dagblad voob alkmaar en omstreken.
Hitier spreekt over verleden, heden en toekomst
Felle aanklacht aan het adres
der democratie.
No. 43 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Maandag 21 Februari 1938
140e Jaargang
Duitschland zal aan zijn koloniale eischen
vasthouden.
Duitschland zal, aldus vatte Hitier gistermiddag aan het slot
van zijn rede het gesprokene samen, niets onbeproefd laten om
den vrede te redden. Het Derde
Rijk verheugt zich in de
vriendschap van andere landen,
als Hongarije, Bulgarije, Zuid-
Slavië en vele andere staten;
het verheugt zich in de samen
werking met Italië en Japan
in den strijd tegen het wereld
gevaar: het bolsjewisme.
Het Duitsche volk wenscht
geen oorloghet vreest hem
echter niet. Het houdt van den
vrede, maar ook van zijn eer
en vrijheid. Het Duitsche volk
zal gelukkig zijn met iedere
ontspanning, die in den alge-
meenen toestand kan ontstaan.
Scherpe aanval op de
vrije pers.
De algemeene toestand.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330,
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Millioenen Duitschers, millioenen
Oostenrijkers en millioenen andere
menschen zijn Zondagmiddag in de
'•gelegenheid geweest, om Hitler's rede
te beluisteren.
Drie uur lang heeft de Duitsche
rijkskanselier het woord gevoerd en in
deze drie uur heeft hij een terugblik
geworpen op de afgeloopen jaren, her
innerd aan wat er in die jaren in het
Derde Rijk gebeurd is en tenslotte de
meest actueele gebeurtenissen in de
laatste weken onder de loupe ge-
nomen.
Nadat Hitier in zijn rede, die hij precies
om 1 uur aanving, allereerst de geschiede
nis der nationaal-socialisten had behandeld
en in groote trekken gereleveerd had, hoe
hij en zijn geestverwanten. Duitschland in
1933 van den ondergang gered hadden,
wees hij er op, dat het nationaal-socialis-
me op het oogewblik geheel Duitschland
bezit.
Er is geen instelling i i dezen staat, al
dus Hitier, die niet nationaalsocialistisch is.
In dit rijk is ieder nationaalsocialist, die op
één of andere verantwoordelijke plaats
staat. Iedere instelling van dit rijk staat
onder bevel van de opperste politieke lei
ding en alle instellingen van dit rijk zyn
één in de wil en het besluit dit r ctionaal-
socialistische Duitschland te vertegen
woordigen en hebben gezworen het zoo
noodig te zullen verdedigen tot den laat-
sten ademtocht.
Ik kan in dit uur niet anders dan die
mannen gedenken, die als vertrouwenslie
den van de weermacht, van het leg®1"'
marine 't luchtwapen mij hebben geholpen
dit bewonderenswaardige instrument op te
bouwen. Hitier brengt vervo^ns dank na-
mens zichzelf en namens het Duitsche volk
aan generaal-veldmaarschalk Von
berg en generaal-kolonel Von Fri
hun trouw en loyale arbeid voor
nieuwe rijk en zijn weermacht, en a
degenen, die bii de verjonging van
politieke en militaire leiderscorps
plaatsen ter beschikking stelden va
gere politieke en militaire krachten.
Wij weten, aldus zeide de F"hrer
verband met nadruk, dat de taken vo
toekomst een sterkere concentratie van ae
politieke en militaire macht vereischen
vroeger misschien noodig was. Wan
ik derhalve besloot na het vertre
generaal-veldmaarschalk Von B.om
zelf direct het bevel op mij te nemen o\
de drie deelen van de weermacht en
functie van oppercommandant ^an,
weermacht aan mij persoonliik geschikt te
maken, hoop ik, dat wij daardoor bmne
zeer korten tijd zullen komrn tot die ver
sterking van onze militaire machtsmidde
len, die de alseme0"© tijdsomstandigheden
noodzakelijk doen zijn.
Hitler
Ik zou het Duitsche volk als zijn
gekozen leider op dezen dag één ver
zekering willen geven hoezeer wij ook
gesteld zijn op den vrede, hoezeer wij
ook gesteld zijn op onze eer, en op
de onvervreemdbare rechten van ons
volk, hoezeer ik opkom voor den
vrede, zoo zal ik er ook voor zorgen,
dat ons volk nimmermeer zijn instru
ment zal zien verzwakken of zelfs ont
nemen, dat naar mijn. overtuiging al
leen in staat is in onrustige tijden de
vrede op de veiligste en meest succes
rijke wi.'ze te bewaren.
Mocht ooit de internationale ophitsing
en bronnenvergiftiging den vrede van ons
rijk probeeren te schenden, dan zullen
staal en ijzer het Duitsche volk en 't Duit
sche vaderland onder hun bescherming
nemen en dan zou de wereld bliksemsnel
zien hoezeer dit rijk, volk, partij en weer
macht, door één geest zijn bezield en van
één wil doordrongen zijn. Voor het overige
is het niet mijn bedoeling het eerbare
Duitsche officierencorps in bescherming te
nemen tegenover de laster van den inter
nationalen journalistiek. Dat is ook niet
noodig. Want er zyn onder de journalisten
nu eenmaal twee soorten menschen: waar-
heidslievenden en leugenachtigen, minder
waardige zwendelaars, volksbedriegers en
ophitsers tot oorlog. Er is evenwel slechts
één soort Duitsche officieren.
Het koloniale vraagstuk.
Na gewezen te hebben op de noodzake
lijkheid de productie nog verder op te voe
ren, zeide de Führer: wat wij ook met een
dergelijke vergrooting der Duitsche pro
ductie bereiken, dit zal de mogelijkheid
waarbinnen het Duitsche volk moet leven,
niet terzijde kunnen stellen. Daarom zal
van jaar tot jaar de eisch om dat koloniaal
bezit sterker naar voren komen, dat
Duitschland niet eens aan andere mogend
heden heeft ontnomen en voor die mogend
heden thans zakelijk zoo goed als waarde
loos is, doch voor ons eigen volk onont
beerlijk blijkt te zijn.
De Volkenbond.
Daarna deelde Hitier mede, waarom
Duitschland geen lid meer wenscht te zijn
van den Volkenbond:
Wij zijn uit den Volkenbond, omdat wij
niet gelooven, dat hij een instituut van het
recht, doch eer een instelling voor de ver
dediging van het onrecht van Versailles is.
Daarbij komen evenwel ook nog .eendge
zakelijke overwegingen:
1. Wij zijn uit den Volkenbond getreden,
omdat hij ons, getrouw aan zijn geheele
geboorte en verplichting, het recht
weigerde, op gelijkheid van bewape
ning en daarmee op gelijke veiligheid.
9 Wij zullen er nimmer in terug keeren,
omdat wij niet het voornemen hebben
ons op eenige plaats ter wereld bij
meerderheidsbesluit van dei. Volken
bond te laten spannen voor de verde
diging van het onrecht.
3. Wij gelooven daarmede al die volken
een genoegen te bewijzen, die het on
geluk heben op den Volkenbond te
vertrouwen als factor van werkelijke
hulp.
4. Wij denken er in geval van ernst geens
zins aan de Duitsche natie te laten ver
wikkelen in conflicten, waarbij hijzelf
geen belang heeft, Duitschland is vast
besloten zich bij zijn belangen en aan
spraken een wijze beperking op te leg
gen. Mochten evenwel Duitsche belan
gen ernstig op het spel staan, dan zul
len wij niet verwachten van 'n Volken
bond steun te kunnen krijgen, doch
nemen wij bij voorbaat aan, dat wij
zelf die taak op ons moeten nemen.
5. Wij hebben niet het voornemen ons in
de toekomst door eenige internationale
instelling een houding te laten voor
schrijven, die, doordat zij de officieele
erkenning van onbetwistbare feiten
uitsluit, minder overeenstemming be
zit met te handelingen van welover-
leggende menschen dan wel met de ge
woonten van een bekende groote vogel.
Ik wil concludeerend dus nog eens ver
klaren, aldus de Führer, dat Duitschland
er in het geheel niet meer aan denkt ooit
weer in dit instituut terug te keeren. Dit
beteekent niet de weigering van samen
werking met andere mogendheden. Inte
gendeel, dit beteekent slechts de weigering
verplichtingen aan te gaan, die niet te
overzien zijn en in de meeste gevallen ook
niet te vervullen zijn.
Het rijk is ook thans economisch noch
politiek als geïsoleerd te beschouwen.
Tegenover een enkelen staat hebben wij
niet geprobeerd een verhouding te zoeken
en wenschen wij ook niet in nauwer ver
houding te komen: Sovjet-Rusland. Wij
zien in het bolsjewisme, meer nog dan
vroeger, de incarnatie van de menschelijke
vernielzucht. Indien deze leer zich nu
territoriaal tot Rusland zou begrenzen,
zou daarover ten slotte nog te praten zijn.
Helaas evenwel probeert het joodsch-inter-
nationale bolsjewisme, van zijn sovjet
broedcentrale uit de volken der wereld
inwendig uit te hollen, de maatschappelijke
ordeningen ten val te brengen en de chaos
te zetten op de plaats van de cultuur, en
hier zijn wij onverbiddelijke vijanden.
W zijn daarom gelukkig, aldus Hitier,
dat ons anti-bolsjewistisch standpunt ge
deeld wordt door Japan en Italië. De
Duitsch-Italiaansche verhouding is geba
seerd op het bestaan van gemeenschappe
lijke opvattingen op het gebied van het
leven en den Staat, zoomede op een ge
meenschappelijke afweer van de ons be-
d-eigende internationale gevaren. Indien
Mussolini in 1922 niet door de overwinning
van de fascistische beweging niet Italië
zou hebben veroverd, dan zou dit land ver
moedelijk tot bolsjewisme zijn vervallen.
De, gevolgen van een dergelijke ineenstor
ting zouden voor de cultuur van West-
Europa niet te overzien zijn geweest. De
Duitsch-Italiaansche vriendschap heeft
zich uit bepaalde oorzaken geleidelijk ont
wikkeld tot een element der stabiliseering
van den Europeeschen vrede.
De verbinding van beide staten met
Japan vormen de geweldigste hinderpaal
voor een verder doordringen van de Rus-
sisch-bolsjewistische macht.
De buitenlandsche pers.
In de laatste jaren werd heel vaak ge
sproken over .tegenstellingen tusschen
Frankrijk en Engeland eenerzijds en
Duitschland anderzijds, en er werd nog
vaker over geschreven.
Het is mij niet duidelijk, waarin deze
tegenstellingen wel moeten liggen.
Het eenige, wat de samenleving van deze
staten vergiftigt en belast is een maar al
te onverdragelijke ophitsing van de pers,
die in deze landen wordt geweerd. Ik be
grijp niet, dat in deze landen geen wette
lijke mogelijkheden bestaan een einde te
maken aan de leugens en laster, want het
betreft hier toch niet particuliere aange
legenheden, maar problemen van de sa
menleving der volken en staten. Wy kun
nen de oogen niet sluite nvoor de gevolgen
van deze ophitsing.
Zij is een gevaar voor den vrede. Wij
zullen daarom van nu af aan antwoorden
en wel met nationaal-socialistische gron
digheid.
Wat alleen reeds in de laatste weken
aan al te waanzinige domme en driest^
beweringen over Duitschland werd uitge
strooid, is eenvoudig opruiend.
Men kan zeer zeker zeggen, dat was al
les te dom om voor ernst te worden opge
nomen, omdat ten slotte millioenen buiten
landers in Duitschland zien, dat er geen
woord van aan is, alleen op den duur is
dit toch een zware druk op de internatio
nale betrekkingen, waarbij ik gaarne wil
constateeren, dat een deel der buitenland
sche pers niet deelneemt aan deze lage
aanvallen op de eer van andere volken.
In de reeks dezer misdaden behooreü
ook de beweringen, dat Duitschland
en Italië het er over eens zijn gewor
den Spanje te verdeelen, of, een zeer
recente lage vervalsching, dat
Duitschland en Japan een overeen
komst zouden hebben getroffen rfcK
gemeenschappelijk het Nederland
se h e koloniale bezit toe te eigenen.
Kan men hier nog spreken over een
eerbaar bedrijf?
Zij dat geen aanstichters en ophit
sers tot oorlog van de ergste soort?
De Britsche regeering wenscht bewape
ningsbeperking of een verbod bommen te
werpen. Ik heb dat zelf eens voorgesteld,
alleen stelde ik toen ook reeds voor, dat
het belangrijkste is de vergiftiging van de
openbare meening der wereld door lage
persartikelen te verhinderen. Wat onze
sympathie indien dat nog mogelijk was
voor Italië heeft versterkt, is het feit,
dat de staatsleiding en de perspolitiek daar
één weg bewandelen, dat niet de staats
leiding spreekt over overeenstemming en
de pers zich te buiten gaat aan een tegen
overgestelde ophitsing.
In dit hoofdstuk der verstoring van in
ternationale betrekkingen behoort ook de
aanmatiging, brieven aan een vreemd
staatshoofd te schrijven met het verzoek
om inlichtingen over gerechtelijke von
nissen.
Ik beveel den afgevaardigden van het
Engelsche Lagerhuis zich te bekommeren
om de vonnissen der Britsche krijgsraden
in Jeruzalem en niet om de vonnissen van
Duitsche volksgerechthoven.
Over de belangen van het Duitsche volk
en het rijk beslist de Duitsche rijksdag en
als gevolmachtigde van den rijksdag i k en
niet een delegatie van Engelsche brieven
schrijvers.
Aangezien de internationale persophit-
Alkmaar, 21 Februari.
De gebeurtenissen volgen elkaar thans in
razend snel tempo op. Europa leeft de laat
ste weken op een vulkaan, in welks inwen
dige het kookt. Het is, of één kleine onvoor
zichtigheid voldoende is, om dien vulkaan
tot uitbarsting te doen brengen en dat zou
een ramp beteekenen, zooals de wereld nooit
gekend heeft.
Herinneren wij ons de gebeurtenissen in
Duitschland zelf, nu ruim veertien dagen
geleden: de Duitsche legerleiders werden
naar huis gezonden en nieuwe benoemd.
Daarna kwam de bijeenkomst te Berchtes-
gaden waar Hitier en Schuschnigg confereer
den. Het gevolg was, dat Oostenrijk een
nieuwen minister van binnenlandsche zaken
kreeg en dat o.a. de nazi's weer in vrijheid
gesteld werden.
En dat alles is nog een kleinigheid ge
weest in vergelijking tot wat gisteren ge
beurd is: de rede van Hitier en het aftre
den van Eden.
Wij zullen deze twee groote gebeurtenis-
se in deze rubriek behandelen.
Hitier heeft een ongekend lange rede ge
houden, die meer dan elke andere een in
houd had. Hij heeft men kon het ver
wachten een terugblik geworpen over
wat bereikt is in het nieuwe Duitschland in
de periode 19331938 en hij heeft zich daar
na tot de wereld gewend.
Wat hij over de afgeloopen 5 jaar vertel
de, kon ons op 't oogenblik minder interes
seeren; wat hij de wereld meende te moe
ten vertellen, mag daarentegen nader be
schouwd worden.
In enkele woorden zouden wy dat gedeel
te als volgt kunnen samenvatten: de strijd
tusschep het nationaal-socialisme en de de
mocratie, die jaren lang gevoerd is, zal thans
pas in alle hevigheid ontketend worden.
Dat wil zeggen: Hitier zal de felle aanval
len uit de democratische landen niet langer
dulden; hij eischt voor Duitschland het
recht, om in eigen land te doen, wat hij goed
dunkt, op alle gebied, dus ook op nationaal
socialistisch gebied.
Hitier heeft gedreigd. Nog nimmer is de
wereldpers zoo fel aangevallen als gisteren
door Hitier. Hij heeft haar getart; hij heeft
haar beschuldigd; hij heeft haar het grootste
gevaar voor den vrede genoemd.
Men kan het er mee eens zijn of niet, een
feit is, dat de internationale pers door Hitier
met ongekende felheid is aangevallen, zoo
scherp, dat men zich moet afvragen: wat zal
diezelfde internationale pers nu doen? Zal
zij zich matigen of zal zij zich op haar wijze
verdedigen?
Het is een belangrijke vraag. Een feit toch
is, dat de pers een ongekende macht heeft.
Zal zij die macht gebruiken of.... misbrui
ken? In het laatste geval is het inderdaad,
zooals Hitier zegt: de internationale pers
kan dan het grootste gevaar voor den vrede
zijn.
Hitier heeft het koloniale vraagstuk be
sproken en duidelijk laten uitkomen, dat
hij den Duitschen eisch in dit opzicht zal
blijven handhaven. Voor ons land was dit
onderdeel van zyn rede niet van belang ont
bloot. Hitier toch heeft er ten overvloede
op gewezen, dat er geen enkel plan bestaat,
om de Nederlandsche koloniën te verdeelen;
hij wil alleen vroegere Duitsche koloniën te
rug, enkel en alleen, omdat Duitschland ze
noodig heeft voor zijn eigen bestaansmoge
lijkheid.
En dangelooft Hitier niet in den Vol
kenbond! Hy heeft het duidelijk gemaakt,
dat Duitschland den Volkenbond als een
onding beschouwt, als een machteloos
lichaam, dat eerder verdeelt dan vereenigt.
Duitschland zal nooit weer terugkeeren in
den Volkenbond.
Natuurlijk heeft Hitier het gehad over de
verstandverhouding met andere landen. Hij
heeft onomwonden gezegd, dat Rusland een
natuurlijke vijand van het Derde Rijk is; hij
heeft ronduit gezegd, dat de verstandhou
ding met andere landen slechts matig is, op
enkele uitzonderingen na: Italië, Hongarije,
Japan, enz. Het deert hem echter niet; al
leen eischt hij het recht, om in zijn land te
regeeren, zooals hem dat zelf goeddunkt.
Wat zal hét buitenland zeggen van de
rede van Hitier? Op het oogenblik is dat nog
niet te zeggen, al hebben wij reeds de be
richten over de eerste indrukken ontvangen.
Voor ons zelf meenen wij, dat Hitier de
handschoen heeft opgenomen tegenover de
democratie en dat het van de democratische
landen zal afhangen, hoe Europa zich zal
cntwikkelen.
Moet Duitschland geïsoleerd blijven, of
moet de algemeene wereldpolitiek verande
ren? Moet er toenadering gezocht worden
tot Duitschland, of moet de strjjd Olijven
voortduren?
Wij gelooven, dat het eerste de beste op
lossing zou zijn. Daarmee behoeft men niet
het nationaal-socialisme als een evangelie te
erkennen; men zou het alleen kunnen dul
den in een natioaal-socialistischen staat.
Dat kan natuurlijk. Maar.... als Hitier
een verandering ten goede verwacht, dan
zal hij ook in eigen land heel wat moeten
herzien. Dan moet hij allereerst trachten, de
wereld te overtuigen van de Duitsche waar
heid. En daarmee is het vrij droevig gesteld.
In het buitenland gelooft men niet aan Duit
sche waarheden; in het buitenland vertrouwt
men de Duitsche pers niet. Als er opklaring
moet komen, dan zal Hitier zijn eigen pers
ook als een machtig lichaam moeten be
schouwen, die even gevaarlijk kan zijn voor
den vrede als de buitenlandsche. Dan moet
ook de Duitsche pers weer vrij zijn en niet
geleid worden door een minister.
Moet er toenadering komen?
Wij schreven dezen zin hierboven reeds
en halen haar nog eens aan, omdat wy hier
het ontslag van Eden even moeten behan
delen.
Zooals hier elders in dit nummer gelezen
kan worden, heeft minister Eden zijn porte
feuille van buitenlandsche zaken ter be
schikking gesteld en de Britsche premier
heeft de ontslagaanvrage geaccepteerd.
Eden's buitenlandsche .politiek was sterk
anti-nazi-gezind. Hij moest niets hebben van
het regime-Hitier en evenmin van het
regime-Mussolini. Maar hy had niet alle
ministers van de Britsche regeering tot zyn
ideeën kunnen overhalen.
Eden nam zijn ontslag gistermiddag, na
dat de rede van Hitier bekend was gewor
den. Heeft hij zich niet kunnen vereenigen
met de andere ministers t.a.v. de houding
der Britsche regeering na deze rede? Heeft
Engeland besloten, zijn politiek t. o. v.
Duitschland en Italië te wijzigen?
Dikwijls, heel dikwijls heeft men de Brit
sche regeering 'n slappe houding verweten in
Europeesche aangelegenheden. Het was een
politiek van afwachten.
Die politiek heeft Engeland volgehouden,
ook tijdens de Oostenrijksche gebeurtenis
sen. Wellicht heeft dat Eden vervegld en is
hij daarom afgetreden.
Zijn opvolger schijnt lord Halifex te zul
len worden, een man, die in Engeland pro-
Duitsch beschouwd wordt.
Wijst dat er op, dat Engeland tenslotte
toch toenadering zoekt tot Duitschland? In
dien dit zoo is, wat zal Frankrijk dein doen?
En hoe zal dan de verhouding t.o.v. Rusland
worden?
De Europeesche politiek zal belangrijke
dagen doormaken. Dagen, die van belang
zijn voor de geheele wereld.
Zal er rust komen in Europa? Of zal de
strijd feller worden?
i_