EEN BLIJDE DAG VOOR ORANJE. DE AFSTAMMING VAN DE JONGSTE ORANJE-TELG. VAN VREUGDE-DAGEN EEN JAAR HUWELIJKS-GELUK iN~EEN BEZEGELD MET DE GEBOORTE DROEF BERICHT. VAN EEN KIND. BLOEDVERWANTSCHAP TUSSCHEN VAN WILLEM DEN ZWIJGER DE BEIDE OUDERS. NAAR PRINSES JULIANA. Oranjeboomspruit, schiet uw iahhen naar de wolken, Uw wortels al grondwaart Ik endigde mijn lied: 't gedij tot Wethelms prijs, En U tot eeuwige eer, O, Hollands paradijs l LukzaaIge Vorstenwieg! 't zij U te dank gezongen, Wiens naam klinkt overwijd, op zoo veel duizend tongen. Het Nederlandsche Vorstenpaar is een kind geboren! Een kind van koninklijke bloede, een loot aan de stam van Oranje en daarmee een gebeurtenis scheppend van schier ongekenden omvang. Neerland kan nu jubèlen, zal nu juichen en uiting geven aan spontane vreugde, want ook aan Neerland is dit Kind geboren. En terwijl over heel de aardbol de mare van dit groote nieuws verspreid wordt, terwijl tot in alle uithoeken der wereld de radio-seinen met dit sum miere bericht elkaar kruisen, zijn daar in het koninklijk paleis te Soestdijk twee menschen, naar Wie ons aller gedachten thans uitgaan. Het zijn de vader en de moeder, die als elk jong-gehuwd echtpaar, wien het vaak onwezenlijk geluk van een eerstgeborene te beurt valt elkaar diep in de oogen hebben gezien en omstraald worden door een machtig geluk. Als met één slag is alle leed van de laatste maanden verdwenen, beiden denken niet meer aan dat, wat achter hen ligt. Slechts een onuitspre kelijk gevoel van dankbaarheid zal uit Hun beider harten spreken. Zoo willen we dit'koninklijk Ouder paar zien, een gewone vader en moeder, aan wie een aardscfi geluk bereid is. Herinneren wij ons niet als den dag van gisteren, met welk een enthousiasme het nieuws van de vorstelijke verloving de ronde deed. Wie is die prins Bernhard, vanwaar komt Hij, hoe heeft onze Kroon prinses Hem leeren kennen? Het waren evenzoovele vragen als waarop we in de eerste oogenblikken evenzoovele antwoor den moesten schuldig blijven. Eerst uren later kwamen allerhande bijzonderheden binnen druppelen en toen de eerste begeer ten naar nieuws bevredigd waren, wilde ons volk den Prins zien. In dichte drom men trok men naar de koninklijke resi dentie en diegenen, wie het geluk van 's Prinsen eerste officiëele kennismaking met zijn nieuwe land te beurt viel, zullen niet licht vergeten, welke ontroerende oogenblikken zich daar voor hun oogen afspeelden. Met een slag was Prins Bern hard populair, zijn ongedwongen wijze van handelen, zijn innemend, vaak oncon ventioneel optreden; direct reeds na zijn bin ler.treden in ons land, deden stormen derhand duizenden harten voor hem open gaan. En dag aan dag volgde men gespannen hoe dit vorstenpaar zich door de talrijke kennismakingen heen sloeg. De stem van den Prins door de radio in alle hoeken des lands waarneembaar, bestempelde meer dan welk bericht of welke foto ook den Prins tot een prettige, sympathieke per soonlijkheid. Dagen van vreugde om dit Oranje- gebeuren volgden en in bijna elke stad, in elk dorp of gehucht werden feestelijkheden op touw gezet. Geen stad zóó groot, geen dorp zoo klein, overal zou Oranie-vreugde zijn. Na korte maanden van telkens weer klinkend gejubel om het vertrouwen in de toekomst, om de waarde van een hecht voortzetten van de dynastie, werden reeds de voorbereidingen tot het vorstelijk huwelijk getroffen. Dat eerst zou 't hoogtepunt van alle festi viteiten gaan worden en in meer dan één opzicht gaf de Residentie het voorbeeld in het voorbereiden van een grootsch feest. Over den blijden dag zelf behoeven we toch waarlijk niet meer in bijzon derheden 4e treden, hij ligt ook al is het dan een jaar geleden daar voor nog te versch in ons geheugen en het zou dit korte overzicht onnoodig langdradig maken. Journalisten en fotografen deden de tective-werk om uit te vinden, waarheen de huwelijksreis zou zijn en terwijl de machtige rotatiepersen nog in duizendvou dig toerental den volke verhalen en foto's wenschten op te disschen over het juist voltrokken huwelijk, reed daar in donkeren nacht een kleine auto, bestuurd door den Hoogen Bruidegom en naast hem een lief tallig bruidje, beiden fijntjes genietend van de rust, zoo plotseling gekomen na dagen van inspanning, na uren var hoog spanning. Krynica in Polen, daarheen wendde de Prins het stuur en eerst nadat men abso luut zeker wist, dat niemand hen meer verzolgde, kon een rustig tempo worden ingezet. De witte, schier eindelooze sneeuwvelden in Polen, zij zijn de uitverkoren plek, waar Prins en Prinses hun welverdiende rust gaan nemen. Skiën, wandelen, rusten, daf is het loon na maanden van voortdurend gespannen leven. Een uitstapje naar Krakau en weer terug naar het oord van vergetelheid en het Ne derlandsche volk, dat Hun Beiden dit ver- poozen zoo gunde, vroeg niet meer om be richten, wist, dat alles goed ging Per auto wordt de reis voortgezet naar Boedapest, waar het jonge paar enthousiast wordt begroet. Tochten langs steden en dor pen, ver van huis en ver van elke beslom mering, brengt hen tot Weenen, waar lan gen tijd gerust wordt. Van Weenen naar Zeil am See, il n'y a qu'un pas! Daar ontmoet het Paar Koningin Wilhel- mina en samen trekken de Hooge Gasten naar Innsbrück, Mitter Sill, Rome, Monte Carlo en via de Rivièra en Parijs, alsmaar per auto,' huis-toe. Dan is de pret gedaan, een reeks nieuwe gebeurtenissen staat te gebeuren. Eerst is daar de plechtige installatie als lid van den Raad van State, gevolgd door de „blijde incomsten" in Baarn en Soestdijk en dan als rustpoos bedoeld een bezoek aan slot Ree kenwalde in Duitschland. Eind April komt het jonge echtpaar weer in Nederland. Steeds oplaaiend blijft de vreugde, waar Prinses en Gemaal verschijnen. Rotterdam en Amsterdam, beide ontvangen 't Vorsten paar met open armen. Begin Mei gaat het prinselijke echtpaar naar Buckingl.am Palace in Londen, Neer- land's waardigste vertegenwoordiging bij de Kroningsfeesten van Koning George VI. En eerst o_> 22 Mei keeren Zij met de „Java" naar Nederland terug. En niet zoodra is weer voet aan wal gezet of diverse standbeeld-onthullingen staan op het programma; de „Piet Hein" wordt aan geboden, de Jamboree-jongens weten zich het Hooge Echtpaar in hun midden en slechis vrede en geluk worden Prinses Juliana en Prins Bernhard deelachtig. En reeds zal December zijn intrede doen of kort daarvoor trekt een diepe schaduw over den lands, de Prins krijgt het droeve auto-ongeluk en geneest eerst heel lang zaam van zijn verwondingen. Het tijdperk van geduldig lijden in het Burgerziekenhuis breekt aan Doch dit alles vervaagt in een oogwenk bij de gedachte aan het Kind, dat thans aan Oranje is geboren. Een kind van Oranje is geboren! Hoezee, hoezee, hoezee!! KRONINGSBAL H.K.H. Prinses IN ALBERT HALL TE LONDEN. Juliana en Prins Bernhard waren ook tegenwoordig. Onze Kroonprinses, toen zy in Haar eerste levensjaar was. De beteekenis van Willem den Zwijger zoowel voor Nederland en zijn geschiedenis als voor de ontwik keling van het Oranjehuis op Neder- landschen bodem staat onomstootelijk vast. Hetgeen intusschen niet weg neemt, dat de koningen uit dit Oran jehuis, die gedurende de 19de eeuw over Nederland hebben geregeerd, niet in mannelijke lijn uit dezen grooten Oranjevorst zijn gesproten. Onze Koningin, van wie het bekend is, dat zij niet ten onrechte Prins Willem I en Koning-Stadhouder Wil lem III tot de grootsten rekent van haar ge slacht, is geen afstammeling van den laat ste, wiens huwelijk kinderloos bleef en wiens erfenis daarom op de Friesche zijtak der Oranje's overging; zy is met den Zwy- ger slechts verbonden eenerzijds door het huwelijk, dat Albertina Agnes, een der dochters van Frederik Hendrik, met haren Frieschen neef Frederik Willem aanging; anderzijds door de echtverbintenis, die Al bertina Agnes' zoon, de Friesche Stadhou der Hendrik Casimir II sloot met het nich tje, voortgekomen uit het huwelijk van een andere dokter van Frederik Hendrik, de om haar geest en stranderheid bekende Hen- riette Catharina, gehuwd met den Prins van Anhalt-Dessau en zoodoende moeder van den ouden Dessauer, die tot de bekende krijgsoversten van Frederik den Groote be hoorde. Wat voor de Koningin geldt, geldt voor de thans van geluk stralende vorstelijke moe der, Prinses Juliana, in gelijke mate. Toen Koning-Stadhouder Willem III, des Zwijgers achterkleinzoon, door een noodlottig onge val vroegtijdig zijn leven beëindigde, was een betrekkelijk verre bloedverwant, Jan Willem Friso, de zoon van Hendrik Casimir II, zijn aangewezen erfgenaam. De beide takken van de oude Nassau-sche familie werden daardoor niet alleen op gelukkige wijze vereenigd, maar het stadhouderschap van alle zeven gewesten scheen langs dezen weg op éénzelfde hoofd te komen. Jan Wil lem Friso, de jeugdige krijgsheld, alleszins aangewezen om een belangrijke rol op het wereldtooneel te spelen, verongelukte in het Hollar.dsch Diep; zijn eenige zoon, die door zijn echtgenoote nog onder het hart gedragen werd, toen haar deze verpletteren de tijding bereikte, de latere Stadhouder Willem IV, heeft, zij het ook eerst in 1747, dit zevenvoudig stadhouderschap verkregen. Van dezen Jan WJlem Friso stamt recht streeks onze Koningin af, die aldus een af stammeling is van des Zwijgers oudsten broeder, den vermaarden Jan de Oude, de ontwerper van de Unie van Utrecht. Zijn zonen Willem Lodewijk en Ernst Casimir volgden elkander in de noordelijke stadhou derschappen op, gelijk Hendrik Casimir I, wegens gebrek aan afstammelingen, deze op zijn broeder Willem Frederik over bracht. Gelijk Kening-Stadhouder Willem III de achterkleinzoon was van den Zwijger, was Hendrik Casimir II achterkleinzoon van Graaf Jan van Nassau. Toevalligerwijze stamde ook wijlen de Koningin-Moeder, zij het niet in de rechte lijn, van Jan Willem Friso, en daardoor zoowel van Graaf Jan als van den Zwijger af. Koningin Emma's Moeder toch, van zichzelve een Prinses van Nassau, kwam voort uit de afstammelingen van Prinses Caroline, de oudere zuster van Prins Willem V, met den Vorst van Nassau- Weilburg gehuwd. De Grondwet van 1887, op dit stuk eerst in 1917 gewijzigd, erkende deze afstammelingen, doch slechts de man nelijke, als pretendenten voor den Neder- landschen troon, in geval de andere liniën, die de vorstelijke familie van Saksen- Weimar-Eisenach, Zweden en Wied omvat ten, uitgestorven waren. Het eigenaardige geval nu wil, dat de nieuwe Oranjetelg zoowel van Vaders- als van Moederszijde van den Grooten Zwijger, en vanzelfsprekend ook van Jan den Ouden afstamt. Van Vaderszijde langs twee, niet directe, dus niet uitsluitend mannelijke verbintenissen. Ook hier begint het indirerie by de stam, want Prins Bernard dankt de viervoudige afstamming, die hem tot den Zwijger voert, aan twee van diens dochters. Beide zijn gesproten uit het derde huwelijk van den grooten Willem, dat, hetwelk hij in wellicht de moeilijkste omstandigheden zijns levens aanging met Charlotte de Bour bon, niet alleen krachtens het wapen van haar geslacht de „Lelie van ons Vorsten huis" geheeten. De oudste dezer beide doch ters was Louise Juliana, die in 1593, mede uit politieke overwegingen, Frederik IV, Keurvorst van den Pfaltz huwde, en zoo doende de verwantschap legde tusschen haar halfbroeders Maurits en Frederik Hendrik en haar zoon, die als Winterkoning in de geschiedenis bekend staat. De jongere was Catharina, Belgica bijgenaamd, wijl zij in Antwerpen het levenslicht aanschouwde. Deze schonk in 1596 haar hand aan Phi lips Lodewyk, Graaf van Hanau. Uit haar huwelijk kwamen o.a. twee dochters voort. De oudste, Amalia, huwde in' 1619 den land graaf Willem van Hessen-Cassel; de jongere, Catharina, in 1631 Graaf Albert Otto van Solms. De oudste zoon van Willem van Hes sen-Cassel en Amalia van Hanau, eveneenns Willem geheeten, huwde in 1649 de Bran- denburgsche Prinses Hedwig Sophia, hem reeds verwant, wijl deze een kleindochter was van de bovengenoemde Louise Juliana, Keurvorstin van den Pfaltz. Uit beider hu welijk kwam een zoon, de landgraaf Philips van Hessen-Philippsthal voort, en het was diens zoon, Willem geheeten naar zijn groot vader, die in 1680 een kleindochter huwde van Catharina van Hanau en Albert Otto van Solms. Zij heette Catharina naar haar grootmoeder en Amalia naar haar oudtante en gelyk ook de gemalin van Frederik Hendrik. Gelijk zoo vele Duitsche edellieden van dien tijd, diende deze landgraaf van Hessen-Philippsthal als generaal in het Ne derlandsche leger; hij heeft daarin een eer volle rol gespeeld, en meer dan eens wordt zijn naam genoemd. De bovengenoemde Keurvorstin van den Pfaltz had vele kinderen. Haar dochter, Louise Juliana, geheeten gelijk zy, trouwde met Johannes, Pfaltzgraaf van Zweibrücken: uit hun huwelijk kwam een zoon, Frederik geheeten, voort, die in 1640 Anna Juliana, Gravin van Nassau-Saarbrücken, wier ouderlijke woonplaats nabij de zijne was gelegen, huwde. Wie Saarbrücken, dat een paar jaren geleden de blikken van geheel de wereld tot zich trok, bezoekt, kan er in het oude kerkje van het voorstadje de prachtige graftomben vinden, van het ge slacht Nassau-Saarbrücken, met onze Nas- sau's in de verte verwant. Uit dit huwelijk kwam o.m. een dochter, Elisabeth, voort, die in 1667 Victor Amadeus van Anhalt- Bernburg trouwde. Het is de kleindochter van dit echtpaar, Prinses Wilhelmina Char lotte van Anhalt-Bernburg, die, in 1927, haar hand reikte aan den genoemden landgraaf Willem van Hessen-Philippsthal, en op die wijze een nieuwen schakel vormt in de af stamming, die Prins Bernard tot den Zwij ger kan aanwijzen. Immers, Prinses Dorothea Marwia, uit dit huwelijk voortgekomen, trouwde met den Graaf van Löwenstein-Wertheim-Virne- burg, een der geslachten van oerouden adel, welker beteekenis werdt bewezen door het feit, dat zij in den Almanach de Gotha voor komen. Hun beider dochter Sophia Amalia trouwde in 1788 Graaf Albert van Castell- CastelL Het is de kleindochter van dit echt paar, Gravin Adelheid van Castell-Castell, die in 1839 in den echt verbonden werd met Graaf Julius, Edele Heer van Lippe-Biester- feld, dus voortkomende uit dienzelfden, in het midden der 18de eeuw ontstane tak der Lippesche vorstenfamilie, waaruit Prins Bernard voortkomt. Adelheid's zoon was Graaf Ernst van Lippe-Biesterfeld, die, naar het oordeel van de verwanten van het vor stendom Schaunburg-Lippe een niet vol komen ebenbürtig huwelijk met Gravin von Wartensleben had gesloten. Uit dit huwelijk zijn Prins Bernard's oom, de in 1918 regee- rende en nog levende Vorst van Lippe en des prinsen vader, Bernard geheeten gelijk hij, voortgekomen. In 1909 huwde deze Prins Bernard ten tweede male met Gravin Armgard vom Gramm; Prins Bernard is beider oudste zoon. Ziedaar dus een viervoudige afstamming, die Prins Bernard van den Grooten Zwijger, en zoodoende tot andere groote figuren uit de Oranjefamilie kan aantoonen. Bloedverwantschap tusschen de jonge ouders. Wie de genealogie der vorstelijke ouders tot in verre geslachten nagaat, vindt bloed verwantschap tusschen Prinses Juliana en Prins Bernard, al is deze van grooten af stand. De genoemde gravin Adelheid van Castell-Castell, die Julius van Lippe-Biester feld de hand reikte, was de dochter van Prinses Frederika van Hohenlohe-Langen- burg. En deze was een kleindochter, naar wie zij ook heette, van Gravin Frederika Louise van Reuss-Köstritz, die in 1767 den Graaf van Solms had gehuwd, en deze Fre derika Louisse van Reuss was een klein dochter van den Graaf van Reuss-Köstritz, die in de opvolging zijner familie Hendrik XXIV heette. Een andere kleindochter nu van dezen Hendrik XXIV, gehuwd met een Gravin von Promnitz, was Isabella, die in 1771 aan den Graaf van Sayn de hand reik te. Uit hun huwelijk kwam Gravin Louise Isabella voort, die in 1788 trouwde met Fre derik Willem, vorst van denzelfden tak van Nassau-Weilburg, waarmede de zuster van Stadhouder Willem V, Prinses Caroline, door haar huwelijk verbonden werd. Wil lem, Hertog van Nassau, uit dit huwelijk voortgekomen, die in 1829 met de Wurtem- bergsche Prinses Paulina trouwde, was de Vader van Prinses Helena, die met den Vorst van Waldeck-Pyraiont huwde. Was dus de grootvader van wijlen Koningin Emma, overgrootvader van onze Koningin, gelijk Frederika van Hohenlohe-Langen- burg, op gelijk lyn met dezen Willem van Nassau staande, overgrootmoeder was van Prins Bemhard's vader. Een eigenaardige speling wil nog, dat Prins Hendrik, Prinses Julian&'s vader en de grootvader van het Oranjekind, die zich hartelyk in het geluk van zijn dochter zou hebben verheugd, ook, zij het langs indirecte lijn, afstamde van denzelfden Hendrik XXIV van Reuss-Köstritz. Een derde kleindochter toch van dezen vorst, Henriëtte geheeten huwde in 1779 Vorst Otto van Schönburg- Waldenburg. Uit dat huwelijk kwam een zoon voort, Otto geheeten gelijk zijn vader, die Prinses Thekla van Schwarzburg- Rudolstadt huwde. Deze werd de moeder van Prinses Mathilde van Schönburg-Wal- denburg, die aan een neef van moederszijde, prins Adolf van Schwarzburg-Rudolstadt in 1847 de hand reikte. Hun beider dochter Marie huwde in 1868 Frederik Frans II van Meckler.burg-Schwerin; het was diens derde huwelijk, waaruit, als jongste zoon van deze Groothertogin, die wij te 's-Gravenhage zoo vele malen als gast van de Koningin en wijlen de Koningin-Moeder hebben gezien, Hertog Hendrik voortkwam. Zij, die nog niet lang geleden het schilderachtige Thü- ringsche plaatsje Rudolfstadt bezochten, herinneren zich wellicht, dat het vorstelijk slot een reeks apartementen bevatte, die door het republikeinsche Thüringsche staatsbestuur voor Prins Hendrik's tante, Thekla geheeten gelijk haar moeder, tot aan haar dood werden gereserveerd. Zoo blijkt dus, dat de nieuwe Oranjetelg op afstamming kan wijzen, die teruggaat tot Willem den Zwijger en diens meest illustren broeder Jan den Oude; op den eeni ge van des Zwijgers' drie zonen, die een na geslacht nalieten, Prins Frederik Hendrik. En door Jan den Oude op geheel de Friesche stadhouderlijke familie der Nassau's, die, moge de verstandhouding met de Nassau's, die in Holland en de aangrenzende gewes ten regeerden, niet altijd zoo volmaakt zijn geweest als men het wel eens wilde doen gelooven, in dit noordelijk deel geschiedenis hebben gemaakt, niet minder illuster dan die van de overige Hollandsche gewesten. Uit Geboorteklok van Willem van Nassau" door Joost van den Vondel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 3