het Nationaal-Socialisme en de Kerk Financieel Overzicht. Bergen en het Vreemdelingenverkeer. Een jaarverslag, dat van groote werkzaam heid getuigt. UITGEEST Geef voor dien blaff enden hoest dadelijk Akker's Abdijsiroop. Per flacon 90 cent en f. 1.50 KOEDIJK In de leiding der kerk ontstaat groote verwarring. DERDE BLAD. T-eomuciaat Hieuw In de 2 Februari in „De Rustende Jager" gehouden algemeene V. V. V.-vergadering constateerde de voorzitter, de heer C. F. Z e i 1 e r, in het door hem uitgebrachte verslag over 1937, dat het seizoen eenige opleving bracht, hoewel van een goed sei zoen nog niet kan worden gesproken. Van eind Juli tot midden Augustus was in de hotel-pensions vrijwel alles bezet. Na 14 Augustus, toen het weer omsloeg, ver trokken echter zeer vele gasten. Er werden meer gemeubileerde huizen verhuurd dan de laatste jaren het geval was. Het weer was over het algemeen in 1937 beter dan in 1936. Het aantal leden bedroeg op het einde van het jaar 522 (v. j. 540) en 26 donateurs, te zamen 548. Aan contributie werd 1794 ontvangen, zijnde 94 mmder dan in het vorig jaar. Voor de commissie voor Noordzeebadplaat sen werd van direct belanghebbenden 170 ontvangen. De V. V. V. droeg hiervoor 17,50 bij. De rekening en verantwoording sluit in ontvangst en uitgaaf met een bedrag van 5926,58. Van de gemeente heeft de V. V. V. nog 200 subsidie te vorderen. Door het uitgeven van de gids met kaart heeft de V. V. V. nog 1736,46 schuld, doch daartegenover staat een bezit van 4471 exemplaren van de nieuwe gids met kaart. Door het bureau werden in 1937 3901 aan vragen behandeld (v. j. 3396) waarvan 3085 schriftelijke (v. j. 2589). Het bestuur bracht de administratrice mevr. Evenhuis voor haar accuraat beheer een woord van dank. Dank werd ook gebracht aan de architec ten Cijfers en Roggeveen voor de vele be- langlooze arbeid aan de keurige kaart, die in een oplaag van 5200 exemplaren werd gedrukt, verricht. Ondanks het feit, dat de gids met kaart pas einde Juli verscheen, werden daarvan toch 604 exemplaren verkocht. De ont vangst van de gids met kaart bij publiek en pers was zeer gunstig. De pensionlij st, waarvoor 1023 werd ontvangen, verscheen in een oplaag van 4500 exemplaren. Van de folders zal een herdruk noodig zijn. Van de huurcontracten werden er 916 verkocht. 1566 zijn nog in voorraad. Het aantal gekochte plattegronden bedroeg 526. Aan advertenties in dag- en weekbladen werd 528,48 uitgegeven. Geconstateerd werd, dat de bondsverga dering, die door den voorzitter werd bijge woond, vrij onbelargrijk was. Nu de reorganisatie een feit geworden is en de regeering weer subsidieert, werd de wensch geuit, dat de V. V. V. meer kracht zal ontplooien. Voor de commissie voor Noordzeebad plaatsen is een reorg-nisatie-commissie in gesteld, waarin voor de Noordhollandsche kust de heer C. F. Zeiler zitting heeft. De voorstellingen in het Openlucht theater (Italiaansche Opera, Midzomer- nachtdroom, en Kringloop der Belangen, in totaal 6 voorstellingen), leverden een tekort op van 163,93. Gezien de attracties, die gebracht werden, kon dit niet onbevredigend worden genoemd. De verlichtingsavond bracht een nadeelig saldo van 113,50. Dank werd gebracht aan de heer en Duits, Leegwater, Akerboom, Termeulen en Blankensteyn, die hiervoor van belangstellenden 88,05 bijeen wisten te brengen. Het in samenwerking met de midden standsorganisaties georganiseerde Kegelino bleek een gewaardeerde attractie. Een 17000 score-kaarten werden verkocht en een 2000 circuleerde er door in de ge meente. Het nadeelig saldo bedroeg f 360, dat door garanten werd gedekt. Dank werd gebracht aan den heer Nordeman, den uitvinder van het spel, die de tafels belang loos beschikbaar had gesteld. Dank zij bij dragen van kindervrienden kon een auto pedwedstrijd voor kinderen georganiseerd worden, die van de kas geen offers vergde. Ofschoon met de harddraverij een uit gave van 850 gemoeid ging, kon ook deze door de ontvangsten worden gedekt. Aan de commissie, bestaande uit de heeren Swaag, van Galen, Swakman en Baltus, die het bestuur voor de harddraverij ter zijde stond, werd een bijzonder woord var. dank gebracht. Herinnerd werd voorts aan de door den heer Pfersich gehouden lezing met licht beelden over „Rome". De door „De Badbode" in samenwerking met de V. V. V. georganiseerde Foto-wed strijd was een groot succes en leverde voor de V. V. V. waardevol materiaal voor de propageering van Bergen, dat voor een deel ook beschikbaar werd gesteld door plaatse lijke winkeliers in prentbriefkaarten, die daarvan straks duizenden zullen distri- bueeren. Den heer Kreb werd een bijzonder woord van dank gebracht voor de gratis beschikbaarstelling van één van zijn ruime winkelhuizen, waardoor de V. V. V. een reclame-étalage kon inrichten en de inge komen foto's kon étaleeren. De heer Bom- mezij stelde belangeloos zijn étalage voor het exposeeren van de bekroonde foto's beschikbaar. De tram bedreigd. Toen er geruchten gingen, dat de tram AlkmaarBergenBergen aan Zee, even als die naar Egmond zou worden opge heven, was de V. V. V. paraat. In 't kort zij gememoreerd, dat na vele besprekingen een bijeenkomst plaats had met het gemeente bestuur van Bergen, dat van Alkmaar, de Kamer van Koophandel, het bestuur van Alcmaria V. V. V. en ons bestuur en dat de gezamenlijke pogingen een goed resultaat hadden, zoodat de tram voor Bergen behou den bleef. De V.V.V. en het vliegveld. Begin September 1937 werd ons dorp in rep en roer gebracht wegens de geruchten, welke al spoedig waarheid bleken te bevat ten, dat het Dept. van Defensie plannen had een militair vliegkamp in deze gemeente te stichten. Het bestuur was van meening, dat door het gevaar dat de rust in onze gemeente verstoord zou worden, deze stichting ten op zichte van Bergen als vacantie-oord en woonplaats van forensen, niet wenschelijk was. Uw voorzitter wendde zich in de eerste plaats tot het gemeentebestuur en maakte schriftelijk aan B. en W. de bezwaren ken baar. Inmiddels kwamen andere groepen der bevolking in beweging en wenschten een buitengewone alg. vergadering der V.V.V. toegankelijk voor leden en belang stellenden, om deze zaak te bespreken. Uw voorzitter maakte aanvankelijk bezwaar deze buitengewone vergadering bijeen te roepen, gezien de afspraak met het Hoofd der gemeente, waarop nog geen antwoord ontvangen was niet kon ontvangen zijn omdat B. en W. nog niet vergaderd had den. Alles speelde zich in enkele dagen af, waartusschen nog een Zondag viel. Toen nu de leden onzer vereeniging, die deze ver gadering wenschten, echter gebruik maak ten van de statuten door een verzoek in te dienen, onderteekend door meer dan 10 van het aantal leden, om de vergadering toch te beleggen, moest mijn bezwaar na tuurlijk vervallen en had de vergadering plaats op 22 September, welke bezocht werd door 334 personen. Hét verloop dier verga dering is u allen wel bekend. Na uitvoerige discussies werd een adres aan den minister goedgekeurd en direct verzonden, waarin verzocht werd het vlieg veld niet in de gemeente Bergen te stichten. Inmiddels was ook door den gemeenteraad een request aan den minister gezonden en een audiëntie aangevraagd te verleenen aan B. en W. en ondergeteekende als voorzitter der V.V.V. Deze audiëntie werd verleend op 12 October. Alhoewel de minister een zeer welwillende houding aannam en zoo wel B. en W. als uw voorzitter alle gelegen heid kregen hun bezwaren naar voren te brengen, kreeg ik den vasten indruk, dat er geen succes zou bereikt worden: B.' en W. waren trouwens van dezelfde opinie. Deze indruk bleek juist te zijn, want reeds 16 Oct. ontving de V.V.V. een officieel schrij ven van het Dept. van Defensie inhoudende dat ,in verband met 's Lands belang van den voorgenomen aanleg van een militair luchtvaart-terrein nabij Bergen (N.H.) niet kan worden afgezien". Wel zegde de mi nister toe in overweging te zullen nemen in hoeverre daarbij met de belangen van Bergen als rustige badplaats rekening kan worden gehouden. Zoodra dus vaststond, dat het vliegveld te Bergen zou komen, besloot het bestuur nu alle actie te staken omdat z.L alle verdere tegen-actie nu slechts schade aan de plaats zou kunnen berokkenen. Aan de door ande ren doorgezette actie, welke trouwens geen succes mocht boeken, zoodat de feiten ons in 't gelijk gesteld hebben, verleende de V.V.V. dus verder geen medewerking. Nu de feiten eenmaal zóó liggen, zal het de taak der V.V.V. zijn te trachten naast de eventueele nadeden die het vliegveld voor Bergen zou kunnen brengen, ook de voordeelen daar aan verbonden, tot zich te trekken. Het be stuur is in deze diligent; het is thans nog te vroeg hierover mededeelingen te doen; voorloopig diene, dat het bestuur te dien aanzien reeds een conferentie met B. en W. mocht hebben. De overheid en het Vreemde lingenverkeer. Moesten wij verleden jaar in ons jaar verslag er op wijzen dat de Regeering naar aanleiding van het z.g. Rapport Krayenhoff nog niets voor het Vreemde lingenverkeer in het algemeen gedaan had, thans kan worden vermeld dat de Regeering haar subsidie aan de A.N.V.V. verhoogd heeft en wel in dézen vorm dat de Regeering evenveel bijdraagt als alle andere belanghebbenden tezamen, tot een maximum bedrag van 100.000.Uit goede bron kunnen wij meedeelen dat voor dit jaar daarom het Regeeringssub- sidie slechts ongeveer 60.000.zal be dragen. Deze wijze van subsidieeren brengt overigens andere merkwaardige bezwaren mede. Zoo vernam Uw Bestuur uit de dagbladen dat Ged. Staten van Noord-Holland aan Prov. Staten voor stelde het tot nu toe verleende subsidie ad 1800.aan de A.N.V.V. ter beschik king van Gedeputeerde Staten te stellen, ter verdeeling onder de V.V.V.'s uitslui tend in de provincie Noord-Holland ge legen. Uw Bestuur zag onmiddellijk het gevaar hiervan in. Immers de A.N.V.V. is het éénige lichaam in staat buitenlandsche reclame voor ons land te maken, plaatse lijke nóch gewestelijke vereenigingen zijn daartoe in staat. Het toch reeds zeer ma tige subsidie zou dus vrijwel doelloos versnipperd worden niet alleen, doch door bovengeschetste wijze van subsidieering der Regeering zou de A.N.V.V. dan niet alleen de 1800.—" der Provincie derven, maar automatisch nóg eens 1800.van de Regeering. Ons Bestuur richtte dan ook direct een adres aan de Provincie met dringend verzoek niet aan dit subsidie aan de A.N.V.V. te tornen. Officieel moch ten wy geen succes boeken, doch wij heb ben gegronde redenen aan te nemen, dat ons request toch nog een goede uitwer king zal hebben. Aantal gasten. Het aantal gasten dat gedurende het seizoen 1937 in Bergen verblijf hield was 20.186 (d. w. z. verschillende per sonen) tegen 't vorig jaar 15.831, waarvan op 7 Augustus tegelijk aanwezig waren 5493 (v. j. 4809). Hieronder waren méér buitenlanders dan de laatste jaren het ge val was, hetgeen zonder twijfel te danken geweest is aan de devaluatie van den gul den. In totaal werden Bergen-binnen en Bergen aan Zee bezocht door 340 buiten landers (v. j. 149), waarvan 163 Duit- schers (v. j. 86); 62 Engelschen (v. j. 13); 5 Amerikanen (v. j. 8); 31 Franschen (v. j. 11); 16 Belgen (v. j. 7); 4 Oostenrij kers (v. j. 2); 5 Zweden (v. j. 6); 5 Noren (v. j. 2); 35 Zwitsers (v. j. 2); 2 Denen (v. j. 0); 2 Tsjechen (v. j. 0); 3 Portugee- zen (v. j. 0)5 Finnen (v. j. 0) en 2 Eng.- Indiërs (v. j. 0). Ofschoon hierbij vele doortrekkende gasten waren, die slechts een enkele nacht hier verbleven, waren er, in tegenstelling met vorige jaren, ver scheidene families bij die enkele weken lang verblijf hielden; vooral Duitschers, vrij veel Engelschen en een enkele Fran- sche- en Zwitsersche familie. Verwachtingen voor het seizoen 1938. Wij leven nog steeds in een zeer onrus- tigen tijd en het is daarom gevaarlijk voorspellingen te doen voor het a.s. sei zoen. Ofschoon 1937 in den beginne wat opleving bracht, zoo waren de laatste maanden van dat jaar toch weer veel minder gunstig. Het vreemdelingenver keer te Bergen had daarvan voorloopig geen last, omdat het seizoen afgeloopen was. Welke invloed deze minder gunstige toestand op het a.s. seizoen zal hebben? Niemand kan dit zeggen; laten wij het beste er van hopen en paraat zijn om ons best te doen een zoo groot mogelijk aantal gasten naar Bergen te trekken, ter bevor dering van de welvaart van het over- groote deel der bevolking dezer Gemeente. Gevolgen van den storm. De hevige storm heeft ook hier zijn sporen achtergelaten. Van vele huizen en gebouwen zijn dakpannen afgewaaid, terwijl van eenige woningen de schoor- steenen niet tegen den storm bestand schenen. Erger was het er aan toe met de boerderij van den heer M. Wittebrood. De boerderij, gelegen aan het einde van het Westergeest, is omringd door boomen, die, evenals de boerderij zelve, reeds lang hun jeugd vergeten zijn. Een der boomen kon den druk van den storm dan ook niet weerstaan en werd ontworteld, doch met het gevolg dat deze terecht kwam op het dak van de boerderij. Daar het dak dezen harden slag niet weerstaan kon, drong de boom naar binnen en kwam ten slotte op een z.g. linnenkast terecht. We mogen toch nog van geluk spreken, daar deze kast juist tegen het bed van de bewoners aanstond, zoodat de klap voor hen daar door werd opgevangen. Naar men oordeelt is de schade ruim 200. Naar wij vernemen is W. niet verzekerd tegen stormschade. Het behoeft geen kinkhoest te zijn, maar een kinderhoest moet niet verwaarloosd worden. Waarom Uw kind noodeloos te laten lijden. Waarom zoudt Ge niet juist nog op tijd het beste en meest krachtige middel geven. Dat middel is toch Akker's Abdij siroop, die reeds zoovelen geholpen heeft Heeft Uw kindje het benauwd? Slaapt het 's nachts niet door hoesten, kuchen of piepen op het borstje? Abdijsiroop zal Uw kind helpen, die slijm losmaken, de hoest rijp maken en stoppen. En morgen ziet Ge niet meer de traantjes in de oogen door dat afmattend hoesten. De afmatting van de ademhalingsorganen is weggenomen, de ademhaling zal weer ruim en diep zijn. Ingekomen personen. C. de Winter van Obdam. J. Westra van St. Pancras. M. Rezelman van Alle rnaar, D. Snijder van Engeland. Q. Hoogland van St. Pancras. H. Wolda varft Alkmaar. Vertrokken personen, J. F. Groenenberg en echtg. naar Alk maar. C. Hes naar Oudorp. A. Fran ken naar Zwaag. J. Westra naar Sint Pancras. D. Vennik naar Alkmaar. P. Prins naar Ede. L. Tamis en gezin naar Alkmaar. De stemming aan de Amerikaansche beurs was over het algmeen iets beter. Maar en kele vaste dagen werden toch ook weer door reacties gevolgd. De betere bezetting van de staalindustrie die op ruim 30 van de capaciteit werkt gaf een stimulans ter wijl bier en daar o.m. in het jongste maand overzicht van de Nationaal City Bank ge wag wordt gemaakt van een verwachting van geleidelijke verbetering in verschillen de bedrijfstakken. Ook voor de gang van zaken bij de spoorwegen is men iets gun stiger gedisponeerd, getuige b.v. de belang rijke koersstijging van „second-grade"- obligatiën van deze bedrijfstak. De ver wachting dat de Interstate Commerce Com- mission vrachtverhoogingen zal toestaan was een belangrijke overweging in dit ver band. Mocht deze vrachtkwestie inderdaad bevredigend worden opgelost, dan kan dat voor de heele Amerikaansche conjunctuur ontwikkeling van groote beteekenis zijn; immers de spoorwegen zyn voor het eco nomisch leven in de V.S. een zeer gewich tige factor, is deze bedrijfstak onrendabel en vernieuwen zij daarom hun materiaal niet of schoorvoetend dan heeft dat een dipp in het heele bedrijfsleven inwerkend effect. Sedert de exploitatiekosten door de maat regelen der regeering zoo sterk gestegen zijn, is de rendabiliteit der spoorwegen a la merci van de regeering, omdat deze de be slissing heeft over de tarieven. Met de be slissing van de regeering hangt aldus in direct een zeer belangrijke conjunctureele invloed tezamen. Ditzelfde geldt overigens ook op ander terrein. Voor de rendabiliteit van het be drijfsleven is de opvatting en de politiek van de regeering een element van stijgen de beteekenis geworden. De conjunctuur is aldus van een min of meer objectieve factor, waarvan men de kansen tot op zekere hoogte kan aflezen uit objectieve feiten en cijfers geworden tot een subjectief element. De strijd tusschen president Roosevelt en big- business is een duidelijk bewijs hoezeer over-there de invloed van de overheid op de wirtcapaciteit der ondernemingen is voort geschreden, ondanks de nederlagen die aan de New Deal af en toe zijn toegebracht. De Amerikaansche bedrijvigheid is aldus on derworpen aan de experimenteerdrang van de regeering, die nog steeds verknecht blijkt aan de toepassing van de koopkrachttheorie. Het is allerminst uitgesloten dat by conse quente toepassing van die theorie de resul taten gunstig zouden zijn, maar zeker niet onder alle omstandigheden zoolang de maat schappelijke ordening beheerscht door het winststreven gehandhaafd blijft. Dat blijft de zwakke stee in de Amerikaansche toe stand: het handhaven van het dualisme: kapitalistische bedrijfsordening en sociali- seerende maatregelen van de regeering. Wanneer men de stemming van de onder nemers, de stemming aan de beurs in het laatste jaar in Amerika wil typeeren dan kan dit in enkele woorden als volgt: er heerschte constante onzekerheid op bijna elk gebied ten aanzien van de rendabiliteit drukt haar stempel op het heele economisch leven, niemand durft veel te ondernemen, de belegger is terughouden, alles verkeert in een stemming van afwachten. En zulk een stemming beteekent in een dynamische maatschappij achteruitgang. door drs. C. van Liere. de bezinning. IV. Zoo waren dus in 1933 de 28 lands- kerken tot één organisatorisch geheel vereenigd, dat den naam zou dragen van Deutsche Evangelische Kirche. Deze kerk vereenigt volgens de woorden van haar grondwet „de uit de reformatie ontsproten, gelijkgerechtigd naast elkan der staande belijdenissen in een plech- tigen bond. Deze kerkelijke grondwet, die verder inrichting en bestuur der kerk regelt en op 14 Juli 1933 door den Staat werd goedgekeurd, is nog steeds van kracht. Door de keuze van Ludwig Müller,, den beschermheer der „Deutsche Chris e rijksbisschop, stelde zich de kerk <»ehee' dienst der „nationale revolutie die dankbaar als een nieuwe openbaring aan het Duitsche volk beschouwde Maar zelfs nadat op 13 Nov. 1933 in de Sportpa leismeeting de doelstelling der „Deutsche Christen" onverbloemd aan het licht Se*re" den was en men o.a. de Jodenparagraaf ook in de kerkelijke wetgeving wilde doen gel den, beseften nog lang niet allen, dat door de „Deutsche Christen" een algeheele gelijk schakeling van de kerk aan den Staat weid nagestreefd. Wél was reeds in den herfst van 1932 een „Pfarrer-notbund" opgericht onder leiding van Martin Niemöller met het doel onderling hulp en bijstand te verlee nen aan predikanten, die het slachtoffer ge worden waren van het terrorisme der „Deut sche Christen", maar ook deze Pfarrer-not bund beperkte zich aanvankelijk slechts tot afweer van excessen. Als dan na 13 Nov. het wantrouwen in het bewind van Müller geweldig toeneemt, als blijkt, dat „het heidendom zijn intrede in de kerk heeft gedaan", als Müller er niet in slaagt, zijn kerkelijk ministerie intact te houden, als de Rijksbisschop ten slotte eigenmachtig op 19 Decc. den wijdvertak- ten bond der evangelische jeugd aan de Hitler-jeugd uitlevert, wordt de Pfarrer- notbund, die in Dec. reeds 6000 leden telt, het centrum der oppositie en laat op 20 Dec. zijn absoluut wantrouwen in Müller van de kansels voorlezen. De verwarring. In de leiding der kerk ontstaat een onbeschrijfelijke verwarring. Daar Mül ler geen wettige besluiten meer kan nemen, ziet hij zich genoodzaakt door onwettige nood-verordeningen de op positie te onderdrukken. Alle kritiek op de kerkleiding wordt verboden, Mül ler matigt zich een onbegrensde auto riteit aan, beroept zich op zyn kerke lijk leidersambt. Het „leidersbeginsel" in de staat wordt overgebracht op de kerk. Het regent schorsingen en afzet tingen. De Pfarrer-notbund echter zegt op 7 Jan. 1934 alle vertrouwen en ge hoorzaamheid aan den Rijksbischop op met verwijzing naar het voornaamste belijdenisgeschrift der Luthersche kerk: de Augsburgsche confessie. Een bemiddelingpoging van Hitier (25 en 27 Jan. '34) heeft geen blijvend resultaat. Müller gaat in 1934 voort om op onwettige en gewelddadige wijze de Duitsche kerk ge lijk te schakelen. Hij zal nu voorgoed orde scheppen: van af Februari regeert hij vrij wel almachtig, gesteund door de Geheime Staatspolitie. Het jaar 1934 wordt gekarak teriseerd door de dictatoriale pogingen van Müller om met terzijde stelling van de kerk- grondwet van 14 Juli '33, alle landskerken bij de rijkskerk in te lijven, d.w.z. onder het onmiddellijk bestuur van den Rijksbisschop te plaatsen. Dit gelukt natuurlijk overal waar een Deutsch christelijke bisschop aan het hoofd staat, maar het stuit op hevig verzet o.a. in Westfalen (Maart), Hannover, Württemberg en Beieren (Sept. en Oct. '34). De dwangmaatregelen tegen bisschop Wurm Stuttgart) en Meiser (Beieren) loopen uit op een volslagen fiasco. Müller, die op 23 Sept. bij zijn officieele installatie het zoo goed als voltooide inlijvingswerk had ge roemd, snelt in razend tempo een kata- strophe tegemoet. Op 30 Oct. worden de ontslagen of „gemaszregelte" bisschoppen Miahrarens (Hannover), Meiser en Wurm door Hitier op audiëntie ontvangen, nadat van alle kanten op Müller's aftreden is aan- gedrangen, op 20 Nov. 1934 worden alle noodwetten en inlijvingsmaatregelen ongel dig verklaard, alles wat in 1934 gebeurd is, wordt geliquideerd, de landskerken her nemen hun zelfstandigheid, Müller wordt „Kaltgestellt", zijn rol als rijksbisschop is uitgespeeld. De gelijkschakelingsgolf van 1934 is dus gestuit op een rots van weerstand. De kerk is ontwaakt uit haar roes. De actie der Deutsche Christenen, die dreigde uit te loopen op een volkomen saecularisatie (ver wereldlijking) der kerk, riep de kerk tot bezinning. Uit die bezinning ontstaat de sterke contra-beweging, die onafscheidelijk verbonden is met den naam van Karl Barth: de belijdenisbeweging. De afweer en verwerping van het Müller- régime door den Pfarrer-notbund moest te eeniger tijd leiden tot de principieele vraag stelling: „Hoe staat de Christelijke kerk als kerk krachtens haar fundeering en haar roeping tegenover de nat.-socialistischen staats-ideologie, die steeds nadrukkelijker de totale onderwerping van den heele mensch en de heele kerk aan de doelstel ling van den Staat eischt? Hoeveel stappen kan de kerk, uitgaande van haar belijdenis, doen in de richting der „Deutsche Christen", dus in de richting van een „artgemaszes, heldisches Christentum" zonder gevaar te loopen van reddeloozen ondergang in het anti-christelijk vaarwater van Rosenberg en de zijnen?" Deze vraag te hebben gesteld en beantwoord in de onvergankelijke ver dienste van Karl Barth, hoogleeraar in de theologie aan de Universiteit te Bonn. Het antwoord was even principieel als de vraag en luidde: „Geen enkele stap". Reeds twee maal had Barth dit antwoord gegeven, de eerste maal op 25 Juni 1933 na het aftreden van Bodelschwingh, de tweede maal aan den vooravond der kerkelijke verkiezingen op 22 Juli 1933. „De kerk verkondigt het Evangelie van Jezus Christus in alle rijken dezer wereld, zij verkondigt het ook in het Derde Rijk, maar niet „unter ihm und nicht in seinem Geist". „Ik zeg onvoorwaardelijk en zonder voorbehoud „Neen" met betrek king tot den geest en letter dezer leer (de leer der Deutsche Christen). Ik ben van meening, dat deze leer in de Evangelische kerk niet thuis hoort. De Evangelische kerk moet liever een kleine schare worden en haar toevlucht nemen tot de catacomben dan onder welke omstandigheden ook met deze leer vrede te sluiten". „De kerk kan niet putten uit twee bronnen van openba ring, niet: de Bijbel èn ditof de Bijbel èn dat, maar uit het Woord Gods alleen. En dat Woord Gods is Jezus Christus en niets anders". Allerminst is de kerk er om den Staat te helpen en allerminst moet de kerk in haar leiding den staat na-apen." Deze woorden waren in 1933 niet ge hoord, maar in de troebelen van 1934 weer klonk opnieuw zijn stem tot bezinning op de eigenlijke substantie der kerk. In Ja nuari 1934 ontstaat in de Duitsche kerk een groepering, uitgaande van de belijdenis der kerk. (3 Jan. te Barmen: 320 predikan ten en ouderlingen uit 167 „reformierte" gemeenten). Deze groepen zwelt machtig aan ondanks alle regeeringsmaatregelen. In Maart doet Müller een poging met be hulp van terrorisme en de geheime staats politie om de kerkprovincie Rijnland en Westfalen bij zijn regiem in te lijven. Prases Koch te Oeynhausen weigert zich aan zijn „ongeestelijke geweldheerschap- pij" te onderwerpen, die in strijd is met schrift en belijdenis. Een „Broederraad" wordt benoemd, die de leiding op zich zal nemen overeenkomstig de belijdenis en de grondwet der Duitsch Evangelische kerk. Hiermee is reeds in beginsel een Kerkre- geering gesticht naast die van Müller. Een gemeentedag in Dortmund, bezocht door 25.000 personen, bevestigt dit besluit en stelt zich met 550 van de 720 predikan ten onder den Broederraad. Op 22 April 1934, na de eerste pogingen van Müller om bisschop Wurm in Würt temberg af te zetten, leest bisschop Meiser uit Beieren in een geweldige vergadering voor, waarin hij de vergaderde vertegen woordigers van de Württembergsche en Beiersche landskerken, van de Vrije Syno den in Rijnland en Westfalen, als ook van de vele belijdende gemeenten en christenen in gansch Duitschland verklaart te zijn de rechtmatige Duitsche Evangelische kerk. Ip •Mei sluit zich bisschop Mahrarens ven Hannover hierby aan. (Slot vplg®.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 11