KAMER VAN KOOPHANDEL
PUROL
VAN KABOUTER FLIP EN ZIJN VRIENDJE WIP.
Bij den dood van den Gouverneur van de
Nationale Bank van België.
Stad en Omgeving
De algemeene voorzitter en de onder-voorzitters
herkozen.
De weg Limmen-Uitgeest-Akersloot
wordt geheel verbeterd.
Een veelbesproken figuur, die in vollen
is verdwenen.
strijd
Onwaardige Rexisten in actie.
'Provinciaal Hicuws
OUDKARSPEL
SCHELLINKHOUT
STOMPETOREN
SCHAGERBRUG
DERDE BLAD.
ALKMAARSCHE COURANT van DONDERDAG 6 JANUARI 1938.
In de gistermiddag ten Stadhuize ge
houden ledenvergadering van de K. v. K.
voor Hollands Noorderkwartier werd niet
bijgewoond door de heeren Nobel, Blaau-
boer en Bonnet (met kennisgeving afw.) en
Ringers, te wiens aanzien de voorzitter
de hoop uitsprak, dat hij spoedig weer
aan den arbeid der kamer zal kunnen
deelnemen. Verder was nog wegens onge
steldheid afwezig (voor het eerst geduren
de zijn ambtstijd) de heer Scheffel, secre
taris der kamer, wiens functie thans werd
waargenomen door den heer H. W. Hols-
muller, adj.-secretaris.
Als gast was aanwezig de heer H. Leber
van Texel, die zich bij de jongste verkie
zingen niet weer herkiesbaar had gesteld;
het in zijn plaats gekozen lid, de heer J. J.
van Beem had eveneens aan de tafel plaats
genomen en werd met een enkel woord
door den voorzitter als lid geïnstalleerd,
waarbij hij de hoop uitsprak, dat de heer
van Beem krachtig zal willen meewerken
aan den bloei van dit gewest. Den heer
Leber bracht spr. dank voor wat hij in de
zesjarige periode had gepresteerd.
De voorzitter wenschte den leden een
gelukkig jaar 1938 in hun, gezinnen en hun
zaken en sprak daarna zijn nieuwjaars
rede, waarvan wij gister nog het voor
naamste hebben kunnen opnemen.
De heer K o 1 s t e r bracht als tolk der
vergadering den voorzitter dank voor zijn
uitgebreid en duidelijk overzicht van den
toestand in de bedrijven. Hij hoopte, dat
onder Gods zegen verbetering zal mogen
komen. Hij feliciteerde den heer Arntz met
het 15e jaar van zijn voorzitterschap en
hoopte, dat daaraan nog vele jaren worden
toegevoegd. Wat de toevoeging betreft van
de Wieringermeer aan het gebied der
Kamer, hoopte spr., dat zij zal meewerken
tot den bloei en het aanzien der Kamer.
Verkiezingen.
De aftredende voorzitter en de aftreden
de onder-voorzitters, resp. de heeren
Arntz en Kolster (grootbedrijf) en Schmalz
(klein-bedrijf); werden allen met op één
na algemeene stemmen herkozen en namen
de genoemde functies verder op zich.
De verschillende commissies werden voor
dit jaar bij acclamatie weder samengesteld
zooals in 1937.
De weg LimmenUitgeest
t Akersloot.
Naar aanleiding van een schrijven der
r.-k. middenstandsvereeniging De Hanze
te Castricum inzake den slechten toestand
van genoemden weg deelde de heer Valke-
ring mede, dat in een bespreking tusschen
de prov. commissie voor wegverbetering
met de besturen der gemeenten Limmen,
Uitgeest en Akersloot en van den Groot-
Limmerpolder is overeen gekomen, dat de
provincie den weg in goeden staat zal
brengen en houden, waarvoor de drie ge
meenten elk 100 en de polder 200 per
jaar zullen betalen gedurende tien jaren.
Overeenstemming met den minister zal
ongetwijfeld worden verkregen, zoodat het
hoogheemraadschap te Alkmaar, dat het
werk zal uitvoeren, daarmee in het aan
staande voorjaar zal kunnen beginnen.
Men mag verwachten, dat tegen den herfst
de weg geheel klaar zal zijn.
Ingekomen was een afschrift van een
aan den ministerraad gericht adres van
den Bond van Nederl. handelaren in
brandstoffen te Amsterdam betreffende
de erkenning van. de in dit adres met name
genoemde vereenógingen en bonden, zulks
in verband met de door de Kolenconventie
vastgestelde regeling om te komen tot or
dening in den verkoop van huisbrandstof
fen. Voor kennisgeving aangenomen.
Voorts was ingekomen een adres van de
K. v. K. te Leiden, gericht aan den minis
ter van economische zaken nopens de
uitvoering van landbouwcrisismaatregelen.
In het adres worden bezwaren uiteengezet
tegen het streven om deze uitvoering door
„■bedirijfsgenooten" te doen geschieden.
Voor kennisgeving aangenomen.
Tarief watergebruik voor industrie.
Verslag eener bespreking tusschen een
commissie uit Ged. Staten en een delegatie
uit de commissie, ingesteld door de Kamers
van Koophandel en Fabrieken in Noord
holland ter bestudeering van de water
leidingtarieven, te Haarlem gehouden op
17 November l.L
De hee,r Kluitman, voorzitter van de
commissie uit deze K. v. K., las een gedeel
te voor uit de notulen van genoemde be
sprekingen en daaruit bleek, dat Ged.
Staten voorloopig niet denken aan verla
ging van de tarieven van door de industrie
gebruikt water, omdat zij naar hun mee
ning vóór alles moeten zorgen, dat het
P. W. B. gezond blijft. Niet vergeten mocht
worden, dat nog niet lang geleden een
algemeene verlaging is toegepast. Zoodra
waterwining uit het IJselmeer mogelijk
zal zijn, hopen Ged. Staten een reservoir
te doen bouwen ter voorziening in de be
hoefte aan goedkooper bedrijfswater.
De heer Grondsma constateerde, dat
het waterleidingbedrijf niet gesteld is op
groot-verbruikers, omdat de grondstof
(het water) slechts in beperkte mate aan
wezig is. De industrie zal voorloopig aan
gewezen zijn op nortonpompen en zal
moeten wachten op water uit het IJsel
meer.
De heer Kluitman zei, dat hij ge
vraagd had om in afwachting van die mo
gelijkheid althans een verlaging te brengen
in de tarieven voor de industrie, maar hij
had daarop een afwijzend antwoord ont
vangen.
De heer Moens zou Ged. Staten willen
raden op te passen, want als eenmaal de
industrie zich zelf heeft leeren helpen ten
aanzien van de watervoorziening, komt zij
niet bij de provincie terug als straks water
uit het IJselmeer zal kunnen worden be
trokken.
De voorzit ter was van meening, dat
het P. W. B. een te groote afschrijving toe
past en bovendien méér terreinen heeft
gekocht dan het noodig heeft, en waarop
thans parken worden aangelegd, zoodat de
kosten onnoodig worden opgevoerd (spr.
wees ook nog op hetgeen in Egmond aan
den Hoef is gedaan op het terrein van het
Slot). Te betreuren is, dat geen enkele
gemeente een eigen waterleiding zal kun
nen aanleggen, omdat de provincie geen
concessie zal geven. Spr. wees nog op de
instelling van het technologisch instituut
door de provincie en waarvan het doel is
tie stichting van nieuwe industrieën in de
provincie te bevorderen en toch maakt
de tarievenpolitiek van de waterleiding
zulke nieuwe vestigingen onmogelijk.
Het middenstandsborgstellingsfonds.
Op Voorstel van den heer Moens,
voorzitter van de commissie van verorde
ningen, werden een drietal wijzigingen in
de statuten van het middenstandsborgstel
lingsfonds goedgekeurd. De eerste aftre
ding van bestuursleden zal nu geschieden
in 1940; om in een bepaalde gemeente hulp
te kunnen bieden zal de betreffende ge
meente moeten bijdragen in het stichtings-
Kapitaal en bovendien een jaarlijksche bij
drage geven; om te kunnen worden ge
holpen zal niet meer geëischt worden dat
de betreffende zaak vijf jaar bestaat, maar
zal met drie jaar genoegen kunnen worden
genomen.
De laatste twee wijzigingen werden ge-
wenscht door den minister.
Na eenige besprekingen werd besloten
dat er nogmaals pogingen zullen worden
gedaan om het gemeentebestuur te bewe
gen tot het fonds toe te treden.
Vereischten vestigingswet.
Adres van de K. v. K. te Tiel, gericht
aan den minister van econ. zaken, betref
fende de opleiding tot het verkrijgen van
handelskennis in verband met de vesti-
gingseischen. Gevraagd wordt hierin om
den minister van O., K. en W. te verzoe
ken: 1. het lesrooster der handelsavond
school zoodanig te doen aanvullen, dat
naast de bestaande opleiding van kantoor
personeel de opleiding van middenstan
ders voor handelskennis i. v. m. de vesti-
gingseischen mogelijk zal zijn; 2. te be
palen, dat zij, die in het bezit zijn van een
einddiploma handelsavondschool, afdee-
ling middenstandsopleiding, zonder meer
worden vrijgesteld van het voldoen aan de
in art. 3 lid 1 der vestigingswet kleinbe
drijf 1937 bedoelde minimumeischen van
handelskennis.
Tevens zou ten zeerste op prijs worden
gesteld, indien eenzelfde maatregel zou
worden getroffen ten aanzien van het
u.l.o., zoodat zij, die met gunstig gevolg de
u.l.o.-school hebben doorloopen, dezelfde
rechten daaraan zouden ontleenen met be
trekking tot den minimum-eisch van han
delskennis.
Na uitvoerige besprekingen over het al
of niet wenschelijke van het voldoen aan
den wensch van adressante werd het
schryven op voorstel va nden voorzitter in
handen gesteld van de onderwijscommis
sie uit de Kamer, met de bedoeling dat in
de volgende vergadering advies zal wor
den uitgebracht.
Rondvraag.
Na rondvraag, waarbij de heer van
Beem medewerking vroeg voor verkrij'
ging van verlenging van openstelling der
postkantoren op Texel, volgde sluiting der
vergadering.
Ruwe Huid
Ruwe Handen
Ruwe Lippen
Doos 30 cent.
Bij Apoth. en Drogist-
(Van onzen Brusselschen correspondent).
Brussel, 4 Januari 1938.
Vandaag is plechtig minister van
staat, Louis Franck, gouverneur van de
Belgische Nationale Bank, ten grave
gedragen. Zijn afsterven heeft een pijn
lijken en diepen indruk gemaakt, want
deze man, die een buitengewoon figuur
was en als Vlaamsch liberaal zeer vele
diensten heeft bewezen aan de gemeen
schap, waartoe hij behoorde, is heen
gegaan op het oogenblik dat hij in
vollen strijd was om zijn eer te ver
dedigen.
Over zijn veelzijdige bedrijvigheid als
jurist, die gespecialiseerd was in het inter
nationaal zeevaartrecht; als kunstkenner en
kunstbeschermer; als politiek man en nadien
als leider van de Nationale Bank zullen wij
hier niet uitweiden omdat U er ongetwijfeld
reeds kennis van hebt genomen. Wij willen
hier zijn heengaan bespreken, vooral met
liet oog op de actualiteit, waarvan
men den geest al dadelijk begrijpt bij
de vaststelling dat het tot vier bladzijden
verschrompelde rexistische orgaan van den
heer Degrelie letterlijk victorie kraait. Een
dergelijke weerzinwekkende uiting van
vreugde bij den dood van een man heeft men
hier nog niet beleefd. Men weet dat de heer
Franck een verlof van drie maanden had
gekregen in verband met de vele aanvallen
welke tegen hem waren gericht, den dag
zelf dat de heer van Zeeland en zijn mede
werkers zijn afgetreden. Practisch was hij
reeds opgeofferd geworden vermits een
wet de leeftijdsgrens had bepaald op 70 jaar
voor den gouverneur van de Nationale
Bank, en hij hierdoor spoedig zou worden
getroffen. Velen zijn van meening geweest
dat ten opzichte van den heer Franck de
houding moest worden aangenomen, die de
regeering heeft gevolgd bij de aanvallen
van Degrelie tegen een van de ministers,
den liberaal M. H. Jaspar. Men herinnert
zich dat deze ook heeft bloot gestaan aan
een lastercampagne vanwege Degrelie, die
ten slotte tot een voorwaardelijke straf
werd veroordeeld. Zoolang het gerecht geen
uitspraak had gedaan Heeft men M. H. Jas
par in elk opzicht gedekt, alhoewel de h. M.
H. Jaspar niet dezelfde personaliteit is als
de heer Franck was. De loop van de ge
beurtenissen heeft bewezen dat deze hou
ding de eenige verstandige was. Degrelie is
voor de rechtbank met heel zijn bewijs
voering ineengestort en is eenvoudig een
lasteraar gebleken. Van bij het eerste op
hefmakende proces van Degrelie was er
reeds sprake geweest van den heer Franck,
n.1. in het proces van den heer Segers tegen
Degrelie. De katholieke minister van
Segers was beschuldigd geworden
Degrelie van allerlei geknoei in
met de middenstandsbank bekend
staat
door
verband
als de
„Mutuelle" van Antwerpen. Hij verklaarde
dat geld van de gemeenschap, verkregen
door politieke invloeden, was aangewend
geworden voor persoonlijke doeleinden,
alleszins niet voor het doel waarvoor het
normaal was bestemd geworden, n.1. het
vrijwaren van de belangen der kleine
spaarders. De heer Segers verloor zijn
proces en in het vonnis van de tweede
83. Zij op hun beurt vertelden van hun
leventje hoog in de bergen, van hun eerste
vliegoefeningen en ervaringen en van hun
steeds groter wordende tochten als ze zich
meer bekwaamd hadden.
84. Flip vertelde van zijn reisplan en zijn
lust om eens wat meer van de wereld te
zien, waarop de adelaar hem de raad gaf
om verschillende vogels, die veel gereisd
hadden, eens te raadplegen omtrent zijn
route.
burgerlijke kamer te Brussel kwamen over
wegingen voor die kritiek uitoefenden op
de Nationale Bank, alhoewel de Nationale
Bank met de zaak niets had te maken en dit
buiten het rechterlijk contract viel, zooals
dit uit de processtukken moest blijken. De
heer Segers heeft hooger beroep aange-
teekend tegen dit vonnis, maar dit hooger
beroep is nog steeds niet behandeld ge
worden. De raadsman van den heer Segers
is gehinderd geworden, omdat een rechter
lijk onderzoek werd ingesteld in verband
met de „Mutuelle". Er moest gewacht wor
den op den uitslag van dit onderzoek. Een
paar weken geleden heeft de Antwerpsche
raadkamer ontslag van rechtsvervolging
verleend ten gunste van den heer Segers,
die dus vrij uitgaat wat de feiten betreft,
die door Degrelie tegen hem werden aange
voerd. Diit beteekent nog niet, dat nood
zakelijker wij ze de heer Segers zijn proces
had moeten winnen, omdat de heer Degrelie
te ver was gegaan. Het Hof zal dat moeten
uitmaken. Doch de omstandigheid bewijst
alleszins dat met beschuldigingen van dien
aard, die betrekking hebben op een zeer
bewogen crisistijd %en groote omzichtigheid
moet worden in acht genomen. Ook wanneer
het anderen betreft, zooals de heer Franck.
Ook de heer van Caewelaert won zijn pro
cessen tegen Degrelie. De overwegingen
van het genoemde vonnis inzake de Natio
nale Bank maakten destijds ophef. Degrelie
zag er een aanleiding in om zijn compagne
tot den heer Franck uit te breiden, dien hij
beschuldigde van een dertigtal millioen dis-
contocredieten ter beschikking van Julius
Barmat te hebben gesteld met valsche wis
sels als waarborg. De h. Franck spande op
zijn beurt een proces in, maar ingevolge het
beginsel dat het strafrechterlijke voorrang
heeft op het burgerlijke moest de rechtbank
zich onbevoegd verklaren om den burger
lijken eisch van den h. Franck te onder
zoeken, zoolang het strafproces tegen Bar
mat niet was geëindigd. Dit beteekende dat
de h. Franck zijn standpunt slechts kon ver
dedigen na verscheidene jaren en intusschen
bij het publiek de meening moest blijven
bestaan dat Degrelie gelijk had. Sedertdien
heeft het Barmatproces bewezen, dat deze
inderdaad met valsche wissels heeft ge
knoeid en de Nationale Bank heeft be
drogen, doch er is niet het minste element
gevonden door het parket, waaruit zou
blijken dat hierbij de persoon van den
gouverneur in het gedrang kwam. Het was
een pijnlijke zaak. Dat was echter het voor
spel. Intusschen waren de campagnes tegen
den h. van Zeeland ontstaan in verband
met de vergoedingen welke hij als vice-
gouverneur van de Nat. Bank heeft ont
vangen, samen gaande met beschuldigingen
volgens dewelke vorderingen, die afge
schreven worden in de Winst- en Verlies
rekening van de Bank, omdat zij niet meer
te realiseeren waren, later toch werden
geïnd, zonder dat zulks in de algemeene
boekhouding duidelijk bleek. Deze sommen
werden niettemin verantwoord op een an
dere manier als ontvangsten en gebruikt om
gratificatiën te betalen aan het hooger per
soneel voor bewezen diensten, dit ook zonder
dat de fiscus bedrijfsbelasting ontving op
deze gratificatiën. Het gerecht greep alsdan
in. Er was sprake over „onregelmatigheden",
over „vervalsching in de boekhouding". Dat
schokte het prestige zoowel van den gou
verneur als van den h. van Zeeland. Men
kan niet regeeren, ook niet in de Nationale
Bank, in de schaduw van het gerecht.
Deze gebeurtenissen, van jongen datum,
moet men zich opnieuw voor den geest
brengen om al het tragische van den dood
van den heer Franck te beseffen. Het ge
recht heeft zijn onderzoek nog niet ge
ëindigd. Het is in België geheim en in deze
aangelegenheid werd het goed bewaard.
Het is ons echter bekend dat voor korten
tijd de drie accountants die de comptabiliteit
van de bank voor het parket onderzochten,
geen elementen hadden kunnen verzame
len van delictueusen aard. Om een delict te
kunnen formuleeren moet ook de kwade
trouw bestaan, de wil om te schaden, waar
omtrent de vaststellingen van de accoun
tants niets blijken te hebben ontdekt. De
sommen die niet werden geboekt op de wijze'
welke het parket normaal acht, blijken over
een tiental jaren, èen 42 millioen te be
dragen, maar tevens werd de wijze waarop
dit geld werd besteed ook vastgesteld, zoo
dat hier van geen bedrog zou moeten wor
den gesproken. Alles zou zich herleiden tot
een boekhoudkundige betwisting, welke
moet worden vastgeknoopt aan de bezorgd
heid van de bank dat zekere vergoedin
gen aan ambtenaren voor andere ambte
naren onbekend bleven, ten einde onnoo-
digen naijver te vermijden. Het is duidelijk
dat het gerecht alles grondig wil uitdiepen.
Een beproefd magistraat is uitsluitend met
dit onderzoek belast. De heer van Zeeland
werd nog niet ondervraagd. Het gerecht
zal wel willen weten of alle sommen de
bestemming hebben gekregen, welke is ge
boekt. Er zijn zelfs aanwijzingen volgens
dewelke het parket zelf besloten is ondanks
het speciale karakter van de aanklacht, die
vooralsnog tegen onbekenden gaat, toch
vervolgingen te eischen. Het zal immers zijn
actie, die een regeeringscrisis heeft doen
ontstaan, die in het buitenland zoo'n slech
ten indruk heeft gemaakt dat de jongste
Belgische leening in Engeland vrijwel is
mislukt, moeten verdedigen. Maar de ge
ruchten nemen ook sterk vorm, volgens
dewelke de onderzoeksinstantie, n.1. de raad
kamer zeer waarschijnlijk het parket niet
zou volgen, en ontslag van rechtsvervolging
zou verleenen. Dit zou dan beteekenen dat
de h. Franck eenvoudig het slachtoffer zou
geworden zijn van een kabaaL Als wij aldus
deze „geruchten" mededeelen, dan is het niet
omdat iemand ingewijd zou kunnen zijn in
de inzichten van de genoemde rechtsinstan
tie, maar omdat de juristen, die met de
proceduur vertrouwd zijn, bevestigen dat
tot nu toe de raadkamer niet zou beschikken
over elementen tot verzending van wie ook
naar de rechtbank. Het blijft vooralsnog een
veronderstelling, die evenwel, bij den dood
van staatsminister Franck, overweging ver
dient. Het is immers een feit dat de cam
pagne welke tegen hem is gevoerd gewor
den, tot zijn dood moet hebben bijgedragen.
Indien het gerecht in zijn onderzoek het
slechts tot een ontslag van rechtsvervolging
moet brengen, dan zullen degenen die voor
deze vervolging verantwoordelijkheid heb
ben gedragen, geen lauweren oogsten.
Dat er tegen den heer Franck werkelijk
een kabaal is op touw gezet, moet ook
blijken uit de sollicitaties, waarvan Barmat,
toen hij nog vrij in Nederland was, het voor
werp is geweest. Men kan n.L als juist aan
nemen en bevestigen dat onder voorwend
sel van een zaak af te handelen een be
paalde groep, waartoe een van de voor
naamste deelnemers aan de campagne
tegen Franck en van Zeeland behoort hij
blijkt overigens zijn naam niet te hebben
verzwegen aan Julius Barmat heeft ge
vraagd of hij geen documenten in handen
kon spelen, een brief of zoo, die tegen
Franck en van Zeeland zou kunnen worden
gebruikt. Barmat heeft dit van de hand ge
wezen, niet alleen omdat hij geen brieven
had, maar omdat hij zich daartoe niet wou
leenen. Barmat erkent overigens zelf dat hij
nooit contact heeft gehad met den heer
Franck, dien hij nooit heeft ontmoet. Hij is
uitsluitend uitgeleverd voor de zaak van de
Floramijn, welke zaak in zich zelf niet zoo
bijzonder is, vergeleken met het geknoei in
de Noorderbank en de bank Goldzieher en
Penso. Deze uitlevering is, juridisch, vol
strekt beperkt. Op 13 Januari zal de recht
bank uitspraak doen inzake Goldzieher
Penso en de Noorderbank, waarin Barmat
verstek heeft laten gaan. Barmat kan hier
voor niet worden vast gehouden. Slechts
wanneer hij zelf vrijwillig verzet aanteekent,
of, genoegen nemend met het vonnis bij
verstek, zich, eventueel met de andere par
tijen, in hooger beroep voorziet, zouden
allen samen weer voor het Hof van Appel
komen en dan zou hij wellicht kunnen ont
hullen hoe bij hem stappen zijn gedaan om
documenten te bekomen tegen den heer
Franck, welke hij niet eens bezat.
Wanneer een beschuldiging wordt geuit,
vergeet men allicht de verdiensten van den
persoon die er het voorwerp van is. Dat is
nu ook bij den heer Franck het geval ge
weest. Dat is vooral het geval wanneer, zoo
als sedert geruimen tijd in dit land gebeurt,
de politiek vergiftigd wordt door jacht op
schandalen, niet om een schoonmaak te
houden, maar om uit het schandaal politieke
munt te slaan.
Overgeplaatst.
De rijksveldwachter brig.-tit. S. P. Rood,
alhier, is met ingang van 16 Jan. a.s. over
geplaatst naar Spaarndam.
Veldwachter benoemd.
Tot bezoldigd gemeente-veldwachter al
hier is benoemd de heer H. Peperkamp,
thans controleur bij den Centralen Crisis
controledienst te Apeldoorn.
Voorwaart*.
Woensdagavond vergaderden de leden
van de gymnastiekvereen. „Voorwaarts"
in café Kamsteeg. De voorzitter, de heer
P. Vader was verblijd over de goede be
langstelling. Kas en boeken van den
penningmeester, den heer C. van Leyen,
waren in orde. Het bestuur werd herkozen.
De met Kerstmis gehouden uitvoeringen
stemden alle tot tevredenheid. Besloten werd
met Paschen weer 'n uitvoering te geven,
en nog dezen winter een gemaskerd bal te
organiseeren. De datum zal nader worden
bekend gemaakt. Over het 55-jarig bestaan
der vereeniging, hetwelk dit jaar plaats
heeft, werd van gedachten gewisseld.
Waarschijnlijk zal het eenigszins feestelijk
worden herdacht.
Met een woord van opwekking voor het
turnen en dank voor de opkomst, sloot de
voorzitter deze bijeenkomst.
Postbestelling.
Onlangs hebben de plaatselijke veree-
nigingen „Algemeen Belang" en „Midden
standsvereeniging" een verzoekschrift ge
richt aan den directeur-generaal der Poste
rijen, Telegrafie en Telefonie teneinde in
de kom van Schagerbrug de middagpost
bestelling te wijzigen in een bestelling van
uitsluitend couranten en tegelijk in te
voeren een avondbestelling.
Wij vernamen uit betrouwbare bron, dat
dit verzoek thans is ingewilligd.