8
8
De bedrijfsvergunnirigenwet aan de orde.
TUSSCHEN
BAGDAD
■tSwSBi wnRSTI-1M-TnvT T g
PARLEMENT
Weinig principiëele tegenstand.
Het behoefte-element onmisbaar,
zegt de miniater.
Elke dag KING
Elke dag FIT!
FIRMA TONNEMA CE. SNEEK
imtentand
HeuilCeton
EN
TWEEDE BLAD.
(Van onzen parlementairen medewerker.)
D« Tweede Kamer ie gistermiddag be
gonnen met de behandeling van het ont
werp-Bedrijfsvergunningenwet, zooals de
korte titel luidt voor het wetsontwerp
„Regeling betreffende het beperken van
dt vestiging van bedrijven, waarin eenige
tak van nijverheid wordt uitgeoefend en
van de uitbreiding van de capaciteit van
zoodanige bedrijven."
Een elftal sprekers voerde het woord
er over. Wanneer we zouden overgaan
tot de taal der voetbalvelden, zouden we
dit elftal moeten kwalificeeren als weinig
homogeen, spelend zonder bezieling
(waarschijnlijk bij gebrek aan een werke-
iijken aanvoerder), dat als geheel derhalve
weinig voldoening schonk, maar waarin
tooh enkele individueele prestaties opmer
kelijk waren en een fanatiekeling(e) op
viel, die niettemin tegen de hechte defen
sie van de tegenpartij zich tevergeefs ver
moeide.
We zullen de vergelijking echter niet
voortzetten; we zouden ongetwijfeld vast-
loopen en vervallen in een trant, welke
weinig in overeenstemming is met het
ernstige doel van de regeering, die enkele
jaren geleden niet had kunnen vermoeden,
dat zij zich genoodzaakt zou zien in te
grijpen in de particuliere bedrijvigheid.
Zij wil dat doen op de volgende wijze:
Volgens het ontwerp kan tengevolge
van het bestaan van een ondernemers-
overeenkomst, welke overwegende betee-
kenis heeft voor de economische verhou
dingen in een tak van nijverheid, op ver
zoek van de belanghebbenden een vesti
gingsverbod worden afgekondigd.
Vervolgens kan zoo'n verbod worden
afgekondigd in de gevallen, dat een be
drijfstak door wettelijke maatregelen
(contingeniteering, tariefwet) wordt be
schermd en zich nieuwe ondernemingen
onder die bescherming willen vestigen.
Tenslotte kan een vestigingsverbod wor
den uitgevaardigd, wanneer de overheid
in een bepaalden tak van nijverheid de
industrialisatie bevordert en oprichting
van nieuwe bedrijven het bestaan der
jonge ondernemingen zou bedreigen.
Een en ander geschiedt bij algemeenen
maatregel van bestuur, nadat een vaste
commissie uit den Economischen Raad
daarover is gehoord.
Bij den maatregel kan worden bepaald,
dat het verbod slechts toepassing zal vin
den voorzoover betreft: het voortbrengen
van bij dien maatregel aan te wijzen goe
deren; het verrichten van daarbij aan te
wijzen werkzaamheden. De algemeene
maatregel van bestuur houdt, zoo noodig,
voorwaarden of beperkingen in, welke
ter bevordering van een goede uitvoering
der wet aan een vergunning kunnen wor
den verbonden.
De procedure strekt zich nog een eind
verder uit dan wij hierboven in enkele
regels hebben aangegeven, maar dit zijn
toch de hoofdzaken,
We lieten reeds uitkomen, dat de Kamer
niet geestdriftig gestemd was en ook al
niet eensgezind wat de beteekenis van het
wetsontwerp aangaat. De principieele
tegenstand viel echter mee. Zonderen we
de nationaal-socialisten uit, die een wer
kelijke ordening alleen te verwezenlijken
achten in een corporatieven staat, dan
trof de minister slechts één lid, dat ster
ken, om niet te zeggen feilen, tegenstand
bood, en voornamelijk op principieele
gronden. En dat was mevr. mr. Mackay
Katz (c.h.), die het wetsontwerp een
voorbeeld van rechtstreeksch ingrijpen
door de overheid in het bedrijfsleven
noemde en tal van practische bezwaren
ook nog te berde bracht. Zij was bevreesd
ervoor, den minister zoo uitgebreide be
voegdheden toe te kennen, niet omdat zij
dezen bewindsman niet vertrouwde, die
verklaard had met groote voorzichtigheid
te werk te zullen gaan, maar omdat het
ministerieele leven kort is en men niet
weet wat de opvolger zal doen. Hoe zal
men onderkennen wat het „algemeen be
lang" is, als een groep van ondernemers
maatregelen komt vragen; zal dit alge
meen dan niet identiek zijn met het
groepsbelang? Zal frisch en ondernemend
particulier initiatief, dat de produetie met
nieuwe vindingen wil dienen, niet worden
onderdrukt? Kortom, mevr. Mackay vrees
de voor verstarring van het bedrijfsleven.
En in elk geval wilde zij het wetsontwerp
een tijdelijk karakter geven.
Dat wenschte haar partijgenoot Bakker
eveneens, die echter in de veroordeeling
van de voorstellen van minister Steen-
berghe niet zóó ver ging. Men kan nu
eenmaal niet blind zijn voor de alom zich
voordoende verschijnselen van autarkie,
waartegen wij ons bedrijfsleven moeten
versterken.
Als de minister den duur van het ont
werp eens tot 5 of 6 jaar wilde beperken,
wellicht dat hij dan den heer Bakker (en
misschien ook mevr. Mackay?) meekrijgt,
In het algemeen werd er met erkente
lijkheid gewag van gemaakt, dat minister
Steenberghe aan talrijke tegen het. ont-
werp-Gelissen aangevoerde bezwaren bij
de schriftelijke gedachtenwisseling was
tegemoet gekomen, hetgeen niet weg nam,
dat de heer Bierema, die het standpunt
der liberalen vertolkte, nog tal van be
denkingen opperde. Hij verklaarde niet
op het standpunt te staan, dat de over
heid zich nooit met het bedrijfsleven
mag bemoeien en dat zij tegen excessen
niet zou mogen optreden, gelijk zij in het
onderhavige geval wil doen, maarhet
gevaar blijft groot, dat zij mistast en dat
zij, denkend een algemeen belang te die
nen, slechts ovar een bepaalde groep de
beschermende hand uitstrekt. In het alge
meen belang achtte de heer Bierema het
voorstel ook niet noodig en hij zou er de
voorkeur aan hebben gegeven, indien de
Kroon (evenals bij de contingenteeringen)
een besluit zou nemen ten behoeve van
een onderneming of een bedrijf, dat ach
teraf moest worden goedgekeurd door de
Staten-Generaal.
De heer Schilthuis (v.d.) verklaarde in
te zien, dat de tegenwoordige omstandig
heden een gebondenheid der economie
vereischen en zeide daarom geen princi
pieel bezwaar te zullen opperen, maar het
kwam hem voor, dat de toepassing der
wet toch wel heel moeilijk zou zijn ef»
veel zou vergen van het inzicht van den
minister en van zijn ambtenaren.
Op de gewijzigde economiache verhou
dingen beriep zich eveneens de a.r. Bot-
terweg, die constateerde, dat het aantal
aanhangers van de absolute vrijheid in het
bedrijfsleven zeer gering was geworden,
en die er op wees, dat in de a.r. partij het
ordeningavraagstuk ook een punt van ge
dachtenwisseling heeft uitgemaakt. Hij
waarschuwde er echter voor, vruch
ten te willen plukken, die nog niet rijp
waren, hetgeen ir. Vos (sd.) zich mocht
aantrekken.
Dezen ging het ontwerp niet ver genoeg,
al wilde zijn fractie den minister niettemin
steunen. Hij wenschte, Uat ook op verzoek
van de bedrijfsraden of van een of meer
arbeidersorganisaties de wet in werking
zou kunnen worden gesteld sn hij be
treurde het, dat de overheid niet zelf het
initiatief tot het treffen van de voorgestel
de maatregelen wilde nemen; hij was maar
a! te zeer bevreesd, dat het particulier
initiatief zou falen en de wet dus zou
mislukken. Bij de behandeling van de ar
tikelen verdedigde ir. Vos een amendement
in de lijn van deze wenschen, in welke
behandeling men gistermiddag is blijven
steken.
Nadat de heer van der Goes van Naters
(s.d.) had bepleit, de bedrijfsraden een
grootere rol bij dit wetsontwerp te laten
spelen en organisch te doen vertegen
woordigen, waartegen de heer Smeenk
(a.r.) waarschuwde, in het welbegrepen
belang der arbeiders zelf, omdat de be
drijfsraden voor een ruimere taak nog niet
rijp waren, hield de heer de Marchant et
ö'Ansembourg (n.s.b.) een betoog tegen
het wetsontwerp. De strekking daarvan
hebben we boven reeds laten uitkomen;
de n.s.b. wenscht deze gelegenheidswet
geving niet, zij wenscht ordening volgens
een vast plan en dan naar nationaal-
socialistische inzichten, en daarom zou deze
fractie tegen stemmen.
Dat was de eenige spreker, die met
beslistheid aankondigde te zullen tegen
stemmen. Mevr. Mackay en de heer Bie
rema verklaarden eerst de rede van den
minister te zullen aanhooren alvorens zij
hun houding definitief bepaalden.
Een warme voorstander van de Bedrijfs-
vergunningenwet was de heer Kortenhorst
(r k.), die de taak van den minister ge
deeltelijk overnam door te trachten eenige
tegenstanders te weerleggen; hij bestreed
de inzichten van de liberalen en mevr.
Mackay en hield zich in het bijzonder
bezig met de pas verschenen brochure van
het Verbond van Nederlandsche Werk
gevers tegen het ontwerp.
Nadat de heer Tilanus (c.h.) eenige
critjek van wetsteehnisdfen aard had laten
hooren, was het woord aan minister Steen
berghe.
Deze had zich uiteraard het meest met
het betoog van mevr. Mackay en met
enkele te ver gaande wenschen van de
sociaal-democraten bezig te houden.
Op langs het ontwerp gaande opmer
kingen en verlangens, die hun doel voor
bij schoten, ging hij niet in. Met nadruk
betwistte hij dat de wet verdere vordering
van de techniek den pas zou afsiyden en
dat 't de bedoeling zou zijn een bedrijf te
„sluiten". Zoo zal het niet gaan. Er moet
alleen tegen excessen worden opgetreden
en dan gaat een uitvoerig onderzoek aan
de eventueele toepassing van de wet voor
af; o.a. moet ook het advies van een com
missie uit den Economischen Raad worden
ingewonnen. Het is heusch niet zóó
gelijk mevr. Mackay het voorstelde
alsof de Staat op den stoel van den on
dernemer gaat zitten!
Met den heer Smeenk was de minister
het eens, dat het noch in het arbeiders-
noch in het bedrijfsbelang zou zijn, indien
de bedrijfsraden en de arbeiders-organisa
ties ontijdig zouden worden ingeschakeld.
Aangezien de wet eenzelfde karakter heeft
als de wet op de verbindendverklaring
van ondernemersovereenkomsten, derhal
ve geen crisiskarakter bezit, mag zy niet
Vrijdag 11 Maart.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(8.—12.—4.—7.30 en 9.—12.—
VARA, de AVRO van 12.—4.— en
de VPRO van 7.30—9.— uur). 8
Gr.pl. 10.— VPRO-morgenwijding.
10.20 Deel. 10.40 Pianovoordr. 11.10
Verv. deel. 11.30 Orgelspel. 12.—De
Palladians en gr.pl. '1.30 Gr.pl. 2.
De tuin in Maart, causerie. 2.30
Variété-progr. 4.— Gr.pl. S.05 Voor
de kinderen. 5.30 De Ramblers. 6.—
Amateursuitz. 6.30 Politiek radio
journaal. 6.50 Hammond-orgelbesp.
7.— Indië en Nederland, causerie.
7.20 Gr.pl. 7.25 ANP-ber. 7.30 Ber.
7.35 Lezen in den Bijbel, causerie.
8.— 't Haagsch Strijkkwartet. 8.30
Hoe de gehuwde vrouw aan den
arbeid kwam, causerie. 9.Héro-
diade, opera. 10.— Fantasia en so-
listen. 10.30 ANP-ber. 10.40 VPRO-
avondwyding. 11.Viool en clave-
cymbel. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.)
11.55—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 301,5 M. (Alg. progr
NCRV). 8.— Schriftlezing, medita
tie, gewijde muziek (gr.pl.) 8.30
Gr.pl. 9.30 Gelukwenschen. 9.45
Gr.pl. 10.30 Morgendienst. 11.—
Gr.pl. 11.20 Viool en piano. 12.—
Ber. 12.15 Gr.pl. 1.— Ensemble v. d.
Horst. 2.35 Christ. lectuur. 3 So
praan, fluit en piano. 5.Deel. en
gr.pl. 5.35 Orgelconcert. 6.30 Tuin-
bouwpr. 7.Ber. 7.15 Boekbespr.
7,45 Rep. 8— ANP- en herh. SOS-
ber. 8.15 NCR V-orkest. 9.— Victor
Hugo, causerie. 9.30 Verv. concert.
(10.ANP-ber.) 10.45 Hygiëne en
sportkleeding, causerie. 11.—12.
Gr.pl. Hierna Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.40—11.50
Pianoaoli. 1210 Orgelconcert. 12.40
B. Thorburn's Band. 1.20 American
Journey, causerie. 1.352.20 Het
Maurice Cole-Trio. 4.20 Listen to
the violin, causerie (met gr.pl.) 4.50
Variété-progr. 5.20 Zang. 5.40 Troi-
se's Mandoline-orkest en solist. 6.20
Ber. 6.45 Orgelspel. 7.05 BBC-
zangers. 7.35 BBC-Harmonie-orkest.
8.20 Revue-progr. 9.20 Ber. 9.40 Ef
ficiency and Liberty, causerie. 10.
BBC-orkest. 11.10 Jack Jackson's
Band en aolisten. 11.5012 20 Louis
Levy's Symph. dansorkest. 3.05
's Nachts: Sportreportage.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.50, 8.55—
0 40. 10.40, 11.20 en 12 20 Gr.pl. 1.50
Zang. 2.05 Gr.pl. 3.05 Zang. 3.20
Pianovoordr. 4.35 Zang. 5.20 Het
Tzipine-Trio. 8.35 Zang. 8.50 Radio-
tooneel. 10.50 Gr.pl. 11.2012.50
Nachtconcert.
KEULEN, 456 M. 5.50 Schupo-
Orkest. 7.50 Omroepschrammel-
ensemble en solist. 11.20 SA-orkest.
12.35 Gr.pl. 1.35 Am.-sextet en ao
listen. 3.20 Orkest van den Rijks
arbeidsdienst. 4.35 Concert. 6.30
Omroeporkest, vocaal sextet, vroo-
lyk instr. kwartet en solisten. 8.20
Vroolijk progr. 9.35 Gr.pl. 10.30
11.20 Het Bergische Landesorkest
en het Brunier-kwertet.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12 50 en 1.30 Omroep-
kleinorkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20
Omroepsalonorkest. 6.20 Ant-
werpsch Trio. 7.05 Gr.pL 7.20 Zang.
8.20 Omroepsymph.-orkest m. m. v.
soliste. 9.05 Radiotooneel. 9.35 Ver
volg concert. 10.30—11.20 Populair
concert. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50
Omroepdansorkest. 1.30 Omroep
salonorkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20
Vocale duetten. 6.— en 6.38 Gr.pl.
7.05 Klarinetvoordr. 7.35 Gr.pl. 8.20
Die Entführung aus dem Serail,
opera. 10.50—11.30 II Segreto dl
Susanna, opera.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.20 Duitschlandecho. 7.35 G. Net-
telmann en Hans Rallies mat hun
dansorkesten mmv. solist, 8.20
Maandoverzicht. 9.20 Ber. 9.50
Blaaskwintet. 10.05 Ber. 10.20—11.20
O. Fricke en zijn orkest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.—9.20, Parijs R,
9.209.40, Normandië 9.40—10.35,
Parijs R. 10 35—12.05, Radio PTT
Nord 12.05—12.20, Parijs R. 12.20—
13.20, Brussel VI. 13.20—1420,
Radio PTT Nord 14.20—15.05, Pa
rijs R. 15.05—15.20, Keulen 15.20
16.20, Droitwich 16.2017.20, Brus
sel VI. 17.2018.05, Brussel Fr.
18.05—18.20, Keulen 18.20—20.20,
Brussel Fr. 20.2021.45, Weenen
21.45—22 50, Boedapest 22.5023 20,
Parijs R. 23.20—24.—
Lijn 4: Brussel VI 8.9 20, Lu
xemburg 9.20—10.35, Lond. Rag.
10.3517.20. Droitwich 17.20—24—
Lijn S: Diversen.
tijdelijk zyn. Het behoefte-element (vol
gens dan heer Botterweg een zwakke plek
in het ontwerp) kan er niet In worden ge
mist. Voldoende waarborgen zijn aanwe
zig, dat de groepsbe'angen niet boven het
algemeen belang zullen gaan. Mocht blij
ken, dat de wet op het een of andere punt
niet voldoet, dan zou de minister niet
aarzelen haar te wyzigen.
Tenslotte verklaarde hij ietwat snaaks,
dat hij de waardeering voor het feit, dat
hij aan zoovele wenechen by de schrifte
lijke gedachtenwisseling was tegemoet ge
komen, gaarne accepteerde. Nu moest de
Kamer echter niet verwachten, dat hij
eenzelfde tegemoetkoming zou toonen ten
aanzien van de ingediende amendementen!
Want hij had al zoovéél toegegeven!
Een beleefde waarschuwing, die de
Kamer goed verstaan zal hebben!
Vandaag worden de artikelen en amen
dementen behandeld; gisteren kwam het
niet verder dan tot een begin.
BELANGRIJKE VERDUISTERING.
De Eindhovensche recherche heeft voor
den officier van justitie te 's- Hertogenbosch
geleid een 35-jarig boekhouder uit de ge
meente Veldhoven, A. J. C. v. D., die ver
dacht wordt van verduistering van S 9000 te
Eindhoven in de jaren 1934 tot 1938 ge
pleegd. Hij is in het huis ven bewaring op
gesloten.
GROOTE BRAND ONDER SNEEK.
Ruim veertig stuks vee kwepien
in de vlammen om.
Gistermiddag omstreeks hal zes ontstond
te Opptnhuuro, gemeente Wnmbnteera?
deel, nabij Sneek, brand in de groote
boerdery bewoond door don heer B.
Dijkstra en eigendom van notaria Poolstra
t« Leeuwarden.
De boerdery staat ruim een half uur
van den weg af en is alleen per vaartuig
te bereiken. De electrische stroom, die
voor het bedrijf noodig is, wordt door een
motor en dynamo ter plaatse opgewekt.
Gister waren monteurs bezig eenige her
stellingen uit te voeren. Toen de motor op
het genoemde tijdstip werd aangeslagen
ontstond kortsluiting en in een oogwenk
stond alles in vlammen.
De brandweren van Wijmbritseradesl
en Sneek konden niet ter plaatse komen,
zoodat aan bluaschen niet te denken viel
Nadat de boerin en de vier kinderen in
veiligheid waren gebracht, hebben de boer,
zijn knecht en de monteur* een gedeelte
van hot vee, dat in het groot* koehuis
stond, kunnen redden, namelijk drie-en-
twintig etamboekkoeier en een atler, doch
de overige beesten, veertig koeien, e*n
paard en eenige voulens, kwamen in de
vlammen om.
Binnen een uu was alles tot den gr#1®
toe afgebrand, mede tengevolge van
krachtigen wind. De heer Dykstra W®
eenige brandwonden oogeloooen.
Verzekering dekt de schade.
TONI RAEDT VAN DAMASCUS
1)
Heel vroeg in den morgen zou de reiswa
gen uit Bagdad naar Damascus vertrekken.
Speurende mecaniciens bevoelden, nu voor
zichtig tastend, dan hardhandig aangrij
pend, het zware monster, dat te ronken
stond met diepe dreigende basgeluiden,
welke op een aanraking van den chauffeur
plotseling overgingen tot schokkerig hijgen,
een onbeheerscht gebrul, alsof het, tot
grootste krachtsinspanning aangezet, zóó zou
losbreken uit strakke remmen en in blinde
vaart de lokkende vrijheid inrennen.
De reizigers, onbekommerd om de be
dwongen krachten, liepen rondom het ge
weldige gevaarte, streelden zijn trillende
stalen wanden, bogen zich bewonderend
naar de breede massieve wielen, en beste
gen de uitgeslagen treden om zich daarbin
nen te gaan overtuigen van de geriefelijk
heid der fauteuils. Verscheidenen hadden
het er zich reeds gemakkelijk gemaakt
de zakken en tasschen in de bergruimte
verstouwd, de gordijntjes weggeschoven.
Steeds meer passagiers stapten in, zochten
hun plaatsen de wagen liep vol, er
heerschte de onrust van de laatste minuten
voor het vertrek. Eén der twae chauffeurs,
die elkaar op den langen tocht zouden af
lossen, riep de namen der reizigers af; de
ander controleerde de tickets.
De laatste, die instapte, was een zwart-
oogige, gedeeltelijk gesluierde Turksche
vrouw. Een groote Iraquees installeerde
haar met bijna overdreven zorgzaamheid
in haar fauteuil; legde de tallooze pakjes,
waarmede zy beiden beladen binnen geko
men waren, hier en daar rond haar heen,
stapelde ze op tot een wiebelenden heuvel,
stootte dien zelf weer om en vroeg mij wol
excuus, toen hij bemerkte, det hij ook mijn
voeten onder de bundels bedolven had. Ik
had in den drukken persoon dadelijk den
kapper herkend, die mij den vorigen dag
zoo slecht bediend had en zyn verbazing,
toen hy in mijn overmatigen krullenbos
zyn creatie herkende, was zóó groot, dat 't
hem secondenlang de spraak benam!
Maar toen barstte zijn vreugde over dit
gelukkig toeval los in een zelfs door de bel
de chauffeurs niet te stelpen woordenvloed!
Hij sloeg de linkerhand met een onderdani
ge buiging over de borst, nam met de rech
ter de roode fez af en zwaaide daarmee zoo
in het rond, dat de zwarte kwast warrelend
sprong en danste. Onderwijl stonden zijn
helwitte tanden te blinken tusschen de bree
de, vlug-klappende lippen, die in ademloo-
ze snelheid een waterval van klanken over
me heen stortten 1
„Ging ik naar Damas Oh! oh! wat
een groot geluk viel zijn „verloofde" ten
deel, nu zij het voorrecht had met my te
mogen samenreizenHij keerde zich
snel om, greep haar bij den pols en onder
nog zoovele salams stelde hij haar voor als
Sayira, de beroemde danseres en comé
dienne van het Syrisch Tooneel in Damas
cus; zijn verloofde, die hij tot zyn onuit
sprekelijk verdriet moest laten vertrekken
om haar contract uit te spelen. Maar, als de
maan voor de tiende maal aan den hemel
zou hangen als een gele lampion, ten teeken
van komenden luister, dan zou hij haar
gaan halen en terug brengen naar Bagdad,
zijn geboortestad, en dan zouden zij trou
wen en nét zoo een gelukkig leven leiden
als alleen Sheherezade dat had kunnen
bezingen in een van de 1001 nachten, die
zij met den Kalif Haroun-al-Rashid had
doorgebracht
„Assez, assez, genoeg, uitstappen, alsje
blieft, nous allons partir..." en als de
nijdige bek van vraatzuchtig beest klapte
het zware portier grommend de opening
dicht, waardoor de kapper net bijtijds hed
weten te ontsnappen.
„Partir, c'est mourir un péu..." En
met den eersten heftigen sprong, die hot
nu brallende monster naar den verren ho
rizon deed. schokte er door het frêle, In
doorzichtige sluiers gehulde figuurtje een
krampachtige smartbeweglng; ze sprong
»ree,p met uitgestrekte handen
„ny stond echter reeds ver van de razen
de wielen.
Zacht hoorde ik haar snikken en verbaas
de me over zooveel droefheid. Een zich
respecteerende Mohammedaansche vrouw
In deze landen zou niet alleen reizen, nog
minder in halfsluitende sluiers! Zij zou zich
niet zoo verven en met juweelen bejiangen
op reis, waar vele mannen haar konden
gadeslaan en misschien begeeren Wat
was zy voor iemand? Een danseresje, voor
„Genoeg, genoeg! We gaan vertrek
ken!"
„Vertrekken is een weinig afsterven".
wie de dagen van Aranjuez. doorgebracht
in verre landen, waren verstreken? Wel
licht had een rijke Aziaat haar op zijn
thuisreis meegenomen, ver het Oosten in?
Toen het mooie vrouwtje overgedaan aan
een vriend, met wien ze gewillig was mee
gegaan altijd weer verleid door rijk
dom, sieraden, het avontuurlijke? En zoo
was ze misschien weggedreven, steeds ver
der die streken in van heete luchten en
fatamorgana's - waar vrouwelijke schoon
heid de broeiende hartstochten opzwaepen
ken tot felle daden ven liefde, haat en
moordEn nu, terug gedwaald naar
Bagdad, reeds fantastisch behangen met
gouden gaven van haar minnaars, nu was
de Bagdadsche kapper de laatste, met
wien deze droom van overvloed en weelde
een einde nam.
Och, hij had haar ook met kostbaarheden
overladen het gouden polshorloge en het
fijne flligrain armbandje en het reisgeld en
het reisbiljet mat de luxe Nairn-bus naar
Damascus trotsch had hl) ze ml) gewe
zen aan haar blanken arm en in het met
zilver bestikte avondtaschje, zijn gulle ga
ven. Maar nu zou het ook uit zijn nu
moeat weer beginnen het winterseizoen aan
het looneel, met zijn lenge nachten van
werken zij zou slechts een nummer zyn
tusschen vele anderen. Zou ze daarom zoo
bedroefd zijn? Ze leek wel een wanhopig,
teleurgesteld kind de snikkende geluid
jes klonken zoo droef!
?j,aii d,at vee8®e «1 niet het kleine
zakdoekje de tranen voorzichtig van de ge
schminkte wangen en zwart omstreken
oogen. Uit het taschj* kwam een spiegel-
n. voor?.chUn, een poeierdooa en een
wolk van fijn, vér-stuivend poeder kwam
als een aureool hangen boven het als een
madonna gesluierd kopje. Een zonnestraal
brak plotseling er doorheen, als een glaJj*
zend gouden staaf en de stofdeeltjes ®01'
den in bonte warreling door dien kok®r
van licht. Met het zwenken van den wag«J
priemden al meer en meer flitsen van gë®1
licht, tot er een wereld van gek-dansenjj*
schitteringen ontstond, die den plots uit»
doofden en zich oplosten in de donkere hot"
ken van het plafond.
Er kwamen vlugge trekklnkjes in
smalle schouders; dra wisselde ze hier
daar blikken van verstandhouding mat 4
heeren in de autobus; een goedmoedig l»cB"
je, een streeling van fluweelige oogen.
coquett* hoofdbeweging al die grappig
maniertjes van een behaagzieke vrouw w
midden van mannen.
Zij keerde zich nu telkens om, vroeg
Ik wel goed zat. Dan bood ze me oon
naasappel aan, bonbons, een stuk g*®**'
Wellicht uit een medelijden met dit
vrouwtje, dat wel een broos sp*olP®W
leek met groote, donker* oogen en rood*
volle lippen, in een opwelling van te n»o®*
ten begrijpen en daarom niet te mof®»
kwetsen haar gevoel van vrouwzijn
vrouwelijkheid, daarom nam ik het zoo ha
telijk gebodene aan. Al gauw deed zij *1*®*
wij dikke vriendinnen waren, en eor wil
Damascus elkaar tot afacheid de hand rei*"
ten en „au revoir" zelden (men zegt
„tot weerziens", zeker uit een onbewu»»
verzet tegen het onvermijdelijk* ®ind
wist ik reeds hoe dit Turksche vrouwtj®
haar ver-afgelegen dorpje er toe gekom®»
was om dit leven van avonturierster te
leiden.
(Wordt vei
rvolfd)'