op sLot
AMSTERDAMSCHE
BEURS
Redding van Papanin nabij.
Vliegtuig op het ijs gedaald.
Nieuws in 't kort.
Een klein stuk'e aarde.
Maarien skroift nei de krant
DERDE BLAD.
2
acht, al is de overwinning van den geest
over het lagere, de overwinning van het
hoogere.
De fout van onzen tijd is, dat men de pri
maire gevoelens laat overheerschen, wat
moet uitloopen op burgeroorlog en revolutie.
De groote natuurkundigen staan ook thans
op het standpunt, dat er een richtende
macht is, die het al beheerscht. Ook zij
erkennen de hoogere ordening van het
leven.
Het leven is geen mechanisme, maar een
probleem, een stijging, een overwinning en
vervulling.
Wie het evangelie leest, objectief, moet er
kennen, dat het een godsdienst is, met den
diepsten eerbied voor het leven.
Sociaal voelende menschen zullen altijd
staan voor den eerbied voor het leven, ais
voorwaarde om tot een hooger bestaan te
geraken. In het leven woont niet alleen de
zucht tot behoud, maar ook de drang tot de
ontwikkeling van het leven en het zich
willen offeren voor het hoogere. De mensch
moet zich ontwikkelen tot een organische
eenheid. Wij leven des te meer naar mate
wij de kring van onze belangstelling weten
uit te breiden. Wie weet of noch eenmaal de
grenzen van die kringen wegvallen en wy
ons niet voelen opgenomen in de oneindig
heid. De levenshelden en -heldinnen heb
ben ons getoond, dat de dood de overwin
ning van het leven kan zijn, omdat het leven
de eeuwigheid in zich heeft en de dood niet.
Het leven enerveert en brengt steeds hooger
leven voort. Wij moeten dus eerbied voor
het leven hebben, omdat in de biologische
ontwikkeling ligt de drang naar het geeste
lijke. Ook de kunstenaar hangt naar het
geestelijke, omdat daarin is vrijheid. De
drang naar de geestelijke bevrijding in on
zen verwordenden tijd, doet hopen, dat de
eerbied voor het leven groeit.
Tenslotte verklaarde spr., dat de beslis
sing, hoe te moeten handelen in deze ethi-
schen vraag door ieder voor zich zelf moet
worden beantwoord. Spr. eindigde met een
citaat van den Chineeschen wijsgeer Lao-tze
over het leven.
(Applaus.)
Mevr. Ponstijn sloot hierop met een woord
van dank en een opwekkend woord om lid
van de vereeniging te worden.
Doordat er in de bar sociteitsavond was,
was het voor de achter in de zaal zittenden
vaak moeilijk, de soms zeer zacht spreken
de Ds. v. d. Heyden te volgen. In dergelijke
gevallen doet men beter de bestuurstafel
aan de lengtezijde van de zaal te plaatsen.
ïBuilealand
i
Een vliegtuig van den jjsbreker
Moerman is geland nabij het Poolstation
der vier Russische geleerden op de ijs
schots; de landing geschiedde gister
avond om 21 uur 35 greenwichtijd. Men
verwacht, dat de koene geleerden elk
oogenblik door het vliegtuig zullen kun
nen worden opgenomen en naar den ys-
breker worden gebracht.
Bijna op hetzelfde oogenblik, waarop
het toestel van Tsjerevsehny nabij het kamp
van Papanin landde, is een tweede toestel,
bestuurd door Wlasof, van het bij den Moer
man aangelegde vliegveld opgestegen. Ook
dit vliegtuig slaagde er in nabij de Pool-
onderzoekers te landen. Het kon echter
geen contact krijgen met hen, zoodat Wlasof
naar den Moerman terugkeerde.
Honderdviiftig studenten in den sneeuw
verdwaald. - Honderd vijftig Duitsche stu
denten, die tijdens een skitocht in den
sneeuw op Tsjechoslowaaksch gebied ver
dwaald waren, zijn gered door Tsjechoslo-
waaksche soldaten, toen zy reeds uitgeput
waren van vermoeidheid en koude.
Visschersschepen in den storm. - Aan
de kust van de Lofoden-eilanden zijn twee
visschersschepen in den storm vergaan.
Acht opvarenden kwamen hierbij om het
leven.
Brand in militaire magazijnen. - Door
een zwaren brand zijn de graanvoorraden
in de militaire magazijnen te Beyroeth
(Syrië) vernield. Het vuur tastte daarna ook
de magazijnen voor kleeding en schoeisel
aan. Na verscheidene uren konden de solda
ten en de brandweer het vuur beperken. De
schade zou meer dan een millioen frank
bedragen.
K bleek heelemaal niet „O. K."
te zijn. - Uit Odense komt een verhaal, dat
haast aan een sprookje doet denken, wat in
dit geval niet zoo vreemd zou zijn, want was
deze stad op het eiland Funen niet de ge
boorteplaats van den grooten H. C. An-
dersen?
Een industrieel dan uit die stad plaatste
een half jaar geleden een advertentie voor
een ingenieur, liefst een Amerikaan, die het
bedrijf van zijn fabriek zou kunnen ratio-
naliseeren. Den dag daarna verscheen er
een man die zeide ingenieur te zijn en vele
jaren in Amerika te hebben vertoefd.
Toen hij hoorde van de plannen van den
directeur tot reorganisatie van het bedrijf,
antwoordde hij met een Amerika ansch
„O. K." En hy kreeg het baantje tegen een
hoog salaris. Toen begon de „ingenieur" te
werken. Natuurlijk ging dat niet zoo maar
een-twee-drie. Hij moest de machines be-
studeeren, alsmede de prestaties van iederen
arbeider. Eiken morgen kwam hij in de
werkplaats, waar men zeer beducht voor
hem was. Hij zeide namelijk heelemaal niets
en dat schiep een mystiek waas om hem
heen. De directeur vroeg zoo nu en dan hoe
het ging en het antwoord was dan steevast:
„O. K." Geleidelijk werden de bezoeken
echter steeds zeldzamer en ten slotte kwam
hij alleen op den dag dat zijn salaris werd
uitbetaald!
Op een goeden dag verloor de directeur
zijn geduld: „Nu hebt u hier vijf maander
rondgeloopen zonder iets te doen. Wat be-
tcekent dat?"
De „ingenieur" moest nu wel bekennen,
dat hij heelemaal geen ingenieur was of
ook maar een deskundige, maar alleen de
eigenaar van een kleine kiosk te Kopen
hagen, die tijdens zyn afwezigheid door zijn
vrouw werd beheerd. Hij had den inval ge
kregen op de advertentie te schrijven om
iets extra's te verdienen.
Heel Odense behalve natuurlijk de chef
van den „Amerikaanschen ingenieur"
lacht thans om deze Köpenickiade, waarvan
de ontmaskering zoo lang op zich kon laten
wachten.
fuchtuaaci
ONZE POSTVLUCHTEN.
Hedenmorgen te 7 uur is het Indië-vlieg-
tuig Torenvalk, gezagvoerder Parmentier,
van Schiphol naar Indië vertrokken.
Het toestel vervoert 196 K.G. vracht, 469
K.G. briefpost, 61 K.G. pakketpost.
Vijf passagiers maken de reis mede, t.w.
twee AmsterdamAlexandrië, één Amster
damBagdad, één AmsterdamAthene en
één NapelsKarachi.
De Nandoe heeft den achterstand, welke
zy Zondag door slecht weer had opgeloopen,
gedeeltelijk ingehaald en heeft op de uit
reis Allahabad bereikt.
De Ibis bereikte op de uitreis Alexandrië
en de Wielewaal Bandoeng.
Op de thuisreis landde de Buizerd te
Athene. De Pelikaan vloog een gedeelte van
haar achterstand, veroorzaakt doord't een
machine een dag te laat vertrok, in en
landde op de thuisreis te Penang.
en Juin Rouw
TAXEGEDEELTE CONSUMPTIEMELK.
De Nederlandsche zuivelcentrale heeft
voor de week van 20 t.m. 26 Februari voor
de consumptiemelk op regeeringscontract
het taxegedeelte vastgesteld op 7.25 cent,
eventueel verhoogd met premie of vermin
derd met kwaliteitsafdracht. Voor de over-
melk bedraagt de regeerings-minimumprijs
6.60 cent.
De afdracht by levering in consumptie
van andere dan taxemelk bedraagt 2.50 ent.
Wat dor schijnt, zal leven. Dürer
en Goethe over de schoonheid
van een klein stukje wei of
wegrand.
Nog ligt de aarde in winterdorheid.
Maar onc'er de oppervlakte ligt het leven
verborgen en hier en daar verbreekt het
al de banden der wintersche verstarring.
Een klein stukje aarde, een stukje tuin,
een weidehoekje, een akkerfragment, hoe
zal het straks, ja voor een deel al binnen
heel korten tijd vol bont en bloeiend leven
zijn! Er is een poos geleden eens een lezing
voor de radio gehouden over het onder
werp „Een vierkante meter weiland" en
't was verbazend hoeveel de spreker daar
van, van zoo'n simpel stukje grond wist te
vertellen.
De titel van die lezing deed mij denken
aan een der bekendste werken van een
van de grootste kunstenaars van d e we
reld, aan „Das grosze Rasenstück" van
Albrecht Dürer, den 16de eeuwer, den
tijdgenoot van Luther. Het groote weide
stuk. Er is nog een kleiner schilderij van
den meester dat een paar veldbloemen
afbeelt en „Das kleine Rasenstück" heet.
Maar ook dit andere eerstgenoemde is niet
groot, 40 bij 30 c.M. Het origineel hangt
in het Albertinamuseum te Weenen en
reproducties ervan zijn algemeen ver
breid en zeer bekend. Er staat niet heel
veel op: maar een paar eenvoudige weide-
planten, doch er wordt wel veel mee uit
gedrukt. Wat er op te vinden is? Een
struikje duizendblad, een klein nietig
plantje, maar, in eerste ontplooiing, nog
zonder bloemen. Wat grashalmen hoog en
rank opryzend. Een paar weegbreeplan-
t"n, met breed ovaal blad, zooals ze. dood
gewoon, aan geen wegzoom ontbreken,
zooals we ze bij honderden achteloos
voorbijgaan. Ook deze niet eens in bloei,
nog in het eerste stadium van ontwikke
ling. En tenslotte een paar simpele paar-
denbloemen in knop. Een wel zeer alle-
daagsch onderwerp dus. En veel kleur
glanst en schittert ons ook niet tegen. Wat
bruin van den venigen grond. Wat groen
in verscheidenheid van tint van de ver
schillende gewassen, wat donker geel van
de paardenbloemen, wat licht geel van
van den hemel als achtergrond.
Dat is alles.
Hoe weinig! Maar tegelijk: hoe veel!
Want het is alles aanschouwd, vluchtig
aanschouwd eerst, nauwlettend bekeken
stellig daarna met het oog van den be
wonderaar van de wonderen der schep
ping ook in het kleine, schijnbaar onaan
zienlijke. En het is afgebeeld met de hand
van den kunstenaar bij de gratie Gods.
Het is niet gestyleerd. De vormen, de
eenvoudige natuurvormen, volmaakt in
hun eenvoud zyn ook niet verwrongen,
zooals sommige schilders later wel deden
om een bepaald effect te verkrijgen en
een bepaalde expressie te geven. Het is
Ja, heusch, er
zijn automobilisten,
die hun wagen niet
afsluiten als ze hem
onbeheerd latenstaan I
Ideaal, zooiets voor los
loopende jongens om zoo n
auto even te „leenen" voor 'n
„vrooll)ken. avond 1"
En wat erop volgt?....liPolitie....
rechtbank11
Brengt hen niet in verleiding: (luit uw
auto afll
alles precies weergegeven, zooals het
vierhonderd jaar geleden in Dürer's eigen
dagen een stukje weiland sierde, toen
precies als nu. Maar er is iets in neerge
legd van de groote bewondering van den
maker voor het diep mysterie ook van het
primitiefste leven, het gewone leven van
grashalm en weegbree en paardenbloem,
zooals zij in elke wei en langs eiken weg
kant groeien.
Hij zal in het gras hebben gelegen, de
groote kunstenaar uit den Hervormings
tijd, de schilder van apostelen en Madon
na's van landschappen en grootsche apo
calyptische visioenen, zooals ook wij
languit in het gras liggen op een vacantie-
dag en de natuur heeft tot hem gesproken
in een stuk blauwen hemel met wilde
wolkenvaart, maar ook in een klein stukje
aarde met wat gras en bloei!
Er heeft iets in hem geleefd van wat
Goethe, de andere groote Duitscher, een
paar eeuwen later aldus heeft uitgedrukt:
„Wanneer ik dan lig in het hooge gras en
dicht bij mij op den grond duizenderlei
insecten, muggen en wormpjes rondom
mij zich zie bewegen tusschen de halmen,
en wanneer ik dan de tegenwoordigheid
van den Almachtige voel die ons naar Zijn
beeld geschapen heeft en de fluisteringen
van den Liefdevolle hoor, die in eeuwige
luister levend ons draagt en behoedt, dan
moet ik vaak verlangend denken, ach kon
je dat nu maar uitdrukken, ko je dat als
het ware het papier inademen, wat zoo
vol, zoo warm in je leeft, zoodat het wor
den zou de spiegel van je ziel, zooals je
ziel de spiegel is van den oneindigen
God
Welnu, wat Goethe wenschte te kunnen
en op andere wijze ook inderdaad ver
mocht, dat kon Dürer, in den kleurigen
afglans het leven geven, iets van de groote
glorie die ook in het kleinste, simpelste
leven zich openbaart.
Week op week, straks weer dag op dag
meer, zullen ook wij iets van die wonde
ren kunnen zien, de wonderen van een
klein stukje aarde onder een hoogen wij
den hemel.
A. L. B.
Suntebankeris, 14 Febr. 1938.
De drokte is weer verba' i, nei et wach
ten en de feisteraai is et weer stil, en
berre we weer in ons ouwe doen.
Alles gaat zen gang weer zoo et hoort.
De skooljoos hewwe ok der gerak had,
et was wel un beetje laateg, un week nei
de oigelukke feistdag maar ze berme der
niet overskoten.
Wel wazze der ok vanzellef die zoide,
dat er niks van komme zou. en dat alles
op was. opraakt met et groote feist.
Maar nei, das best meevallen, en op 't
lest was er nug sukkelamellck ove en dat
wul wat zegge want as de joos wat ze
kroige niet op kenne, moet er heel wat
beure.
Je zouwe zoo denkï „Et zal un dooie
boel weest hewwe", zoo kaai en zonder
vlagge.
len van de hoofdloiders docht er ok zoo
over 's ocher.s, de meziek dat was wel voor
mekaar, en der zou un optocht houwen
worre.
Ja deer mekeerde niks an.
Maar et feist?luk anzien.
Der most vlagt worre.
„Omroepe!" docht Henderik, „maar
hoe?"
Un bekken had ie niet, mar wachterris,
ir de keuken baai Geertje deer was nog
we' un stoffer en blik. en met die stoffer
kon ie toch ok op dat blik timmere.
En efkes ternei liep Henderik met stof
fer en blik op streit, en sloeg der op dat et
er van daverde en der is gien omroeper
die et em verbttere ken, die met zen mooie
bekken meer vollek buiten de deur an 't
poortje kroige ken.
„De burgers worre allegaar verzocht te
vlaggen!" riep ie rord, et hille durp deur.
„Hai loikt wel niet wois", zoi tier ien.
Maar un aar zoi: „Die heb er wat mee
op, die kirrel gunt de joo6 de zellevende
stemming as de ouwere."
„Weerom nou vlagge, niks noodeg", be
gon de ar weer."
„Je hewwe zeker geen joos?" vroeg de
aar.
„Nei maar.
„Niks te maaren, je zelle die gezichte
strakken ders zien man, bloid en vrooluk.
Ik gaan maar nei men oigen uit, as ik un
vlag in top zien, den voel ik men veul
aars, en das met de klointjes r.ag veul
erger."
Nommer ien zoi niks meer, en gong
vort en smiddes wier der vlagt hoor,
volop, op deuze kloine r.ationaale feist
dag.
Henderik had eer van zen werk en dat
ie em die d'-g verweert heb dat ken je
begroipe, want twei dage dernei had ie et
nog op zen geluid, was ie nog skorreg van
et skreeuwen.
Maar dat loof ik vast: Geertje der stof
fer en blik hewwe nag nooit zooveul wer-
rek dein in heur hande.
Maar of Henderik er nou ie' zoo goed
mee veege ken, as omroepe, dat betwoifel
ik wel.
Zoo ik al skreef et feist is slaagt, en das
hoofdzaak.
Met deuze dag was et hier ofloopen, en
dat ik 's eivens de vlag binnen haalde,
keeke we mekaar derris an en dochte et
zellevende.
„Wanneer zouwe we em weer an de stok
binde kenne?'
Ja zoo is et net, wanneer zou der weer
voor wat bezonders vlagt worre moete?
Ofwachte maar, we zelle et wel hoore.
Uwes zal wel murken hewwe dat Troin
ok weer thuis is, nou gelukkeg maar
hoor, et was zoo ongezellig en nou Pieter-
tje der weer bovenop is, gaat alles weer
op et ouwe of.
Et geeft arrs puur zoo'n drokte. zoo'n
interval, wan' ze had begin Jannewaarie
al un brief van Antje had en most netuur-
lek nei der toe, want hillegaar in orde is
ze nog niet.
Van de zeumer was ze af en toe un
beetje fleureg, en met et slechte weer bleef
et maar zoo.
Affoin nou skreef ze, dat ze puur
un rokje uithaalt had en nou 's mid-
des aldeur nag op er tokje gong en as
Trointje komme wou, den most ze et efkes
weete leite.
Maar Trointje heb nag gien toid had
an nou toe, maar et bloift niet zoo.
„Alle toye hewwe weertoije."
En al hewwe we nou nag zok slecht
weer de leste dage, et zei toch veranderen.
As je goed uitkoike den benne we al
weer zoo veer, dat de eerste voorloopers
van et nuwe leven waar te nemer benne.
De Februarispruitjes, de crocussen, en
ok springen de eerste lammerkes al weer
in de woid.
De bolster zwelt om den uitbottenden
inhoud, die al volop werkt, om der uit te
springen.
Et is nag efkes te nat op et land, maar
aars zou je et ers zien hoe of der al werkt
wier, om de akker weer zwart te kroigen.
Maar de graaf staat klaar hoor, dat as
et maar efkes wul, as et maar efkes of-
drooge wul, dat ie weer dag in dag uit zen
werk zal doen.
Die toid die straks ankomt is mooi, de
plant- en zoitoid, offoin deer ken ik nag
genog over skroive as et zooveer is.
Troin heb er al fuut op, oigeluk is die al
an de veert, in un par segarekissies met
modder bai de kachel is ze al drok an et
kweeken.
Om de voif menuute den moet ze weer
ders koike of de zeidjes al dikker .worre
en beginne t spruiten.
„Der zit leven in", zoit ze.
„Hoe dat zoo men woif?"
„Ze worre dikker en dikker."
„O zo zwelle", verbeterde ik.
„Ok goed, zwelle den. En altemet kom
me ze nei boven ok."
„Nei boven komme, nou moidje, den zei
der un mol in vroete, der hangt nag un
knip op de dors, as je soms die zette wulle,
mag je hoor", bood ik an.
„Wacht" zoi ze „ik zal je kroige."
Maar ik wachtte niet en gong ar de loop,
om de tafel heer.e en zaai achter men an.
Op 't lest stinge we ieder an un kant,
te hoigen.
„Ik zal je niks doen den moet je staan
bloive."
„Je moste ok et lef ders hewwe, dat je
me kwaad deede, ik skroif et zoo nei de
krant."
Dat hielp, ze liet er sebiet op un stoel
valle, en most lache. Deer wou ze me
zeker mee loime.
Nei ik was woizer en bleef an moin kart.
Toch had ze me efkes ternei te grazen.
van Donderdag 17 Februari 1938.
OPGAVE VAN NOGRDHOLLANUSCH
LANDBOUWCREÜ1ET N.V.
Vorige aatite k.
koet» 2.3U-45
STAATSLEENINGEN.
3-3)4 Nederl. 1938 100%
3 X Ned Indie 1937 99%
5H DuiUcbl 30 m verki 2v»/,
BANK-IN STELLINGEN.
Anistcrd bank 19
Handel Mi| Ctrl. 250 152
Koloniale bank 121
Ned Ind Handelsbank 134'/,
INnUSTR ONl) BiNNENL.
Alg Kunstzijde (Jnie 3
CaTve Dellt Ce l 91
Nederl Ford 300'/,
Philips Gloesl Gem Bezit 2»5
Umlevei 151 '/i«
IN JlL)iK OND. BUITENL.
Am Smelting 36
4lk>/4
152
12/i*
871/,
175
33S
350»/,
85
27
II
Iü»/i«
;o
127
U*U
13)
94'/,
1001/u
2.«A
151'/,
lzO1/,
1321A
37
92
j04'/«
295
150»/,-l
421
12
I2J7,
86>/«
17J
2071/,-8
133
36Vs
Anaconda ^2*'/h 22</s
Belhleb Steel »/M 40j-/j,
Cilie» Setvice 1*/mi 1*'.«
General Motara 25'/a Ui
Kenoecoii Cupper 2b-16 2b3/,
R public Sleel 12^/n 1
Standard brand* b'/,, b'/g
Steel coém 38% .9
U S Leather 3% 4
CULTUUR MAATSCH.
H V A
Java Cultuur
Ned Ind Suiker Unie
Vereen Voralenlanden
MIJNBOUW
Alg Eaplor Mij..
Rediang Lebong
PETROLEUM
Oordtache Petr.
Koo Petr
Perlak
Phillips Oil
Shell Union
Tide Water
RUBBERS.
Amsierd Rubber
Deli Bat Rubber
Heaaa Rubber
Ooilkuat
Serbadiadi
Interc Rubber2"/m
SCHEEPVAARTEN.
Kon Ned Stoomboot
Scheepvaart Unie
HollandAmerika lijn
JavaChinaJapan lijn
TABAKKEN.
Deli Batavia
Oude Deli
Senembah
AMER SPOORWEGEN.
Atchiaon Topeka
Southern Pacific
Southern Railw Cert.
Union Pacific
Canadian Pac
jjNoteering per 50
tExclaim '(/«dividend
Prolongatie vorige koers X. heden X pCt.
WISSELKOERSEN AMSTERDAM.
OFFICIEEL.
Vorige koers:
1-78'/.
8.96'/.
72.20
5.85
30.32 X
41.51 X
40.05
46.12 X
45 07 X
9.42 X
97
2 Va
12'V,
112'/,
107
82'A
245'/,
98 V,
299
New-York
Londen
Berlijn
Parys
Brussel (Belga)
Zürich
Kopenhagen
Stockholm
Oslo
Italië
121»/,
111
106'/,
82'/,
246
30
301'/,
2b»/,
13*/,.
V/s
60'/,
47/a
a) es-coupon
Heden:
1.78'/,
8.97
72.26
5.87
30.35
41.51 X
40 05
46 22 X
45.07 X
„Denk er om hoor", waarskouwde jv
nag.
Et kwam naggal met un slisser af utl
goeije pakkerd, en et leed was weer ledern
Kwan ik skoi der maar weer ders uit
et is zoo toid dat de post komt en den ken
die um nag meeneeme.
Dus den maar weer tot de aare keer
De groete van Trointje en et zelfde van
MAARTEN.
Ji&twiewos
„HET LEVEN VAN EMILE ZOLA"
IN CITY.
Van het zeer belangrijke filmwerk - Hst
Leven van Emile Zola", dat vanaf morgen
genavond in het City-theater vertoont »aT
worden, hebben we eenigen tyd gelede
reeds kolommen geschreven in onze Zater*
dagsche filmpagina.
Uiteraard is het dus onnoodig nog eens
weer op de grootschheid van deze film te
wyzen. Het moge derhalve bekend veron
dersteld worden, dat we hier te doen heb
ben met een superieure rolprent, welke
haar weerga nog niet gevonden heeft. Uit
dezen gezichtshoek bezien volstaan we met
deze enkele, veelzeggende regels.
„GASPARONE" IN VICTORIA-THEATER.
Eenige persstemmen.
De Telegraaf schrijft hierover:
een film van vaart en spanning, met
tal van geestige details, jeugdig en triset
aandoend en onderhoudend van begin tot
eind
Het „Alg. Handelsblad" is van oordeel:
knappe verfilming... Aan Ita (Ma-
rika Rökk) is veel plaats ingeruimd en dat
komt de film zeer ten goede.... Johan
Heesters: een zingende Taylor..."
En Het Volk meent:
gloed en charme genoegvlot en
luchtig spel... een zeer amusante film,..
Onze landgenoot Joh. Heesters is voor deze
lichte kunst de aangewezen man, hy is
charmant zoowel uiterlyk als vocaal, het
spel is innemend en hü» heeft voor deze
operette-zang een uitstekende stem. Men
ziet hem met genoegen op het witte doek
terugMarika Rökk, die de vrouwelijke
hoofdrol vervult, is temperamentvol en
speelt haar deel met veel animo en vaar
digheid
„DE MODEL-ECHTGENOOT"
IN BIOSCOOP „HARMONIE".
„Het Algemeen Handelsblad" schrijft over
deze film:
Het publiek is méér dan tevreden met
product, en dat terwijl zeker een Pr0£
of twintig van hetgen de onnavo g
Heinz Rühmann zegt, verloren gaa
omdat hij onduidelijk begint te spre
maar omdat de langdurige lachsalvo s 1
zaal de artisten op het doek onverstaan
maken. Het zou ons niet verwonderein
deze week vele bezoekers van het City
ater thuis komen met stijve kake" n
verreWon w»«t R'ihma""
gtelt deze lichaamsdeelen zwaar op
proef, en wie bij zijn kolossale c lo
ernstig kan blijven, heeft zichzelf df
bedwang dan ondergeteekende, en
velen die het slachtoffer worden van
krampen en lachstuipen, symptomen
een bijzonder hardnekkige lach-ep
die vriend Heinz ontketent, en zon e ,s
deoogen met de uitgeputte toe®cn°ce0ti-
laat voortduren tot aan den laatsten T
meter filmdf
....In haar genre niet te ovcr^ .kaan..
lachstorm in de zaal wordt een °r jeK
Heinz Rühmannde begenadigde
die de heele film door een brilletje o; 0.
die men zonder overdrijving den^^
en
%fMi UIV. M*V<I
peeschen Chaplin kan noemen. Men [f
waar men aan toe is, wie tranen P
lachen, moet zijn zakdoek niet vergw^i