et leven van EMILE ZOLA. Wat de film interessant maakt. WILLIAM DIETERLE REGISSEERT VOOR WARNER-BROS DEZE BIJZONDERE FILM. GLANSROL VAN PAUL HUNI. IS HET DE INHOUD OF HET SPEL? f— ONZE BIOSCOPEN. Na het succes dat de film over het leven van Louis Pasteur had, zijn Warner Brothers begonnen met een tweede geromantiseerde biografie, ditmaal gewijd aan het leven van Emile Zola, en ze hadden daarbij het verstandige idee, de speler aan wien het succes van de Pasteur-film voor een zeer groot gedeelte te danken was Paul Muni opnieuw de hoofdrol te laten spelen. Hoewel de film het heele leven van Zola volgt, van den tijd af, dat hij als jong aphrijver nog volkomen onbekend was (en daarbij was Muni in de gelegenheid een prachtige ontwikkeling in zijn grime te laten zien) legt ze toch den .nadruk op de passage waarin Zola zich bemoeide met de geruchtmakende affaire Dreyfus. De rol van kapitein Alfred Dreyfus werd ge speeld door Joseph Schildkraut, terwijl Robert Barrat de figuur van majoor Esterhazy speelde. Zola's leven. Emile Zola werd op 2 April 1840 te Pa rijs geboren en was de zoon van een Itali- aanschen ingenieur, die met een Fransche vrouw was getrouwd. Emile bracht zijn jeugd voor een deel door in Provence; in 1858 ging hij naar het lyceum St. Louis te Parijs, waar hij echter geen goede leer ling was. Daarna kwam hij als klerk op een kantoor en vervolgens bij den uitgever Hachette. Op jeugdigen leeftijd kwam hij reeds onder den invloed van Victor Hugo en van de romantiek. Zijn eerste verhalen en gedichten zijn door Musset geïnspi reerd. Zijn eerste bundel heette „Les con- tes a Ninon" (1864). Daarna wijdde hij zich aan letterkundige critieken die in een Lyonsche krant verschenen en waarin hij de romantici scherp aanviel. Zola's onder vindingen in Parijs leidden er meer en Paul Muni meer toe, dat hij zich van de romantiek afwendde. Hij maakte onder meer kennis met de theorieën van Darwin en de in vloed daarvan is waar te nemen in zijn twee eerste romans, die de aandacht trok ken: „Madeleine" en „Therèse Raquin", waarin hij de donkerste zijden van het menschelijk leven beschrijft. Reeds deze boeken wijzen duidelijk de richting aan, waarin zijn talent zich zou ontwikkelen. In zijn groote romancyclus „Les Rougon Macquart" histoire naturelle et sociale d'une famillie sous le second empire die niet minder dan twintig deelen omvat, valt den nadruk op de schildering van de fataliteit van den erfelijken aanleg, welke de schrijver aantoont aan de hand van de geschiedenis van een familie die erfelijk belast is met krankzinnigheid en alco holisme. Zola meende, zooals hij in de voorrede Emile Zola. Een opname uit de film „Het leven van Emile Zola tot zijn eerste deel schreef, door het na speuren van de wetten der erfelijkheid en den invloed van het milieu de schakels te kunnen vinden, die de menschen onder ling verbinden. Zijn realistische en niets verbloemende beschrijvingen verwekten in conservatieve kringen heftige beroering en met name het zevende boek uit de serie „L'assommoir" werd, ondanks de bewering van den schrijver, dat het een kuisch boek was, allerwege aangevallen. In 1880 gaf hij met een aantal jongere aanhangers (onder wie Guy de Maupas- sant) een soort manifest van het natura lisme uit, maar zijn boek „Nana" wekte een dusdanig schandaal, dat een deel van zijn bewonderaars hem verliet. Op les Rougon-Macquart volgt een trilogie „Lourdes", „Rome", „Parijs", waarin de levensbeschrijving wordt gege ven van een dweepzieken jongen priester, die socialist en vrijdenker wordt. In zijn latere werken werd zijn drang naar de romantiek weer sterker, terwijl reeds in het laatste deel van zijn Rougon- Macquart-serie bleek, dat zijn geestelijk ideaal zich had ontwikkeld in een rich ting, waarin naastenliefde, toegevendheid en vreugde over gedanen arbeid op den voorgrond kwamen te staan. De affaire Dreyfus. Zola's strijd tegen de Fransche regee ring om kapitein Dreyfus, die na een sterk aangevochten veroordeeling wegens spi- onnage naar het Duivelseiland was ver bannen, weer in zijn eer te herstellen, was wel het hoogtepunt in zijn carrière, dat hem (hij had zich door zijn romans een groot inkomen verworven) er van terug hield een „bourgeois satisfait" te worden. Zijn beroemde „J'accuse", waarin hij zijn beschuldigingen naar de Fransche regee ring slingerde, bracht de heele wereld in beroering, veroorzaakte indirect den val van drie ministeries en leidde er on danks het feit, dat Zola aanvankelijk ge dwongen was naar Engeland te vluchten tenslotte toe, dat het proces tegen Drey fus In triomf Parijs werden binnenge haald. Korten tijd na deze triomf overleed Zola: men vond hem in zijn kamer, ge stikt door de rook van een lek in den haard. En de film eindigt dan ook ge heel in den stijl, die ook in „Pasteur" werd gevolgd met de bijzetting van Zola in het Panthéon, waarbij Anatole Fransche in een grafrede de verdiensten van den schrijver memoreert. William Dieterle, de regisseur. De regisseur, die uitverkoren werd om „Het Leven van Emile Zola" te vervaardi gen, werd op 15 Juli 1895 te Ludwighafen, Duitschland, als Wilhelm Dieterle gebo ren. De kunstenaar, die in den aanvang van zijn loopbaan door Max Reinhardt werd geprotegeerd, heeft aan vele Duit- sche films meegewerkt. Het was nog de tijd van de producten als „Der Pfarrer von Kirchfeld", „Die Weber", „Der Zigeuner baron". Maar in die periode openbaarde zich tevens de veelzijdigheid van Dieter- le's talenten, die ten slotte den aard van zijn loopbaan zou bepalen: de regie. Hij is de regisseur geweest, die de films als „Das Geheimnis des Abbé X", „Die Heilige und ihr Narr", „Ich lebe für Dich", Frühlingsrauschen", „Das Schweigen im Walde" vervaardigde. En toen kwam de klankfilm, die aan vankelijk in de Duitsche studio's tal van leidende persoonlijkheden op technisch en artistiek gebied tot wanhoop bracht. Die terle behoort tot de krachten, die er zich onmiddellijk van bewust waren, welke onbegrensde mogelijkheden de soundfilm bood. Als regisseur van „Eine Stunde Glück" toonde hij dit begrip op een wijze, die de instemming van de internationale filmwereld verwierf. De eerste film, welke Dieterle voor Warner Bros maakte, was „The dance goes on". Sindsdien 1930 is Dieterle in Hollywood en bij Warner gebleven. Hij regisseerde o. m. „Een kreet in den nacht", „Mannequin", „Madame Dubarry", „De Winton-Affaire", „Het leven van Louis Pasteur", „De Witte Engel". Er is in den loop der jaren reeds veel gesproken en geschreven over de vraag wat het meest de waarde van een film bepaalt. Is het de inhoud, het spel, de regie? Een probleem is het geloof ik niet meer. Men mag nog zoo hoog afgeven op de belangrijkheid van een groot artist, niemand zal wel meer geloo- ven, dat de spelers een film met een uitgesproken zwak gegeven door hun spel alleen belangrijk kunnen maken. Als de rol geen mogelijkheden biedt, faalt de grootste star. Hij zal trachten, te maken wat er van te maken valt. Als hij haar tenminste niet weigert te spelen. Maar steeds weer blijkt overduidelijk, dat het draaiboek de domineerende factor is. Afgezien van de eigenlijk vanzelfspre kende correcte oplossing van draaiboek- technische eischen, afgezien ook van den consequenten opbouw der handeling, zijn het toch steeds het gegeven en de daaraan ten grondslag liggende idee, die de be langstelling voor de film wakker roepen. De artisten zijn daar zelf ook maar al te goed van doordrongen. Een goed „boek" werkt, inspireerend en het behoeft wel geen betoog, van hoeveel belang het is of een rol met genoegen of met tegenzin wordt gespeeld. De toeschouwers zien maar al te gauw, of een acteur of actrice slechts op het doek is, of dat hij of zij zich werkelijk in de rol heeft ingeleefd. De rol van goed- of slecht-, gelukkig- of ongelukkig mensch. De artist vreest niets meer dan een rol, waarin hij zich niet kan uitleven. Uit dien hoofde behoort het zoeken naar goede onderwerpen en draaiboeken ook tot de grootste zorgen van den regisseur, die niet zonder meer naar opdrachten jaagt, doch zich door zijn artistieke aspiratie leiden laat. Erich Waschneck's nieuwe Fanalfilm der Ufa „Haar eigen Kind?" behoort zon der twijfel tot die films, die om hun inhoud de volle belangstelling van het publiek verdienen. Waschneck is steeds zijn eigen weg gegaan, dwars tegen overgeleverde begrippen in. Reeds langer dan twee jaren heeft de geschiedenis van deze film hem ernstig bezig gehouden. De tragische ge schiedenis van een moeder, die ontzagge lijk veel van haar kind houdt en door verschillende omstandigheden op een ze keren dag in twijfel komt te verkeeren of het haar kind wel is, of dat het in 't zie kenhuis met een ander verwisseld is. Maar ik wil over den inihoud der film hier niet verder uitwijden. Het was geen gemakke lijke opdracht, een film in scène te zetten, waarin twee kinderen, één van elf- en één van twaalf jaar belangrijke rollen te spe len hebben. „Maar dat was juist hetgeen mjj he. meest aantrok", zegt Erich Wasch neck. „Als er geen moeilijkheden zijn, is het werk maar half interessant. Ik geloof, de stof beheerscht ie hebben en ben nu nieuwsgierig hoe het publiek er op rea geert. Een dankbaarder thema dan dat van de liefde tusschen moeder en kind laat zich moeilijk denken. Het conflict is uiterst delicaat behandeld en werkt zoo natuur lijk, dat ook de oplossing aan het slot in geen geval als een happy end „um jeden Preis" aandoet. Het werken met deze twee jongens was ongelooflijk interessant. Zij voelden zich werkelijk Jo en Erwin en het was verbazingwekkend, zooals zij op onze raadgevingen reageerden." De hoofdrollen in „Haar eigen kind?" worden vervuld door Lil Dagover, Willy Fritsch en Maria von Tasnady. De beide jongens zijn Claus-Detlef Sierck en Eber- hard Itzenplitz. Erwin en Jo, de twee acteurtjes uit hiernevens genoemde Ufa-film. KERELS UIT EEN STUK. In Roxy-theater. Als we deze film zien, denken we ook aan onze „helden der zee". We zien hier de opvarenden van de Taroe, een Ameri- kaansch kustvaartuig, uitsluitend bestemd om ter hulp te varen overal waar die ge vraagd wordt, vechten met een vreeselij- ken orkaan. Met doodsverachting strijden ze om in nood zijnden te redden. En dan weer zien we deze „kerels uit één stuk" op ander terrein om de gevaren ter zee te verminderen: het opblazen van een ijsberg. Een drietal personen treedt hierbij vooral op den voorgrond: Medals, de bootsman, vader van de lieftallige Doris, en Steve en O'Shay, twee matrozen, beide verliefd op dit meisje. Beiden zijn goede kerels, flinke, sympathieke zeelui, O'Shay meer zorgeloos dan de ander en meer doortastend, waardoor hij méér indruk maakt op Doris dan Steve. De vader is echter op de hand van laatstgenoemden, omdat hij de zorgeloosheid van O'Shay haat, een karaktertrek die ook de zijne is, en hij weet maar al te goed waarheen die leidt. Vandaar een diepe haat tusschen hem en Doris' uitverkorene, een haat die hem er toe brengt te verzoeken O'Shay onder zijn bevel te plaatsen Veel wordt er tusschen hen tweeën gevochten, maar het ergste als O'Shay, nadat de lont in den Ijsberg is gelegd, zijn superieur uitdaagt en zy vechtende te water rollen. O'Shay wordt voor straf op het schip opgesloten en Medals, verlaagd in rang, vraagt ontslag uit den dienst. Maar dan komt een zware storm opzetten, die alle beschikbare mannen in het geweer roept. O'Shay wil niet achterblijven," hij weet zijn cel te ontsnappen en als hij dan doornat in den storm staat, ziet hij naast zich Me dals, die zijn zeemansbloed niet had kun nen bedwingen en ook mee uitgetrokken was. Een woordenwisseling, bijna een vecht partij en dan redt Medails zijn vijand, waarna hij zelf met het schip omkomt. Een emotioneele film, waarin we zee helden in hun element zien en ook in hun leven aan den wal. Het voorprogramma geeft, na een goed journaal met o. a. de wintersport bij Gar- misch-Partenkirchen en een overzicht van 1937, een aardige teekenfilm „De laatste post" en een grappige muzikale film „Alles met muziek". HET PROCES MET GESTOLEN DEUREN. Theater Harmonie. Een buitengewoon spannende film, zegt het programma en dat is het zonder twijfel. Een film, waarin het leven van de Berlijn- sche society wordt uitgebeeld en waarin de bankier Sparrenberg en zijn gezin op den voorgrond treden. Brigitte Sparrenberg is een alleraardigste vrouw en moeder van een twintigjarige dochter. Zij houdt van haar man en kinde ren en het leven schijnt haar alleen geluk te zullen brengen tot een misdadig type dat geluk hopeloos komt verstoren. Brigitte is als meisje gecharmeerd ge weest op den jongen baron Gaffris, die een internationale oplichter is gebleken. Hij heeft destijds van haar aanhankelijkheid ge profiteerd door haar in zijn zwendelpractij- ken te betrekken. Zij is er nog juist in ge slaagd aan zijn invloed te ontsnappen, toeji hij gearresteerd werd en een langdurige ge vangenisstraf tegemoet ging. Als Brigitte's dochter een volwassen meisje is, komt Gaffris vrij en dwingt Bri gitte, op straffe van chantage, hem behulp zaam te zijn om van haar man onder bedrie- gelijke voorwendsels een groot bedrag te leenen, waarbij hij valsche chèques in on derpand geeft. Brigitte zoekt den zwendelaar op in zijn zoogenaamde woning en haar dochter Ina komt achter de waarheid. Gaffris wordt vermoord gevonden en de moeder bekent, dat zij hem gedood heeft. Als de rechtbank op het punt staat, een vonnis uit te spreken, komt er een nog niet gehoorde getuige bin nen, die slechts spreken wil als de deuren worden gesloten. In besloten zitting doet deze getuige ver klaringen, waardoor de rechtbank Brigitte vrijspreekt en tevens besluit geen verdere vervolging in te stellen. Wie Brigitte redde moet men in deze spannende film zelf gaan zien. Alfred Abel en Olga Tschechowa als het echtpaar Spar renberg, Sabine Peters als de dochter en Ivan Petrovich als de misdadige baron geven in tal van boeiende scènes onberispe lijk spel. Paul Wegener heeft in deze film getoond, dat hij een knap regisseur is. Vooraf gaan eenige komisch éénacters, waarom men werkelijk kan lachen, wat actueel wereldnieuws en de gebruikelijke scr eensong. „SHALL WE DANCE". City-theater. Telkenmale weer, als men Fred Astaire en zijn onafscheidelijke partnerin Ginger Rogers ziet, en beleeft de fenomenale dans kunst, welke zij propageeren en uitvoeren, komt men tot de conclusie, dat we hier toch aan de grens van het uiterste staan in het bereiken van topprestaties. En bij elke nieuwe film van dit terecht wereldberoem de duo staat men verbaasd met welk een genialiteit, met welk een buitengewoon vernuft wederom nieuwe dansposes in het verhaal zijn geweven, waardoor men tel kens weer geboeid wordt. In „Shall we dance" komt een nieuw experiment voor, n.1. de rolschaatsendans en wanneer we spreken van 't uiterste aan beheersching van danskunst, dan doelen we op deze onvergetelijke scène. Daarin ligto.i. wel zoo'n geweldig talent, dat nimmers iets dergelijks geëvenaard zou kunnen worden. Het verhaal is au fond niet nieuw. Het is gebaseerd op het oude, beproefde thema. Fred Astaire is beroemd, Ginger Rogens is ook al beroemd, de een als bal let-danser, de ander als tap-danseres en nimmer hebben ze elkaar ontmoet. Die ontmoeting zal geschieden, doch heeft heel veel voeten in de aarde. Dat is nog maar zoo niet gebeurd. Er komt zelfs een over tocht van Europa naar Amerika per oceaan- stoomer aan te pas en zelfs dat is nog niet in staat Fred en Ginger bij elkaar te brengen. Doch de Amerikaansche pers heeft reeds begrepen, dat in deze historie geweldig sensationeele copie zjj en nog vóór de beide beroemdheden aan wal stappen, is. er in de Amerikaansche kranten reeds daverend aangekondigd, dat zy getrouwd zijn. Er blijkt tenslotte niets anders op te zitten dan maar te trouwen en dat geschiedt onder voorwaarde dat ze onmiddellijk weer zul len gaan scheiden. En juist dit laatste gaat natuurlijk ook niet door en het happy end wordt aar dig gevonden. Nogmaals, als dansfilm een der beste, die ooit vertoond is. Het voorprogramma bevat goed beweeg baar nieuws, een vlotte klucht en een goede documentaire film. EEN STAD OP STELTEN. (Geprolongeerd.) Victoria-Theater. Stan en Oliver of anders gezegd Laurel en Hardy zijn toch wel een paar bijzondere krachten op komisch gebied. Hun succes ge durende de afgeloopen week in het Victo ria-Theater is zoo groot geweest, dat de directie hen opnieuw voor een week heeft geëngageerd en zij zetten opnieuw de zaak op stelten. Daverend weerklinkt de lach om hun zotte prestaties. Eenig is dit maal ook hun dansen en zingen en bij 't zien van deze film vergeet men alle zwaarmoe digheid en wordt men eenige uren opgeno men in de sfeer der vroolijkheid. Ieder, die dus wat opvroolijking noodig heeft, weet waar hij deze week terecht kan. Met muzi kale gedeelte van de hoofdfilm is ook zeer goed verzorgd. Een uitgebreid voorprogramma gaat aan de klucht van Laurel en Hardy vooraf. Een viertal zeer goede journaals: Éclair, Ufa, Fox en Polygoon, een fijn muzikaal filmpje over het lied Anna Lauric, een alleraardig" ste geschiedenis van de bekende kindertroep met Spanky e.a., die weer heel leuk op dreef zijn, een gekleurde teekenfilm en een bijzonder geslaagde reclame-film voor haar nieuwste radiotoestel. De Stad op Stelten wordt dus wel goed ingeleid en 't geheele programma zal ook nu weer velen een paar aangename uren bezorgen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 12