i i Indische problemen in de Kamer. J s PARLEMENT De petitie-Soetarajo vindt weinig steun. Economische toestand blijft slecht. JUidiofKOQCMtUitü L'Binnenland 2euilleloH ET SCHIP DER VERSCHRIKKING Uit het Amerikaansch door HERMAN ANTONSEN. TWEEDE BI,AD. Gistermiddag heeft de Tweede Kamer de behandeling van de Indische begrooting voortgezet. De algemeene beschouwingen duren nog voort. Nu de nieuwe gouverneur-generaal, jhr. mr. Tjarda van Starckenborg, zich in zijn functie wat heeft ingewerkt en uit eenige bestuursdaden en in zijn omgang met den Volksraad een indruk kan worden gevormd van de richting waarin zijn beleid zich vermoedelijk zal ontwikkelen, kon in het debat ook daarover iets worden gezegd. Tot nu toe is gebleken, dat de Tweede Ka mer zeer gunstige verwachtingen van de zen bekwamen man koestert, die op be trekkelijk jongen leeftijd al een prachtige carrière achter den rug had voordat hij tot het hoogste ambt werd benoemd, dat voor een Nederlander is weggelegd. Minister Weiter deelt eveneens in het vertrouwen van een groot deel der Kamer. De wijze, waarop hU in de memorie van antwoord zijn inzichten omtrent allerlei In dische vraagstukken heeft vertolkt, de openhartige manier, waarop hij beslist stel ling heeft genomen tegenover nog onver vulbare verlangens vestigen den indruk van zekerheid, welke de bevolking in Indië op het oogenblik zoo zeer behoeft. Bij een begrooting als deze. die handelt over een geweldig uitgestrekt gebiedsdeel, dat naar zijn aard, ligging, samenstelling van de bevolking, financieele en economi sche mogelijkheden en grenzen,' talrijke problemen stelt, kunnen natuurlijk vele on derwerpen ter sprake worden gebracht; eigenlijk alles wat op Indië en zijn bestuur betrekking heeft. Terecht wees daarom de heer van Poll (r.k.) er gistermiddag op, dat de Kamer wijs zou doen zich een zekere beperking op te leggen; men zal het Indisch bestuur in de regeling van ondergeschikte aangelegenheden veel vrijheid moeten la ten. De vraag is nu maar: hoever gaat die on dergeschiktheid en hoeveel vrijheid moet worden gelaten. Met andere woorden: hoe ver gaat de autonomie. Volgens generaal Bajetto (r.k.) al heel ver; hoort men diens partijgenoot, den heer van Poll, dan kunnen de teugels wel een beetje worden gevierd, maar bedachtzaam, en luistert men naar de sociaal-democra ten, dan moeten staatkundige vormen en vrijheden, die hier te lande al jaren lang hebben gegolden nu ook eens aan Indië worden gegund. Zeker willen ook zij niet gaan hollen, doch een sneller tempo ware toch h. 1. gewenscht. Van den heer Effendi (comm.) behoeven we in dit verband nau welijks te spreken, want die wil natuurlijk bij laatstgenoemden nog altijd eenige straat lengten voorblijven, al achten de commu nisten de leuze: „Indië los van Holland" momenteel uit den booze. Deze frontver andering werd door de sprekers der rech terzijde met niet al te groot vertrouwen be jegend. „Als zij is ingegeven door de vrees voor de Japansche bommen, zit er weinig prin cipieels aan", zoo deed de heer Meijerink, de nieuwe Indische specialiteit der anti- revolutionnairen opmerken. Bij de nationaal-socialisten komt men voor de autonomie heelemaal voor een dichte deur; hun begrippen omtrent de ko loniale en economische verhoudingen en den staat willen zij eveneens op Indië zien toegepast, anders komt er niets van terecht. Dat was tenminste de strekking van het betoog van den heer Rost van Tonningen, die slechts een paar malen door den voor zitter tot de orde gemaand behoefde te worden. Deze afgevaardigde hamerde sterk op het communiatische gevaar en critiseer de scherp het financieele beleid van een drietal gouverneurs-generaal, tengevolge waarvan de Indische schuld met circa 1100 millioen zou zijn toegenomen. Voor den afge treden G. G., jhr. de Jonge, had hij overi gens woorden van lof, omdat deze in een moeilijken tijd veel tot stand had weten te brengen, welk feit den heer Rost van Ton ningen tot een loflied op de kracht der een hoofdige leiding inspireerde. Overigens: ook rechtsehe leden vielen den oud-gou verneur niet af. In het debat is menigmaal de petitie- Soetardjo, waarin de Kamer werd verzocht het houden van een z.g. ronde-tafel-confe- rentie van Nederlandsche fn Indische ge delegeerden te beleggen over herziening van de staatkundige verhouding tusschen ons land en Indië, ter sprake gebracht. Deze zaak is njet nieuw, want ook bij de vorige begrooting is ze behandeld, naar aan leiding van de indiening ervan. Veel is de Kamer er nog niet mee opgeschoten, want er zal nog een gedachtenwisseling tusschen de Indische regeering en het opperbestuur over de staatsrechtelijke positie van Indië plaats hebben. Zcolang het resultaat daar van nog niet bekend is, heeft het weinig zin, nu al een min of meer uitvoerige dis cussie aan te vangen. Aldus de heer Rutgers van Rozenburg (c.h.) o.m. In Indië is door zekere groepen eenige propaganda gemaakt voor het toekennen van den „dominiüm-status", gelijk de over- zeesche deelen van het Britsche rijk voor het meerendeel bezitten. Meer dan een plato nische liefde is dit niet, betoogde de heer Bajetto (r.k.), er op wijzend dat voorname lijk door een aantal Indo-Europeanen in die richting wordt gedacht, maar dat de groote meerderheid staat op het standpunt der rijkseenheid. Nóch van a r.-, nóch van c.h.-zijde kan met bedoeld streven worden ingestemd. De heer van Poll, die gistermiddag het eerst aan het bod was, wijdde een groot deel van zijn betoog aan de petitie-Soetardjo. Hij gaf een duidelijke uiteenzetting van dc kwestie, beginnend met de opmerking, dat er eerst financieele zelfstandigheid moet bestaan alvorens politieke zelfstandigheid kan worden gegeven. In den Volksraad en ook daarbuiten is gebleken, dat er onder de inheemsche groepen in het geheel geen eenstemmigheid over den inhoud van dien status en evenmin over de wenschelijkheid daarvan bestaqt. Indië is voor een domi- nium-positie nog lang niet rijp Ook zou die verhouding geheel in strijd met de Grond wet zijn. Men maakt vergelijkingen met Engeland en zijn Dominions, doch de ver houding van den Nederlander tot den in lander is geheel anders dan die van den Engelschman tot de bewoners van zijn kolo niale gebieden. De eeuwen door hebben wij de bevolking veel nader gestaan; in Britsch- Indië bijvoorbeeld is de afstand nog altijd groot, in Nederlandsch-Indië wordt deze steeds kleiner en groeit juist het saamhorig heidsgevoel, in den laatsten tijd vooral onder den druk van de dreigende gevaren in de Pacific. Een aardig typeerend voorbeeld haalde de heer van Poll daarvoor aan. Enkele jaren geleden nog was het de gewoonte dat de Inlandsche leden van den Volksraad in de koffiekamer apart bij elkaar gingen zitten. Dat is veranderd; Nederlandsche en In landsche leden zitten nu bijeen! De heer van Poll was wel voorstander van gecombineerde conferenties van Neder landsche en Indische afgevaardigden om over verschillende belangrijke, beide deelen van het rijk rakende vraagstukken te spreken. Er moet een instituut in het leven worden geroepen, dat het contact versterkt; en dat moet snel gebeuren. In verband met de rijkseenneid, die op allerlei wijzen tot uitdrukking komt, is het eigenlijk een ana chronisme om nog te spreken van „Ministe rie en minister van Koloniën". De benaming „koloniën is uit den tijd geraakt voor ons. De economische toestand blijft zorgelijk. De wereldcrisis heeft in Indië op den economischen toestand van de bevolking een buitengewoon nadeeligen invloed gehad, waarvan zij zich nog lang niet heeft hersteld. Maatregelen ter bevordering van de. volkswelvaart zullen dus nog langen tijd noodig blijven. Dit is een algemeen inzicht, dat in de Kamer wordt verkondigd. En ook vr(j algemeen wordt de meening gedeeld, dat de financiën er nog niet tijster gunstig voorstaan. Toch wenschte de heer van Poll niet den door den minister van Financiën in de Eerste Kamer aangeprezen huis moederlijke zuinigheid betracht te zien. Wat voor een gewo-n huishouden wensche lijk kan zijn, kan voor een volkshuishouding zelfmoord beteekenen, vooral wanneer men met een vrijwel onbeperkten concurrentie strijd te maken heeft; ook in dezen kunnen regeeringsmaatregelen niet uitblijven. Dit standpunt van wat meer vrijgevig heid bleek door de heeren Wagenaar (ar.) en Rutgers van Rozenburg (c.h.) allerminst te worden gedeeld. Die zijn het geheel met minister de Wilde eens. De heer Wagenaar wenschte te weten hoe groot nu precies de achterstand sedert het intreden van de crisis is; hoe een reeël Indisch budget voor 1939 er uitziet en hoe een normale Indische begrooting is. Uit het betoog van generaal Bajetto (r.k.) stippen we nog aan, dat. hg aanvankelijk wel vertrouwen had gehad in de strategische lig ging van Indië maar dat hij door de houding van eenige Westersche mogendheden aan het twijfelen is geraakt, zoodat het voor ons nu practisch neerkomt op de eigen ver dediging van ens geheele gebied. Het neu traliteitsbeginsel kan niet meer de basis zijn van ons defensiestelsel. Trouwens de een achttal jaren geleden opgemaakte grondslagen voor ons defensiestelsel in Indië deugen niet meer. Territoriale ver dediging zal de actie van de vloot van de vloot moeten aanvullen, terwijl het zwaar tepunt van de verdediging is overgegaan op de luchtmacht. De heer Meüerink (a.r.) klaagde over de nog zoo weinig algemeene belangstelling in Nederland voor Indië en zijn bevolking. Men weet te weinig van onze taak en roeping daar. Ook het bedrijfsleven mocht zich wel meer voor Indië interesseeren, een wensch, welken we ook reeds uit den mond van den heer van Poll hadden vernomen. FOTO'S VAN PRINSES BEATRIX. De ontijdige publicatie in de Engeische pers. Het bestuur van de Ned. Dagbladpers deelt mede, dat de voorbarige publicatie in een aantal Engeische bladen niet te wij ten is aan eenige fout van hen, die belast waren met de distributie van deze foto's aan de binnen- en buttenlandsche pers. Kwade trouw is gebleken hier in het spel te zyn. Een foto-agentschap te Londen heeft n.L niettegenstaande uitdrukkelijk in de Engeische taal op de foto's vermeld was. dat zij niet voor een bepaald uur op een bepaalden dag verschijnen mochten een voorwaarde, waar de Engeische bladen zich zeker loyaal aan gehouden zouden hebben reproducties met weglating van die ver melding aan deze bladen toegezonden. Door deze inbreuk wist zich het bureau een voorsprong op zijn bonafide collega's te ver schaffen. Den Engelschen bladen treft dus geen blaam. Het bestuur zal trachten maatregelen te nemen dat in de toekomst dergelijke onre gelmatigheid onmogelijk zal zijn. NOODLOTTIGE BRAND TE ENSCHEDE. Driejarig jongetje in de vlammen omgekomen. Te Enschedé heeft Donderdagmiddag een felle brand gewoed in het pand Veer.straat 24, waarbij een driejarig jongetje om het leven is gekomen. Het perceel werd door verschillende fami lies bewoond. Op de bovenverdieping, waar de vlammen met groote hevigheid woedden, woonde het gezin Mekers, bestaande uit man, vrouw en drie kinderen. Toen de brand uitbrak, was de moeder met het driejarig zoontje en een kindje van drie maanden al leen thuis. Met het ventje aan de hand snel de de vrouw naar de wieg, om ook haar Zaterdag 26 Februari. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (VARA-uitz.) 8— Gr.pl. 10.— VPRO-morgenwydi'ng. 10.20 Uitz. voor Arbeiders in de Continubedr. 12—1.45 Gr.pl. 2Filmpr. 2.15 Zang. 2.45 Voor amateurs. 3.15 Gr. pl. 3.35 VARA-orkest en soliste. 4.35 Deel. 4.55 Verv. concert en so list. 5.30 Gr.pl. 5.40 Literaire cause rie. 6.Orgel en zang. 0.30 Lim- burgsche uitz. 7.— Filmland. (7.30 VPRO: Bij bel vertellingen). 8.— Herh. SOS- en ANP-ber„ VARA- Varia. 8.15 Kamerkoor Pro Musica, Esmeralda-Septet en solisten. 9.15 En nu Oké..." 10.30 ANP-ber. 10.35 Sportrep. 11.— Souvenir orkest. 11.30 E. South en zijn Band. 11.45 Ber. 11.50—12— Gr.pl. HILVERSUM. 301.5 M (KRO-uitz.) 8—9.15 en 10— Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.Ber. 12.15 KRO- orkest. (1.Gr.pl.) 2.Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gr.pl. 3.Kin deruurtje. 4.05 KRO-boys en solist. 4.45 Gr.pl. 5.KRO-melodisten en solist. 5.30 Gr.pl. 5.45 KRO- Nachtegaaltjes. 6.15 Gr.pl. 6.20 Jour nalistiek weekoverzicht. 6.45 Gr.pl. 7.Ber. 7.15 Het zien van de na tuur, causerie. 7.35 Act. aetherflit- sen, causerie. 8— ANP-ber., mede- deelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting. 8.35 KRO- orkest, KRO-melodisten en solisten. 10.30 ANP-ber. 10.40 Filmpr. 10.55— 12— Gramofoonplaten. DROITWICH, 1500 M. 11.20 Gr.pl. 12 05 Orgelspel. 12.35 Gr.pl. 1.20 Het New Coventry Hippodrome Orkest. 2.20 Gr.pl. 3.15—4.55 Sport rep. 5.Deel. 5.20 H. Roy en zijn Band. 6.20 Ber. 6.50 Sportpr. -7.05 Morris Motors Band en solist. 7.50 Radiojournaal. 8.20 Music-hall- 9.20 Ber. 9.40 Am. nieuws. 9.55 Het Stratton strijkkwartet. 10.15 Het BBC-Theaterorkest en solist. 11.20 Jack Harris en zijn Band. 11.05 Or gelspel. 12.1012.20 Ber. RADIO PARIS, 1648 M. 7.50, 8.55 en 10.35 Gr.pl. 12.20 Pianovoordr. 12.35 Cantrelle-orkest en zang 4.05 Zang. 6.20 Gr.pl. 8.35 Zang. 8.50 Radiotooneel. 9.30 Variété-progr. 10.25 Symph.-concert mmv. solist. 11.201.20 J. Bouillon's dansorkest. KEULEN, 456 M. 5.50 Trompetter korps. 7.50 Danziger Landesorkest. 8.50 Viool en piano. 11.20 Amuse mentsorkest. 1.35 Gr.pl. 3.20 Om- roepkleinorkest en solisten. 6.30 Fritz Weber's orkest. 7.20 Leo Eysoldt's orkest. 9.50—12.20 Georg Grüber en E. Jahn met hun orkes ten. BRUSSEL. 322 en 484 M. 322 M 12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroep, kleinorkest. 1.50—220 Gr.pL 3.20 Zang. 3.50 Gr.pl. 4.Omroep orkest en -koor. 5.20 en 6.35 Orn- roepsalonorkest. 7.20 Viool en piano. 8.20 Cabaretprogr. 9.20 Omroep orkest en solist. 10.80 Concert, ll.js —12.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 en 1.30 Omroepsalonorkest. I.50—2.20 en 4.20 Gr.pl. 4.50 Ver. voor blaasinstr. en soliste. 5.35 en 6.André Felleman's orkest. 6.35 Belgisch kwartet van Oude Instru menten (met toelichting). 7.35 Gr. pl. 8.20 Om roepsymph.-orkest. 8.30 Cabaretprogr. 9.30 Verv. concert. (9.30 Rep.) 10.30 J. Omer's orkest. II.20—12.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7 20 Omroeporkest, E. Bauschke'i dansorkest, kinderkoor en solisten. 9 20 Ber. 9.40 Sportrep. 9.55 Cello en piano. 10.05 Weerbericht. 10.20 12.15 H. Riemann en zijn orkest m. m. v. pianoduo. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. I.ijn 3: Keulen 8—9.20, Parijs R. 9.20—10.05, Radio PTT Nord 10.05— 10.35, Parijs Radio 10.3511.05, Lond. Reg. 11.05—13.05, Brussel VI. 13.0513.35, Keulen 13.3514.20, Brussel VI. 14.20^15.20, Keulen 15.2017.20, Brussel VI. 17.20 17.50, Radio PTT Nord 17.5018.20, Lond. Reg. 18.20^19.05 Keulen 19.0521.20, Brussel VI. 21.20 22.30, Keulen 22.30—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Nor- mandië 9.2010.35, Droitwich 10.35 —14.20, Lond. Reg. 14.2016.20, Brussel Fr. 16.2017.35, Droitwich 17.35—24.—. Lijn 5: Diversen. jongste kind te redden, maar toen ze daar toe het jongetje even losliet, liep die in zijn angst van moeder weg. De moeder heeft haar jongste kindje toen naar buiten gedra gen, doch haar hoop, dat haar zoontje alleen den uitgang had weten te bereiken, bleek ijdel. De reddingspogingen, welke door haar en een buurman daarop werden onderno men, moesten worden opgegeven, omdat de vlammen den weg hadden versperd. Toen de brandweer verscheen stond de bovenverdie ping geheel in vlammen. Met groot mate riaal werd het blusschingswerk verricht. Na anderhalf uur was het mogelijk op de boven verdieping te komen. Daar vond men het ge heel verkoolde lijkje van het ventje op den vloer liggen. Het stoffelijk overschot werd naar het R.K. ziekenhuis vervoerd. Ook de zwaar getroffen moeder, die verschillende brandwonden had opgeloopen. is daarheen vervoerd. De bovenverdieping is geheel uit gebrand. Het benedenhuis kreeg veel water schade. De oorzaak is onbekend. PAUKENPAARD VOOR DE KONINKLIJKE LIJFGARDE IN ENGELAND. In den nazomer van 1936 is majoor Abel Smith te Windsor, die gehuwd is met een achternicht van prinses Juliana, op bezoek geweest bij den heer D. Bolt te Groningen om een paukenpaard te koopen voor de Koninklijke Lijfgarde in Engeland. De koop ging toen niet door, daar het paard niet aan de gestelde eischen voldeed, het dier was o.a. niet groot genoeg. Thans hoeft de heer H. Bolt, een broer van den heer Bolt, een paukenpaard geleverd, dat geheel aan de gestelde eischen voldoet Het dier zou vandaag naar Engeland wor den gebracht. Dit is het derde paukenpaard. dat de heer H. Bolt aan de Koninklijke Lijfgarde in En geland heeft verkocht. DIEFSTALLEN TE GRONINGEN OPGEHELDERD. Oud-bediende had nog een sleutel in zijn bezit. In de koffie- en theezaak van den heer Th. Niemeyer aan den Emmasingel'te Gro ningen werd de laatste weken nu en dan geld vermist. Dit werd steeds des Maan dags ontdekt, zoodat het vermoeden rees, dat tusschen Zaterdag en Maandag onbe voegden het perceel binnendrongen. Bjj een door de recherche ingesteld onderzoek bleek dit inderdaad het geval te zijn. Een vroegere bediende was in het bezit van een sleutel van de voordeur en verschafte zich daar mede toegang tot het perceel. In totaal had hij 60 gestolen, terwijl hy zich voorta in het bezit had gesteld van een hoeveelheid kantoorbenoodigdheden. Het geld had hij verteerd, doch de kantoorbenoodigdhaden zijn ten huize van den man in beslag geno men. Hij is ter beschikking van den officier van justitie gesteld. CONTROLEUR VAN DE WERKVERSCHAFFING ONTSLAGEN. In de gisteravond gehouden vergadering van den ri ad van de gemeente Oude Pekel» werd zonder hoofdelijke stemming het voogi stel aangenomen om ontslag te verleend) aan den controleur der werkverschaffing en steunverlening J. W. D. Vooraf was op voorstel van het commu- nistsiche raadslid, de heer C. Baars, est commissie van raadsleden ingesteld om een onderzoek naar de beweerde onbetrouw baarheid in te stellen, maar tijdens de raads vergadering bleek, dat deze commissie juist werd voorgesteld om den controleur D. te rehabiliteeren, zoodat toen het voorstel werd ingediend om den betrokkene wederom te herbenoemen, de burgemeester antwoordde, dat een dergelijke voordracht van B. en niet was te verwachten. 37) Hij nam de snippers van haar aan en ze verwoeien als witte stippen in de sombere duisternis daarbuiten. Hij voelde zich ge prikkeld door haar hardheid, wat altijd met hem 't geval was, als hij onverklaarbare hardheid bij iemand ontmoette. Hij kon zijn verwondering dan moeilijk te boven ,koT men. Naar zijn stoel terugkeerend, ging hü weer zitten. „Uit een bemerking, gisterenavond door u gemaakt, mevrouw Poole, meen ik be grepen te hebben, dat er bü uw notaris nog een testament ligt. Ik meen het bü het rechte eind te hebben, met de veronder stelling, dat, nu dit testament vernietigd is, dat andere weer van kracht wordt". „Ik zie geen reden, waarom dat niet zoo zou zijn". „Wanneer is dat gemaakt, mevrouw?" „O, een heelen tijd geleden". „Hoeveel jaar ongeveer?" „Wel, een jaar of tien, mijnheer Valcour. Er was geen reden geweest om er iets aan te veranderen totdat „Kunt u uzelf nog herinneren wat de beschikkingen van dat testament zijn?" „Uitstekend. Ik laat mijn heele vermogen aan mijn familie na. Ik weet in de verste verte niet wie dat allemaal zijn. Voor zoo ver ik weet heb ik niet anders dan een paar verre achterneven. Dat moeten de execu teurs maar uitzoeken, dunkt u ook niet mijnheer Valcour?" „Zijn er geen bapaalde legaten of zoo in, die u nog weet?" vroeg Valcour. Ze kneep een weinig haar oogen dicht. „Ja, die zijn er, mijnheer Valcour". Ze probeerde haar ongeduld te beheerschen, ze wilde alleen zijn, om de periode met Ted in haar leven af te aluiten. „Het eenige van beteekenis is een legaat voor Toody". „Zou Toody of haar tante met eenige mogelijkheid achter het bestaan van dat legaat kunnen gekomen zijn, mevrouw Poole?" „Ik geloofja, ik herinner me, dat ze me jaren geleden verteld hebben, dat die tante eens bü hen op kantoor is gekomen ja, zoo was het, mijnheer Valcour. Die tante wilde weten, of er een beschikking ten gunste van Toody bestond in geval mü iets mocht overkomen". „Maar uw zaakgelastigden zullen haar toch wel niet met den inhoud van het testa ment op de hoogte hebben gebracht?" „Ik geloof tenminste niet dat zij dat ge daan hebben. Van den anderen kant had ik hun zeer besliste orders gegeven, dat ik in het geheel niet meer over die zaak lastig wilde gevallen worden en ze vertelden me, dat ze er bang voor waren, dat die tante zich tot mij zou richten en een scène ma ken. In elk geval hebben ze die vrouw de verzekering gegeven, dat er voor Toody gezorgd was. Ik meen zelfs, dat ze zoo ver gegaan zijn, te zeggen, dat er royaal voor haar gezorgd was. Maar ik weet zeker, dat ze geen bedrag genoemd hebban". Als dat gordijn nu niet dadelijk voor het ledikant werd dichtgetrokken, dan zou ze beginnen te schreien. „Zoudt u het erg onbeleefd van me vin den, mijnheer Valcour, als ik u verzocht, dit onderhoud morgenochtend voort te zet ten?" Valcour stond op en in zijn oogen kwam een vreemde, peinzende uitdrukking. „Ik geloof niet, dat we op dit onderwerp behoeven terug te komen", zei hij. Hü liep naar de deur. „Ik hoop, dat u vannacht wat zult kunnen rusten, mevrouw Poole U ziet er vermoeid uit". Haar glimlach waa als van gesmolten staal. Oud oud niet vermoeid, had ze hem willen toeschreeuwen Dank u, mijnheer Valcour", zei ze echter. „Goeden nacht, mevrouw Poole!" „Goeden nacht, münheer Valcour!" Hij ging naar buiten en sloot de deur achter zich. Daar wenkte hü Anna Wiek- stod, die lüdelük tegen den muur van de gang stond te wachten. Ze kwam met afge meten schreden naar hem toe en bleef voor hem staan. „Wat blieft u, münheer?" „U brengt, meen ik. den nacht met me vrouw Poole door, hiet waar?" „Jawel, münheer". „Bent u bang voor een revolver?" „Neen, mynheer. Bü ons thuis hebben ze die dingen ook", „Neem deze dan". Valcour haalde een kleih automatisch pistool uit zün zak en duwde haar dat in de hand. Ze hield het op haar handpalm en bekeek het met stroeve nieuwsgierig heid. „Weet u hoe het werkt?" ..Jawel, münheer. Dit is de veiligheids pen", antwoordde ze bedaard. „Er is geen enkele reden om mevrouw Poole ongerust te maken. Kunt u het er gens wegbergen?" Anna draaide zich even om, tilde haar rok wat op en verborg het wapen onder haar kleeren. „En waarvoor moet ik nu oppassen en bevreesd zün, münheer?" „Voor iedereen, die een poging zou doen, om mavrouw Poole kwaad te berokkenen", antwoordde Valcour bedaard. „Juist, münhaer". „U bent immers niet zenuwachtig?" Mat eenige verbeelding kon man mee- nen, dat ze glimlachte. „Ik ben al twintig jaar bü haar". „Zult u de deur grendelen?" „Ja, münheer". „Wel te rusten dan maar". „Goeden nacht, münheer". Ze wachtte tot hü om den hoek der ?ang verdwenen was Ze deed de deur der hut.open, ging naar binnen, sloot en gren delde haar en bemerkte, toen ze zich om keerde, dat het gordün voor het onderbed dichtgeschoven was. Ze keek mevrouw Poole aan. En mevrouw Poole keek haar, heel even blozend, ook aan. HOOFDSTUK XIX. Telegram van het regeerings-radiosta- tion te Kaap Hatteras aan den commiasari» van politie te New-York: „Volgens rapport half tien vanavond Canadeeach tankschip s.s. Imperman van Halifax naar Bermuda evenwüdig s«n nor malen koers van s.s. Eastem Bay passeerde ongeveer waarschünlüke poaitie van s.s. Eastern Bay om zeven dertig namiddag- Stop. Had onze berichten opgevangen en hield scherp uitkük. Stop. s.s Imper man rapporteerde negen uur gees sloepen, vuurpülen of andere teekenen van schlP* breuk gezien. Stop. s.s. ImperW* rapporteert motragen en slacht zicht. Stop. Britache vrachtboot ts- Portshave" bestemming Charleston vermoedelyke P^" sitie van s.s. Eastern Bay kruisend om uur n.m. geeft zelfde rapport als ss. Inj" perman. Stop. zal doorgaan met ui - zending van verzoek om inlichtingen n> regelmatige tusschenpoozen gedurende nac en terstond kennis gaven van feiten". De gang was bedompt en toen Valcour stond voor de deur der hut, door Wrig* Force bewoond, had hü het gevoel v* - - al" op en„v in een tunnel te staan. HÜ keek horloge. Even voor tienen. HÜ dee" deur open en trad binnen. Hü draaide licht op en sloot de deur. •VOlgdh (Wordt verv

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6