het Nationaal-Socialisme en de Kerk
Financieel Overzicht.
Bergen en het
Vreemdelingenverkeer.
Een jaarverslag, dat
van groote werkzaam
heid getuigt.
UITGEEST
Geef voor dien blaff enden hoest
dadelijk Akker's Abdijsiroop.
Per flacon 90 cent en f. 1.50
KOEDIJK
In de leiding der kerk ontstaat groote verwarring.
DERDE BLAD.
T-eomuciaat Hieuw
In de 2 Februari in „De Rustende Jager"
gehouden algemeene V. V. V.-vergadering
constateerde de voorzitter, de heer C. F.
Z e i 1 e r, in het door hem uitgebrachte
verslag over 1937, dat het seizoen eenige
opleving bracht, hoewel van een goed sei
zoen nog niet kan worden gesproken.
Van eind Juli tot midden Augustus was
in de hotel-pensions vrijwel alles bezet. Na
14 Augustus, toen het weer omsloeg, ver
trokken echter zeer vele gasten. Er werden
meer gemeubileerde huizen verhuurd dan
de laatste jaren het geval was. Het weer
was over het algemeen in 1937 beter dan in
1936.
Het aantal leden bedroeg op het einde van
het jaar 522 (v. j. 540) en 26 donateurs, te
zamen 548.
Aan contributie werd 1794 ontvangen,
zijnde 94 mmder dan in het vorig jaar.
Voor de commissie voor Noordzeebadplaat
sen werd van direct belanghebbenden 170
ontvangen. De V. V. V. droeg hiervoor
17,50 bij.
De rekening en verantwoording sluit in
ontvangst en uitgaaf met een bedrag van
5926,58. Van de gemeente heeft de V. V. V.
nog 200 subsidie te vorderen.
Door het uitgeven van de gids met kaart
heeft de V. V. V. nog 1736,46 schuld, doch
daartegenover staat een bezit van 4471
exemplaren van de nieuwe gids met kaart.
Door het bureau werden in 1937 3901 aan
vragen behandeld (v. j. 3396) waarvan 3085
schriftelijke (v. j. 2589). Het bestuur bracht
de administratrice mevr. Evenhuis voor
haar accuraat beheer een woord van dank.
Dank werd ook gebracht aan de architec
ten Cijfers en Roggeveen voor de vele be-
langlooze arbeid aan de keurige kaart, die
in een oplaag van 5200 exemplaren werd
gedrukt, verricht.
Ondanks het feit, dat de gids met kaart
pas einde Juli verscheen, werden daarvan
toch 604 exemplaren verkocht. De ont
vangst van de gids met kaart bij publiek en
pers was zeer gunstig.
De pensionlij st, waarvoor 1023 werd
ontvangen, verscheen in een oplaag van
4500 exemplaren. Van de folders zal een
herdruk noodig zijn.
Van de huurcontracten werden er 916
verkocht. 1566 zijn nog in voorraad. Het
aantal gekochte plattegronden bedroeg
526.
Aan advertenties in dag- en weekbladen
werd 528,48 uitgegeven.
Geconstateerd werd, dat de bondsverga
dering, die door den voorzitter werd bijge
woond, vrij onbelargrijk was.
Nu de reorganisatie een feit geworden is
en de regeering weer subsidieert, werd de
wensch geuit, dat de V. V. V. meer kracht
zal ontplooien.
Voor de commissie voor Noordzeebad
plaatsen is een reorg-nisatie-commissie in
gesteld, waarin voor de Noordhollandsche
kust de heer C. F. Zeiler zitting heeft.
De voorstellingen in het Openlucht
theater (Italiaansche Opera, Midzomer-
nachtdroom, en Kringloop der Belangen, in
totaal 6 voorstellingen), leverden een tekort
op van 163,93. Gezien de attracties, die
gebracht werden, kon dit niet onbevredigend
worden genoemd.
De verlichtingsavond bracht een nadeelig
saldo van 113,50. Dank werd gebracht aan
de heer en Duits, Leegwater, Akerboom,
Termeulen en Blankensteyn, die hiervoor
van belangstellenden 88,05 bijeen wisten
te brengen.
Het in samenwerking met de midden
standsorganisaties georganiseerde Kegelino
bleek een gewaardeerde attractie. Een
17000 score-kaarten werden verkocht en
een 2000 circuleerde er door in de ge
meente. Het nadeelig saldo bedroeg
f 360, dat door garanten werd gedekt. Dank
werd gebracht aan den heer Nordeman, den
uitvinder van het spel, die de tafels belang
loos beschikbaar had gesteld. Dank zij bij
dragen van kindervrienden kon een auto
pedwedstrijd voor kinderen georganiseerd
worden, die van de kas geen offers vergde.
Ofschoon met de harddraverij een uit
gave van 850 gemoeid ging, kon ook deze
door de ontvangsten worden gedekt.
Aan de commissie, bestaande uit de
heeren Swaag, van Galen, Swakman en
Baltus, die het bestuur voor de harddraverij
ter zijde stond, werd een bijzonder woord
var. dank gebracht.
Herinnerd werd voorts aan de door den
heer Pfersich gehouden lezing met licht
beelden over „Rome".
De door „De Badbode" in samenwerking
met de V. V. V. georganiseerde Foto-wed
strijd was een groot succes en leverde voor
de V. V. V. waardevol materiaal voor de
propageering van Bergen, dat voor een deel
ook beschikbaar werd gesteld door plaatse
lijke winkeliers in prentbriefkaarten, die
daarvan straks duizenden zullen distri-
bueeren. Den heer Kreb werd een bijzonder
woord van dank gebracht voor de gratis
beschikbaarstelling van één van zijn ruime
winkelhuizen, waardoor de V. V. V. een
reclame-étalage kon inrichten en de inge
komen foto's kon étaleeren. De heer Bom-
mezij stelde belangeloos zijn étalage voor
het exposeeren van de bekroonde foto's
beschikbaar.
De tram bedreigd.
Toen er geruchten gingen, dat de tram
AlkmaarBergenBergen aan Zee, even
als die naar Egmond zou worden opge
heven, was de V. V. V. paraat. In 't kort zij
gememoreerd, dat na vele besprekingen een
bijeenkomst plaats had met het gemeente
bestuur van Bergen, dat van Alkmaar, de
Kamer van Koophandel, het bestuur van
Alcmaria V. V. V. en ons bestuur en dat de
gezamenlijke pogingen een goed resultaat
hadden, zoodat de tram voor Bergen behou
den bleef.
De V.V.V. en het vliegveld.
Begin September 1937 werd ons dorp in
rep en roer gebracht wegens de geruchten,
welke al spoedig waarheid bleken te bevat
ten, dat het Dept. van Defensie plannen had
een militair vliegkamp in deze gemeente te
stichten. Het bestuur was van meening, dat
door het gevaar dat de rust in onze gemeente
verstoord zou worden, deze stichting ten op
zichte van Bergen als vacantie-oord en
woonplaats van forensen, niet wenschelijk
was. Uw voorzitter wendde zich in de eerste
plaats tot het gemeentebestuur en maakte
schriftelijk aan B. en W. de bezwaren ken
baar. Inmiddels kwamen andere groepen
der bevolking in beweging en wenschten
een buitengewone alg. vergadering der
V.V.V. toegankelijk voor leden en belang
stellenden, om deze zaak te bespreken. Uw
voorzitter maakte aanvankelijk bezwaar
deze buitengewone vergadering bijeen te
roepen, gezien de afspraak met het Hoofd
der gemeente, waarop nog geen antwoord
ontvangen was niet kon ontvangen zijn
omdat B. en W. nog niet vergaderd had
den. Alles speelde zich in enkele dagen af,
waartusschen nog een Zondag viel. Toen nu
de leden onzer vereeniging, die deze ver
gadering wenschten, echter gebruik maak
ten van de statuten door een verzoek in te
dienen, onderteekend door meer dan 10
van het aantal leden, om de vergadering
toch te beleggen, moest mijn bezwaar na
tuurlijk vervallen en had de vergadering
plaats op 22 September, welke bezocht werd
door 334 personen. Hét verloop dier verga
dering is u allen wel bekend.
Na uitvoerige discussies werd een adres
aan den minister goedgekeurd en direct
verzonden, waarin verzocht werd het vlieg
veld niet in de gemeente Bergen te stichten.
Inmiddels was ook door den gemeenteraad
een request aan den minister gezonden en
een audiëntie aangevraagd te verleenen aan
B. en W. en ondergeteekende als voorzitter
der V.V.V. Deze audiëntie werd verleend
op 12 October. Alhoewel de minister een
zeer welwillende houding aannam en zoo
wel B. en W. als uw voorzitter alle gelegen
heid kregen hun bezwaren naar voren te
brengen, kreeg ik den vasten indruk, dat er
geen succes zou bereikt worden: B.' en W.
waren trouwens van dezelfde opinie. Deze
indruk bleek juist te zijn, want reeds 16
Oct. ontving de V.V.V. een officieel schrij
ven van het Dept. van Defensie inhoudende
dat ,in verband met 's Lands belang van
den voorgenomen aanleg van een militair
luchtvaart-terrein nabij Bergen (N.H.) niet
kan worden afgezien". Wel zegde de mi
nister toe in overweging te zullen nemen
in hoeverre daarbij met de belangen van
Bergen als rustige badplaats rekening kan
worden gehouden.
Zoodra dus vaststond, dat het vliegveld te
Bergen zou komen, besloot het bestuur nu
alle actie te staken omdat z.L alle verdere
tegen-actie nu slechts schade aan de plaats
zou kunnen berokkenen. Aan de door ande
ren doorgezette actie, welke trouwens geen
succes mocht boeken, zoodat de feiten ons in
't gelijk gesteld hebben, verleende de V.V.V.
dus verder geen medewerking. Nu de feiten
eenmaal zóó liggen, zal het de taak der
V.V.V. zijn te trachten naast de eventueele
nadeden die het vliegveld voor Bergen zou
kunnen brengen, ook de voordeelen daar
aan verbonden, tot zich te trekken. Het be
stuur is in deze diligent; het is thans nog te
vroeg hierover mededeelingen te doen;
voorloopig diene, dat het bestuur te dien
aanzien reeds een conferentie met B. en W.
mocht hebben.
De overheid en het Vreemde
lingenverkeer.
Moesten wij verleden jaar in ons jaar
verslag er op wijzen dat de Regeering
naar aanleiding van het z.g. Rapport
Krayenhoff nog niets voor het Vreemde
lingenverkeer in het algemeen gedaan
had, thans kan worden vermeld dat de
Regeering haar subsidie aan de A.N.V.V.
verhoogd heeft en wel in dézen vorm dat
de Regeering evenveel bijdraagt als alle
andere belanghebbenden tezamen, tot een
maximum bedrag van 100.000.Uit
goede bron kunnen wij meedeelen dat
voor dit jaar daarom het Regeeringssub-
sidie slechts ongeveer 60.000.zal be
dragen. Deze wijze van subsidieeren
brengt overigens andere merkwaardige
bezwaren mede. Zoo vernam Uw Bestuur
uit de dagbladen dat Ged. Staten van
Noord-Holland aan Prov. Staten voor
stelde het tot nu toe verleende subsidie
ad 1800.aan de A.N.V.V. ter beschik
king van Gedeputeerde Staten te stellen,
ter verdeeling onder de V.V.V.'s uitslui
tend in de provincie Noord-Holland ge
legen. Uw Bestuur zag onmiddellijk het
gevaar hiervan in. Immers de A.N.V.V. is
het éénige lichaam in staat buitenlandsche
reclame voor ons land te maken, plaatse
lijke nóch gewestelijke vereenigingen zijn
daartoe in staat. Het toch reeds zeer ma
tige subsidie zou dus vrijwel doelloos
versnipperd worden niet alleen, doch door
bovengeschetste wijze van subsidieering
der Regeering zou de A.N.V.V. dan niet
alleen de 1800.—" der Provincie derven,
maar automatisch nóg eens 1800.van
de Regeering. Ons Bestuur richtte dan
ook direct een adres aan de Provincie met
dringend verzoek niet aan dit subsidie
aan de A.N.V.V. te tornen. Officieel moch
ten wy geen succes boeken, doch wij heb
ben gegronde redenen aan te nemen, dat
ons request toch nog een goede uitwer
king zal hebben.
Aantal gasten.
Het aantal gasten dat gedurende het
seizoen 1937 in Bergen verblijf hield was
20.186 (d. w. z. verschillende per
sonen) tegen 't vorig jaar 15.831, waarvan
op 7 Augustus tegelijk aanwezig waren
5493 (v. j. 4809). Hieronder waren méér
buitenlanders dan de laatste jaren het ge
val was, hetgeen zonder twijfel te danken
geweest is aan de devaluatie van den gul
den. In totaal werden Bergen-binnen en
Bergen aan Zee bezocht door 340 buiten
landers (v. j. 149), waarvan 163 Duit-
schers (v. j. 86); 62 Engelschen (v. j. 13);
5 Amerikanen (v. j. 8); 31 Franschen
(v. j. 11); 16 Belgen (v. j. 7); 4 Oostenrij
kers (v. j. 2); 5 Zweden (v. j. 6); 5 Noren
(v. j. 2); 35 Zwitsers (v. j. 2); 2 Denen
(v. j. 0); 2 Tsjechen (v. j. 0); 3 Portugee-
zen (v. j. 0)5 Finnen (v. j. 0) en 2 Eng.-
Indiërs (v. j. 0). Ofschoon hierbij vele
doortrekkende gasten waren, die slechts
een enkele nacht hier verbleven, waren
er, in tegenstelling met vorige jaren, ver
scheidene families bij die enkele weken
lang verblijf hielden; vooral Duitschers,
vrij veel Engelschen en een enkele Fran-
sche- en Zwitsersche familie.
Verwachtingen voor het seizoen
1938.
Wij leven nog steeds in een zeer onrus-
tigen tijd en het is daarom gevaarlijk
voorspellingen te doen voor het a.s. sei
zoen. Ofschoon 1937 in den beginne wat
opleving bracht, zoo waren de laatste
maanden van dat jaar toch weer veel
minder gunstig. Het vreemdelingenver
keer te Bergen had daarvan voorloopig
geen last, omdat het seizoen afgeloopen
was. Welke invloed deze minder gunstige
toestand op het a.s. seizoen zal hebben?
Niemand kan dit zeggen; laten wij het
beste er van hopen en paraat zijn om ons
best te doen een zoo groot mogelijk aantal
gasten naar Bergen te trekken, ter bevor
dering van de welvaart van het over-
groote deel der bevolking dezer Gemeente.
Gevolgen van den storm.
De hevige storm heeft ook hier zijn
sporen achtergelaten. Van vele huizen en
gebouwen zijn dakpannen afgewaaid,
terwijl van eenige woningen de schoor-
steenen niet tegen den storm bestand
schenen. Erger was het er aan toe met de
boerderij van den heer M. Wittebrood. De
boerderij, gelegen aan het einde van het
Westergeest, is omringd door boomen, die,
evenals de boerderij zelve, reeds lang hun
jeugd vergeten zijn. Een der boomen kon
den druk van den storm dan ook niet
weerstaan en werd ontworteld, doch met
het gevolg dat deze terecht kwam op het
dak van de boerderij. Daar het dak dezen
harden slag niet weerstaan kon, drong de
boom naar binnen en kwam ten slotte
op een z.g. linnenkast terecht. We mogen
toch nog van geluk spreken, daar deze
kast juist tegen het bed van de bewoners
aanstond, zoodat de klap voor hen daar
door werd opgevangen.
Naar men oordeelt is de schade ruim
200.
Naar wij vernemen is W. niet verzekerd
tegen stormschade.
Het behoeft geen kinkhoest te zijn, maar
een kinderhoest moet niet verwaarloosd
worden. Waarom Uw kind noodeloos te
laten lijden. Waarom zoudt Ge niet juist nog
op tijd het beste en meest krachtige middel
geven. Dat middel is toch Akker's Abdij
siroop, die reeds zoovelen geholpen heeft
Heeft Uw kindje het benauwd? Slaapt het
's nachts niet door hoesten, kuchen of
piepen op het borstje? Abdijsiroop zal Uw
kind helpen, die slijm losmaken, de hoest
rijp maken en stoppen. En morgen ziet Ge
niet meer de traantjes in de oogen door
dat afmattend hoesten. De afmatting van
de ademhalingsorganen is weggenomen, de
ademhaling zal weer ruim en diep zijn.
Ingekomen personen.
C. de Winter van Obdam. J. Westra
van St. Pancras. M. Rezelman van Alle
rnaar, D. Snijder van Engeland. Q.
Hoogland van St. Pancras. H. Wolda varft
Alkmaar.
Vertrokken personen,
J. F. Groenenberg en echtg. naar Alk
maar. C. Hes naar Oudorp. A. Fran
ken naar Zwaag. J. Westra naar Sint
Pancras. D. Vennik naar Alkmaar. P.
Prins naar Ede. L. Tamis en gezin naar
Alkmaar.
De stemming aan de Amerikaansche beurs
was over het algmeen iets beter. Maar en
kele vaste dagen werden toch ook weer
door reacties gevolgd. De betere bezetting
van de staalindustrie die op ruim 30 van
de capaciteit werkt gaf een stimulans ter
wijl bier en daar o.m. in het jongste maand
overzicht van de Nationaal City Bank ge
wag wordt gemaakt van een verwachting
van geleidelijke verbetering in verschillen
de bedrijfstakken. Ook voor de gang van
zaken bij de spoorwegen is men iets gun
stiger gedisponeerd, getuige b.v. de belang
rijke koersstijging van „second-grade"-
obligatiën van deze bedrijfstak. De ver
wachting dat de Interstate Commerce Com-
mission vrachtverhoogingen zal toestaan
was een belangrijke overweging in dit ver
band. Mocht deze vrachtkwestie inderdaad
bevredigend worden opgelost, dan kan dat
voor de heele Amerikaansche conjunctuur
ontwikkeling van groote beteekenis zijn;
immers de spoorwegen zyn voor het eco
nomisch leven in de V.S. een zeer gewich
tige factor, is deze bedrijfstak onrendabel
en vernieuwen zij daarom hun materiaal
niet of schoorvoetend dan heeft dat een dipp
in het heele bedrijfsleven inwerkend effect.
Sedert de exploitatiekosten door de maat
regelen der regeering zoo sterk gestegen
zijn, is de rendabiliteit der spoorwegen a la
merci van de regeering, omdat deze de be
slissing heeft over de tarieven. Met de be
slissing van de regeering hangt aldus in
direct een zeer belangrijke conjunctureele
invloed tezamen.
Ditzelfde geldt overigens ook op ander
terrein. Voor de rendabiliteit van het be
drijfsleven is de opvatting en de politiek
van de regeering een element van stijgen
de beteekenis geworden. De conjunctuur is
aldus van een min of meer objectieve factor,
waarvan men de kansen tot op zekere hoogte
kan aflezen uit objectieve feiten en cijfers
geworden tot een subjectief element. De
strijd tusschen president Roosevelt en big-
business is een duidelijk bewijs hoezeer
over-there de invloed van de overheid op de
wirtcapaciteit der ondernemingen is voort
geschreden, ondanks de nederlagen die aan
de New Deal af en toe zijn toegebracht. De
Amerikaansche bedrijvigheid is aldus on
derworpen aan de experimenteerdrang van
de regeering, die nog steeds verknecht blijkt
aan de toepassing van de koopkrachttheorie.
Het is allerminst uitgesloten dat by conse
quente toepassing van die theorie de resul
taten gunstig zouden zijn, maar zeker niet
onder alle omstandigheden zoolang de maat
schappelijke ordening beheerscht door het
winststreven gehandhaafd blijft. Dat blijft
de zwakke stee in de Amerikaansche toe
stand: het handhaven van het dualisme:
kapitalistische bedrijfsordening en sociali-
seerende maatregelen van de regeering.
Wanneer men de stemming van de onder
nemers, de stemming aan de beurs in het
laatste jaar in Amerika wil typeeren dan
kan dit in enkele woorden als volgt: er
heerschte constante onzekerheid op bijna
elk gebied ten aanzien van de rendabiliteit
drukt haar stempel op het heele economisch
leven, niemand durft veel te ondernemen,
de belegger is terughouden, alles verkeert
in een stemming van afwachten. En zulk
een stemming beteekent in een dynamische
maatschappij achteruitgang.
door drs. C. van Liere.
de bezinning.
IV.
Zoo waren dus in 1933 de 28 lands-
kerken tot één organisatorisch geheel
vereenigd, dat den naam zou dragen
van Deutsche Evangelische Kirche. Deze
kerk vereenigt volgens de woorden van
haar grondwet „de uit de reformatie
ontsproten, gelijkgerechtigd naast elkan
der staande belijdenissen in een plech-
tigen bond. Deze kerkelijke grondwet,
die verder inrichting en bestuur der
kerk regelt en op 14 Juli 1933 door den
Staat werd goedgekeurd, is nog steeds
van kracht.
Door de keuze van Ludwig Müller,, den
beschermheer der „Deutsche Chris e
rijksbisschop, stelde zich de kerk <»ehee'
dienst der „nationale revolutie die
dankbaar als een nieuwe openbaring
aan het Duitsche volk beschouwde Maar
zelfs nadat op 13 Nov. 1933 in de Sportpa
leismeeting de doelstelling der „Deutsche
Christen" onverbloemd aan het licht Se*re"
den was en men o.a. de Jodenparagraaf ook
in de kerkelijke wetgeving wilde doen gel
den, beseften nog lang niet allen, dat door
de „Deutsche Christen" een algeheele gelijk
schakeling van de kerk aan den Staat weid
nagestreefd. Wél was reeds in den herfst
van 1932 een „Pfarrer-notbund" opgericht
onder leiding van Martin Niemöller met het
doel onderling hulp en bijstand te verlee
nen aan predikanten, die het slachtoffer ge
worden waren van het terrorisme der „Deut
sche Christen", maar ook deze Pfarrer-not
bund beperkte zich aanvankelijk slechts tot
afweer van excessen.
Als dan na 13 Nov. het wantrouwen in het
bewind van Müller geweldig toeneemt, als
blijkt, dat „het heidendom zijn intrede in
de kerk heeft gedaan", als Müller er niet in
slaagt, zijn kerkelijk ministerie intact te
houden, als de Rijksbisschop ten slotte
eigenmachtig op 19 Decc. den wijdvertak-
ten bond der evangelische jeugd aan de
Hitler-jeugd uitlevert, wordt de Pfarrer-
notbund, die in Dec. reeds 6000 leden telt,
het centrum der oppositie en laat op 20 Dec.
zijn absoluut wantrouwen in Müller van de
kansels voorlezen.
De verwarring.
In de leiding der kerk ontstaat een
onbeschrijfelijke verwarring. Daar Mül
ler geen wettige besluiten meer kan
nemen, ziet hij zich genoodzaakt door
onwettige nood-verordeningen de op
positie te onderdrukken. Alle kritiek
op de kerkleiding wordt verboden, Mül
ler matigt zich een onbegrensde auto
riteit aan, beroept zich op zyn kerke
lijk leidersambt. Het „leidersbeginsel"
in de staat wordt overgebracht op de
kerk. Het regent schorsingen en afzet
tingen. De Pfarrer-notbund echter zegt
op 7 Jan. 1934 alle vertrouwen en ge
hoorzaamheid aan den Rijksbischop op
met verwijzing naar het voornaamste
belijdenisgeschrift der Luthersche kerk:
de Augsburgsche confessie.
Een bemiddelingpoging van Hitier (25 en
27 Jan. '34) heeft geen blijvend resultaat.
Müller gaat in 1934 voort om op onwettige
en gewelddadige wijze de Duitsche kerk ge
lijk te schakelen. Hij zal nu voorgoed orde
scheppen: van af Februari regeert hij vrij
wel almachtig, gesteund door de Geheime
Staatspolitie. Het jaar 1934 wordt gekarak
teriseerd door de dictatoriale pogingen van
Müller om met terzijde stelling van de kerk-
grondwet van 14 Juli '33, alle landskerken
bij de rijkskerk in te lijven, d.w.z. onder het
onmiddellijk bestuur van den Rijksbisschop
te plaatsen. Dit gelukt natuurlijk overal
waar een Deutsch christelijke bisschop aan
het hoofd staat, maar het stuit op hevig
verzet o.a. in Westfalen (Maart), Hannover,
Württemberg en Beieren (Sept. en Oct. '34).
De dwangmaatregelen tegen bisschop Wurm
Stuttgart) en Meiser (Beieren) loopen uit
op een volslagen fiasco. Müller, die op 23
Sept. bij zijn officieele installatie het zoo
goed als voltooide inlijvingswerk had ge
roemd, snelt in razend tempo een kata-
strophe tegemoet. Op 30 Oct. worden de
ontslagen of „gemaszregelte" bisschoppen
Miahrarens (Hannover), Meiser en Wurm
door Hitier op audiëntie ontvangen, nadat
van alle kanten op Müller's aftreden is aan-
gedrangen, op 20 Nov. 1934 worden alle
noodwetten en inlijvingsmaatregelen ongel
dig verklaard, alles wat in 1934 gebeurd is,
wordt geliquideerd, de landskerken her
nemen hun zelfstandigheid, Müller wordt
„Kaltgestellt", zijn rol als rijksbisschop is
uitgespeeld.
De gelijkschakelingsgolf van 1934 is dus
gestuit op een rots van weerstand. De kerk
is ontwaakt uit haar roes. De actie der
Deutsche Christenen, die dreigde uit te
loopen op een volkomen saecularisatie (ver
wereldlijking) der kerk, riep de kerk tot
bezinning. Uit die bezinning ontstaat de
sterke contra-beweging, die onafscheidelijk
verbonden is met den naam van Karl Barth:
de belijdenisbeweging.
De afweer en verwerping van het Müller-
régime door den Pfarrer-notbund moest te
eeniger tijd leiden tot de principieele vraag
stelling: „Hoe staat de Christelijke kerk als
kerk krachtens haar fundeering en haar
roeping tegenover de nat.-socialistischen
staats-ideologie, die steeds nadrukkelijker
de totale onderwerping van den heele
mensch en de heele kerk aan de doelstel
ling van den Staat eischt? Hoeveel stappen
kan de kerk, uitgaande van haar belijdenis,
doen in de richting der „Deutsche Christen",
dus in de richting van een „artgemaszes,
heldisches Christentum" zonder gevaar te
loopen van reddeloozen ondergang in het
anti-christelijk vaarwater van Rosenberg en
de zijnen?" Deze vraag te hebben gesteld
en beantwoord in de onvergankelijke ver
dienste van Karl Barth, hoogleeraar in de
theologie aan de Universiteit te Bonn. Het
antwoord was even principieel als de vraag
en luidde: „Geen enkele stap". Reeds twee
maal had Barth dit antwoord gegeven, de
eerste maal op 25 Juni 1933 na het aftreden
van Bodelschwingh, de tweede maal aan
den vooravond der kerkelijke verkiezingen
op 22 Juli 1933. „De kerk verkondigt het
Evangelie van Jezus Christus in alle rijken
dezer wereld, zij verkondigt het ook in het
Derde Rijk, maar niet „unter ihm und nicht
in seinem Geist". „Ik zeg onvoorwaardelijk
en zonder voorbehoud „Neen" met betrek
king tot den geest en letter dezer leer (de
leer der Deutsche Christen). Ik ben van
meening, dat deze leer in de Evangelische
kerk niet thuis hoort. De Evangelische kerk
moet liever een kleine schare worden en
haar toevlucht nemen tot de catacomben
dan onder welke omstandigheden ook met
deze leer vrede te sluiten". „De kerk kan
niet putten uit twee bronnen van openba
ring, niet: de Bijbel èn ditof de Bijbel
èn dat, maar uit het Woord Gods alleen. En
dat Woord Gods is Jezus Christus en niets
anders". Allerminst is de kerk er om den
Staat te helpen en allerminst moet de kerk
in haar leiding den staat na-apen."
Deze woorden waren in 1933 niet ge
hoord, maar in de troebelen van 1934 weer
klonk opnieuw zijn stem tot bezinning op
de eigenlijke substantie der kerk. In Ja
nuari 1934 ontstaat in de Duitsche kerk een
groepering, uitgaande van de belijdenis
der kerk. (3 Jan. te Barmen: 320 predikan
ten en ouderlingen uit 167 „reformierte"
gemeenten). Deze groepen zwelt machtig
aan ondanks alle regeeringsmaatregelen.
In Maart doet Müller een poging met be
hulp van terrorisme en de geheime staats
politie om de kerkprovincie Rijnland en
Westfalen bij zijn regiem in te lijven.
Prases Koch te Oeynhausen weigert zich
aan zijn „ongeestelijke geweldheerschap-
pij" te onderwerpen, die in strijd is met
schrift en belijdenis. Een „Broederraad"
wordt benoemd, die de leiding op zich zal
nemen overeenkomstig de belijdenis en de
grondwet der Duitsch Evangelische kerk.
Hiermee is reeds in beginsel een Kerkre-
geering gesticht naast die van Müller.
Een gemeentedag in Dortmund, bezocht
door 25.000 personen, bevestigt dit besluit
en stelt zich met 550 van de 720 predikan
ten onder den Broederraad.
Op 22 April 1934, na de eerste pogingen
van Müller om bisschop Wurm in Würt
temberg af te zetten, leest bisschop Meiser
uit Beieren in een geweldige vergadering
voor, waarin hij de vergaderde vertegen
woordigers van de Württembergsche en
Beiersche landskerken, van de Vrije Syno
den in Rijnland en Westfalen, als ook van
de vele belijdende gemeenten en christenen
in gansch Duitschland verklaart te zijn de
rechtmatige Duitsche Evangelische kerk. Ip
•Mei sluit zich bisschop Mahrarens ven
Hannover hierby aan.
(Slot vplg®.