hij hun een bad te nemen, ter
wijl hij de uniformen zou gaan halen. Ter
wijl het „slachtoffer" echter in het bad
was, verdween de zwendelaar met kleeren.
De politie van New York heeft thans reeds
meer dan 150 klachten ontvangen van jon
gelui, die met deze truc bedrogen zijn.
Foto Ziegler,
Z. K. H. prins Bernhard heeft heden
morgen het Burgerziekenhuis te Am
sterdam verlaten en is in gezelschap van
dr. Van Valkenburg per auto
naar Soestdijk vertrokken.
Dit vertrek van den prins, die sinds
29 November, den dag, waarop het on
geval op den Muiderstraatweg heeft
plaats gehad, in het Burgerziekenhuis
te Amsterdam werd verpleegd, is
hedenochtend vrijwel onopgemerkt ge
schied. Hoewel het bekend was ge
worden, dat de prins dezer dagen naar
Soestdijk zou terugkeeren en zijn ver
trek één dezer dagen zou plaats hebben,
is het toch nog vrij onverwacht ge
komen.
Nadat reeds tevoren afscheid was ge
nomen van de doktoren in het Burger
ziekenhuis, begaf Z. K. H. prins Bem
hard zich hedenmorgen tegen negen uur,
in gezelschap van de directrice van het
Burgerziekenhuis, m e j. z r. A. A.
Weijtlandt, naar de vestibule van
het gebouw, waar de zusters van het
ziekenhuis stonden opgesteld.
Hier heeft de prins met een woord
van dank voor de goede verzorging en
een handdruk afscheid genomen van de
directrice en de zusters.
Alleen vergezeld door dr. C. T. van
Valkenburg begaf prins Bernhard zich
vervolgens naar de voor den ingang van
het ziekenhuis gereedstaande auto. De
prins zag er monter en zeer opgewekt
uit en stapte zonder eenige hulp in zijn
eigen wagen, waarmede de terugtocht
naar Soestdijk werd gemaakt.
Buiten het hek stonden op het vroege
morgenuur slechts weinig belangstel
lenden. Niemand had verwacht, dat de
prins zóó vroeg zou vertrekken.
Toen de auto wegreed, wuifde de prins
nog eens naar de in den uitgang van het
ziekenhuis staande verpleegsters.
Langs de Oosterparkstraat werd naar
de Weesperzijde gereden, vanwaar langs
den Muiderstraatweg de terugreis naar
Soestdijk werd aanvaard. Dit is dezelfde
weg, welken ook H. K. H. prinses Juliana
op Nieuwjaarsdag voor den terugkeer
naar Soestdijk heeft gevolgd.
Officieel communiqué omtrent den
toestand.
Van dr. C. T. van Valkenburg kregen wij
na het vertrek van Z. K. H. prins Bernhard
uit het Burgerziekenhuis de volgende ver
klaring:
„Z. K. H. prins Bernhard is hedenochtend
zonder eenige stoornis verhuisd van het
Burgerziekenhuis te Amsterdam naar het
paleis Soestdijk.
De toestand van Z. K. H. geeft
in elk opzicht reden tot
groote tevredenheid. Lichame
lijk zijn de gevolgen van het ongeval bijna
geheel geweken. Psychisch is er van den
beginne af aan geen spoor van eenige af
wijking geweest. Niettemin brengt de aard
van het ongeval, dat Z. K. H. getroffen
heeft, mede, dat vooralsnog zekere beper
kingen moeten gelden, die in het bijzonder
inspanning van allerlei aard betreffen.
(w. g.) Dr. C. T. VAN VALKENBURG".
Een blijde thuiskomst te Soestdijk.
Vanochtend om tien minuten voor 10 is
de prins, in gezelschap van den geneesheer,
dr. van Valkenburg, komende uit Am
sterdam, ten paleize Soestdijk aangekomen.
De prins droeg een grijs costuum en een
donkerblauwe winterjas. Hij was bloots
hoofds.
In een langzaam tempo was de afstand
van het Burgerziekenhuis naar het paleis
afgelegd. De tocht duurde iets minder dan
een uur.
Eerst op het laatste oogenblik was be
sloten, dat de prins reeds vanochtend zou
vertrekken. Slechts enkele fotografen vóór
het ziekenhuis hadden het gezien en tijdens
den tocht naar Soestdijk passeerde een auto
met eenige persfotografen de hofauto.
Zij waren vrijwel de eenigen die voor het
paleishek den prins opwachtten.
Langzaam zwenkte de auto den paleistuin
in en stopte voor het bordes, dat naar den
rechterpaleisvleugel voert.
De prins maakte geenszins den indruk
pas uit het ziekenhuis te zijn ontslagen,
integendeel, frisch en vlug stapte hij
uit den wagen en beklom den stoep.
Enkele oogenblikken later was hy achter
de glazen deuren van den pas verbouwden
vleugel verdwenen.
Prins Bernhard was weer thuis.