!Bimtwtand Radionieuws ZaM W Pd*1* HeuiiieloH Storm giert over de landen. GEMENGD NIEUWS. VERSCHRIKKING Uit het Amerlkaanseh door HERMAN ANTONSEN. TWEEDE BLAD. Hoog water te Rotterdam. De Westerstorm heeft het water in den Nieuwen Waterweg te Rotterdam, steik op gestuwd, zoodat bij elk tij de peilschaal steeg. Zaterdagmiddag kwam het water in het oude stadsgedeelte rond Leuvehaven reeds over den kant. De loopplanken van in deze havens gemeerde schepen kwamen zoo steil te liggen, dat de schippers hoog en droog op hun schepen zaten geïsoleerd. Ook de riolen konden het water niet meer verwerken, zoodat op sommige plaatsen het water even over de straat vloeide, maar hierbij bleef het dan ook. Waar goederen op den loswal lagen, trok men in allerijl aan het werk om deze in veiligheid te bren gen. De gedeelten van de stad, die slechts indi rect in verbinding met het open water staan, zooals de vaarten achter de Hoog straat, kregen alleen hoog water langs de kaden. De sluizen bleken de watermassa's zeer goed te kunnen keeren en slechts een enkele keer kwam het water verder dan even op den kant. Doodelijk ongeval te Dordrecht. Zaterdagmiddag raakte de rijksveldwach ter S. uit Dubbeldam, toen -hij per fiets langs den hoek BleekerdijkSingel te Dordrecht kwam, door den krachtigen wind de macht over het stuur kwijt. Hij viel on der een juist passeerenden vrachtwagen van de wasscherij „Ozon" en werd zoodanig verwond, dat hij ter plaatse overleed. Wielrijder in botsing met vrachtauto. Vermoedelijk tengevolge van den krach tigen wind, kwam Zaterdag de 53-jarige H. Weeda, die per rijwiel over den Oudendijk te Heinenoord (Z.H.) reed, in botsing met een hem juist passeerende, achterop rijden de vrachtauto, waardoor hij tegen den grond werd geslingerd. Met een ernstige schedelbasisfractuur moest de ongelukkige in zeer ernstigen toestand naar zijn woning worden vervoerd. LAFFE AANSLAG ONDER TIEL. Vermoedelijk sprake van een mis lukten roofoverval. In den nacht van Zaterdag op Zondag is door een tot nu toe onbekend persoon in de Voorstraat te Lienden bij Tiel een schot hagel gelost op den achttienjarigen J. van Vessem uit Lienden, toen deze zich met paard en wagen van Ommeren huiswaarts begaf. Van V. werd in het hoofd getroffen, maar verloor zijn bewustzijn niet en wist het paard dat het door het schot op een loopen gezet had, bij een woning, waar nog licht brandde, tot stilstand te brengen en hevig bloedend vluchtte v. V. hier binnen. Onmiddellijk werd medische hulp inge roepen, de gevolgen van het schot bleken niet zoo ernstig te zijn, als het zich liet aan zien, doordat de dader gelukkig iets te hoog gericht had, waardoor een groot gedeelte van den hagel den getroffene geschramd had. Na verbonden te zijn werd v. V. naar de ouderlijke woning vervoerd. Omtrent de motieven van den aanslag bestaat nog geen zekerheid. Men houdt echter ernstig reke ning met de mogelijkheid van een poging tot overval met het doel het slachtoffer te be- rooven, omdat het algemeen bekend is, dat v. V., die met koloniale waren langs de huizen gaat, 's Zaterdagsavonds laat over dit zeer stille weggedeelte komt en dan meest al een groot bedrag aan geld bij zich heeft. Doordat het paard er vandoor ging kon de berooving niet volvoerd worden. EEN REM VOOR HET AUTOMOBIEL- VERKEER. Het beginsel, door onze regeering toege past om de dringend noodzakelijke ver nieuwing onzer groote verkeerswegen, mits gaders den niet minder noodzakelijken bouw van bruggen over onze groote rivie ren, te bekostigen uit een verkeersfonds waarvan de millioenen in hoofdzaak zijn opgebracht door de automobilisten, is in ze keren zin te verdedigen. Men kan namelijk tot zekere hoogte accoord gaan met de over weging die hierbij stellig heeft voorgezeten, dat de automobilist behoort tot een welge stelde categorie van belastingbetalers. Voorts ligt het voor de hand, dat men voor een vlotte afdoening van deze ingrijpende fis cale aangelegenheid allereerst diende aan te kloppen bij hen van wie men veronderstel de, dat zy de gelden zóó maar voor het grij pen hadden. Dat deze veronderstelling hoogstens voor 10 juist was heeft men blijkbaar niet begrepen. Wat een kwart eeuw geleden gold, geldt vandaag niet meer. De auto, die toen een zuiver luxe-object was, als men wil zelfs een kapitalistisch attribuut, is op het oogen- blik in hoofdzaak een noodzakelijk ver keersmiddel voor zakelijke doeleinden. Een andere vergissing is geweest, dat men de nieuwe wegen en bruggen heeft willen be schouwen als een belang waarvan uitslui ten het automobielverkeer profiteerde, ter wijl toch elk ander verkeer daarmede in ge lijke mate gediend werd. Per slot van reke ning zal niemand kunnen ontkennen, dat een goed wegennet met behoorlijke rivier overgangen een landsbelang is, evengoed als eer vlot automobielverkeer. Zoowel de steden als het platteland zijn met dit verkeer gebaat en in breede kringen heeft men het dan ook als een onbillijkheid gevoeld, de kosten van wegen en bruggen hoofdzakelijk op het automobilisme te verhalen. Dat men ten slotte vele millioenen uit het Verkeers fonds heeft aangewend om de spoorwegen en zelfs de binnenscheepvaart uit den nood te helpen, wijst op een matelooze overschat ting van de draagkracht van het automobi lisme. De kip met de gouden eieren is ten laatste door hardhandige fiscale manipula ties van den leg geraakt. De statistiek wijst uit dat er stagnatie in de toename van het aantal auto's in ons land is gekomen. Nog minder opwekkend is, dat er thans duizen den sterk verouderde en half versleten auto's in circulatie zijn die al lang door nieuwe vervangen behoorden te zijn. Ver nieuwing blijft uit angst voor den fiscus. Dat er gedurende de wintermaanden nog maals duizenden auto's worden „opgelegd" ter besparing van aenige termijnen wegen belasting en van een flinke benzinereke ning, dit alles wil zeggen dat de fiscus te hard knijpt, en daardoor voor een steeds grooter wordend tekort komt te staan. De brave kip wordt geslacht! Van een kwijnen den automobielhandel valt weinig belasting te innen. Ook by de inkrimping van perso neel in deae branche spint niemand zijde. Automobilsten de met halfsleetjes rijden zijn geen dankbare belastingobjecten. We genbelasting rendeeren niet meer wanneer duizenden auto's worden opgelegd! Kortom met als onze mooie wegen en bruggen gaat het verkeer waarvoor ze werden aangelegd, hard achteruit. Wie van den veel te hoogen belastingdruk hooge winst mocht hebben verwacht, zal weldra moeten erkennen dat het een dure vergissing is geweest. Onder deze pressie kan geen enkel bedrijf in leven blijven, ook niet het bedrijf van den fiscus zelf! VERSCH BROOD AAN HET ONTBIJT. Comité van actie werkt onver moeid verder. Het comité van actie voor versch brood aan 't ontbijt heeft dezer dagen te Amster dam vergaderd. Uit de ontvangen verkla ringen is gebleken, dat door de hoteliers de door minister Slingenberg getroffen maat regelen ten zeerste worden gewaardeerd en vrywel algemeen als een verbetering voor hun bedrijf worden beschouwd. Het comité stelde voorts met voldoening vast, dat het belang van versch brood voor het Nederlandsche volk ten departemente blijkbaar ook wordt ingezien, getuige het feit, dat bij elke feestelijke gelegenheid aan de bakkers wordt toegestaan vóór het bij de wet vastgestelde verkoopuur versch brood te verkoopen. Het comité meent hieruit te kunnen vast stellen, dat het beschikbaar zijn van versch brood door het Nederlandsche volk zeer op prijs wordt gesteld. INSPECTEUR VAN POLITIE GESCHORST. Dezer dagen is door den hoofdcommis saris van politie te Amsterdam een in specteur, dienstdoende bij de centrale recherche, voorloopig in zijn functie ge schorst, omdat hij enkele inlichtingen had verstrekt aan een verslaggever, welke niet voor de pers waren bestemd. De bei de berichten, waarom het gaat, betroffen resp. een arrestatie, die geschiedde op verzoek van den burgemeester van Pur- merend en de aanhouding van een heler. Het optreden tegen dezen politie-inspec- teur zou naar het „Volk" weet te melden, zijn oorzaak vinden in het feit. dat er af en toe mededeelingen over interne aange legenheden van het politiecorps in bladen verschijnen, hoewel aan <?e ver schillende hoogere politie-amb'.enaren 't consigne is gegeven, daarover het zwijgen te bewaren. Sinds eenigen tijd, aldus het „Volk", bestaat bij de corpsleiding de in druk, dat er lekken zitten bij de politie, waardoor berichten over misdrijven zoo wel als gegevens over het corps de pers bereiken. In overleg met den hoofdinspec teur der centrale controle is naar deze lekken een onderzoek ingesteld en daarbij is het middel te baat genomen, telefoon gesprekken vast te leggen op een was plaat of op de rol van een dictafoon. Toen dan ook op 17 Januari 'n telefoongesprok plaats had tusschen den inspecteur en den verslaggever was het bewijs meteen gele verd. De gegeven inlichtingen mochten nog zoo onbelangrijk zijn. de corpsleiding nam aanstonds aan, het lek te hebben ge vonden. - Naar het „Volk" verder mededeelt, is daarop de bewuste verslaggever, die op het oogenblik in Soestdijk vertoeft, door enkele politiebeambten gehoord. Daa'bij werd hem de geheele inhoud van het ge sprek, dat hij op 17 Januari met den in specteur had gehad, voorgelezen en de verslaggever kon niet ontkennen, dat hij daarvan meer afwist. Intusschen wil dit niet zeggen, dat de thans geschorste in specteur inderdaad het gezochte „lek" is. Volgens het „Volk" wil men echt:r door dezen inspecteur met ontslag te bedrei gen, hem of den betrokken verslaggever dwingen bekend te maken, zij het ver trouwelijk, wie de mededelingen ever de interne organisatie der politie aan de pers heeft verstrekt. BELANGENGEMEENSCHAP IN LEVENSVERZEKERINGBEDRIJF TUSSCHEN ALGEMEENE FRIESCHE EN GROOT-NOORDHOLLANDSCHE. Tusschen de Algemeene Friesche Le vensverzekering Maatschappij, Onderlinge Maatschappij te Leeuwarden opgericht 1844, en de Vereeniging van Levensver zekering en Lijfrente ..6e Groot-Noord- hollandsche van 1845" te Amsterdam is naar wij vernemen dezer dagen een belangengemeenschap tot stand gekomen. Beide instellingen behouden hun zelfstan digheid. Door wederzijdsche benoeming van commissarissen en bestuursleden voor zoover de thans geldende statuten zulks nu reeds toelaten en door een in voorbe reiding zijnde statutenwijziging, die dit nog verder mogelijk zal maken, zal bij beide instellingen eenzelfde directorium en eenzelfde college van toezicht gevormd worden. Dit zal tengevolge hebben, dat niet al leen het acquisitie-apparaat van iedere instelling (de z.g. buitendienst) voor beide instellingen zaken zal kunnen doen, het geen den aanvoer van nieuwe verzekerin gen zal kunnen doen stijgen, maar ook de geheele bedrijfspolitiek volgens dezelfde beginselen zal worden gevoerd. Wat dit laatste betreft, hadden beide instellingen reeds veel punten gemeen, hetgeen blijkt uit de zeer hoog berekende premie-reser ves, de groote extra-reserves en de solidi teit der beleggingen. Van het financieele belang der overeen komst kunnen de volgende cijfers eenige denkbeelden geven, per ultimo 1936. Verzekerd kapitaal: Alg. Friesche 294.493.202, Groot Noordhollandsche 49.291.733, totaal 343.784.935. Premiereserves: Algemeene Friesche 84.539.171 Groot-Noordhollandsche 10.056.443, totaal 94.595.614. Extra-reserves: Alg. Friesche 8.701.760, Groot-Noordhollandsche 2.074.77 to taal 10.776.531. De heeren mr. W. C. Wendelaar te 's-Gravenhage, ir. F. C. Dufour te Haar lem en W. J. van Vloodorp te Haarlem, de twee eerste bestuursleden, de laatstge noemde directeur der Groot-Noordhol landsche, zijn benoemd tot commissarissen der Algem. Friesche, de heeren mr. P. A. V. baron van Harinxma thoe Sloten te Leeuwarden, Th. M. Th. v. Weideren ba ron Rengers te 's-Gravenhage en dr. W. A. Poort te Oosterbeek, commissarissen der Alg. Friesche, zijn benoemd tot bestuurs leden der Groot-Noordhollandsche. Zoodra de noodige statutenwijzigingen van kracht zullen zijn geworden, zullen nadere mededeelingen worden gedaan omtrent verdere daaruit volgende benoe mingen in de toezicht houdende colleges en omtrent definitieve formatie der di recties. De heer L. J. van Vloodorp is voorloo pig tot waarnemend directeur en de heer dr. R. van der Hoek tot adjunct-directeur van de Groot-Noordhollandsche benoemd. DE STRIJD VAN DE „TINGE" TEGEN DE ELEMENTEN. Kranig optreden van den radio telegrafist. Het Ned.-Panameesche s.s. „Tinge" zond Zaterdagavond zijn S. O. S. seinen den aether in. Deze werden opgevangen door schepen op de Noordzee, door sleepbooten in de haven en ook door Scheyeningen-ra- dio, die ze verder doorgaven: O. S. wij verkeeren in nood". Een tijdlang duurde de radiotelegrafische verbinding. De „Hol land" snelde te hulp. Maar plotseling zweeg H.P.G.Z. (De roepteekens van de „Tinge".) Groot was de angst in den familie- en vriendenkring der 21 opvarenden, twintig Nederlanders en een Deen. Maar gelukkig kwam Zondagmorgen de blijde tijding: de „Tinge" is op weg naar IJmuiden. Alles is wel aan boord en Zondagavond omstreeks kwart voor negen was het stoomschip vei lig in de middensluis. Het schip maakte nog slagzij en toonde op vele plaatsen de gevol gen van de zware zeeën, die het in deze moeilijke dagen over boord had gekregen. De marconist T. A. B. Visser ging in de sluis van boord en van hem vernamen wij het een en ander over deze reis vol avon turen en vol strijd tegen de elementen. Za terdag 22 Januari j.1. was de „Tinge", een boot van ruim 1700 ton uit Skonvik in Zweden vertrokken met een lading hout, bestemd voor Huil, en een week later ge raakte het vaartuig, dat 'n hoogen deklast had, in een vliegenden storm. De „Tinge" werd hevig heen en weer geslingerd en het gevolg was. dat de deklast ging werken en het schip zwaar slagzij maakte. Het werd een prooi der elementen. De radio deed haar werk. De marconist gaf zijn S. O. S.-seinep en toen kapten de matrozen de sjorringen van den deklast. Een groote hoeveelheid hout ging over boord. Dit gaf eenige opluchting De „Tinge" kwam wat overeind, maar het beteekende voorloopig het einde van „H. P. G. Z.", want met den mast ging ook de antenne overboord. Vuurpijlen werden af gestoken, maar er kwam geen hulp opda gen. Kapitein Catlenger en zijn wakkere bemanning voerden een zwaren strijd en de marconist had de bijna bovenmenschelijke taak een nieuwe antenne te maken, waarin hij tenslotte slaagde door een verbinding op den voormast, die overeind bleef staan. Een Glimlachje „Neen, wacht U eens even, mijn heer de kunstenaar, het is veel beter, dat ik het gezicht zelf be schilder!" 2 Voor de programma's van morgen (Na- tionalen Feestdag) verwijzen wij naar de publicaties in onze courant van 20 Januari, waarbij wij adviseerden de programma's uk te knippen. Plaatsgebrek verhindert ons de program ma's nog weer op te nemen. kranig stukje van dezen jongen marconist, die pas in Mei van het vorig jaar naar z»e ging. Toen kon aan de spanning, die overal heerschte over het lot van de „Tinge", e«n einde gemaakt worden. Zaterdagnacht één uur had de marconist verbinding n)«t „Blavand-radio", op de Westkust van De- nemarken, die het bericht doorgaf naar Scheveningen-radio. Maar de „Tinge" zou nog menig moeilük uurtje moeten doonijg. ken, want de storm bleef aanhouden en bovendien was de sjorring van den dekisst in de schroef geraakt, zoodat men slecht» langzaam kon draaien. Gelukkig was 4e schroef spoedig weer vrü en nu ging hat met volle vaart naar IJmuiden, waar het schip Zondagavond behouden arriveerde. Sleepbooten van het bureau Wijsmuller as* sisteerden het naar de middensluis. Voor. loopig bleef de „Tinge" in IJmuiden liggen in afwachting van nadere orders. Er was ondanks het late uur en het slechte weer veel belangstelling op de sluis. Ammoniakketel gesprongen. - Zater dag is in de Coöp. Stoomzuivelfabriek „Hol- landia" te Valkenswaard (N.B.) een ammo- niak-ketel gesprongen, waarbij de machinist Versantvoort zoodanige ernstige brandwon den opliep, dat hij levensgevaarlijk gewond in een nabijgelegen woonhuis moest worden binnengedragen, waar hem geneeskundige bijstand verleend werd. Het slachtoffer is ongehuwd. Lijk van vermisten man opgehaald. Uit het water van de Hobbemakade te Am sterdam opgehaald het lijk van den heer J. J. Leyns, die sinds 20 Januari j.L werd ver mist. Geld gestolen, bestemd voor uitkeerf^ aan werkloozen. - Ten nadeele van dé Mo derne Leidsche Werkloozenvereenigtag, welke haar zetel heeft in het Volksgebouw te Leiden, is Zaterdagmiddag uit een ge sloten schrijfbureau, staande in een afge sloten lokaal, een bedrag van 740 ont vreemd, dat 's avonds aan de leden zeu worden uitgekeerd. Het geld was afkomstig van den gemeen telijken dienst voor sociale zaken, onder garantie-verleening van den Leidschen Be- stuurdersbond, die dus voor deze som aan sprakelijk was. De L.B.B. is echter tegen inbraak verzekerd. Zaterdag is hetzelfde bedrag van den gemeentelijken dienst ont vangen, zoodat de uitkeering tooh doorgang vond. Sleepboot gezonken. - Zaterdagmiddag is tengevolge van den storm de sleepboot „Volharding 1", kapitein Marconi, met de sleepschepen Anna en Trudia, van Antwer pen op weg naar Dordrecht, op de Oogter- schelde nabij Stavenisse gezonken. De drie opvarenden wisten zich zwemmende te red den. De beide sleepschepen werden door het motorschip „Maurits 2" in de vlucW- haven te Zijpe binnengebracht. Bouwe Vlas naar Engeland. De com mandant van het Leger des Heils in Neder land, de neer Bouwc Vlas, vertrok gisteren naar Londen, waar in de komende dagen onder leiding van Evangeline Booth belang rijke aangelegenheden ter sprake zullen komen betreffende de leiding van het Leger des Heils in verschillende landen in dgn tegenwoordigen tijd. Uit de N.S.B. getreden. - Naar w« ver nemen heeft de heer G. R. Bouman te O1®1"" dum, groepsleider, tevens lid van den raad van discipline en een der eerste strijder* van de N.S.B. in het Noorden, als lid van d* N.S.B. bedankt. Brand in de Residentie. - Zaterdagnacht brak brand uit in de opslagschuur van d® carosserie- en wagenfabriek P. Kraayevel®, aan den Loosduinscheweg te Den Haag. D® brandweer slaagde erin het vuur spoedig onder de knie te krijgen, zoodat na rui™ 'n uur blusschen, de brand vrijwel gedoofd was. In de schuur bevonden zich eenige opd**' deelen van wagens, voornamelijk wielen- I'tfA i» Wat vreemd en dwaas, dat een zeeman schreien kondie tafelbediende daar. Ja, ze wist zeker, dat hij wel tafel ge diend had... een groote, stoere Zweed- sche jongen, die minstens zeven tanden miste. Ze had het gezien, toen hij lachte. Maar nu stond hij te huilen en dikke tra nen dropen langs zijn wangen... Wat moest dat zeildoek atrak om dat arme ge zicht heenzittenI en ik ben ver van het vaderhuis Leidt gij mij Het was net, of mijnheer Gans geen echte zeeman was geweest. Marconisten waren immers geen echte zeeluidie wa ren niet één met zee en wind die hoor den er niet thuis enKapitein Sohme gaf zwijgend een teeken met de hand; en Swithers stapte met strak gelaat naar het zeildoek toe... „Ik verlang niet meer te streven naar De plank werd schuin omhoog getild. „Moet het? Moet u heuschhoorde zij zichzelf zeggen en de zware hand van den kapitein legde zich rustig op haar arm en ze hoorde hem fluisteren: „Zingt u alstu blieft door, mevrouw „Leidt gij mij voortDie vreeselijke plons „Om eeuwig daar te blijven". En de jonge Swithers zei: „Dag ouwe jongen!" Onmiddellijk na de uitvaart kwam Val cour bij kapitein Sohme en de Eastern Baij vervolgde haar koers. Zijn gelaat stond betrokken en een weinig somber. „Indrukwekkend en treurig, kapitein!" zei hij. „Jammer, dat miss Sidderby even ophield met zingen. Ik dacht, dat het mis zou loo pen. maar ze herstelde zich gelukkig gauw. Ik heb een andere meening over haar ge kregen, Valcour. Ze is een lieve, goede vrouw en ik ben van haar gaan houden". „Ze heeft eigenaardige en fijngevoelige eigenschappen". Ze waren bij den ingang der kapiteins hut gekomen. Toen ze binnen waren, sloot de kapitein de deur achter zich. Hij liep terstond naar zijn kast en haalde er een flesch brandy met twee glazen uit. Hij schonk ze vol en schoof er een naar Val cour toe. „En vertelt u nu eens, wat bent u wijzer geworden tijdens de uitvaart uit de gezich ten der aanwezigen? Bent u er achter, wie de schuldige is, zoodat we hem terstond in boeien kunnen slaan?" Valcour keek den kapitein ernstig aan en in de stilte der hut was zijn stem nau welijks hoorbaar. „De man, dien we moeten hebben, is niet heelemaal normaal", zei hij. Het vermoeide gezicht van den kapitein betrok nog meer. „Moet er dat ook nog bijkomen op zoo'n ellendige reis?" Hy zat roerloos op den rand van zijn kooi, zwaar en breed tegen den donkeren houten achtergrond. „Ik heb nog al eens een krankzinnige aan boord meegemaakt vervolgde hij. „Op de Belle, een pakketboot, die op Bom- bay voer. Die gek sneed drie lui den nek af met een tafelmes, dat hij uit de kombuis gestolen had en in zijn laarzen onder zijn broekspijp verstopt had. Hij brak los en sprong overboord. De hoofdmachinist ik was toen zelf derde stuurman sloeg hem, toen hij weer langs den ankerketting aan boord wilde klauteren, met een ijze ren handspaak op zijn hoofd. Heb ik al verteld, dat we juist in een heven lagen? Het water zag geruimen tijd rood van het bloed. Als ik moest verwachten, dat we iets dergelijks aan boord zouden meema ken, dan zou ik graag alle passagiers tege lijk in boeien slaan, al zou het me mijn baantje kosten". Kapitein Sohme zakte een beetje in el kaar en zijn hulpeloosheid uitte zich in zijn gedempte stem. „Ze zouden me zeker ont slag geven, ziet u? Ik kan toch niet naar de reederij toegaan en zeggen: „Kijk eens hier, omdat onze marconist vermoord werd, heb ik al onze passagiers achter slot en gren del gezet". „Jü bent zelf gek geworden", zouden ze tegen me zeggen. „Tot nog toe ben je een uitstekende kapitein geweest, maar nu ben je stapel geworden. Wij be steden handenvol geld voor advertenties en het opbouwen van een passagierslijn en als er dan iemand dood gaat en jü denkt al leen maar, dat hü vermoord is, omdat hü een paar striemen in zün nek heeft en een stukje onbeschreven papier in zün hand want dat zün uw eenige gegevens, niet waar? daarom ga jü dan hals over kop die duurbetaalde passagiers als boeven op sluiten! Waarob heb je de bemanning niet verdacht, als je dan toch iemand verden ken moest? Van de bemanning kun je er zooveel in boeien slaan, als je zin hebt" Neen, neen, mijnheer Valcour, ze zouden me op slag op straat zetten. Als ze me mün commando ontnemen, dan ben ik voorgoed een verloren man. Ik heb meer van die ontslagen stakkers gekend. Het zün net oude, opgelegde schepen, die alleen nog maar wachten op den alooper". Weer had Valcour het gevoel, als leefde hü in een dichten mist, de hem ieder uit zicht op het vreemde en raadselachtige ge val totaal benam. „Ik heb het oog niet op de krankzinnig heid, die u bedoelt, kapiteinop geweld dadigheid, waarover u het zooeven hadt. Ik heb het over een abnormaliteit, die ieder van ons eigen is, alleen komt ze niet zoo sterk naar voren, als in dezen man". Kapitein Sohme stoof in onbeheerscM® drift op: „Deze man... deze man! WtlE* man?" Valcour haalde de schouders op. „Dat weet ik nog niet. En daarom juist, dat hü meer dan abnormaal i*- mooi klinkende naam voor krankzinnig heid". „Ik snap niet, wat u bedoelt en ik vQ^ me bitter teleurgesteld over die nog hangende onzekerheid, münheer Valcour- „Laat ik zoo duidelijk mogelyk enkel normaal en volkomen re°el% mensch pleegt een moord. Deze m,n n er, naar ik meen, reeds twee gepleegd: e« in New-York en nu op münheer Gans- zeg, dat hü buitengewoon abnormaal omdat ik vast geloof, dat hat een van op* passagiers is. Als dat zoo ia, dan hebt»® we al met hem omgegaan van hat b®®l van onze reis af en niemand onzer W iets ongewoons aan hem ontdekt. Hü hee zich op geen enkele manier verraden.P® is sluw en dat is een sluwheid, die voorkomt bü de allerabnormaallte we schen. Daarom zei ik dat hü krank*i#nl® is „Maar denkt u dan niet, dat hü hgt staat is, een voorsnymea te stelen en^ in B wilde weg ermee te gaan moorden?" „Neen, kapitein, niets van dien J Zün doel ligt in de onmiddeUüke nabüh®^ van mevrouw Poole, als zü*elf het al n ia". Kapitein Sohme maakte een gebaar v wanhoop. (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 10