DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. 8 Nieuw monsterproces te Moskou begonnen. cai Wat vanmorgen nog een winkel was No. 52 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directenr: C. KRAK. Donderdag 3 Maart 1938 140e Jaargang Een en twintig „landverraders" voor de speciale rechtbank. Moskou beleeft weer een van zijn groote, opzienbarende processen. Voor de zooveelste maal zal een aantal personen, beschuldigd van landverraad, spionnage en meer dergelijke fraaiigheden, door de rechtbank veroordee.d worden en reeds nu is bekend, dat straks tegen allen de doodstraf zal worden uitgesproken. Een en twintig beschuldigden, uiterlijk volkomen gebroken, willoos en neerslachtig, zullen worden veroordeeld. Zij zullen over enkele dagen den weg volgen van zoovelen, die in vroegere monsterprocessen hun voorgingen De acte van beschuldiging. De algemeene toestand. [i Siad m Omgeving. i| Een ruïne op de Laat. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telel. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. In de dagvaarding tegen het „blok van rechtsch-Trotskisten" wordt o.m. gezegd: „Door de organen van het volkscom missariaat voor binnenlandsche zaken is een onderzoek ingesteld, waardoor is aangetoond, dat de verdachten in op dracht van de Sowjet-Unie vijandige buitenlandsche mogendheden een samen- zweerdersgroep hebben georganiseerd onder de aanduiding „blok van rechtsch- Trotskisten". Deze groep stelde zich ten doel de in de Sovjet-Unie bestaande socialistische maat schappij en staatsorde ten val te brengen, het kapitalisme en de macht van de bour geoisie in de Sovjet-Unie te herstellen. „Het blok van rechtsch-Trotskisten" ver- eenigde in zijn gelederen illegale, anti- Sowjetgezinde groepen Trotskisten, recht- schen, aanhangers van Zinowjev, Mensje- wiki, sociaal-re volutionnairen, burgerlijke nationalisten uit de genoemde, af te scheiden gebieden. Dit alles wordt ook bevestigd door het materiaal uit processen, welke in ver schillende plaatsen der Sovjet-Unie zijn ge houden, o.m. in het proces tegen Toechats- jevski c.s. De leden van het blok, die binnen de Sovjet-Unie geen steunpunten bezaten, stelden al hun hoop uitsluitend op gewa pende hulp van buitenlandsche aanvallers, die beloofd hadden deze hulp te verleenen op voorwaarde van verdeeling van de Sovjet-Unie. Spionnagediensten. Een dusdanige overeenkomst werd verge makkelijkt, doordat vele leidende deel nemers aan deze samenzwering sinds langen tijd agenten waren van buitenlandsche spionnagediensten, die in den loop van vele jaren werkzaam waren ten gunste van deze spionnagediensten. Dit geldt vooral voor een der bezielers der samenzwering den volksvijand Trotski. Zijn contact met de Gestapo is in Boecharin de processen tegen het Trotskistische cen trum in Augustus 1936 en tegen het Trots kistische centrum van Januari 1937 in vollen omvang bewezen. Tijdens het vooronderzoek werd nauwkeurig vastgesteld, dat Trotski reeds sedert 1921 met den Duitschen spion- nagedienst en sedert 1926 met de Engelsche Intelligence Service in contact stond. De beschuldigde Krestinski trad in 1921 in rechtstreeksche opdracht van den „volks vijand" Trotski in „verraderlijke verbin ding" met den Duitschen spionnagedienst. Op rechtstreeksche instructie van buiten landsche spionnagediensten oefenden de samenzweerders een uitgebreide spionnage, zy organiseerden en pleegden sabotage daden en ruiden daartoe op teneinde de nederlaag der Sovjet-Unie bij den verwach ten fascistischen overval te bewerken, zetten met alle middelen aan tot de bespoediging van dezen overval en organiseerden en vol voerden ook daden van terreur jegens leiders der communistische partij en der regeering en tegen prominente Sovjet-persoonlijk- heden. Krestinski ontkent energiek. Nadat de actie van beschuldiging was voorgelezen, vroeg Ulrich den 21 beklaag den, of zij schuld bekenden. Boecharin, Rykof en Jagoda antwoordden na el kander: „ja". Onder groote sensatie sprong vervolgens echter Krestinski, de vroegere vice-commissaris van Buitenl. Zaken, van zijn stoel op en schreeuwde energiek: „Neen, ik ben geen Trotzkist, neen, ik ben geen spion, neen, ik heb geen besprekin gen gevoerd met Sedof (den zoon van Trotzki)". De voorzitter interrumpeerde Krestinski hierop en herinnerde hem aan zijn in de processen-verbaal vastgelegde bekentenissen. „Neen, ik ben niet schul dig", herhaalde Krestinski. Alle andere beklaagden gaven toe schuldig te zijn. Op de vraag hoe zijn verklaring te rijmen is met zijn vroegere bekentenissen ant woordde Krestinski met vaste stem: ,Ik herroep alle verklaringen, die in in den loop van het vooronderzoek heb afgelegd", en hij voegde, naar het D. N. B. meedeelt, hieraan toe: „Ik heb alle verklaringen, die in de acte van beschuldigingen worden ver meld, onvrijwillig afgelegd". Krestinski's bekentenis. In den volledigen tekst van de acte staat de volgende bekentenis van Krestinski: „Ik ben in opdracht van Trotski wel in onder handeling getreden met generaal Von Seeckt. In den winter van 1921 kwamen wij tot overeenstemming: wij zouden er voor zorgen, dat de Duitsche spionnage dienst vaste steunpunten zou krijgen op Sowjet-gebied, den spionnen vrijheid van beweging verschaffen en alle gewenschte gegevens verstrekken, dat wil dus zeggen wij zouden zelf gewone Duitsche spionnen worden. Daarvoor houden wij van de rijks- weer jaarlijks 250.000 Mk. ontvangen voor onze contra-revolutionnaire Trotskistische actie. Ik heb dit bedrag regelmatig in ont vangst genomen hetzij in Moskou, hetzij in Berlijn van Von Seeckt persoonlijk en het aan Trotski overgedragen. Scheffer, jaren lang correspondent te Moskou van het „Berliner Tageblatt" trad op als Duitsche spion. In 1933 gaf Trotski bij een ontmoeting in Merano Krestinski de opdracht nauwer contact te zoeken met den Japanschen spionnagedienst. De eerste resultaten van deze samenwer king waren, volgens de acte van beschul diging, de twee groote treinrampen op de Trans-Siberische spoorlijn in 1934 en een aantal ernstige mijnongelukken in Oost- Siberië. Uit den volledigen door het officieele Sovjet-nieuwsagentschap Tass gepubliceer- den tekst, krijgt men den indruk, dat bij het vooronderzoek vooral Jagoda, Boecha rin en Rykov gewedijverd hebben in het bekennen van euveldaden en ook elkaar met beschuldigingen hebben overstelpt. Al hun daden zijn hun steeds ingegeven door Trotski, meestal door bemiddeling van zijn zoon Sedov of van Krestinski. Rykof zeide, dat zijn vrienden en hij de leiding der communistische partij op ge welddadige wijze hadden willen ten val Alkmaar, 3 Maart. Wij hebben gisteren het vonnis, dat tegen ds. Niemöller werd uitgesproken, nog kun nen opnemen, maar volledigheidshalve ge ven wij hier dit vonnis nog even weer. Ver dachte Niemöller dan werd wegens herhaal de overtreding van par. 130a, alinea 1 van het wetboek van strafrecht tot zeven maan den vestingstraf veroordeeld. Voorts wegens overtreding van de verordening van 28 Fe bruari 1933 tot een geldboete van 500 mark en wegens een andere, gelijke overtreding, tot een geldboete van 1500 mark. De vestingstraf en de 500 mark geldboete worden geacht door het voorarrest te zijn geboet. In geval de boete van 1500 mark niet zou worden voldaan, zal daarvoor een ge vangenisstraf van drie maanden in de plaats komen. Om het vonnis goed te kunnen beoordee- len, is het noodig, dat men kennis neemt van par. 130a en van de verordening van 28 Febr. 1933. De bewuste paragraaf luidt: „Een geestelijke of ander bedienaar des Woords, die in de uitoefening of naar aan leiding van de uitoefening van zijn beroep in het openbaar voor een menschenmenigte in een kerk of op een andere voor religieuze bijeenkomsten bestemde plaats voor ver scheidene toehoorders aangelegenheden van den staat op een den openbaren vrede in ge vaar brengende wijze tot onderwerp van een proclamatie of bespreking maakt, wordt ge straft met gevangenis- of vestingstraf tot ten hoogste twee jaren". De verordening van 28 Februari 1933 is de bekende verordening van president von Hin denburg „tot bescherming van volk en staat". Wanneer men nu bedenkt, dat de recht bank ds. Niemöller tot twee jaar vestingstraf had kunnen veroordeelen en dat de geld boetes hadden kunnen gaan tot 15.000 mark, dan valt het op, dat het vonnis zeer mild lijkt. In Berlijn zelf beschouwt men het von nis dan ook zeer verzoenend, en het zou althans naar de opvatting in Berlijn de protestantsche elementen nader tot de over heid brengen. Mocht dat zoo zijn, dan zou er dus in de toekomst eenige opheldering ko men in den kerkstrijd. En waar Hitier het werd gisteren officieus meegedeeld dit jaar bij zijn bezoek aan Italië ook een ontmoeting met den paus zou hebben, daar zou men mogen verwachten, dat de kerk strijd t.z.t. in een nieuw stadium komt. Al willen wij daarmee niet zeggen, dat nu binnenkort deze strijd geëindigd zal zijn. Dat zal pas kunnen gebeuren, zoodra de kerk geen politiek meer in het geding brengt. Dat is zeer moeilijk, omdat de kerkelijke waardigheidsbekleeders de dominé's en priesters zich in vele opzichten niet kun nen onderwerpen aan de rijkswetten. De belangstelling voor het vonnis was bui tengewoon groot. Gistermiddag stonden honderden te wachten bij den uitgang van het gerechtsgebouw. Waarschijnlijk werd een demonstratie gevreesd, die dan nadee- lige gevolgen zou kunnen hebben voor ds. Niemöller. Dat was dan ook de reden, dat de vrienden van den predikant alles hebben gedaan, om een betooging voor het gerechts gebouw te beletten. Voorzoover bekend, is dat gelukt. Toch hebben de autoriteiten moeilijkheden gevreesd; althans, zij hebben ds. Niemöller direct na het verlaten van het gerechtsgebouw opnieuw gearresteerd en overgebracht naar het hoofdbureau van po litie. De bedoeling was, om hem pas in den nacht in vrijheid te stellen. Intusschen is het vonnis tot op dat oogen- blik nog niet gepubliceerd. In gewoonlijk goed ingelichte kringen is men van meening, dat het als volgt luidt: lo. de rechtbank heeft zich niet uit te spreken over zaken, welke den godsdienst betreffen; 2o. na diepgaand onderzoek is de recht bank tot de overtuiging gekomen, dat be klaagde handelde uit ernstige overtuiging; 3o. beklaagde had zich evenwel bewust moeten zijn, dat onder zijn gehoor zich ook lieden bevonden, die niet door godsdienstzin naar de kerk werden gedreven, doch door vijandschap tegen den staat. Het vonnis zou openbaar zyn, was mede gedeeld. Het is iets anders gegaan. Wel wa ren ongeveer 500 personen in de rechtzaal aanwezig, om getuige te zyn van het vonnis, wel hoorden zy ds. Niemöller nog zeggen, dat hy zyn onschuld staande hield, maar toen trok de rechtbank zich terug. Wat zy in raadskamer deed, werd direct bekend: Zij las het vonnis voor en daarop werd meege deeld, dat in verband met de ernstige kwes ties, welke het proces opgeworpen heeft en welke de veiligheid van den staat in gevaar zouden kunnen brengen, het publiek niet aanwezig mocht zyn by de voorlezing van de overwegingen van het vonnis. De voorlezing van de motiveering was een kwartier, nadat het publiek de zaal verlaten had, geëindigd. brengen en besloten hadden dezen val te veroorzaken door de organisatie van op standen der „Koelakken". Dit standpunt is, volgens Rykof, „tot uitdrukking gekomen in onze en vooral mijn zeer concrete werk zaamheid ter voorbereiding van terroristi sche daden tegen leden van het politieke bureau, leiders der communistische partij- regeering en in de eerste plaats tegen Stalin, Molotov, Kaganowitsj en Worosjilov" In 1934 had Rykov reeds aan de door hem opgerichte terroristische groep Artemenko opdracht gegeven de auto's der leiders van partij en regeering te observeeren. Boecha rin noemde Jogoda een der moordenaars van Kirov. De beschuldigde Rakowaki, een dergenen, die Trotski zeer na stond, was sedert 1924 een agent van de Britsche Intelligence Ser vice. De beklaagde Tsjernov deed zyn spionnagewerk met steun van beruchte emigranten, mensjewieken. De beschuldigde Sjarangowitsj werd in 1921 door den Poolsche spionnagedienst aangeworven en voor spionnage-arbeid naar de Sowjet-Unie gezonden. De verdachte Grinko trad in 1932 in dienst als spion by de Duitsche en Poolsche spionnagediensten. Rykov, Boecharin en verscheidene anderen der beschuldigden waren volkomen op de hoogte van de spionnagediensten, die Grinko buitenland- schen mogendheden bewees en hielpen de spionnen. Dit kon des te gemakkelijker om dat enkele der beschuldigden agenten van de Tsjaristische geheime politie waren. Voortdurend in angst voor ontmaskering zagen deze deelnemers aan de samenzwee ring hun eenige redding in het ten va! brengen van de Sowjetregeering, afschaffing van het Sowjetregiem, herstel van de macht van het grootgrondbezit en de kapi talisten, in wier belang zij zich aan de ge heime Tsjaristische politie versjacherd hadden, de macht, waarbij zy zich buiten gevaar konden achten. Zoo was beschuldig de Selinsky sedert 1911 agent van de gen darmerie-administratie te Samara. Be schuldigde Iwanov begon zyn provocatie werkzaamheid in 1911, toen hy door de geheime politie van Toela werd aangewor ven. Verdachte werd in 1908 door de Tsjaris tische geheime politie aangeworven. Alkmaar, Donderdag. Naast het trotsche gebouw van V. en D. staat een klein, smal winkelhuis, in welks etalages stapels kleurige wol ten toongespreid liggen. Daarnaast zijn sloopers bezig geweest, om een oud pand met den grond ge lijk te maken en metselaars zyn begon nen, om een nieuw, modern winkelhuis op te bouwen, dat straks een sieraad van de Laat zal worden. Wanneer ergens in een straat een oud pand is afgebroken, dan ziet men altijd weer de brokkelige muur van een naastgelegen huis en dank zy het vrije uitzicht ziet men dan tevens, hoe achter moderne voorgevels een stuk antiek, in elk geval ouderwetsch, bouw werk staat. Zoo kon men de laatste dagen achter een houten schutting zien, hoe het pand, waarin de wol- en kousenhandel van mej. Kuipers, er in werkelijkheid uitzag. Vóór twee goede etalages en de entree en daarboven een gevel, die wees op een oud bouwwerk. Daar achter de winkel, goed ingericht, goed ge outilleerd. Achter en boven den winkel wa ren natuurlijk de particuliere vertrekken, waar de klanten nooit komen. Wat moeten die vertrekken oud geweest

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1