8 1 DE ARBEID 8 PUROL5E Het Nationaal-Socialisme voor den rechterstoel der menschheid. Ruwe schrale huid Stad en Omgeving PRINCIPIEEL IS VOORONTWERP MINISTER ROMME'S VAN WET ONJUIST. MOTIE AANGENOMEN. eoeo"»©© jludiopcogcatuma «o««oook Ds. Schermerhorn in Bergen. ÏBitmeitlatid Het waren niet uitsluitend dames, die gis teravond naar de dancing van de Harmonie gekomen waren ter bijwoning van een openbare vergadering vanwege het comité tot verdediging van de vrijheid van arbeid voor de vrouw: een paar vertegenwoordi gers van de andere sekse zaten er als ver dwaalden tusschen. Mej. C a r e 1 s sprak namens het plaatse lijke comité een welkomstwoord tot de ruim 100 aanwezigen, waarna zij mededeelde dat het voorontwerp van minister Romme voor de arbeidswet aanleiding is geweest voor het beleggen dezer vergadering, omdat in dat ontwerp een aantasting van het parti culiere leven wordt gezien en betwijfeld mag worden of het inzicht van den minister opgedrongen mag worden aan ieder ander. Hierna gaf zij het woord aan dr. N. J. C. M. Kappeijne van de Coppello uit Loenen a. d. Vecht. Deze ging allereerst na hoe de stand van het vraagstuk van den vrouwenarbeid in de laatste tientallen van jaren aanmerkelijk is verbeterd. Immers het is nog slechts be trekkelijk kort geleden, dat het eerste meisje aan de universiteit werd toegelaten. Daarna kwam ook voor de vrouw het kies recht, actief zoowel als passief, en ver schillende wetten werden uitgebreid met artikelen, waarbij ook de vrouwen werden toegelaten tot allerlei ambten. En in dezen vooruitgang kwam plotseling het vooront werp van de nieuwe arbeidswet van mi nister Romme, waarbij de gehuwde vrouw van den arbeid in het openbaar werd uitge sloten en haar dus allen arbeid buitenshuis werd verboden. De minister kwam daartoe blijkens zijn Memorie van Toelichting uit principieele overweging. Moet nu de strijd voor het recht der vrouw wederom worden hervat, vroeg spr., om de positie, welke zij reeds innam, te be houden? Hij legde er den nadruk op, dat een 20 a 25-tal jaren geleden, toen die strijd in alle felheid werd gestreden, de omstandigheden heel anders waren dan thans en herinnerde hierbij aan de Engelsche suffragettes onder aanvoering van miss Pankhurst. Thans moet anders worden gestreden dan toen: thans moeten de vrouwen massaal strijden, ook door middel van het kiesrecht, om het terrein te behouden. Men bedenke, dat elke strijd zijn ups en dwons heeft en dat dan vaak de taktiek moet worden gewijzigd. Voor de Nederlandsche vrouwen geldt thans de eisch, dat zij te zamen moeten optrek ken om te behouden wat zij hebben en om dat uit te breiden, zoodra daartoe kans be staat. Geen ontwikkelingsgang is op den duur te stuiten en eenmaal zal de tijd ko men, dat de vrouw op. alle gebied kan too- nen wat zij vermag. De in dezen opgedane ervaring is nog van te korten duur geweest om reeds nu te kunnen zeggen, dat voor deze of die beroepen de vrouwen minder geschikt zijn dan de mannen. Men geve haar eerst gedurende langeren tijd gelegen heid zich voldoende in te werken en dan pas mag men vergelijkingen maken. Nu wil minister Romme de gehuwde vrouw van arbeid buitenshuis uitsluiten. De aanleiding hiervoor ligt op theologisch ter rein, waarop zijn woorden „natuurlijk bestel" in de Memorie van Toelichting al duiden. Het kan nu wel juist zijn, dat we van het over-verstandelijke van onzen tijd iets terug moeten naar de natuur, maar dar. is het toch de vTaag of de gehuwde vrouw daarbij dan in dit geval geen onrecht wordt gdaan. Spr. meende van wèl en gaf dit met een voorbeeld aan; principieel is het wets ontwerp heelemaal fout voor een land waar niet uitsluitend roomsch-katholieken wonen. Spr. zette uiteen, dat in vele gezinnen, waar geen kinderen zijn of slechts volwasse nen, die hun eigen werk hebben, de vrouw gerust een deel van haar tijd buitenshuis productief zou kunnen maken, indien de omstandigheden dit noodig zouden maken. Maar nu komt minister Romme met zijn verbod, dat een aanval mag worden ge noemd op de vrijheid van het gezin om over dit punt te beslissen. Wanneer de vrouw en haar gezin de aan deze vrijheid verbonden verantwoordelijkheid voldoende beseffen, is er geen verbod van arbeid voor de gehuwde vrouw noodig, zelfs heelemaal ongewenscht. En als die verantwoordelijkheid niet vol doende zou worden beseft, bestaan er nog tal van instanties, die in dezen dan zouden kunnen optreden. De uitzonderingen van het verbod, zooals die door den minister werden gesteld, wer den door spr. kort behandeld, waarbij hij opmerkte, dat er wel een „addertje onder het gras" zit, m.a.w. dat waar het noodig is (seizoendrukte b.v.) de gehuwde vrouw wel mag arbeiden. Het principe van den mi nister is hier volgens spr. geheel op hol ge slagen. Ook met het oog op de vooral bij de jong ste verkiezingen gebleken toenadering tus schen de verschillende politieke partijen keurde spr. de indiening van het wetsont werp af, omdat het een aanslag doet op de eenheid onder ons volk. Spr. hoopte dan ook, dat het wetsontwerp weder zal worden ingetrokken. De tweede spreekster, mevr. A. E. J. d e V r i e s—B r u i n s, uit Den Haag, lid der Tweede Kamer, stelde in het licht, dat het voor-ontwerp van mi nister Romme niet de eerste aanslag is op de vrijheid van arbeid voor de vrouw, In 1904 reeds kwam er zoo'n aanval, toen voor de huwende ambtenares bü de posterijen ontslag werd aangezegd, welk besluit in 1907 werd gewijzigd en nu nog in dien vorm bestaat. Ook later kwam er nog een ontwerp (in 1914 ingetrokken) en in 1924 een K.B. inzake de huwende ambtenares, en ook daarna kwamen aanschrijvingen en be palingen voor de in het huwelijk tredende ambtenares, maar nooit veroorzaakten deze bepalingen zooveel verzet als het nu inge diende van minister Romme. Spr. herin nerde ook nog aan de tegen de huwende en reeds gehuwde onderwijzeres genomen maatregel (1934 en 1936) en merkte op, dat vooral de bepaling van het laatstgenoemde jaar weinig effect heeft gesorteerd voor de voorstanders, omdat minister Slotemaker de Bruïne grond voor heel wat uitzonderingen vond. In elk geval kwam op 1 Jan. 1937 de ge huwde vrouw voor het eerst in het geding. En nii gaat minister Romme weer een stap verder. Zijn ontwerp omvat 9000 gehuwde vrouwen, die een arbeidskaart hebben en bovendien de werkvrouwen, wier arbeid niet geregistreerd wordt, en de in admi nistratieve en andere beroepen werkzame vrouwen, allen te zamen circa 12000, die vol gens den minister naar „natuurlijk bestel" in het gezin moeten blijven. Waarschijnlijk zullen voor ongeveer de helft uitzonderingen van toepassing worden verklaard, zoodat er 6000 overblijven. Dat nu tegen dit wetsontwerp zooveel méér actie wordt gevoerd dan vroeger, ligt waarschijnlijk aan de toelichting, die o.a. zegt, dat de vrouwen wie het aangaat „zich aan de natuurlijke taak van de verzorging van het gezin onttrekken en zich een an deren werkkring kiezen". Voor spr. stond het vast, dat het op zich nemen van een andere taak geschiedt uit noodzaak en dat de jonge vrouw veel liever in haar huishouding zou blijven. Droeve noodzaak dringt haar er echter toe om de dubbele taak van werkende vrouw en huis moeder op zich te nemen. De gevallen van verwaarloozing der kin deren, waarvoor men bevreesd is, komen in dergelijke gezinnen slechts sporadisch voor. Spr. wees op het amendement op de ar beidswet, in 1911 van katholieke zijde in gediend en dat beoogde den fabrieksarbeid voor de gehuwde vrouw te verbieden, tegen welk initiatief zich o.a. wijlen de heer Tal- ma scherp verzette, omdat men met de voor genomen bepaling een terrein zou betreden, waar de regeering zich moest onthouden. Het amendement werd toen niet aange nomen. Mevr. Bruins ging de redenen na, welke blijkens een toen ingestelde enquette zou den hebben geleid tot vrijstelling van den voorgenomen maatregel (totaal 87 pet.) en zij was ervan overtuigd, dat de minister met de toen opgegeven redenen ook nu nog wel rekening moet houden. Het is toen geble ken, dat al die vrouwen slechts bezield wa ren van de gedachte om hun gezin beter te kunnen verzorgen en mag de minister dan zeggen, dat de vrouwen „zich een an deren werkkring kiezen?" Als één van de gevolgen van minister Romme's wetsvoorstel vreesde spr. toene ming van de huisindustrie met haar lage loonen en slechtere sociale voorzieningen. De aan de schoonmaakbedrijven verbon den gehuwde vrouwen (circa 2000), die nu slechts eenige uren per dag werken, zullen moeten worden ontslagen, zij zullen dus uit den gecontroleerden arbeid gaan en werk zoeken (omdat zij nu eenmaal niet voor genoegen uit werken gaan) als werkvrouw, wat volgens het wetsvoorstel nog mag en wat oncontroleerbaar is. Verder ging spr. na, dat eenzelfde bezwaar tegen de wet geldt voor de op een atelier werkzame vrouwen, terwijl zij voorts in het licht stelde de moeilijkheden, welke de wet zal opleveren door de bepaling van een loongrens van 25 voor een gezin, waar boven de vrouw niet meer buitenshuis mag werken. Spr. noemde daarom het wetsvoorstel een aanslag op de vrije beslissing van het gezin zelf, terwijl er zooveel uitzonderingen ge geven moeten worden, dat er practisch niet veel mee te bereiken zal zijn. Zij hoopte, dat het wetsontwerp tenge volge van gezamenlijke actie der vrouwen van de baan zal raken en als dit zoo mocht worden, zal men minister Romme dankbaar mogen zijn voor zijn initiatief, dat de vrouwen doet inzien, dat zij hebben op te komen voor haar recht op vrijheid van arbeid. Aan beide sprekers werden een paar vragen gesteld, die hun aanleiding gaven op enkele punten van hun betoog nog wat dieper in te gaan. Een motie aangenomen. Bij het sluiten van de vergadering wekte mej. C a r e 1 s nog op tot ondersteuning van de actie tegen het wetsontwerp, dat zij een aanslag noemde op den Nederlandschen volksaard. Zij stelde de volgende motie voor, die met algemeene stemmen onder applaus werd aangenomen: Het Comité tot verdediging van de vrijheid van arbeid voor de vrouw te Alkmaar, in openbare vergadering bijeen op Maan dag 14 Februari 1938, gehoord de besprekingen over het voor ontwerp van wet-Romme tot inperking van den arbeid der gehuwde vrouw, betreurt ten zeerste de strekking van dit ontwerp, is overtuigd, dat het gezinsbelang er niet door wordt gediend, doch veeleer geschaad, is van meening, dat de voorgestelde maat regelen tengevolge zullen hebben, dat de vrouwen gedreven worden naar de onbe schermde beroepen, spreekt als haar oordeel uit, dat deze in menging der overheid in het gezinsleven niet in overeenstemming is met de opvattingen van een zeer groot deel van het Nederland sche volk, besluit deze motie ter kennis te brengen van Z.E. den minister van Sociale Zaken en van de leden van den Hoogen Raad van Arbeid en te publiceeren in de pers. Woensdag 16 Februari. HILVERSUM, 1875 en 415.5 M. (VARA-uitz.) 8— Gr.pl. 9.30 Onze keuken, causerie. 10.VPRO-mor- genwijding. 10.20 Voor Arbeiders in de Continubedr. 11.30 Indus trialisatie, causerie. 12.Gr.pl. 12.30 VARA-orkest. 1.30—1.45 Gr.pl. 2.Kniples. 2.30 Voor de vrouw. 3.Voor de kinderen. 5.30 The Hodlars. 5.45 De Ramblers. 6.15 The Hodlars. (6.30 RVU.: Psychologi sche causerie). 7.Koorzang. (7.30 VPRO: Ons werk en ons geloof, cy clus). 8.Herh. SOS- en 8.03 ANP- ber., VARA-Varia. 8.16 Die Tatarin, operette-selectie. 8.45 RadiotooneeL 9.30 Orgelspel. 10.ANP-ber. 10.05 Fantasia en soliste en de Four Blue Stars. 11.— Utr. Sted. Orkest en solist (gr.pl.) 11.5512.Gr.pl. HILVERSUM, 301,5 M. (NCRV- uitz.) 8.Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek. 8.30 Gr.pl. 9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gr.pl. 10.30 Morgendienst. 11.Gr.pl/11.15 En semble v. d. Horst. (12.Ber. en 12.15 Gr.pl.) 1.30 Gr.pl. 1.45 Orgel spel. 2.45 Gr.pl. 3.Christ. lec tuur. 3.30 Gr.pl. 4.Alt en piano. 4.45 Felicitaties. 5.Voor de jeugd. 5.45 Gr.pL 6.Land- en tuinbouwhalfuur. (6.30 Onderwijs fonds voor de Scheepvaart: Taalles en causerie over het Binnenaanva- ringsregl.) 7.— Ber. 7.15 Vestigings wet Kleinbedrijf 1937, causerie. 7.45 Rep. 8.— ANP- en herh. SOS-ber. 8.15 NCRV-orkest. 9.— Mannen werk en Vrouwen taak, causerie. 9 30 Verv. concert. 10— ANP-ber. 10.05 Dampraatje. 10.20 Gr.pl. 10.45 Gymnastiekles. 11.-12— Gr.pl. Hierna Schriftlezing. DROITWICH. 1500 M. 11.2011.50 Orgelspel. 12.05 Orgelconcert. 12.35 BBC-Northern-orkest. 1.20 Gr.pl. 1.502.20 De Wessex Players. 3.20 Harp en celesta. 3.50 Gr.pl. 4.20 5.10 Vesper. 5.20 Gr.pL 5 40 B. Cot- ton en zijn Band. 6.20 Ber. 6.40 Voor de boeren. 7.BBC-Har- monie-orkest. 7.35 De Band Waggo- ners, orgel en solisten. 8.20 Deel. 8.35 BBC-Symph.-orkest en soliste. (9.25 Ber.) 10.30 L. Bridgewater's kwintet. 11.10 Jack Jackson en zijn Band. 11.5012.20 Jazzmuziek (gra- mofoonplaten). RADIO PARIS. 1648 M. 7.50, 9.15, 10.40 en 11.20 Gr.pL 12.20 Orkest van de Garde Républicaine. 1.50 Zang. 2.05 Vervolg concert. 3.05 1'ianovoordr. 3.20, 4.20 en 4.35 Zang. 5.20 Bailly-orkest. 8.50 Vioolvoordr. 9.05 Pianovoordr. 9.20 Gev. progr. 10.50 Gr.pl. KEULEN, 456 M. 5.50 Het Rheini- sche Landesorkest. 7.50 Militair orkest. 11.20 Bedrijfsorkest. 12.35 Militair orkest. 1.35 Am.-sextet en solist 3.50 Omroeporkest en solis ten. 6.30 en 7.50 Gr.pl. 8.20 Chopin- progr. 9.31 Procl. Prins Carnaval. 9.55--11.20 Omroeporkest en Keulsch Pianoduo. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 Omroepsajon- orkest en gr.pL 1.502.20 Gr.pl, 5.20 Omroepsalonorkest. 5.40 Zang en piano. 5.55 Omroepsalonorkest 6.05, 6.50, 7.23 en 8.20 Gr.pL 8 3» en 9.40 BBC-Symph.-orkest. 10.30 GrpL 10.5011.20 Omroepdans- orkest. 484 M.: 12.20 Omroepdans- orkest. 12.50 Gr.pL 1.30 Omroep- dansorkest. 1.50—2.20 en 5.205.50 Gr.pl. 6.35 Zang. 6.50 en 7.35 Gr.pl. 8.20 Omroepkoor en -orkest en solisten. 10.3011.20 Het Gertler- kwartet en solisten. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 6.30 Ferdy Kauffmann's orkest en solisten. 7.20 Omroeporkest en koor mmv. solisten. 8.20 RadiotooneeL 9.20 Ber. 9.50 Cello en piano. 10.05 Weerber. 10.20—11.20 Theo Heldfi orkest. (10.30 Sportreportage). GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.9.50, Norman- dië 9.50—10.40, Parijs R. 10.40— 12.05, Radio PTT Nord 12.05—12.20, Parijs R. 12.20—13.20, Brussel VL 13.20—14.20, Radio PTT Nord 14.20 15.05, Parijs R. 15.0515.20, Lond. Reg. 15.20—15.50, Keulen 15.50- 17.20, Parijs R. 17.20—18.20, Keulen 18.20—19.20, Brussel VL 19.20— 19.50, Keulen 19.5021.20, Boeda- pest 21.20—22.20, Brussel VL 22.20— 22.30, Keulen 22.30—23.20, Stutt- gart 23.20-24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Nor- mandië 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35—11.20, Droitwich 11.20—11.50, Lond. Reg. 11.5012.35, Droitwich 12.35—14.05, Lond. Reg. 14.05—15.20 Droitwich 15.2018.40, Luxemburg 18.40—19.—, Droitwich 19.—24.— Lijn 5: Diversen. van handen en gelaat, schrale lippen, gesprongen handen genezen snel met Dooi 30-401». lij A porti, «n Drogisten MUNHAROTMHH wets- Gisteravond heeft de heer N. J. C. Scher merhorn in de zaal van de Rustende Jager te Bergen een rede gehoudenover het on derwerp „Het nationaal-socialisme voor den rechterstoel der menschheid". De voorzitter van de „Vrije groep Win kel", door welken groep dezen avond was georganiseerd, de heer J. Bakker uit Oude Niedorp, sprak er Zijn teleurstelling over uit dat het bezoek niet grooter was. Niet meer dan een honderdtal personen was aanwezig De heer Schermerhorn ving hierna aan met het eerste deel van zijn rede. Spreker vergeleek de rechtbank als staatsinstelling met de „rechtbank der menschheid". De eer ste spreekt een vonnis uit op grond van de wetten van den staat, de tweede echter oor deelt op geheel andere wijze en heeft andere maatstaven en andere wetten, n.L de wet der zuivere humaniteit. Een veroordeeling door de eerste is mogelijk naast een vrij spraak uit menschelijke overwegingen door de tweede. Het nationaal-socialisme in wezen één met het fascisme wordt nu gedaagd voor deze rechtbank der menschheid. Spr. splitste zijn betoog in twee deelen. Allereerst besprak hy de theorie van het nationaal-socialisme, daarna de practijk. Als eerste hoofdkenmerk van het nat.-soc. dat de pretentie heeft zich aan te dienen als levens- en wereldbeschouwing noem de spr. de prediking van den absoluten staat en daarbij de handhaving van het kapitalisme. Spr. ging na hoe de dictatuur tot stand is kunnen komen. In Duitschland heeft Hitier- het woord socialisme verbon den aan den naam voor zijn beweging. Voor een groot deel heeft Hitier hieraan zijn suc ces te danken. Het woord socialisme immers heeft voor de groote massa een aparte beko ring. Het beteekent voor hen bevrijding van en verlossing uit de zedelijke en maatschap pelijke nooden, waarin zij verkeert. Zóó heeft het nationaal-socialisme vasten voet kunnen krijgen en zoo is de nat.-soc. staat kunnen ontstaan. Zoowel bij fascisme als nat.- soc. gaat de Staat vóór alles. Hij en daar door de machthebbers in den Staal is de alles regelende macht geworden. Spr. ci teerde een uitspraak van Stanley Jones, waarin deze zegt, dat het fascisme de zaden van eigen verderf in zich draagt en dat het fascisme een poging is de oude kapitalisti sche (wan)orde met geweld te handhaven. Het Christendom is gedoemd zelf ten onder te gaan, als het de grondslagen van het kapitalisme niet aantast, zegt Stanley Jones. Vervolgens kwam spreker op de „eenheid" die het nationaal-socialisme wil verwezen lijken, hierbij ds. Hylkema in zyn „Het Ne derlandsche fascisme" citeerend. Maar, al dus spreker, hoe kan men over eenheid spreken, als er allerwege zoo schrijnende tegenstellingen bestaan tusschen de men- schen onderling. Spr. vergeleek bijvoorbeeld de geboorte van prinses Beatrix met die van het kindje te den Haag, dat te vondeling werd gelegd. Onder zulke omstandigheden kan van een waarachtige nationale saam horigheid geen sprake zijn. Tenslotte komt ook de persoonlij kheids- drang in opstand tegen den absoluten staat. Ook Konrad Heiden wijst in „Ein Mann gegen Europa" erop, dat het individu wordt tot staatsslaaf. Onder een nationaal-socialis- tisch regime verliest het leven zijn waarde, /egt spreker. Het tweede kenmerk van het typische na- oorlogsche verschijnsel, dat nationaal-socia lisme heet, is dat van een ongebreideld na tionalisme, gepaard met een sterk militai risme. Met enkele citaten, zoowel van Hitier en Mussolini als van andere vooraanstaande personen uit het derde rijk en uit Italië toonde spr. dit aan. Er blijkt uit, dat zoowei Hitier als Mussolini zegt, dat resp. Duitsch land of Italië het grootste land is, op alle gebieden van het maatschappelijk en cul- tureele leven. Behalve, dat een critisch mensch ver baasd is over dergelijke uitspraken, moet het hem duidelijk zijn, dat het tevens een groot gevaar is. Het is n.L een speculatie op de menschelijke ijdelheid. Het eigen volk is geroepen over de wereld te heerschen Nog bedenkelijker is het als er sprake is van gebiedsvergrooting. Er wordt overal, ook door Hitier over vrede gesproken. „Mein Kampf" echter, spreekt geheel andere taal, waaruit de spreker citaten liet hooren, die bewijzen, dat de oorlog integendeel in de nationaal-socialistische leer regeneratie be teekent. Vele vooraanstaande leiders hebben eveneens gezegd, dat een oorlog iets goeds was, een wedergeboorte beteekende. „Mein Kampf" zegt, dat eeuwige vrede de onder gang der menschheid beteekent. Verder staat in dit boek nog steeds de passage, waarin gezegd wordt, dat Duitschland nooit een groote mogendheid aan zijn westelijke grenzen kan dulden. Gericht tegen den Franschen erfvijand dus. Inderdaad, super- nationalisme, een volkomen verwerping van de universeele broederschap. Een tot onge kende hoogte opgevoerd militairiSme, een verheerlijking van het ras en het volk, van „Blut und Boden", een poging tot isola tie en autarkie op alle gebieden, terwijl dit in dezen tijd nóch economisch, nóch cultu reel mogelijk is. Als derde hoofdkenmerk noemde Scher merhorn het leidersbeginsel, waarin vol gens hem iets terug te vinden was van het oude Joodsche Messianisme. Hier vinden we ook het geloof aan een krachtigen figuur, die het volk zal redden. De geestelijke traagheid van den mensch komt hier het leidersorincioe te hulp. De leider wordt de onfeilbare, die redding moet brengen. Dit leidt tot een byzantinistische dictator-vereering, welke spreker met een groot aantal citaten aantoonde. Het bleek, dat ook in Nederland hiervan bepaalde sporen zijn te vinden, getuige een citaat uit het „Nationale dagblad". De consequentie van de leidersvereering is: volkomen on derwerping, het doodvonnis over de men schelijke persoonlijkheid. Uit menschelijke overwegingen zijn de nationaal-socialistische theorieën te ver werpen. Erger nog is de practijk van het nationaal-socialisme. Na de pauze behandelde de spreker dit deel van zijn rede. Spr. richtte zich eerst tegen het anti-semietisme, het minder waardigste verschijnsel dat spr. kende. Met vele citaten lichtte hij zijn bestrijding hiervan toe. Vervolgens ging spr. na wat er van de economische beloften terecht geko men is en wat er van de programpunten van de nat.-soc. en de fascisten verwezen lijkt is. De conclusie luidt, dat er van da anti-kapitalistische beloften niets terecht is gekomen en dat de economische en sociale toestand achteruit gaan door het devies van Göring: Eerst kanonnen, dan boter! Ook op cultureeL rechtskundig, geschied kundig en wetenschappelijk gebied consta teerde spr. een grooten terugval, een gren- zelooze willekeur en het ontbreken van alle objectiviteit, welke feiten hij met vele ci taten en statistische cijfers staafde. Aan het slot van zijn rede behandelde spr. de kunst en de moraal. Wat de kunst betreft wees spr. op de historische boeken verbranding, de uitsluiting van Joodscha kunstenaars en de „Lorelei", waarvan de dichter nu plotseling... onbekend blijkt te zijn! Op de moraal heeft het r. ationsal-so cialisme een allernoodlottigsten invloed, aldus spr. Dit blijkt t. a. v. de sexueela moraal wel uit de ideeën van den n. l P10 Ernst Bergmann, die tornt aan het m0M* game huwelijk en dit als „cultureele ons® beschouwt. De bedoeling is maar veel soldaten kweeken, in welk verband spr. ook wees op den „Arbeitsdienst". ...r De slotconclusie van den spreker was, aa het nationaal-socialisme onvoorwaardely veroordeeld moest worden. Krachtens Ml" principe beteekent het het einde van all persoonlijke vrijheid, waarom wij ons e bewust tegenover moeten plaatsen. De rede van den heer Schermerhorn wer zeer gewaardeerd, getuige het hartelijk ap plaus Met enkele woorden sloot de hear J. Bakker de bijeenkomst. DOOR ZEUG AANGEVALLEN. Meisje ernstig gewond. Toen gistermorgen vroeg de dochter van den landbouwer A. B. te Rosaum bij Oldenzaal een zeug met 16 biggen wilde gaan voederen, werd zij plotseling door de zeug aangevallen en op ernstige wijze toe getakeld. Op haar hulpgeroep kwam haar broer toegesneld en dezen gelukte het zijn zuster te bevrijden. Het meisje had der mate verwondingen aam armen en handen opgeloopen, dat onmiddellijk geneeskun dige hulp moest worden ingeroepen, welke werd verleend door dr. Essink uit Olden zaal. SPOORWEGEN VOOR DE CAMERA. Ned. Spoorwegen 100 jaar. In opdracht van de „Nederlandsche ver- eeniging voor cultureele films" is naar wij vernemen de Nederlandsche filmassocia tie „Visie", onder leiding van Max de Haas, begonnen met de voorbereidingen van een cultureel-documentair filmwerk van het spoorwegwezen. Deze film, welke in verband met het aan staand 100-jarig bestaan der spoorwegen in Nederland wordt vervaardigd, zal een beeld geven van de technische-, sociale- en cultu reele beteekenis voor ons volk van de spoorwegen in Nederland. Naar verder verluidt, zal de inleiding een historisch juiste weergave bevatten van n« rijden van den eersten Nederlandschen trein in 1839. Tot dit doel zal een speciale locomotiei met wagens worden vervaardigd, zooa_ deze op den gedenkwaardigen datum v* 20 September 1839 van Amsterdam na» Haarlem reed. Eveneens zal in verbano hiermede een speciaal baanvak met het „an tieke" breedspuor worden aangelegd. Het scenario der film is geschreven doo Max do Haas, die tevens voor regie en Pr0* ductielcding verantwoordelijk is. BIOSCOOPBOND 20 JAAR. Onder zeer vele blijken van belangstel ling heeft de Nederlandsche bioscoopbon» Maandag zijn twintigjarig bestaan herdacl^ met een receptie in het Carltonhotel te Am sterdam, waar meer dan 450 bezoekers hoofdbestuur met dit jubileum kwamen lut.wenschen. Schriftelijke en telegrafische gelukwen^ schen had men o.a. ontvangen van den n>»* nister van binnenlandsche zaken, H. vg» Boeyen, den minister van justitie, mr. C. J. F. Goseling, en den minister van onde! wijs, k. en w., prof. dr. J. R. Slotemaker Bruïne, van de gemeentebesturen van. „n sterdam. 's-Gravenhage, Utrecht, Groning en Haarlem, van de burgemeesters va Maastricht, Tilburg, Roermond. Almelo. Helder en tal van kleine gemeenten in land en van vele particulieren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6