DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Eden en Chamberlain leggen verklaringen af. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven francc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HFRMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 44 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. Dinsdag 22 Februari 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang Waarom Eden zijn ontslag nam. Gistermiddag hebben Eden en minister-president Chamberlain in het Lagerhuis hun verklaringen afgelegd en uiteenzettingen ge geven van de redenen, welke geleid hebben tot het aftreden van den minister van buiten- landsche zaken. Eden verklaarde, geen besprekingen met Italië te kunnen voeren, zoolang er nog Italiaansche troepen in Spanje zijn en zoo lang beloften van Italië nog niet ingelost zijn. Chamberlain daarentegen wilde wel onder handelen, opdat de spanning en onrust uit Europa verdwijne. Temeer wilde de premier met Italië weer besprekingen voeren, nu j Grandi, de Italiaansche ambassadeur te Londen, te kennen had gegeven, op deze besprekingen prijs te stellen. Waar beide staatslieden op hun standpunt bleven staan, koos Eden den eenigen juisten weg en diende zijn ontslagbrief in, daarmee een ernstige regeeringscrisis voorkomende. EDEN S BELANGWEKKENDE VERKLARING. Toejuichingen) De aigemeene toestand. Na de rede van Hitier en het aftreden van Eden. Fransche meeningen. Neville Chamberlain. Het Engelsche Lagerhuis was gister middag tot den nok toe gevuld, want ieder wilde Eden's verklaring uit diens mond vernemen. Toen hij aan het eind van het zoo genaamde vragenuurtje opstond en het woord vroeg, werd hij van alle kanten toegejuicht, niet alleen door de oppo sitie, maar ook door de Tories, al had den deze ook hun hart verpand aan Chamberlain. Het was een bewijs, hoezeer Eden gezien was en hoezeer men zijn politiek had kunnen waardeeren. Laat mij eerst duidelijk maken, zoo begon Eden, dat de innigste wensch van ons allen: het doel der buitenlandsche politiek van ons land is en moet altijd zijn de handhaving van den vrede. Wil die vrede evenwel duur zaam zyn dan moet hij rusten op grond slagen van openhartige wederkeerigheid en wederzij dsch respect. Het zal het Huis be kend zijn, dat een zekere gedachtenwisse- liag plaats vindt tusschen de Italiaansche en de Britsche regeeringen over de opening van besprekingen tusschen de beide regee ringen. Inderdaad is de Britsche regeering daar toe gebonden daar de minister-president met Mussolini in den afgeloopen zomer er een briefwisseling over heeft gevoerd. De directe vraag daarbij is of dergelijke offi- ciëele besprekingen thans te Rome zouden moeten beginnen. Naar mijn overtuiging is de houding der Italiaansche regeering tegenover internatio nale vraagstukken in het algemeen en te genover Groot-Brittannië in het bijzonder nog niet zoo om deze te rechtvaardigen (Toejuichingen). De propaganda tegen Engeland gevoerd door de Italiaansche regeering wordt over de geheele wereld verbreid. Ik zelf heb dit Huis mijn woord gegeven geen besprekingen met Italië te openen aleer deze vijandige propaganda zou op houden. Na een overzicht te hebben gegeven van de pogingen, in de laatste 18 maanden on dernomen om de EngelschItaliaansche be trekkingen te verbeteren, gaf Eden als zijn meening te kennen, dat men niet het risico mag loopen voor een herhaling van de op gedane ervaring. (Applaus bij de oppositie). Derhalve beweerde hij, dat aleer de Britsche regeering officieele besprekin gen zou openen met Rome verdere voortgang in het Spaansche vraagstuk zou moeten worden gemaakt en de ve reld geen beloften voor oogen worden gehouden, doch feiten. Het Spaansche vraagstuk is hierbij een voorbeeld. Het kan niet worden bezien dan met be trekking tot den internationalen toe stand in zijn geheel. Het terugtrekken van de troepen moet in ernst zijn begonnen voor de besprekingen te Rome met kans op succes kunnen worden begonnen. De afgeloopen maanden, weken en dagen heeft men achtereenvolgens schen dingen van de internationale overeenkomst gezien en pogingen om politieke beslissin gen met kracht van wapenen te verzekeren- Ten aanzien van het steeds afnemend ge voel van eerbied voor de internationale ver plichtingen en in verband met den huidigen internationalen toestand is het thans voor ons land op 't oogen blik zaak, standvastig te blijven. (Toejuichingen). Het is traditie van de diplomatie bespre kingen voor te bereiden, voor zij formeel worden geopend en zeker is het geen ge woonte besprekingen te openen omdat een partij zegt dat het moet zijn „nu of nooit" (Toejuichingen). De minister-president en mijn andere collega's zoo zeide Eden verder, zijn van an der inzicht. Misschien hebben zij gelijk, doch indien dit zoo is, dan zou hun kans op slagen zeker grooter worden, wanneer hun politiek wordt gevoerd door een anderen minister van buitenlandsche zaken, die overtuigd is, dat de politiek, welke hij moet volgen, de juiste is. Ook is het mogelijk, dat mijn aftreden de onderhandelingen zal ver gemakkelijken en indien dit zoo is, dan zal niemand meer verheugd zijn dan ik zelf. Nog meer meeningsverschillen. Ik zou niet oprecht zijn, wanneer ik zou beweren, dat dit het eenige verschil van meening is tusschen mij en den minister-president. Dit is niet zoo. En kele weken geleden, bij een belangrijke beslissing in de buitenlandsche politiek, welke geen betrekking had op Italië, bleek eveneens een fundamenteel ver schil van meening. De minister-presi dent is hiervan overtuigd. Het is mij en vermoedelijk ook hem dui delijk geworden, dat een diepgaand mee- ningsverschil bestaat tusschen ons in de bui tenlandsche politiek en ik acht hem hierom hoog. Ik ben derhalve overtuigd, dat het in het belang van het land is, dat zoo spoedig mogelijk de eenheid in het kabinet wordl hersteld. Ik ben steeds meer tot het inzicht gekomen, dat men te zeer verlangt dat wij overeenkomsten sluiten met anderen, dan dat anderen zoeken overeenkomsten te slui ten met ons. (Toejuichingen). Ik ben verder van oordeel, dat wij geen voortgang kunnen maken in de bevrediging van Europa, in het bizonder ten aanzien van de jongste gebeurtenissen, wanneer wij de overtuiging veld doen winnen in het buiten land, dat we toegeven aan een aanhouden den druk. Ik ben overtuigd, dat de voor uitgang vooral afhangt van den gemoedstoe stand van het land en deze gemoedstoestand moet een uiting zyn van een krachtigen geest. Bovendien ben ik van meening, dat de geest er is en ik geloof, dat het niet eer lijk is, noch tegenover ons land, noch tegen over de wereld, om deze geest zich niet te laten uiten. Deze rede van Eden werd luide toegejuicht Cranborne en Chamberlain spreken. Na Eden nam lord Chanborne het woord in het Lagerhuis. Hij verklaarde het woord voor woord met Eden eens te zijn. De inter nationale zaak is een zaak van vertrouwen, wanneer de mogendheden de onderling ge sloten verdragen niet meer kunnen vertrou wen, dan zijn deze het papier waarop zy geschreven zijn niet waard. Cranborne vreest, dat wanneer de Italiaansche regee ring haar houding niet wijzigt, het aanknoo- pen van officiëele besprekingen door Enge land niet zal worden beschouwd als een bij drage tot den vrede, doch als het toegeven aan chantage. (Luide toejuichingen bij de oppositie). Vervolgens nam de minister-president, Neville Chamberlain het woord. Hij verklaarde, dat het Huis met groote aandacht en sympathie de verklaring van Eden heeft aangehoord. Spreker was van meening, dat goede wil en vastberadenheid in staat zullen zijn de grieven uit den weg te ruimen en wantrouwen, dat geheel ongegrond is, weg *e nemen. Om deze reden zyn de medewerkers van den minister president en hyzélf van meening, dat een gelegenheid moet worden gezocht om in onderhandeling te treden met Duitschland en Italië om een algemeen schema op te stellen volgens hetwelk een bevrediging in Europa kan worden bereikt. Italiaansche onderhandelingen! In dezen moeilijken tijd van steeds groo ter moeilijkheden deed zich de gelegenheid voor uit den vicieusen cirkel te komen. Deze gelegenheid deed zich voor op tien Februari bij het bezoek van Grandi aan de Foreign Office. De Italiaansche ambassadeur verze kerde Eden, dat hij opdracht had van zijn regeering mede 'e deelen, dat deze bereid was ieder oogenblik de besprekingen te her vatten. Hij voegde hieraan toe, dat Italië verlangde de besprekingen een zoo groot mogelijk terrein te doen beslaan. Natuurlijk moest de erkenning van de verovering van Abessinië besproken worden, doch Spanje werd niet uitgesloten. Een week later berichtte de Britsche am bassadeur te Rome, dat graaf Ciano hem had medegedeeld, dat Grandi opdracht had gekregen ernstig aan te dringen op een spoedig opvatten van de onderhandelingen en denzelfden dag stelde spr. Eden voor, dat het zijn nut kon hebben, dat hij en Eden een onderhoud zouden hebben met Grandi. Ten aanzien van de verklaring van Eden, dat de Italiaansche regeering heeft gedreigd de besprekingen nu te beginnen of nooit verklaarde Chamberlain, dat dit uit niets in de besprekingen tusschen Rome en Londen is gebleken. Het is derhalve niet eerlijk het te doen voorkomen, dat ons zou zijn ge vraagd ons te ondei werpen aan een andere mogendheid hetgeen niet overeenkomstig onze waardigheid zou zyn. Na de besprekingen met Grandi hebben Eden en Chamberlain de zaak verder be sproken en toen bleek den minister president voor het eerst dat de meenings verschillen accuut werden. Dat was Vrijdag. In deze omstandigheden besloot de minis ter-president Zaterdag het kabinet bijeen te roepen en toen het kabinet een uiteenzetting had ontvangen van beide standpunten, was het meer op de hand van den minister president, dan op de hand van Eden en het was een ernstige schok toen de collega's van Eden hoorden, dat een beslissing in dezen zin zijn aftreden zou beteekenen. Voortge zette pogingen om Eden van meening te doen veranderen, bleken vergeefsch. Grandi bij Chamberlain. De minister-president deelde vervolgens mede, dat hij hedenochtend (dat was dus Maandag) een bezoek had ontvangen van Grandi, die hem zeide van zijn regeering opdracht te hebben ontvangen de Britsche regeering mede te deelen, dat de Italiaan sche regeering de door de Britsche regee ring gestelde formule inzake het terugroepen van de buitenlandsche vrijwilligers uit Spanje aanvaardde. Grandi wees erop, dat dit een bewijs was van den goeden wil van zijn regeering en van het gevoel, waarin zij de besprekingen wenschte te beginnen. Grandi zeide bovendien, dat hij deze mede- deeling Zondagochtend had ontvangen, dus vele uren voor het aftreden van Eden. Alkmaar, 22 Februari. De rede van Hitier is byna al weer ver geten. Als men het publiek beluistert, dan praat men vandaag niet meer over Hitiers verklaringen, maar dan debatteert men over het aftreden van minister Eden. En zeer ty peerend is, dat de groote massa als het ware pro-Eden en terzelfdertijd natuurlijk anti- Chamberlain is. Onder groote belangstelling hebben Eden en Chamberlain gisteren hun verklaringen afgelegd. Beiden hebben hun standpunt uit eengezet en het moge dan een persoon lijke gevoelskwestie van ons zijn onze sympathie gaat uit naar minister Eden. Eden dat lezen wij althans uit zijn ver klaring heeft er genoeg van gehad, nog langer langs uitsluitend diplomatieken weg te regeeren. Hij heeft steeds in het kabinet te doen gehad met een groep collega's, die besluiteloos waren, die niet met de vuist op tafel durfde regeeren, die zelfs genoegen namen met felle aanvallen op hun land, die een Hitier en een Mussolini hun gang lieten gaan, ook daar, waar het Europeesche en Engelsche belang benadeeld werd. Er waren reeds lang twee stroomingen in het Engelsche kabinet. Eden en eenige jon gere ministers wenschten een krachtige po litiek ten opzichte van het buitenland en Sir Simon met Hoare en eenige anderen, die de politiek van dralen en besluiteloosheid pre fereerden. Eden heeft langen tijd den steun gehad van Chamberlain, den minister-presi dent, maar toen deze enkele dagen geleden van inzicht veranderde en de politiek der ouderen prefereerde, moest Eden beslissen: meegaan in een politiek, die niet de zijne was, ofaftreden. Als man van karakter koos Eden het laatste. Daarmee bracht hy ongetwijfeld de regee ring in ernstige moeilijkheden, want zijn be sluit viel op een zeer ongelegen uur, n.L direct nadat Hitier zijn rede had uitgespro ken. Nu mag men wel beweren, dat beide ge beurtenissen niet met elkaar in verband staan, maar toch is dat niet heelemaal juist. Hitier toch heeft in zijn rede minister Eden persoonlijk genoemd en hem geen persona grata genoemd. Dat zou voor een krachtige Engelsche regeering voldoende geweest moeten zijn, om alle geschillen op zij te zetten; dat zou zelfs aanleiding geweest moeten zijn voor Chamberlain, om met de anderen nogmaals om te draaien en eindelijk eens een positieve houding aan te nemen. De rede van Hitier had er werkelijk genoeg aan leiding toe gegeven. Chamberlain en de zijnen deden dat niet. Zij accepteerden nogmaals een klap in hun aangezicht, waarmee zij volkomen in de kaart van Hitier speelden, waarmee zij zelfs Hitier als 't ware uitgenoodigd hebben, om later nog eens een stapje verder te gaan. Maar Eden's aftreden zit toch hoofdzake lijk in de Italiaansch-Engelsche kwestie? Inderdaad, de directe oorzaak is beide ministers hebben er duidelijk op gewezen de houding ten aanzien van Italië. Eden hield er een zeer begrijpelijk stand punt op na: hij wilde wel onderhandelen met Italië, maar eerst zou de anti-Engelsche propaganda in Italië moeten worden stopge zet en eerst zou Italië zijn belofte t.a.v. de Spaansche kwestie eens moeten nakomen. Eden had hier een sterke troefkaart: Italië heeft beloften gedaan, maar tegelijkertijd vergat het ze na te komen. Dat deze politiek niet paste bij Eden's denkbeelden men vergete vooral niet, dat Eden een man van karakter is moet ieder duidelijk zijn. En dat Chamberlain met de meerderheid in het kabinet niettegenstaande de minder loyale houding van Italië toch met dit land wilde onderhandelen, is zeer bevreemdend. Chamberlain wil dit doen, om den vrede in Europa te handhaven, Chamberlain wil dit doen, om de noodige rust in ons werelddeei te bevorderen. Dat klinkt heel mooi en dat is op zich zelf te waardeeren. Maar is deze wyze van re geeren werkelijk de verstandigste? Wij we ten nog zoo zeer niet, of de vrede in Europa bevorderd wordt door groote soepelheid der Engelsche regeering. Wij zouden kunnen vragen: is de vrede niet in groot gevaar ge komen juist door die soepelheid? Italië en Duitschland hebben o.L in de laatste jaren voortdurend geprofiteerd van den wensch tot vrede in de democratische landen. Zij hebben te goed geweten, dat een Engeland en Frankrijk geen oorlog wilden. En daarom hebben zij in eigen land een macht kunnen ontketenen, die soms angst wekkend aandoet. En daarom ook hebben zij in de buitenlandsche politiek een rol kunnen spelen, die de goede verstandhou ding der Europeesche landen onderling niet bevorderde. Hitier heeft ongestraft een streep kunnen halen door de vredes-verdragen van Ver sa illes; hij heeft ongestraft een groot Duitsch leger kunnen stichten; hij heeft ongestraft het Saargebied kunnen bezetten; hij heeft nu onlangs ongestraft Oostenrijk zijn wil kunnen voorschrijven; hij heeft een be- langrifke rol kunnen spelen in de Spaansche kwestie. Hij heeft dat kunnen doen, omdat hij wist te kunnen profiteeren van de besluitelooze Engelsche regeeringen. Misschien heeft Chamberlain op dit oogen blik gelijk; misschien is het thans te laat ge worden, om met de vuist op tafel te kunnen slaan. Misschien zou de politiek van Eden op het oogenblik een gevaar voor den vrede ge worden zijn. Maar dan is die vrede door Engeland duur betaald Dan heeft het democratische Engeland er aan meegewerkt, dat dictatoriaal geregeer de landen een geweldige macht hebben kun nen ontwikkelen. Wat nu? Den eersten tijd zal Engeland dus trach ten, met Italië en Duitschland samen te wer ken. Maar als dat niet gelukt, als Chamber lain zich toch eens vergist mocht hebben? Dan zal het Engelsche volk Eden terug willen hebben, noode als het hem heeft la ten gaanEn dan zal de buitenlandsche politiek waarschijnlijk veel krachtiger en... sterk anti-fascistisch worden. Benieuwd mogen wy verder zyn naar de politiek van Frankrijk. Want Frankrijk is ten zeerste geïnteresseerd bij de buitenland sche politiek van Engeland. „Vervolgens heb ik Grandi gezegd, dat ik zoo gelukkig was hem, na de ver gadering van het kabinet, mede te kun nen deelen, dat we gereed waren de besprekingen te beginnen en dat dit onmiddellijk aan de Italiaansche regee ring kon worden medegedeeld. Indien evenwel de besprekingen te Rome ge houden zouden worden, dan zou de Britsche ambassadeur te Rome eerst naar Londen terug moeten keeren om instructies te halen". Tegelijkertijd deelde de minister-president mede aan Grandi, dat de Britsche regeering een regeling van de Spaansche kwestie als essentieel voor iedere overeenkomst be schouwde en dat de Britsche regeering de toestemming van den Volkenbond voor iedere regeling zou verlangen. Indien de besprekingen worden gevoerd in een geest van wederkeerig vertrouwen, dan is er goede hoop, dat zij tot een goed einde zullen leiden. De vrede van Europa hangt af van de vier groote mogendheden, Duitschland, Italië, Frankrijk en Engeland. Indien deze vier landen in een vriendschappelijke onderhan deling kunnen worden gebracht tot regeling van hun geschillen, zal geslachten lang vrede in Europa heerschen. Het antwoord van de Britsche regeering op den wensch van de Italiaansche regeering is een groote stap in deze richting. De rede van Chamberlain werd eveneens luide toegejuicht. In diplomatieke Fransche kringen heeft men thans de redevoering van Hitier bestudeerd. De eerste indrukken zijn daardoor niet gewijzigd. Men no teert, dat de rijkskanselier alarmeeren- de bedoelingen uitgesproken heeft je gens Oostenrijk en Tsjechoslowakye. Dit laatste land is met Frankrijk verbon den door een pact van wederzijdschen bij stand, dat in de opvatting der Fransche re- geering geheel zijn strekking behoudt. Bovendien heeft Hitier ten opzichte van Spanje een standpunt ingenomen, dat radi caal in strijd is met het beginsel van het zelfbeschikkingsrecht der volken, welk beginsel hij niet aarzelt in zijn voordeel aan te halen in dezelfde redevoering in ver band met de tien millioen Duitschers buiten de rijksgrenzen. Men wijst er overigens op, dat zoodra de resultaten van de besprekingen te Berch- tesgaden bekend geworden waren, de Fran sche regeering met de Engelsche opdracht gegeven heeft tot preliminaire stappen te Berlijn. Ook daarna heeft de Fransche re geering het Britsche kabinet voorgesteld een gemeenschappelijke verklaring, of eens luidende verklaringen te Berlijn af te leg gen, teneinde duidelijk te maken, dat iedere geweldactie, strekkende tot het brengen van wijziging in de gebiedsverdeeling in midden-Europa, een absoluut verzet zou ontmoeten. Frankrijk bewijst hiermede, dat het voornemens is zijn verantwoordelijk heden als groote mogendheid te bevestigen en trouw te blijven aan zijn noodzakelijke opvattingen van aigemeene veiligheid. Op het oogenblik wordt voortdurend contact on derhouden met de Tsjechoslowaaksche re geering, die weet, dat Frankrijk, waakzaam aan haar zijde staat. De Britsche regeeringscrisis heeft voor- loopig de besprekingen, die door het laat ste Fransche voorstel geopend waren, ge stuit. De samenwerking tusschen de beide regeeringen wordt echter door de Britsche kabinetswijziging niet getroffen. Gister avond heeft Chamberlain een boodschap ge zonden aan Chautemps, waarin hij beves tigde, dat geen wijziging gebracht zou wor den in de overeenstemming tusschen beide landen en dat alle problemen in volkomen overeenstemming met Frankrijk zouden blijven worden behandeld. Eden is afge treden om een meeningsverschil met Cham berlain ten opzichte van het openen van onderhandelingen met Italië. Ongetwijfeld is het niet uitgesloten, dat het besluit van Eden gedeeltelijk ingegeven is door het feit, dat, terwijl hij persoonlijk het Fran sche voorstel betreffende Midden-Europa goedgekeurd had, dit voorstel mischien niet een zoo rechtstreeksche goedkeuring ver worven had van den kant van sommige zijner medeministers. Deze internationale situatie in haar geheel zou vandaag voorwerp vormen van beraad slagingen in den Franschen ministerraad. Sommige persoonlijkheden, die in nauw verband staan met regeeringskringen, zy van meening, dat zij een groote standvastig heid eischt. welke een krachtig herstel en een diepe eenheid van alle Franschen nood zakelijk maakt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1