Mr. Pollema verklaart zich nader
s
|ET SCHIP DER
VERSCHRIKKING
PARLEMENT
De minister wil de tering naar de nering zetten.
!BinHenland
II kunt ze herkennen aan
Fransch schip in nood.
JeuiUeton
Uit het Amerikaansch door
HERMAN ANTONSEN.
Zaterdag 12 Februari.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(VARA-uitz.) 8.— Gr.pl. 10.—
VPRO-morgen wijding. 10.20 Uitz.
voor Arb. in de Continubedr. 12.
I.45 Gr.pl. 2.Filmpr. 2.15 Piano-
voordr. 2.45 Amateurs-uitz. 3.15
Gr.pl. 3.30 Residentie-orkest. 4.30
Landbouwpr. 4.50 Vervolg concert.
5.40 Literaire causerie. 6.Orgel
spel 6.30 Westfriesche uitz. 7.
Filmland. (7.30 VPRO: Bybelver-
tellingen. 8.Herh. SOS- en 8.03
ANP-ber., VARA-Varia. 8.15 VA-
RA-orkest, mmv. solist. 9.— Deel.
9.15 En nuOké! 10.30 ANP-ber.
10.40 Gr.pl. 10.50 Orgelspel. 11.—
Souvenir-orkest mmv. solist. 11.30
Ber. 11.35—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 301,5 M. (KRO-uitz.)
8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Godsd.
halfuur. 12.Ber. 12.15 De KRO-
melodisten, mmv. solist en gr.pL
Voor de jeugd. 2.30 Gr.pl. 3.
Kinderuurtje. 4.05 KRO-orkest en
gr.pl. 5.30 Gr.pl. 5.45 KRO-Nachte-
gaaltjes. 6.15 Gr.pl. 6.20 Journalis
tiek weekoverzicht. 6.45 Gr.pl. 7.
Ber. 7.15 Het zien van schilderyen,
causerie. 7.35 Actueele aetherflit-
sen. 8.ANP-ber., mededeelingen.
9.15 Overpeinzing met muz. omlijs
ting. 8.35 Gev. progr. 10.30 ANP-
ber. 10.40 Filmpr. 10.55 De KRO-
melodisten, mmv. solist. 11.30
12.— Gr.pL
DROITWICH, 1500 M. 11.2C Gr.pl.
II.50 BBC-Wels-orkest, m. m. v.
soliste. 12.50 Gr.pl. 1.20 New Co-
ventry Hippodrome Orkest. 2.20
Gr.pl. 2.55 Sportrep. 4.40 Gr.pl. 5.
DecL 5.20 Carroll Gibbons en de
Savoye Hotel Orpheans. 6.20 Ber.
6.50 Sportpr. 7.05 BBC-orkest. 7.50
Radiojournaal. 8.20 Musichall-progr.
9.20 Ber. 9.40 Amerikaansch nieuws.
9.55 Inleiding volgende uitz. 10.
2e acte opera Don Juan. 11.15 Jack
Harris en zyn Band. 11.50 Orgel
spel. 12.1012.20 Ber.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.50 en 8.55
Gr.pl. 9.50 Conservatorium-orkest.
11.50 Gr.pl. 12.20 Pianovoordracht.
12.35 Bailly-orkest en zang. 3.20 en
4.05 Zang. 6.20 Gr.pl. 8.35 Zang.
8.50 RadiotooneeL 9.30 Variété-
progr. 10.35 Syfnph.-concert. 11.20
1.20 J. Bouillon s dansorkest.
KEULEN, 456 M. 5.50 H. J. Fier-
ke's orkest. 7.50 Danziger Landes-
orkest en solist. 8.50 Blokfluit en
piano. 11.20 Omroeporkest. 1.35
Gr.pl. 3.20 Omroepschrammel-
ensemble en -Amusementsorkest m.
m. v. solisten. 5.30 Omroeptrio,
7.20 Robert Gaden en zyn orkest.
8.20 Rep. 9.50—12.20 Wül Glahe en
Theo Held met hun orkesten.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pL 12.50 Omroepkl.-orkest.
1.50 Gr.pL 2.20 RadiotooneeL 3.20
Omroepsalonorkest. 3.50 Gentsch
Conservatorium-orkest en solist
6.35 Omróepkleinorkest. 7.25 Zang,
8.20 Cabaret. 9.20 Omroepsymph -
orkest en solist. 10.50 Populair con
cert. 11.50—12.20 Gr.pL 484 M.:
12.20 Gr.pL 12.50 Omroeporkest. 1.50
2.20 Gr.pl. 3.20 Conservatorium
orkest en solist. 4.50 Omroepsalon-1
orkest. 5.35 A. Felleman's orkest.
6.35 Cembalo en orgeL 7.35 Gr.pL
8.20 Omroeporkest. 8.50 Radiotoo
neeL 9.35 Vervolg concert. 9.50
Waalsch cabaret. 10.30 Omroepsa
lonorkest en soliste. 11.2012.20
Gr.pL
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.20 Landesorkest Gouw Berlyn,
Adalbert Lutter's orkest, vocaal
sextet en solisten. 9.20 Ber. 9.35
Sportrep. 9 50 Cello en piano. 10.05
Scheepsweerbericht 10.2012.15 F.
Kaufmann's orkest (10.3010.45
Reportage).
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.20, Parys R.
9.20—12.05, Lond. Reg. 12.05—12.35,
Keulen 12.35—13.20, Brussel VL
13.2013.35, Keulen 13.35—14.20,
Brussel VI. 14.20—15.20, Keulen
15.2017.20, Brussel Fr. 17.20—
18.20, Parys R. 18.2018.35, Brus
sel Fr. 18.35—19.20, Keulen 19.20—
21.20, Brussel VI. 21.20—22.30, Keu-
len 22.30—24.—.
Lijn 4: Brussel VL 8.—9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.35—11.35, Droitwich 11.35—14.20.
Lond. Reg. 14.2016.40, Droitwich
16.40—24.—.
Lijn 5: Diversen.
Meer vrijheid voor de gemeenten
in het financieele beheer.
(Van onzen parlementairen medewerker.)
Gistermorgen heeft de Eerste Kamer de
behandeling van de begrooting van finan
ciën beëindigd. Het resultaat was, overeen
komstig de verwachtingen, dat ze zonder
hoofdelijke stemming werd goedgekeurd.
Bij de replieken verduidelijkte de heer
Pollema (c.h.) zyn bedoelingen met betrek
king tot een wat ruimere uitgavenpolitiek,
waartoe hy de regeering meende te moeten
aansporen, teneinde den druk op den gul
den te laten verminderen en een wijziging
te brengen in de huidige monetaire politiek,
die z.i. gevaren inhoudt, grootere gevaren
dan wat wel wordt genoemd „een beetje
inflatie".
Mr. Pollema nu betoogde nader, dat het
geenszins zyn bedoeling was, dat de regee
ring ongelimiteerd de Rijksuitgaven zou uit
zetten, om tegemoet te komen aan hen, die
zich in den crisistijd groote offers hebben
moeten getroosten. Hy blijft een voorstan
der van een voorzichtige financieele poli
tiek, evenals de regeering. Maar hy meende,
dat hij juist aan dit kabinet daarom een be-
heerschte leeningpolitiek kon toevertrou
wen.
Een verruiming van andere uitgaven toch
ligt geheel in de lijn van de gevolgen van
de militaire uitgaven, die een tendenz van
inflatie inhouden.
De fout is geweest, dat de regeering het
egalisatiepunt van den gulden te diep heeft
genomen door dollars aan te koopen voor
1.87. Wij zitten nu aan een bepaalden koers
vast en het goud blijft maar toestroomen.
Daardoor gevoelen sommigen zich be
zwaard. Ook mr. Trip zou voor hen, die zijn
Amsterdamsche rede goed hebben gelezen,
te dien opzichte niet geheel gerust zijn.
Mr. Pollema herinnerde aan de gevaren
van dien grooten goudvoorraad. Sedert 1929
is de goudproductie in de wereld verdub
beld, maar toch doet zich het verschijnsel
voor, dat de goudprijs in den loop der jaren
is gestegen. (De Vereenigde Staten en En
geland blijven goud tegen den huidigen
prijs opnemen, waarschijnlijk om een ste
vige goudreserve in een mogelijken oorlog
te hebben.)
Onder de goudproduceerende landen
neemt Rusland een belangrijke plaats in en
is daarin een onzekere factor.
Men weet, dat president Roosevelt de be
voegdheid bezit om den dollar met 10 pet.
verder te devalueeren; is het zoo zeker dat
hij van die bevoegdheid geen gebruik zal
maken? En dan de gulden zit nu aan
den dollar vast! Wij missen thans onze vrij
heid op monetair gebied.
Verder werd nog gerepliceerd door de
heeren van Lanschot (r.k.), de Zeeuw (s.d.)
en von Bönninghausen (n.s.b.) Behalve een
paar tusschen eerstgenoemden gewisselde
stekeligheden naar aanleiding van 't feit dat
de sociaal-democraat wederom het bestaan
van een tegenstelling tusschen daden en
program der R.K. Staatsparty had geconsta-
ONGELUK IN EEN LASCHSCHOOL.
In de laschschool N.V.L. aan de Hamer
straat te Amsterdam is gisteravond een ern
stig ongeluk gebeurd.
De 20-jarige leerling, J. F. Voigt, was in
een der oefencellen bezig met een autogeen
laschapparaat. Door de wegspringende von
ken geraakten zyn kleeren in brand. Twee
jongens, die het vuur poogden te blusschen,
liepen brandwonden aan de handen op. Met
veel moeite gelukte het de brandende klee
ren van Voigt te dooven. Toen even later de
brandweer ter plaatse kwam, heeft deze
hem voorloopig verbonden. Hij heeft ern
stige wondefi aan onderlijf en armen en bee-
nen. De geneeskundige dienst heeft hem
naar het Binnengasthuis vervoerd.
teerd, leverden deze replieken niets vermel
denswaardigs op.
Minister de Wilde ^rklaarde de repliek
van den heer Pollema met meer ingenomen
heid te hebben aangehoord dan zijn rede in
eersten termijn, maar moest tot zijn spijt
vaststellen, dat deze afgevaardigde weder
om in gebreke was gebleven, een middel
aan te geven dat een oplossing van de moei
lijkheden kon bieden. „Een beetje inflatie"
mag dit niet zyn. Terecht heeft jhr. de Geer
al jaren geleden en ook later nog daartegen
gewaarschuwd, omdat men niet weet waar
een beetje inflatie eindigt. Bovendien is de
term inflatie ook niet juist gebruikt, omdat
wij onze bankbiljetten-circulatie slechts wei
nig hebben vergroot. In Duitschland kwam
indertijd de krach, omdat de limiet verre
was overschreden.
Mr. Pollema mocht nu wel volhouden dat
de werkwijze van het Egalisatiefonds „niet
aan de verwachtingen had voldaan" wat
anders klonk dan „het niet nakomen van be
loften! maar met verwachtingen van
wien ook had de regeering niets te maken.
Zij heeft alleen te maken met het doeL
waarvoor het fonds is ingesteld en daaraan
heeft dat beantwoord. De heer Pollema had
moeten bewijzen, dat de financieel-econo-
mische waarde van den gulden op het oogen-
blik te hoog is.
De regeering ontkent niet, dat er aan de
gestes van het fonds gevaren zijn verbonden,
maar zij heeft gelukkig een algemeen ver
trouwen. Momenteel is voor ons „de vlucht
in het goud" wel het veiligst.
Minister de Wilde zeide tenslotte niet te
vinden te zijn voor een wat lichtvaardiger
uitgavenpolitiek. Trouwens wat de heer Pol
lema voor zyn doel wenscht gebeurt al: er
worden millioenen méér uitgegeven voor
militaire doeleinden, en ook dat heeft de in
stemming van den chr. hist. afgevaardigde.
De minister van financiën achtte het 't maar
het veiligste om als de goede huismoeder
de tering naar de nering te zetten en niet
meer uit te geven dan er inkomt.
Na de dupliek van den minister ging zyn
begrooting z.h.s. onder den hamer door.
Slechts kort duurde de discussie over de
begrooting van het Werkloosheidssubsidie-
fonds. De heer Kropman (r.k.) deed een
poging om nog wat meer voor de benarde
gemeenten los te krygen, doch hy kreeg nul
op 't request.
Minister de Wilde betoogde, dat de ge
meenten haar verantwoordelijkheid moesten
kennen en niet zich gewennen om te leunen
op een fonds. Hij vertelde nog, dat het on
langs door hem aangekondigde wetsont
werp, waarbij aan de gemeenten meer zelf
standigheid in het financieele beheer wordt
gegeven, zoo goed als gereed is.
Qok deze begrooting werd z.h.s. goedge
keurd, waarna, zonder discussie, de begroo
ting van het departement van koloniën
volgde en nog een aantal kleine ontwerpen.
Op een vroeg uur, half drie, ging de Ka
mer in comité-generaaL dat vermoedelijk
over een inwendige Kameraangelegenheid
heeft geloopen.
Dinsdag komt de senaat vermoedelijk
weer bijeen.
IJSELMEER LEEGGEVISCHT?
Huizer-visscher vermocht vrijwel
niets te vangen.
Maandagmorgen j.L vertrok een Huizer
visscher naar het IJselmeer om te trachten
met zyn zijdenetten een hoeveelheid bot te
verschalken. Maar waar de netten ook wer
den uitgezet, telkens bleef een behoorlijke
vangst uit. Tot nabij den Afsluitdijk werd
nog getracht iets te vangen, doch zonder re
sultaat. Een „schot" het eenmaal uitzet
ten van de netten leverde12 lot 16
botjes. Het IJselmeer water werd gekenmerkt
door de aanwezigheid van groote hoeveel
heden hooi en ander drijvend vuil, waardoor
de netten verontreinigd werden. Donderdag
middag keerde de botter in de haven terug.
De vangst blijft voorloopig gestaakt tot en
met April.
hun hartvorm, want Mijnhardtjes zijn geen
ronde, maar hartvormige cachets en onder
scheiden zich van alle goede middelen d.e
tegen Kou, Griep en a'lerlei pijnen bestaan,
doordat zij veel vlugger en afdoender helpen
en zoo den duur van Uw ongesteldheid belang
rijk verkorten.
Koker 12 st. 50 ct. Proelverpakking 2 st. 10 ct.
Verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten.
Vrachtboot voor Schiermonnikoog
zendt S.O.S.-seinen uit.
Men meldt ons uit Schiermonnikoog:
Op 54 graden Noorderbreedte, 6 graden 2
min. Oosterlengte verkeert het Fransche s.s.
„Baoulé" in nood. Het schip heeft S.O.S.-
seinen uitgezonden.
De „Baoulé" is een schip van de „Char-
geurs Réunis" en behoort thuis te Le Havre.
Het meet 5874 bruto reg. ton en 3491 netto
reg. ton. Woensdag vertrok het schip van
Hamburg naar Rotterdam.
Het weer is stormachtig.
De positie van het in nood verkeerende
schip was blijkens nadere gegevens gister
avond omstreeks negen uur 53 graden 56 m.
N.B. en 6 graden 37 min. O.L.
Het schip bevond zich toen op 22 mijl
Oost-Noord-Oost van het Duitsche licht
schip „Borkumer Rif".
Aangezien de „Baoulé" dichter bij het sta
tion van de Duitsche reddingmaatschappij
dan by dat van de Noord- en Zuidholland-
sche ligt, deed deze laatste nog geen motor
reddingboot zee kiezen. Een Nederlandsche
reddingboot zou bijna acht uur moeten va
ren om het schip te kunnen bereiken.
De Fransche vrachtboot heeft een defect
aan de circulatiepomp. Twee schepen, waar
van de namen nog onbekend zijn, bevinden
zich in de nabijheid.
Over de „Baoulé" werd omstreeks kwart
over tien bekend, dat het schip om dc
Zuid-Zuid-Oost drijft. Het was op dat
oogenblik tien myl dichter by den Duit-
schen wal. De Duitsche sleepboot „Albatros"
is uitgevaren en werd om elf uur by het
Fransche schip verwacht. Indien deze er
niet in mocht slagen vast te maken, bestaat
er groote kans, dat de zware storm, welke
met windkracht 910 uit Noord-Noord-
Westelijke richting staat, de „Baoulé" op de
gronden van de Ooster-Eems beooston Bor-
kum zal doen stranden.
De motorreddingboot van Borkum heeft
nog geen zee gekozen, doch ligt voor uitva
ren gereed.
TWINTIG DUIVEN BIJ EEN BRAND
OMGEKOMEN.
Gistermiddag heeft in de zolderverdie
ping van een woning ln de Quellynstraat te
Amsterdam een binnenbrand gewoed. Het
vuur was ontstaan door vlamvatten van
hout in den schoorsteen.
De brandweer bluschte den brand met
een straal op de brandkraan.
Een aldaar wonende duivenliefhebber
werd van twintig vogels die in de zware
rookontwikkeling ornkv>amen, beroofd.
STAATSCOMMISSIE
VACCINATIEPLICHT.
Drie vragen opgesteld.
Bij koninklijk besluit is ingesteld een
staatscommisie, aan welke is opgedragen
te onderzoeken:
1. of het wenschelyk is de bestaande
bepalingen betreffende den vaccinatie
plicht, waarvan de werking is opgeschort,
hetzy terstond, hetzij geleidelijk, weder in
werking te doen treden, en zoo deze vraag
ontkennend wordt beantwoord;
2e. of het wenschelyk is deze bepalin
gen te doen vervallen, zonder dat tot
eenige nrieuwe regeling van de vaccinatie
wordt overgegaan, dan wel
3. of het wenschelyk is ten aanzien van
de vaccinatie een nieuwe regeling te tref
fen, en zoo ja, hoe zy behoort te luiden.
ANTON TIERIE
Bekend dirigent, organist en paedagoog.
Gistermiddag is in het Diaconessenhuis aan
den Overtoom te Amsterdam, waar hy sinds
geruimen tyd verpleegd werd, op byna 68-
jarigen leeftijd overleden de heer Anton
Hildebrand Tierie.
Tierie werd geboren op 4 April 1870 te
Wageningen, ontving zyn muzikale oplei
ding aan het conservatorium te Amsterdam
en werd in 1890 organist en muziekdirecteur
van de Vrye Gemeente aldaar. In 1898 ont
stond de Oratorium-vereeniging, die popu
laire uitvoeringen van oratoria en andere
groote koorwerken in het leven riep, en die
Tierie tot haar directeur benoemde; later
verkreeg deze vereeniging het predicaat Ko
ninklijke. Ook heeft Tierie zich toegelegd
op de opera, waarvoor hij onder leiding van
Willem de Haan studies maakte aan het
toenmalig Hof-theater te Darmstadt. Hy
heeft ook hier te lande een aantal opera-
voorstelingen gedirigeerd. Sinds 1913 was
hy directeur van de zangvereeniging der
Toonkunstafdeeling te Leiden, later heeft
hy wylen Johan Schoonderbeek opgevolgd
als directeur der Koninklijke Zangvereeni
ging Excelsior te Den Haag.
Daarnaast had Tierie een uigebreide pae-
dagogische werkkring. Sinds 1890 was hU
hoofdleeraar aan de muziekschool van toon
kunst te Amsterdam. Verder maakte hy
deel uit van het hoofdbestuur der My. tot
bevordering van de Toonkunst en van ver
schillende examen-commissies.
In 1980 werd hy benoemd tot officier in
de Orde van Oranje Nassau.
ACHTERLICHTJES. DIE LOSTRILLEN.
Nieuwe keuringseischen noodig
geacht.
Sedert de invoering van het rywielachter-
licht met ingang van 1 Janucri is gebleken,
dat duizenden wielrijders, niettegenstaande
hun achterlicht voorzien was van het vast
gestelde ryksmerk, moeilijkheden ondervon
den ten gevolge van constructiefouten.
In hoofdzaak schijnt dit wel terug te voe
ren te zyn op de omstandigheid, dat de voor
de bevestiging van het achterlicht voorge
schreven plaats, n.L het achterspatborduit-
einde, tot de meest kwetsbare en de meest
aan trilling onderhevige deelen van het rij
wiel behoort en dat met dit it bij de keu
ring blijkbaar geen rekening is gehouden.
Lostrillen der lampjes is dan ook een zeer
veel voorkomend euvel.
Een moeilijkheid daarbij is, dat bij de-
keuringseischen geen bepaling is opgeno
men dat het achterlicht zóó moet zijn uit
gevoerd, dat gemakkelijk te controleeren is
of het werkelijk brandt. Het gevolg van een
en ander is dat de wielrijder, die denkt door
een achterlicht met rykskeur te koopen al
thans een waarborg te hebben tegen ele
mentaire constructiefouten, zonder dat hij
dit verwacht, met een niet brandend licht
rydL
Hoewel de politie, aldus schrijft ons de
A.N.W.B., in vele plaatsen nog volstaat met
het waarschuwen, worden toch ook reeds in
tal van gevallen processen-verbaal opge
maakt, zoodat velen niet alleen verplicht
zullen zyn een nieuw achterlicht, maar bo
vendien nog een geldboete te betalen.
Het bestuur van den A.N.W.B. heeft in
verband met deze aangelegenheid tot den
minister van Waterstaat een verzoek gericht
om te willen bevorderen dat de thans gel
dende keuringseischen voor achterlichten
zoo spoedig mogelijk worden vervangen door
andere, welke op afdoende wyze met de
practijk rekening houden. Daarbij verzocht
het bestuur van den A.N.W.B. den minister
met zyn ambtgenoot van Justitie overleg te
willen plegen om zoo mogelijk wielrijders,
tegen wie proces-verbaal is opgemaakt we
gens het rijden met een niet-brandend ach
terlicht, maar welk achterlicht overigens
wel voorzien was van het ryksmerk, voor
loopig niet te vervolgen.
25)
„Je zoekt spijkers op laag water, man
anders niet".
„Poole is vermoord, kapitein".
„Hoe dan?"
„Ja, dat weet ik nog niet".
„Luister eens, beste vriend", zei kapi
tein Sohme en legde zijn groote handen op
Valcour's schouders. „Ik moet eens ernstig
niet om een praatje te verkoopen, maar om
mijn gezonde verstand te bewaren. Je
neemt me dat toch niet kwalijk?"
„Heelemaal niet, kapitein".
„Ik heb mijn heele leven gevaren, van
den eersten dag af, dat ik van huis in
Christiania weggeloopen ben. Ik zeg je dit
niet om een praatje te verkoopen. maar om
te maken, dat je me gelooven zult, als ik
zeg, hoe het op zee toegaat, zooals ik jou
geloof, als je me vertelt, hoe de dingen aan
land gebeuren. Vindt je soms, dat ik te uit
voerig ben?"
„Heelemaal niet, kapitein", zei Valcour,
hem ernstig aanziende.
„Nu goed dan, laat ons eens een zeeman
nemen en kijken, hoe hy doet, als hy aan
wal is. Ik bedoel niet in de havens, waar
hy toch altijd onder zyn kornuiten zit,
maar zet hem, om een voorbeeld te nemen,
in een trein voor een dagenlange reis
van New-York naar San Francisco, om wat
te noemendat is, meen ik, vyf dagen,
niet waar?"
„Ja, zoo ongeveer wel".
„En jy, als landrot, zit in dien trein en
houdt dien zeeman in de gaten. Hij ge
draagt zich niet als een vreemde in een
vreemd land. Neen, hy is iemand, die zich
op een andere planeet voelt".
Een beetje in de war geraakt, bemerkte
Valcour toch heel goed den zegevieren-
ren blik van den kapitein.
„Ja, kapiteinen verder?"
„Eh zoo is het nu met landrotten, als
ze een zeereis maken. Ze snappen er niets
van. Ik doel daarmee niet op de technische
kanten van het zeemanschap en evenmin
de gewone dagelyksche gebeurtenissen aan
boord. Ik doel op diepgaander dingen, op
krachten, die wij, die er heel ons leven mee
hebben omgegaan, als vanzelfsprekend aan
vaarden en waarvan we de gronden
nooit of te nimmer zullen begrijpen".
„Ik begin te zien, waar je naar toe wilt,
kapitein: een schip verdwijntwas dat ook
niet het geval met de Cyclops? Er is geen
spoor meer van overgeen enkel levens-
teeken. Waarom niet?" Valcour, vroeg het
glimlachend. „Schrijf je dat dan aan je
„krachten" toe?"
„Ja, juist, precies zoo, Valcour".
„En om nu die theorie op het tegen
woordige toe te passen, hebben we hier
Ted Poole liggen een volkomen gezonde
kerel, die zyn gezicht wascht, in bed gaat
liggen en sterft. Het gevolg van je „krach
ten?"
„Je maakt er gekheid mee, Valcour".
„Ik meen het doodernstig".
„Je bent een landrotje; je gaat heele
maal op in je vak; overal zie je misdaad,
gewoonweg overal. Laten we deze zaak nu
toch eens nuchter bekijken. Ik ben geen
stommerd en ik ben ook niet al te dikkop
pig en ik heb de bedoeling niet, je onaan
genaam te ?yn, maar wat moet ik nu in
vredesnaam van je denken? We hebben
twee sterfgevallen aan boord: Gans. die
altijd ziekelijk was en met zyn maag suk
kelde. Hy krygt een aanval van maagkramp
hij ziet er benauwd en bont en blauw uit
en hi.i blyft erin. En jy bent toch heusch
wel dokter genoeg om te weten, dat de
verschijnselen, die zich bij Gans hebben
voorgedaan, net zoo goed van een soort be
roerte als van wurging kunnen gekomen
zyn".
„Neen, kaDitein, dat kan niet".
„Nou goed Dan hebben we miss Sidder-
by. Die schrikt zich een or-eluk, die arme
ziel, als ze zoo opeens voor dat lijk staat;
en ze verbeeldt zich meteen, dat ze voet
stappen gehoord heeft misschien heeft
ze hem zelf wel hooren loopen, toen hy
hulp zocht in zyn benauwdheid en dan
bekijk jy de dingen dadelijk met een vak
kundig oog en je vindt een stuk papier,
dat hij net zoo goed in zyn benauwdheid
kan hebben afgescheurd en verfrommeld
en dan is het ineens geen acute maag
kramp meer. Het is een moord! Je zegt.
dat hy gepleegd werd, om een draadloos
telegram te onderscheppen, dat aan jou ge
richt was. Maar waarom is het toestel dan
niet vernield? Hoe kon de moordenaar we
ten, dat er niemand aan boord was, die het
toestel kon bedienen?"
„Dat zou Gans zelf hem verteld kunnen
hebben, kapitein".
En weer voelde Valcour den alles ver-
doezelenden mist om zich heen opstijgen.
„Tot zoover hebben we niets dan gis
singen, beste kerel. Neem nu alleen maar
dien jongen Poole hier. Je zieUelf, dat hy
athletisch gebouwd is en dat zijn spieren
buitengewoon ontwikkeld zyn. Wat is ge
beurd? Hij heeft een hartvergrooting ge
kregen. Ik wil je graag toegeven, dat hij
zyn gezicht heeft gewasschen. En onder-
tusschen krijgt hy een hartaanval en gaat
liggen. Het wordt niet beter en hü sterft".
„Denk je dan heusch, kaoitein, dat hij
den waschbak schoongemaakt, de zeep van
zijn gezicht geveegd en den handdoek net
jes in die waschmand gestopt zou hebben,
als hü een aanval van hartkramp had?"
„Zulke dingen doen we soms heelemaal
werktuigelük Valcour. Het feit, dat hü de
zeep niet goed heeft afgeveegd, toont im
mers genoeg, dat hy haast gemaakt heeft?"
Valcour haalde de schouders op. Hü had
zelf vaak genoeg opgemerkt, hoe werktui
gelijk sommige menschen de waschbakken
in slaapwagens omdroogden met hun hand
doek, als ze dien niet meer noodig hadden.
Kapitein Sohme vervolgde: „En wat heb
jij nu tegen die eenvoudige en voor de
hand liggende feiten in te brengen, Val
cour? Dat een niet verzonden brief met het
vroegere adres erop naast het lyk gevonden
is van een man, die ettelyke weken gele*
den in New-York vermoord is!"
„Die vermoorde man was de eerste echt
genoot van mevrouw Poole, kapitein".
„Zoo? Waarom kan die brief dan nis'
door hem geschreven zyn?"
Valcour hield zich zoo onpartydig m°"
gelijk, hoe nevelachtig hem alles ook werd-
„We hebben natuurlyk het handschrift
vergeleken. Het was niet het zyne. Je re®e*
neert tegen beten weten in, kapitein. Er ia
een te vreemde samenloop van omstandig"
heden, dan dat ik zou kunnen gelooven, dg
uw „krachten", natuurlük of bovennatuur*
lyk, verantwoordelyk kunnen zyn voor den
dood van deze twee mannen".
Kapitein Sohme liet zich zwaar in «ah
stoel neervallen. „Groote goedheid, dan
weet ik niets meer te zeggen!"
„Het zal wel onmogelük ?yn, het ljte
te bewaren, tot we in een haven zyn, nif
waar? Ik zou zoo graag een onderzoek neer
vergif laten instellen".
Kapitein Sohme lachte grynzend
zyn er hier niet op ingericht", zei hü-
Valcour knikte. „Dus hy moet spoedig
in zee gelaten worden".
„Op zee moeten zulk soort dingen
spoedig mogelijk gebeuren en ik moet «r
niet aan denken, hoe erg het voor dst arm«
vrouwtje wezen zal".
Valcour voelde zich op dat punt reeds
een beetje hardvochtig. Hy bekeek
vrouw Poole anders en harder. „Het ia ha#r
eerste man niet!" zei hij cynisch.
„Dat doet er niet aan toe. Een sterfg*"
val is altijd een reden tot verdriet. Ben J*
hier klaar?"
(Wordt vervolgd)-