8
1
DE ARBEID
8
PUROL5E
Het Nationaal-Socialisme voor den
rechterstoel der menschheid.
Ruwe
schrale huid
Stad en Omgeving
PRINCIPIEEL IS
VOORONTWERP
MINISTER ROMME'S
VAN WET ONJUIST.
MOTIE AANGENOMEN.
eoeo"»©© jludiopcogcatuma «o««oook
Ds. Schermerhorn in Bergen.
ÏBitmeitlatid
Het waren niet uitsluitend dames, die gis
teravond naar de dancing van de Harmonie
gekomen waren ter bijwoning van een
openbare vergadering vanwege het comité
tot verdediging van de vrijheid van arbeid
voor de vrouw: een paar vertegenwoordi
gers van de andere sekse zaten er als ver
dwaalden tusschen.
Mej. C a r e 1 s sprak namens het plaatse
lijke comité een welkomstwoord tot de ruim
100 aanwezigen, waarna zij mededeelde dat
het voorontwerp van minister Romme voor
de arbeidswet aanleiding is geweest voor
het beleggen dezer vergadering, omdat in
dat ontwerp een aantasting van het parti
culiere leven wordt gezien en betwijfeld
mag worden of het inzicht van den minister
opgedrongen mag worden aan ieder ander.
Hierna gaf zij het woord aan
dr. N. J. C. M. Kappeijne van de
Coppello uit Loenen a. d. Vecht.
Deze ging allereerst na hoe de stand van
het vraagstuk van den vrouwenarbeid in
de laatste tientallen van jaren aanmerkelijk
is verbeterd. Immers het is nog slechts be
trekkelijk kort geleden, dat het eerste meisje
aan de universiteit werd toegelaten.
Daarna kwam ook voor de vrouw het kies
recht, actief zoowel als passief, en ver
schillende wetten werden uitgebreid met
artikelen, waarbij ook de vrouwen werden
toegelaten tot allerlei ambten. En in dezen
vooruitgang kwam plotseling het vooront
werp van de nieuwe arbeidswet van mi
nister Romme, waarbij de gehuwde vrouw
van den arbeid in het openbaar werd uitge
sloten en haar dus allen arbeid buitenshuis
werd verboden. De minister kwam daartoe
blijkens zijn Memorie van Toelichting
uit principieele overweging.
Moet nu de strijd voor het recht der
vrouw wederom worden hervat, vroeg spr.,
om de positie, welke zij reeds innam, te be
houden?
Hij legde er den nadruk op, dat een 20 a
25-tal jaren geleden, toen die strijd in alle
felheid werd gestreden, de omstandigheden
heel anders waren dan thans en herinnerde
hierbij aan de Engelsche suffragettes onder
aanvoering van miss Pankhurst.
Thans moet anders worden gestreden dan
toen: thans moeten de vrouwen massaal
strijden, ook door middel van het kiesrecht,
om het terrein te behouden. Men bedenke,
dat elke strijd zijn ups en dwons heeft en dat
dan vaak de taktiek moet worden gewijzigd.
Voor de Nederlandsche vrouwen geldt thans
de eisch, dat zij te zamen moeten optrek
ken om te behouden wat zij hebben en om
dat uit te breiden, zoodra daartoe kans be
staat. Geen ontwikkelingsgang is op den
duur te stuiten en eenmaal zal de tijd ko
men, dat de vrouw op. alle gebied kan too-
nen wat zij vermag. De in dezen opgedane
ervaring is nog van te korten duur geweest
om reeds nu te kunnen zeggen, dat voor
deze of die beroepen de vrouwen minder
geschikt zijn dan de mannen. Men geve
haar eerst gedurende langeren tijd gelegen
heid zich voldoende in te werken en dan
pas mag men vergelijkingen maken.
Nu wil minister Romme de gehuwde
vrouw van arbeid buitenshuis uitsluiten. De
aanleiding hiervoor ligt op theologisch ter
rein, waarop zijn woorden „natuurlijk
bestel" in de Memorie van Toelichting al
duiden. Het kan nu wel juist zijn, dat we
van het over-verstandelijke van onzen tijd
iets terug moeten naar de natuur, maar dar.
is het toch de vTaag of de gehuwde vrouw
daarbij dan in dit geval geen onrecht wordt
gdaan. Spr. meende van wèl en gaf dit met
een voorbeeld aan; principieel is het wets
ontwerp heelemaal fout voor een land waar
niet uitsluitend roomsch-katholieken wonen.
Spr. zette uiteen, dat in vele gezinnen,
waar geen kinderen zijn of slechts volwasse
nen, die hun eigen werk hebben, de vrouw
gerust een deel van haar tijd buitenshuis
productief zou kunnen maken, indien de
omstandigheden dit noodig zouden maken.
Maar nu komt minister Romme met zijn
verbod, dat een aanval mag worden ge
noemd op de vrijheid van het gezin om over
dit punt te beslissen. Wanneer de vrouw en
haar gezin de aan deze vrijheid verbonden
verantwoordelijkheid voldoende beseffen, is
er geen verbod van arbeid voor de gehuwde
vrouw noodig, zelfs heelemaal ongewenscht.
En als die verantwoordelijkheid niet vol
doende zou worden beseft, bestaan er nog
tal van instanties, die in dezen dan zouden
kunnen optreden.
De uitzonderingen van het verbod, zooals
die door den minister werden gesteld, wer
den door spr. kort behandeld, waarbij hij
opmerkte, dat er wel een „addertje onder
het gras" zit, m.a.w. dat waar het noodig is
(seizoendrukte b.v.) de gehuwde vrouw wel
mag arbeiden. Het principe van den mi
nister is hier volgens spr. geheel op hol ge
slagen.
Ook met het oog op de vooral bij de jong
ste verkiezingen gebleken toenadering tus
schen de verschillende politieke partijen
keurde spr. de indiening van het wetsont
werp af, omdat het een aanslag doet op de
eenheid onder ons volk. Spr. hoopte dan
ook, dat het wetsontwerp weder zal worden
ingetrokken.
De tweede spreekster,
mevr. A. E. J. d e V r i e s—B r u i n s, uit
Den Haag, lid der Tweede Kamer, stelde in
het licht, dat het voor-ontwerp van mi
nister Romme niet de eerste aanslag is op
de vrijheid van arbeid voor de vrouw, In
1904 reeds kwam er zoo'n aanval, toen voor
de huwende ambtenares bü de posterijen
ontslag werd aangezegd, welk besluit in 1907
werd gewijzigd en nu nog in dien vorm
bestaat. Ook later kwam er nog een
ontwerp (in 1914 ingetrokken) en in 1924
een K.B. inzake de huwende ambtenares, en
ook daarna kwamen aanschrijvingen en be
palingen voor de in het huwelijk tredende
ambtenares, maar nooit veroorzaakten deze
bepalingen zooveel verzet als het nu inge
diende van minister Romme. Spr. herin
nerde ook nog aan de tegen de huwende en
reeds gehuwde onderwijzeres genomen
maatregel (1934 en 1936) en merkte op, dat
vooral de bepaling van het laatstgenoemde
jaar weinig effect heeft gesorteerd voor de
voorstanders, omdat minister Slotemaker de
Bruïne grond voor heel wat uitzonderingen
vond.
In elk geval kwam op 1 Jan. 1937 de ge
huwde vrouw voor het eerst in het geding.
En nii gaat minister Romme weer een stap
verder. Zijn ontwerp omvat 9000 gehuwde
vrouwen, die een arbeidskaart hebben en
bovendien de werkvrouwen, wier arbeid
niet geregistreerd wordt, en de in admi
nistratieve en andere beroepen werkzame
vrouwen, allen te zamen circa 12000, die vol
gens den minister naar „natuurlijk bestel"
in het gezin moeten blijven. Waarschijnlijk
zullen voor ongeveer de helft uitzonderingen
van toepassing worden verklaard, zoodat er
6000 overblijven.
Dat nu tegen dit wetsontwerp zooveel
méér actie wordt gevoerd dan vroeger, ligt
waarschijnlijk aan de toelichting, die o.a.
zegt, dat de vrouwen wie het aangaat „zich
aan de natuurlijke taak van de verzorging
van het gezin onttrekken en zich een an
deren werkkring kiezen".
Voor spr. stond het vast, dat het op zich
nemen van een andere taak geschiedt uit
noodzaak en dat de jonge vrouw veel liever
in haar huishouding zou blijven. Droeve
noodzaak dringt haar er echter toe om de
dubbele taak van werkende vrouw en huis
moeder op zich te nemen.
De gevallen van verwaarloozing der kin
deren, waarvoor men bevreesd is, komen in
dergelijke gezinnen slechts sporadisch voor.
Spr. wees op het amendement op de ar
beidswet, in 1911 van katholieke zijde in
gediend en dat beoogde den fabrieksarbeid
voor de gehuwde vrouw te verbieden, tegen
welk initiatief zich o.a. wijlen de heer Tal-
ma scherp verzette, omdat men met de voor
genomen bepaling een terrein zou betreden,
waar de regeering zich moest onthouden.
Het amendement werd toen niet aange
nomen.
Mevr. Bruins ging de redenen na, welke
blijkens een toen ingestelde enquette zou
den hebben geleid tot vrijstelling van den
voorgenomen maatregel (totaal 87 pet.) en
zij was ervan overtuigd, dat de minister met
de toen opgegeven redenen ook nu nog wel
rekening moet houden. Het is toen geble
ken, dat al die vrouwen slechts bezield wa
ren van de gedachte om hun gezin beter te
kunnen verzorgen en mag de minister
dan zeggen, dat de vrouwen „zich een an
deren werkkring kiezen?"
Als één van de gevolgen van minister
Romme's wetsvoorstel vreesde spr. toene
ming van de huisindustrie met haar lage
loonen en slechtere sociale voorzieningen.
De aan de schoonmaakbedrijven verbon
den gehuwde vrouwen (circa 2000), die nu
slechts eenige uren per dag werken, zullen
moeten worden ontslagen, zij zullen dus uit
den gecontroleerden arbeid gaan en werk
zoeken (omdat zij nu eenmaal niet voor
genoegen uit werken gaan) als werkvrouw,
wat volgens het wetsvoorstel nog mag en
wat oncontroleerbaar is.
Verder ging spr. na, dat eenzelfde bezwaar
tegen de wet geldt voor de op een atelier
werkzame vrouwen, terwijl zij voorts in het
licht stelde de moeilijkheden, welke de wet
zal opleveren door de bepaling van een
loongrens van 25 voor een gezin, waar
boven de vrouw niet meer buitenshuis mag
werken.
Spr. noemde daarom het wetsvoorstel een
aanslag op de vrije beslissing van het gezin
zelf, terwijl er zooveel uitzonderingen ge
geven moeten worden, dat er practisch niet
veel mee te bereiken zal zijn.
Zij hoopte, dat het wetsontwerp tenge
volge van gezamenlijke actie der vrouwen
van de baan zal raken en als dit zoo mocht
worden, zal men minister Romme dankbaar
mogen zijn voor zijn initiatief, dat de
vrouwen doet inzien, dat zij hebben op te
komen voor haar recht op vrijheid van
arbeid.
Aan beide sprekers werden een paar
vragen gesteld, die hun aanleiding gaven
op enkele punten van hun betoog nog wat
dieper in te gaan.
Een motie aangenomen.
Bij het sluiten van de vergadering wekte
mej. C a r e 1 s nog op tot ondersteuning van
de actie tegen het wetsontwerp, dat zij een
aanslag noemde op den Nederlandschen
volksaard.
Zij stelde de volgende motie voor, die
met algemeene stemmen onder applaus werd
aangenomen:
Het Comité tot verdediging van de vrijheid
van arbeid voor de vrouw te Alkmaar,
in openbare vergadering bijeen op Maan
dag 14 Februari 1938,
gehoord de besprekingen over het voor
ontwerp van wet-Romme tot inperking van
den arbeid der gehuwde vrouw,
betreurt ten zeerste de strekking van dit
ontwerp,
is overtuigd, dat het gezinsbelang er niet
door wordt gediend, doch veeleer geschaad,
is van meening, dat de voorgestelde maat
regelen tengevolge zullen hebben, dat de
vrouwen gedreven worden naar de onbe
schermde beroepen,
spreekt als haar oordeel uit, dat deze in
menging der overheid in het gezinsleven niet
in overeenstemming is met de opvattingen
van een zeer groot deel van het Nederland
sche volk,
besluit deze motie ter kennis te brengen
van Z.E. den minister van Sociale Zaken en
van de leden van den Hoogen Raad van
Arbeid en te publiceeren in de pers.
Woensdag 16 Februari.
HILVERSUM, 1875 en 415.5 M.
(VARA-uitz.) 8— Gr.pl. 9.30 Onze
keuken, causerie. 10.VPRO-mor-
genwijding. 10.20 Voor Arbeiders
in de Continubedr. 11.30 Indus
trialisatie, causerie. 12.Gr.pl.
12.30 VARA-orkest. 1.30—1.45 Gr.pl.
2.Kniples. 2.30 Voor de vrouw.
3.Voor de kinderen. 5.30 The
Hodlars. 5.45 De Ramblers. 6.15 The
Hodlars. (6.30 RVU.: Psychologi
sche causerie). 7.Koorzang. (7.30
VPRO: Ons werk en ons geloof, cy
clus). 8.Herh. SOS- en 8.03 ANP-
ber., VARA-Varia. 8.16 Die Tatarin,
operette-selectie. 8.45 RadiotooneeL
9.30 Orgelspel. 10.ANP-ber. 10.05
Fantasia en soliste en de Four Blue
Stars. 11.— Utr. Sted. Orkest en
solist (gr.pl.) 11.5512.Gr.pl.
HILVERSUM, 301,5 M. (NCRV-
uitz.) 8.Schriftlezing, meditatie,
gewijde muziek. 8.30 Gr.pl. 9.30
Gelukwenschen. 9.45 Gr.pl. 10.30
Morgendienst. 11.Gr.pl/11.15 En
semble v. d. Horst. (12.Ber. en
12.15 Gr.pl.) 1.30 Gr.pl. 1.45 Orgel
spel. 2.45 Gr.pl. 3.Christ. lec
tuur. 3.30 Gr.pl. 4.Alt en piano.
4.45 Felicitaties. 5.Voor de
jeugd. 5.45 Gr.pL 6.Land- en
tuinbouwhalfuur. (6.30 Onderwijs
fonds voor de Scheepvaart: Taalles
en causerie over het Binnenaanva-
ringsregl.) 7.— Ber. 7.15 Vestigings
wet Kleinbedrijf 1937, causerie. 7.45
Rep. 8.— ANP- en herh. SOS-ber.
8.15 NCRV-orkest. 9.— Mannen
werk en Vrouwen taak, causerie.
9 30 Verv. concert. 10— ANP-ber.
10.05 Dampraatje. 10.20 Gr.pl. 10.45
Gymnastiekles. 11.-12— Gr.pl.
Hierna Schriftlezing.
DROITWICH. 1500 M. 11.2011.50
Orgelspel. 12.05 Orgelconcert. 12.35
BBC-Northern-orkest. 1.20 Gr.pl.
1.502.20 De Wessex Players. 3.20
Harp en celesta. 3.50 Gr.pl. 4.20
5.10 Vesper. 5.20 Gr.pL 5 40 B. Cot-
ton en zijn Band. 6.20 Ber. 6.40
Voor de boeren. 7.BBC-Har-
monie-orkest. 7.35 De Band Waggo-
ners, orgel en solisten. 8.20 Deel.
8.35 BBC-Symph.-orkest en soliste.
(9.25 Ber.) 10.30 L. Bridgewater's
kwintet. 11.10 Jack Jackson en zijn
Band. 11.5012.20 Jazzmuziek (gra-
mofoonplaten).
RADIO PARIS. 1648 M. 7.50, 9.15,
10.40 en 11.20 Gr.pL 12.20 Orkest
van de Garde Républicaine. 1.50
Zang. 2.05 Vervolg concert. 3.05
1'ianovoordr. 3.20, 4.20 en 4.35 Zang.
5.20 Bailly-orkest. 8.50 Vioolvoordr.
9.05 Pianovoordr. 9.20 Gev. progr.
10.50 Gr.pl.
KEULEN, 456 M. 5.50 Het Rheini-
sche Landesorkest. 7.50 Militair
orkest. 11.20 Bedrijfsorkest. 12.35
Militair orkest. 1.35 Am.-sextet en
solist 3.50 Omroeporkest en solis
ten. 6.30 en 7.50 Gr.pl. 8.20 Chopin-
progr. 9.31 Procl. Prins Carnaval.
9.55--11.20 Omroeporkest en Keulsch
Pianoduo.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pL 12.50 Omroepsajon-
orkest en gr.pL 1.502.20 Gr.pl,
5.20 Omroepsalonorkest. 5.40 Zang
en piano. 5.55 Omroepsalonorkest
6.05, 6.50, 7.23 en 8.20 Gr.pL 8 3»
en 9.40 BBC-Symph.-orkest. 10.30
GrpL 10.5011.20 Omroepdans-
orkest. 484 M.: 12.20 Omroepdans-
orkest. 12.50 Gr.pL 1.30 Omroep-
dansorkest. 1.50—2.20 en 5.205.50
Gr.pl. 6.35 Zang. 6.50 en 7.35 Gr.pl.
8.20 Omroepkoor en -orkest en
solisten. 10.3011.20 Het Gertler-
kwartet en solisten.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
6.30 Ferdy Kauffmann's orkest en
solisten. 7.20 Omroeporkest en koor
mmv. solisten. 8.20 RadiotooneeL
9.20 Ber. 9.50 Cello en piano. 10.05
Weerber. 10.20—11.20 Theo Heldfi
orkest. (10.30 Sportreportage).
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.50, Norman-
dië 9.50—10.40, Parijs R. 10.40—
12.05, Radio PTT Nord 12.05—12.20,
Parijs R. 12.20—13.20, Brussel VL
13.20—14.20, Radio PTT Nord 14.20
15.05, Parijs R. 15.0515.20, Lond.
Reg. 15.20—15.50, Keulen 15.50-
17.20, Parijs R. 17.20—18.20, Keulen
18.20—19.20, Brussel VL 19.20—
19.50, Keulen 19.5021.20, Boeda-
pest 21.20—22.20, Brussel VL 22.20—
22.30, Keulen 22.30—23.20, Stutt-
gart 23.20-24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Nor-
mandië 9.2010.35, Lond. Reg.
10.35—11.20, Droitwich 11.20—11.50,
Lond. Reg. 11.5012.35, Droitwich
12.35—14.05, Lond. Reg. 14.05—15.20
Droitwich 15.2018.40, Luxemburg
18.40—19.—, Droitwich 19.—24.—
Lijn 5: Diversen.
van handen en gelaat,
schrale lippen, gesprongen
handen genezen snel met
Dooi 30-401». lij A porti, «n Drogisten
MUNHAROTMHH
wets-
Gisteravond heeft de heer N. J. C. Scher
merhorn in de zaal van de Rustende Jager
te Bergen een rede gehoudenover het on
derwerp „Het nationaal-socialisme voor den
rechterstoel der menschheid".
De voorzitter van de „Vrije groep Win
kel", door welken groep dezen avond was
georganiseerd, de heer J. Bakker uit Oude
Niedorp, sprak er Zijn teleurstelling over uit
dat het bezoek niet grooter was. Niet meer
dan een honderdtal personen was aanwezig
De heer Schermerhorn ving hierna aan
met het eerste deel van zijn rede. Spreker
vergeleek de rechtbank als staatsinstelling
met de „rechtbank der menschheid". De eer
ste spreekt een vonnis uit op grond van de
wetten van den staat, de tweede echter oor
deelt op geheel andere wijze en heeft andere
maatstaven en andere wetten, n.L de wet
der zuivere humaniteit. Een veroordeeling
door de eerste is mogelijk naast een vrij
spraak uit menschelijke overwegingen door
de tweede.
Het nationaal-socialisme in wezen één
met het fascisme wordt nu gedaagd voor
deze rechtbank der menschheid.
Spr. splitste zijn betoog in twee deelen.
Allereerst besprak hy de theorie van het
nationaal-socialisme, daarna de practijk.
Als eerste hoofdkenmerk van het nat.-soc.
dat de pretentie heeft zich aan te dienen
als levens- en wereldbeschouwing noem
de spr. de prediking van den absoluten
staat en daarbij de handhaving van het
kapitalisme. Spr. ging na hoe de dictatuur
tot stand is kunnen komen. In Duitschland
heeft Hitier- het woord socialisme verbon
den aan den naam voor zijn beweging. Voor
een groot deel heeft Hitier hieraan zijn suc
ces te danken. Het woord socialisme immers
heeft voor de groote massa een aparte beko
ring. Het beteekent voor hen bevrijding van
en verlossing uit de zedelijke en maatschap
pelijke nooden, waarin zij verkeert. Zóó
heeft het nationaal-socialisme vasten voet
kunnen krijgen en zoo is de nat.-soc. staat
kunnen ontstaan. Zoowel bij fascisme als nat.-
soc. gaat de Staat vóór alles. Hij en daar
door de machthebbers in den Staal is de
alles regelende macht geworden. Spr. ci
teerde een uitspraak van Stanley Jones,
waarin deze zegt, dat het fascisme de zaden
van eigen verderf in zich draagt en dat het
fascisme een poging is de oude kapitalisti
sche (wan)orde met geweld te handhaven.
Het Christendom is gedoemd zelf ten onder
te gaan, als het de grondslagen van het
kapitalisme niet aantast, zegt Stanley Jones.
Vervolgens kwam spreker op de „eenheid"
die het nationaal-socialisme wil verwezen
lijken, hierbij ds. Hylkema in zyn „Het Ne
derlandsche fascisme" citeerend. Maar, al
dus spreker, hoe kan men over eenheid
spreken, als er allerwege zoo schrijnende
tegenstellingen bestaan tusschen de men-
schen onderling. Spr. vergeleek bijvoorbeeld
de geboorte van prinses Beatrix met die van
het kindje te den Haag, dat te vondeling
werd gelegd. Onder zulke omstandigheden
kan van een waarachtige nationale saam
horigheid geen sprake zijn.
Tenslotte komt ook de persoonlij kheids-
drang in opstand tegen den absoluten staat.
Ook Konrad Heiden wijst in „Ein Mann
gegen Europa" erop, dat het individu wordt
tot staatsslaaf. Onder een nationaal-socialis-
tisch regime verliest het leven zijn waarde,
/egt spreker.
Het tweede kenmerk van het typische na-
oorlogsche verschijnsel, dat nationaal-socia
lisme heet, is dat van een ongebreideld na
tionalisme, gepaard met een sterk militai
risme. Met enkele citaten, zoowel van Hitier
en Mussolini als van andere vooraanstaande
personen uit het derde rijk en uit Italië
toonde spr. dit aan. Er blijkt uit, dat zoowei
Hitier als Mussolini zegt, dat resp. Duitsch
land of Italië het grootste land is, op alle
gebieden van het maatschappelijk en cul-
tureele leven.
Behalve, dat een critisch mensch ver
baasd is over dergelijke uitspraken, moet het
hem duidelijk zijn, dat het tevens een groot
gevaar is. Het is n.L een speculatie op de
menschelijke ijdelheid. Het eigen volk is
geroepen over de wereld te heerschen
Nog bedenkelijker is het als er sprake is
van gebiedsvergrooting. Er wordt overal,
ook door Hitier over vrede gesproken. „Mein
Kampf" echter, spreekt geheel andere taal,
waaruit de spreker citaten liet hooren, die
bewijzen, dat de oorlog integendeel in de
nationaal-socialistische leer regeneratie be
teekent. Vele vooraanstaande leiders hebben
eveneens gezegd, dat een oorlog iets goeds
was, een wedergeboorte beteekende. „Mein
Kampf" zegt, dat eeuwige vrede de onder
gang der menschheid beteekent. Verder
staat in dit boek nog steeds de passage,
waarin gezegd wordt, dat Duitschland nooit
een groote mogendheid aan zijn westelijke
grenzen kan dulden. Gericht tegen den
Franschen erfvijand dus. Inderdaad, super-
nationalisme, een volkomen verwerping van
de universeele broederschap. Een tot onge
kende hoogte opgevoerd militairiSme, een
verheerlijking van het ras en het volk,
van „Blut und Boden", een poging tot isola
tie en autarkie op alle gebieden, terwijl dit
in dezen tijd nóch economisch, nóch cultu
reel mogelijk is.
Als derde hoofdkenmerk noemde Scher
merhorn het leidersbeginsel, waarin vol
gens hem iets terug te vinden was van het
oude Joodsche Messianisme.
Hier vinden we ook het geloof aan een
krachtigen figuur, die het volk zal redden.
De geestelijke traagheid van den mensch
komt hier het leidersorincioe te hulp. De
leider wordt de onfeilbare, die redding moet
brengen. Dit leidt tot een byzantinistische
dictator-vereering, welke spreker met een
groot aantal citaten aantoonde. Het bleek,
dat ook in Nederland hiervan bepaalde
sporen zijn te vinden, getuige een citaat uit
het „Nationale dagblad". De consequentie
van de leidersvereering is: volkomen on
derwerping, het doodvonnis over de men
schelijke persoonlijkheid.
Uit menschelijke overwegingen zijn de
nationaal-socialistische theorieën te ver
werpen. Erger nog is de practijk van het
nationaal-socialisme.
Na de pauze behandelde de spreker dit
deel van zijn rede. Spr. richtte zich eerst
tegen het anti-semietisme, het minder
waardigste verschijnsel dat spr. kende.
Met vele citaten lichtte hij zijn bestrijding
hiervan toe. Vervolgens ging spr. na wat er
van de economische beloften terecht geko
men is en wat er van de programpunten
van de nat.-soc. en de fascisten verwezen
lijkt is. De conclusie luidt, dat er van da
anti-kapitalistische beloften niets terecht is
gekomen en dat de economische en sociale
toestand achteruit gaan door het devies
van Göring: Eerst kanonnen, dan boter!
Ook op cultureeL rechtskundig, geschied
kundig en wetenschappelijk gebied consta
teerde spr. een grooten terugval, een gren-
zelooze willekeur en het ontbreken van alle
objectiviteit, welke feiten hij met vele ci
taten en statistische cijfers staafde.
Aan het slot van zijn rede behandelde
spr. de kunst en de moraal. Wat de kunst
betreft wees spr. op de historische boeken
verbranding, de uitsluiting van Joodscha
kunstenaars en de „Lorelei", waarvan de
dichter nu plotseling... onbekend blijkt te
zijn! Op de moraal heeft het r. ationsal-so
cialisme een allernoodlottigsten invloed,
aldus spr. Dit blijkt t. a. v. de sexueela
moraal wel uit de ideeën van den n. l P10
Ernst Bergmann, die tornt aan het m0M*
game huwelijk en dit als „cultureele ons®
beschouwt.
De bedoeling is maar veel soldaten
kweeken, in welk verband spr. ook wees op
den „Arbeitsdienst". ...r
De slotconclusie van den spreker was, aa
het nationaal-socialisme onvoorwaardely
veroordeeld moest worden. Krachtens Ml"
principe beteekent het het einde van all
persoonlijke vrijheid, waarom wij ons e
bewust tegenover moeten plaatsen.
De rede van den heer Schermerhorn wer
zeer gewaardeerd, getuige het hartelijk ap
plaus Met enkele woorden sloot de hear
J. Bakker de bijeenkomst.
DOOR ZEUG AANGEVALLEN.
Meisje ernstig gewond.
Toen gistermorgen vroeg de dochter van
den landbouwer A. B. te Rosaum bij
Oldenzaal een zeug met 16 biggen wilde
gaan voederen, werd zij plotseling door de
zeug aangevallen en op ernstige wijze toe
getakeld. Op haar hulpgeroep kwam haar
broer toegesneld en dezen gelukte het zijn
zuster te bevrijden. Het meisje had der
mate verwondingen aam armen en handen
opgeloopen, dat onmiddellijk geneeskun
dige hulp moest worden ingeroepen, welke
werd verleend door dr. Essink uit Olden
zaal.
SPOORWEGEN VOOR DE CAMERA.
Ned. Spoorwegen 100 jaar.
In opdracht van de „Nederlandsche ver-
eeniging voor cultureele films" is naar wij
vernemen de Nederlandsche filmassocia
tie „Visie", onder leiding van Max de Haas,
begonnen met de voorbereidingen van een
cultureel-documentair filmwerk van het
spoorwegwezen.
Deze film, welke in verband met het aan
staand 100-jarig bestaan der spoorwegen in
Nederland wordt vervaardigd, zal een beeld
geven van de technische-, sociale- en cultu
reele beteekenis voor ons volk van de
spoorwegen in Nederland.
Naar verder verluidt, zal de inleiding een
historisch juiste weergave bevatten van n«
rijden van den eersten Nederlandschen
trein in 1839.
Tot dit doel zal een speciale locomotiei
met wagens worden vervaardigd, zooa_
deze op den gedenkwaardigen datum v*
20 September 1839 van Amsterdam na»
Haarlem reed. Eveneens zal in verbano
hiermede een speciaal baanvak met het „an
tieke" breedspuor worden aangelegd.
Het scenario der film is geschreven doo
Max do Haas, die tevens voor regie en Pr0*
ductielcding verantwoordelijk is.
BIOSCOOPBOND 20 JAAR.
Onder zeer vele blijken van belangstel
ling heeft de Nederlandsche bioscoopbon»
Maandag zijn twintigjarig bestaan herdacl^
met een receptie in het Carltonhotel te Am
sterdam, waar meer dan 450 bezoekers
hoofdbestuur met dit jubileum kwamen
lut.wenschen.
Schriftelijke en telegrafische gelukwen^
schen had men o.a. ontvangen van den n>»*
nister van binnenlandsche zaken, H. vg»
Boeyen, den minister van justitie, mr. C.
J. F. Goseling, en den minister van onde!
wijs, k. en w., prof. dr. J. R. Slotemaker
Bruïne, van de gemeentebesturen van. „n
sterdam. 's-Gravenhage, Utrecht, Groning
en Haarlem, van de burgemeesters va
Maastricht, Tilburg, Roermond. Almelo.
Helder en tal van kleine gemeenten in
land en van vele particulieren.