Agenda
Jïiugedijke Stand
De „Anschluss" een eeuwenoud streven.
Incident met journalisten.
Een uur lang opgesloten.
hitier in Weenen
aangekomen.
De toestand in het land
der Habsburgers.
Hitler's plannen worden punctueel uitgevoerd.
Natiónaal-socialisme brengt
sensatie
RADIOREDE VAN
DR. COLIJN.
Hitler's ontvangst op de
Heldenplatz.
„Wij volgen! Heil,
mijn Führer!"
Roerigheden In Eupen.
Propaganda voor de
Anschluss.
Nieuws in 't kort.
Ernstige wrijving tusschen
Polen Litauen.
Verdrukte minderheden..,..
EERSTE BLAD.
Engelschen hun „easy habits" nu eens einde
lijk wilden afleggen en met alle vredelie
vende en den Volkenbond goedgezinde vol
keren een „stand" tegen den aanvaller wil
den opzetten, die hem tot nadenken zou
stemmen. Wanneer de groote democratieën
van het Westen hierin het voorbeeld zouden
geven, dan zouden vele kleine staten, die nu
ieder 'voor zich te zwak waren, weer willen
helpen om de politiek van recht, rust en vei
ligheid in Europa te doen zegevieren. De re
geering zou kunnen rekenen op den steun
van het geheele Engelsche volk, als zij een
krachtige politiek, gebaseerd op de begin
selen van het Convenant van nu af onver
schrokken zou blijven voeren.
Rede van Butler,
Butler, de onderstaatssecretaris van bui-
tenlandsche zaken, heeft in antwoord op de
debatten in het Lagerhuis gezegd, dat de
Britsche regeering door middel van den
Britschen ambassadeur te Berlijn stappen
heeft gedaan inzake het terugtrekken van de
troepen uit Oostenrijk en ten aanzien van
de katholieken, joden en socialisten in Oos
tenrijk.
Het toepassen van geweld is niet mo
gelijk. Uit besprekingen, welke met
vrienden van den bond zijn gevoerd, is
gebleken, dat men eenstemmig van oor
deel is, dat het voorleggen van de Oos-
tenrijksche kwestie aan den bond noch
een realistische oplossing zou brengen,
noch een bevredigend resultaat zou heb
ben, doch alleen zou leiden tot een iet
wat vernederende positie.
Wat betreft de Britsche politiek in midden-
Europa zeide Butler, dat de jongste verkla
ring van sir John Simon van 21 Februari
van dit jaar, inzake de verplichtingen van
de Britsche regeering ten aanzien van Oos
tenrijk en Tsjecho-Slowakye, dat dit de ver
plichtingen zijn van ieder lid van den bond
ten aanzien van een ander lid.
„Ik kan vanavond niet verder hierover
spreken", zeide Butler tenslotte, en hij wees
erop, dat in Engeland een strooming bestaat
de gebeurtenissen te bezien van een na
tionaal standpunt en dat men gereed is tot
een vereenigd nationaal optreden, wanneer
dit noodig zou zijn.
Tenslotte stemde het Huis eensgezind in
met de houding van de regeering en werd
het debat gesloten.
Weenen, 15 Maart (Reuter.)
De leidende buitenlandsche journalisten,
die zich, zoo als gisteravond was verzocht,
hedenochtend naar het ministerie van
buitenlandsche zaken hadden begeven
voor het afhalen van een vergunning om
de ontvangst van Hitier te verslaan, zijn
daar vastgehouden.
Toen de journalisten, in wier gezel
schap zich een hooge Oostenrijksche of
ficier bevond, zich naar den gewonen
uitgang begaven, wees een Duitsche
schildwacht hen barsch terug, verklaren
de, dat hij order had gekregen, onmiddel
lijk te schieten, indien de trap niet werd
ontruimd. De Oostenrijksche officier
scheen zeer vernederd, doch evenals de
persvertegenwoordigers achtte hij het
beter, aan het bevel gevolg te geven.
Er waren strenge orders gegeven om
iederen uitgang van de kanselarij te
sluiten, en practisch bevonden de jour
nalisten zich dan ook in arrest. Nadat zij
ongeveer een uur waren vastgehouden,
kregen de buitenlandsche journalisten
verlof, het ministerie te verlaten.
Hitier is gisteraxpnd om half zes in
Weenen aangekomen en het was te
verwachten door een enorme menigte
verwelkomd.
De tocht door de stad werd een zege
tocht, waarbij het aan een zekere plech
tigheid niet ontbrak: van alle kerken
werden de klokken geluid
Weenen had zich geheel ingesteld op de
komst van den Fiihrer. Overal waren luid
sprekers opgesteld, overal waren groote
doeken met opschriften als „Eén rijk, één
volk, één Führer!" opgehangen, overal wa
ren versieringen aangebracht en ontelbaar
waren de uit Duitschland aangevoerde ha-
kenkruisvlaggen en standaarden, terwijl in
de haast in de etalages der boekwinkels
Schuschnigg's boek „Dreimal Osterreich"
vervangen was geworden door Hitler's „Mein
Kampf'.
Tevoren hadden de gasten van het hotel
Imperial last gekregen, een ander heenko
men te zoeken, aangezien Hitier met zijn ge
volg in dit hotel zijn intrek zou nemen. Toen
de Führer bij het hotel aankwam, verdrong
zich een groote menigte voor het gebouw en
riep om den Führer, die op het balkon ver
scheen en hartstochtelijk werd toegejuicht.
Een nieuwe landkaart.
De Duitsche bladen publiceeren reeds
kaarten van het nieuwe rijk, waarop de
Duitsch-Oostenrijksche grens is verdwenen.
Zij wijzen er op, dat Duitschland voortaan
drie nieuwe buurlanden zal hebben, n.L
Zuid-Slavië, Hongarije en Italië.
Het rijk, aldus de bladen, telt thans 73
millioen inwoners. De Donau is de langste
rivier van Duitschland. Het Duitsche leger
is vermeerderd met de 100.000 man van het
Oostenrijksche bondsleger.
Pogingen tot afpersing
In het dertiende arrondissement van Wee
nen hebben gisteren groepen mannen, die
zich uitgaven voor leden der S.A., gepro
beerd uit verschillende levensmiddelenzaken
goederen weg te halen. Op grond van deze
gebeurtenissen heeft de leiding der S.A. me
degedeeld: „Onverantwoordelijke elementen
randen den particulieren eigendom aan. De
S.A. ontvangt opdracht deze mannen aan te
houden en over te brengen naar de kazerne
in de Teintfaltstrasse".
Oostenrijksche troepen in München.
Gisteren zijn afdeelingen van het Oosten
rijksche leger te München aangekomen,
waar zij geestdriftig werden ontvangen. De
omroeper van den zender van München
haalde eenige Oostenrijksche soldaten voor
de microfoon. Zij bepaalden zich er toe te
verklaren, dat de laatste dagen „opwindend
waren geweest.
De Duitsch-Tsjechische betrekkingen.
Volgens den Berlijnschen correspondent
van de Times kan van de Duitsche diploma
tie een initiatief verwacht worden met be
trekking tot Tsjechoslowakije. Hitier zou na
melijk niet in een definitieve mislukking der
besprekingen tusschen Engeland en Duitsch
land berusten alvorens het Tsjechische
vraagstuk te hebben geregeld.
Een initiatief in de nabije toekomst, al
dus de Times-correspondent, is niet uitge
sloten. Het hangt af van de maatregelen
van diplomatieken, militairen of politieken
aard, die door Tsjechoslowakije of andere
mogendheden genomen zouden kunnen wor
den om de strategische positie van dit land,
die steeds zeer hachelijk zal zijn, te beman
telen. Ook hangt het in zekere mate af van
de binnenlandsch-politieke ontwikkelingen
in Frankrijk. In elk geval zal Hitier waar
schijnlijk geen gunstige gelegenheid vorrbij
laten gaan om de Tsjechische regeering uit
te noodigen, vrede te sluiten met betrekking
tot de minderhedenkwestie, zooals ook Polen
gedaan heeft.
(Van onzen Berlijnschen correspondent)
Toen dezer dagen de perschef der
Duitsche rijksregeering, de nog jeugdi
ge staatssecretaris dr. Otto Dietrich,
voor de te Berlijn geaccrediteerde
vreemde diplomaten en journalisten een
lange rede over journalistieke plichten
hield, zei hij o.a. ook: „Ik weet heusch
wel, dat de journalistiek het niet altijd
zonder sensaties stellen kan. Maar biedt
het nationaal-socialistische Derde Rijk
den journalisten soms niet sensaties ge
noeg?"
Nu, daar was niet veel tegen in te bren
gen. De afgeloopen dagen hebben het nog
eens op zeer drastische wijze bevestigd. Se
dert 1933 is er voor een buitenlandschen
journalist in de Duitsche hoofdstad zooveel
te schrijven, dat een 24-urige werkdag vaak
nog veel te kort schijnt. En vooral de jongste
dagen (en nachten!) zullen ons nog lang
heugen!
Er is nu eenmaal geen meer sensationeel
regeeringsbeleid denkbaar dan dat, hetwelk
zijn kracht zoekt in het scheppen van vol
dongen feiten. De heeren, die tegenwoordig
in Duitschland de lakens uitdeelen, zijn ver
zot op verrassingen. Een neiging, die voor
den beroepsjournalist een zware aanval op
de zenuwen beteekent. Hoe gemakkelijk
hebben het, daarmee vergeleken, de colle
ga-dagbladschrijvers in democratisch-parle-
mentair geregeerde staten! Daar zijn poli
tieke partijen, die er haar eigen bladen op
na houden en die er het grootste belang bli
hebben, de geheime plannen van tegenstan
ders op te sporen, desnoods met groote
financieele offers en onder inzet van mach
tige informatie-troepen. Daar heeft de jour
nalist slechts zijn verbindingen te zoeken,
die meestal al te gaarne bereid zijn, door pu
blicaties den tegenstander in verlegenheid
te brengen. En wat men hem niet mondeling
meedeelt, verklappen de partijbladen. De
gebraden duiven plegen den nieuwsgierigen
publicist in zulke landen bereidwillig in de
geopende monden te vliegen.
In autoritair-geregeerde staten is het een
beetje anders!
Daar is de buitenlandsche journalist, als
hij niet toevallig tot een bevriende fascisti
sche natie of volksgroep in den vreemde be
hoort, a priori de vijand, een vertegenwoor
diger van het verachte demo-liberalisme of
conservatisme of marxisme, een tegenstan
der van de levensbeschouwing, een muggen
zifter, een hatelijke zoeker van spijkers op
laag water. Heeft het eenig doel hem in te
lichten? Of is het niet een veel wa™Xe1
politiek, hem als „vijand des volks" te be
schouwen, die van wat hij hoort toch tegen
het gastland misbruik maakt?
Men is in autoritaire staten geen vriend
van de journalistiek, gelijk die in andere lan
den thans nog gehandhaafd wordt. Men
heeft in eigen staten deze dames en heeren
van „de pers" tot een soort ambtenaren ge
maakt en hen tot troost op het hart gedrukt,
dat zij beroepsmenschen van hooge orde ge
worden zijn. Maar daarmee is tevens gepro
clameerd, dat de buitenlandsche journalis
ten, behalve dan in de „broederstaten", op
een belangrijk lager peil zijn blijven staan
en dat in het algemeen „de pers" er alleen
is om de daden der eigen regeering te on
dersteunen en de eigen regeerders in het
volle zonnetje te zetten maar om 's he
mels wil niet, om die daden critisch te be-
oordeelen.
De minister-president Dr. H.
Colijn, zal hedenavond om 7.50
uur een radiorede houden, welke
door beide zenders zal worden
uitgezonden.
Het gevolg van een en ander is, dat bijv.
de regeering in Berlijn er steeds in slaagt,
de wereld met haar besluiten te verrassen,
en ook de journalistieke waarnemers in
haar onmiddellijke omgeving voor een vol
dongen feit te stellen. Dat is dezer dagen
weer zeer typisch met de overrompeling van
Oostenrijk het geval geweest. Slechts weini
gen onder ons hebben van deze plannen, de
Oostenrijksche regeering door een militaire
opmarsch op vreemd gebied te verrassen en
te verjagen, iets geweten, al hebben velen
vermoed, dat het er wel eens toe zou kun
nen komen.
Onjuiste berichtgeving'
Wij buitenlandsche berichtgevers in
Berlijn, maar vooral onze collega's in
Weenen, krijgen nu weer van Duitsche
zijde te hooren, dat we onze lezers
steeds verkeerd ingelicht hebben, dat we
uit onwetendheid, uit haat of uit inge
kankerde eenzijdigheid der wereld
steeds verteld hebben, dat de groote
meerderheid van het volk in Oostenrijk
van Duitschland niets hebben moest en
dat slechts van Berlijn uit de Oosten
rijksche meerderheid bedreigd werd.
Het is mogelijk, dat enkele berichtgevers
in Berlijn en in Weenen de dingen verkeerd
gezien of althans onjuist voorgesteld heb
ben. De pogingen Duitschland en Oostenrijk
weer tot elkaar te brengen, zijn intusschen
geen uitvinding van Adolf Hitier en zijn na-
tionaal-socialisten. Er was ook tusschen 1918
en 1933 een Duitsch-Oostenrijksche Volks
bond, die de beroemde „Anschluss" in zijn
vaandel geschreven had, en de voorzitter
van die beweging was de sociaal-democrati
sche president van den Duitschen Rijksdag
Paul Löbe. Het streven, de Duitschers in
het Rijk en de Duitschers in Oostenrijk on
der één hoed te brengen, is zoo oud als de
geschiedenis dezer volksgroepen. Zij waren
één onder Karei V, en slechts de huispolitiek
der Habsburgers bracht hen steeds verder
uit elkaar. Broeders zijn zij door alle tijden
gebleven. De Duitsch-Oostenrijksche oorlo
gen waren broedertwisten. De Duitsch-Oos
tenrijksche conflicten na 1918 waren kunst
matig door de vredesverdragen van Versail-
les en van St. Germain gekweekt. Dat beide
groepen toch weer tot elkaar zouden ko
men, daaraan heeft nooit een buitenlandsch
weememer in Berlijn of Weenen getwijfeld,
zoolang hij de mogelijkheid had, de dingen
onbevooroordeeld te zien en te beschrijven.
Na 1918 waren het de marxisten in beide
landen, die de leiding hadden bij Anschlus3-
acties; na 1933 waren het de nationaal-socia-
listen, die zich geroepen voelden „Mehrer
des Reichs" te worden, en die zeker niet
zullen rusten, totdat zij er in geslaagd zijn,
hun Groot-Duitschland ten koste van andere
staten te perfectionneeren.
Er mag niet aan getwijfeld worden, dat
men in Berlijn het eerlijke streven heeft,
dit programma binnen wettelijke grenzen
en zoo mogelijk ook zonder bloedvergieten
af te werken. Het moet erkend worden, dat
het geluk daarbij wel zeer opvallend aan
hun zijde is. Zonder bloedvergieten kregen
zij in 1933 de macht in Duitschland, zonder
bloedvergieten konden zij het neutrale Rijn
land opnieuw bezetten, en zonder bloedver
gieten gelukt hun waarschijnlijk ook de her-
eeniging met Duitsch-Oostenrijk.
Wij hebben op deze plaats steeds gewaar
schuwd tegen onderschatting en verkeerde
beoordeeling van de Duitsch nationaal-so-
cialisten. Men was er zoovele tientallen ja
ren aan gewend geraakt (na Bismarck) de
Duitschers als slechte diplomaten en politici
te beschouwen. Misschien waren ze dat ook.
En er zijn heden nog vele Duitsche diploma
ten en politici van de oude school in leven,
die sedert 1933 met de wijze hoofden schud
den en de nieuwe politiek van de Wilhelm-
strasse „catastrophaal" noemen. Ze vergeten
echter één ding: dat de werkelijke leider der
politiek in deze 5 jaren Adolf Hitier heet, en
dat deze Hitier zich ontpopt heeft als een
staatsman, die meer en meer blijk geeft, een
waardig opvolger van den grooten Bismarck
te zijn. Hitier heeft nu al zoovele malen be
wezen, over een verbazingwekkend instinct
te beschikken en het geluk aan zijn zijde te
hebben. Daarmee is hij tot een internatio
nale politieke factor van den allereersten
rang geworden. Het is struisvogelpolitiek dat
niet te willen zien, alleen omdat men hem
en zijn politiek om welke reden dan ook on
sympathiek vindt.
Men leze er zijn boek „Mein Kampf' nog
eens op na, en ook zijn „onveranderlijk par
tijprogramma", en men zal tot de ietwat
verbijsterende ontdekking komen, dat hü
met ijzeren wil en groote koelbloedigheid
alles doorzet, wat hij zich voorgenomen
heeft.
Dat hebben de meeste buitenlandsche
journalisten in Berlijn waarlijk wel zien
aankomen, ook als de regeering in de Wil-
helmstrasse geen neiging toonde, hen in te
lichten. Ook de nog niet in daden omgezette
idealen van de nationaal-socialistische tewe-
ïiïlu /tUUen na k°rter ot ^"Ser tijd werke-
lykheden geworden zijn; zeker, zoolang in
staten, die aan andere, tegengestelde idealen
vasthouden, gemeend wordt, dat men met
protesten en perscampagne's al zyn plicht
gedaan heeft.
De menschen, die sedert 1933 in Berlijn
regeeren, zijn uit een hard materiaal ge
maakt en weten zeer nauwkeurig wat zij
willen en op welke momenten ze hun wil
kunnen doorzetten.
Dr. Otto Dietrich heeft gelijk: bij zulke
menschen is voor den journalist aan sensa
ties geen gebrek!
Bondskanselier dr. Seyss Inqu&rt
bondskanselier af. Van nu af is zijn titel
rijksstadhouder voor het land Oosten
rijk en in deze nieuwe functie heeft hij
hedenmorgen zijn Führer, Adolf Hltler,
op de Heldenplatz begroet met een
korte toespraak, waarin hij Hitier schet
ste als den voltooier van het Duitsche
rijk.
Hoewel Hitier reeds gisteravond in Wee
nen was aangekomen en daar door de me
nigte was begroet, had de officieele ont
vangst pas hedenochtend plaats op de Hel
denplatz, het groote plein van den vroegeren
hofburcht. Daar waren nationaal-socialisti
sche formaties, vereenigingen en delegaties
van arbeiders en kantoorbedienden in groo
ten getale samengestroomd en daar hadden
reeds voor het aanbreken van den dag zich
tallooze belangstellenden verzameld om ge
tuige te zijn van een historisch oogenblik.
Toen Hitier na een tocht door de straten
op de Heldenplatz was aangekomen, werd
hij door rijksstadhouder Seyss Inquart be
groet met een toespraak, waarin hij de vol
trekking van het wettige besluit, om Oos
tenrijk bjj den Duitschen staat te voegen,
mededeelde. Hij eindigde zijn korte rede
met de woorden: Wij weten slechts één ding;
Wij zeggen den Führer dank. Wij zeggen
dank, den dank, die volkomen liefde en on
voorwaardelijke trouw is. Mijn Führer, hoe
de weg ook loopen zal, wij volgen! Heil, mijn
Führer.
Tijdens de toespraak van Seyss Inquart
cirkelden vliegtuigen boven de ontzaggelijke
menigte.
Redevoering van Hitier.
Na de toespraak van Seyss Inquart nam
Hitier het woord voor een rede. O.m. zeide
hij:
Ik spreek uit naam van de millioenen
menschen van dit wonderschoone Duitsche
land, uit naam van Stiermarkers, van de Ne
der- en Opperoostenrijkers, van de Karin-
thiërs, van de Salzburgers, de Tirolers, en
vooral uit naam van de stad Weenen, wan
neer ik op dit oogenblik aan 68 millioen toe
hoorenden en aan andere Duitsche volksge-
nooten de verzekering geef: Dit land is
Duitsch, het heeft zijn missie begrepen, het
zal haar uitvoeren en het zal door niemand
overtroffen worden in trouw aan de groot-
Duitsche volksgemeenschap.
Het zal thans echter onze taak zijn in ar
beid, ijver, en gemeenschappelijk optreden
schouder aan schouder de groote sociale,
cultureele en economische taken tot een op
lossing te brengen, vooral echter Oostenrijk
steeds meer te ontwikkelen en op te bou
wen tot een weerstandsburcht van de natio
naal-socialistische opvatting en de natio
naal-socialistische wilskracht. Ik kan deze
oproep tot u echter niet sluiten zonder de
mannen te gedenken, die het mij mogelijk
gemaakt hebben den grooten ommekeer in
zoo korten tijd met Gods hulp tot stand te
brengen.
Ik zeg den nationaal-socialistischen le
den der regeering aan welker hoofd de
nieuwe rijksstadhouder, Seyss Inquart,
staat dank. Ik zeg den talloozen partij
functionnarissen dank en ook nog al de
genen van de ontelbare naamlooze idea
listen, strijders van onze formaties, die
in lange jaren van vervolging hebben
bewezen, dat de Duitscher, onder druk
gesteld, nog slechts harder wordt
Deze jaren van den lijdenstijd hebben mij
in mijn overtuiging van de waarde van den
Duitsch-Oostenrij ker binnen het kader van
onze groote volksgemeenschap nog slechts
versterkt.
In*kan derhalve op dit uur aan het Duit
sche volk het grootste eindrapport van mijn
leven uitbrengen. Als Führer en kanselier
van de Duitsche natie en van het rijk meld
ik voor de historie thans het toetreden van
mijn Heimat tot het Duitsche rijk.
Hitier besloot z«n rede met een „Sieg
Heil" op Duitschland en zijn nieuwe onder
deel, op de nationaal-socialistische partij en
op de weermacht van het rijk.
Volgens te Brussel ontvangen berichten
zouden zich gisteravond te Eupen (in het
voormalige Duitsch geied, dat aan 1918 aan
België werd toegewezen) politieke inciden
ten hebben voorgedaan. Leden van een
zweefvliegclub hebben in de straten der
stad betoogd ten gunste van den Anschluss.
Even later zou een aantal andere jongelui
door de stad zijn getrokken en Duitsche
nationaal socialistische liederen gezongen
hebben.
Volgens de berichten heeft de politie
terstond de betoogers uiteengedreven en
vier vreemdelingen gearresteerd, wier
identiteit nog niet bekend is.
Den geheelen nacht hebben patrouilles
gendarmes de stad doorkruist.
Beroep der veroordeelden verworpen.
- Het door Boecharin, Rykof, Jagoda en
veertien anderen ingediende beroep is ver
worpen. Deze zeventien veroordeelden zijn
mogelijk gisternacht reeds terechtgesteld.
Bevestigd is dit bericht echter nog niet.
,S~ Efn complot ontdekt. - Uit Amman
ie) wordt «emeld, dat na de
comnini'?8 Van de voor')ereMing van een
reX?gen dC Veili«held v°n den staat
neur van A* Va" T™nsj°rdan»ë den gouver
neur van Amman heeft laten arresteeren.
Tentoonstellingen.
Dagelijks van 10—4 uur kunstzaal Boen
dermaker te Bergen: tentoonstelling van
teekeningen en aquarellen.
Tot en met 21 Maart, eiken dag 3—6 en
79 (Zondags 111 en 36 uur), in Wico-
studio tentoonstelling van schilderijen door
J. C. Tiele.
Bioscopen.
Roxy-theater, 7.45 uur, tot en met Woens
dag hoofdnummer Dracula's dochter (sens.)
Toegang boven 18 jaar.
Woensdagmiddag, half 3, matinee.
Bioscoop Harmonie, 7.30 uur, tot en met
Woensdag, hoofdnummer Monument eener
groote liefde (avonturen, 2e deel van De
Indische Graf tempel); hoofdrollen Fritsvan
Dongen, Kitty Jantzen, Alexander Colling.
Toegang boven 14 jaar.
Woensdagmiddag, half 3, matinee.
Victoria-theater, half acht, hoofdnummet
De zanger van Hare Hoogheid (zangfilm),
hoofdrollen Benjamino Gigli en Geraldine
Katt. Toegang voor alle leeftijden.
Woensdagmiddag, half 3, matinee.
City-theater, 8 uur, Hoofdnummer Man
nen zijn geen goden (rom.); hoofdrollen
Miriam Hopkins, Gertrude Lawrence en
Sebastian Shaw. Toegang boven 18 jaar.
Woensdagmiddag, half 3, matinee.
Dinsdag 15 Maart.
8 uur, bioscoopzaal Handelsschool, film
avond A.V.O.
8 uur, de Unie, lezing met lichtbeelden
door prof. Germain Bazin voor het Genoot
schap NederlandFrankrijk.
8.15 uur, 't Gulden Vlies, opvoering van
„De wijze kater", met Jan Musch.
Woensdag 16 Maart.
8.15 uur, de Unie, rede met lichtbeelden
van ds. Oldeman uit Santpoort voor afd.
Alkmaar van Kerk en Vrede.
Donderdag 17 Maart.
7.30 uur, Roxy-theater, filmavond Alkm.
Tooneel- en Filmkring.
De Poolsche minister van buitenland
sche zaken, Beek, die zich na zijn offi
cieel bezoek aan Rome naar het zuiden
van Italië had begeven, om er eenige
dagen rust te nemen, 'heeft zijn verblijf
onderbroken. Hij zal onverwijld naar
Warschau terugkeeren.
Deze onverwachte terugkeer moet zonder
twijfel worden toegeschreven aan den inter
nationalen toestand.
Welingelichte kringen te Warschau zetten
uiteen, dat de minister van buitenlandsche
zaken zijn verlof heeft onderbroken als ge
volg van de spanning, welke zich sinds eeni
ge dagen openbaart in de Pqolsch-Litnausche
betrekkingen, na het grensincident, waarbij
een Poolsche grensbewaker werd gedood.
Te Warschau is het gerucht in omloop, dat
Lithausche troepen aan de Poolsche grens
geconcentreerd zouden zijn.
Deze incidenten hebben een zekere opwin
ding te weeg gebracht onder de bevolking
van bet grensgebied van Wilna.
Tijdens een Zondag in deze stad gegeven
concert, dat voor de radio werd uitgezon
den, werden plotseling tegen Lithauen ge
richte kreten gehoord. Er werd geroepen:
Wij willen opmarcheeren naar Lithauen.
Wij willen MemeL Smigly Rydz zal ons Li
thauen verschaffen.
Zooals men weet zijn de diplomatieke be
trekkingen tusschen Polen en Lithauen in
1920 verbroken en sindsdien niet hervat.
Polen's geduld is beperkt.
Het Poolsche agentschap Iskra schrijft, dat
Kaunas uiet op een onbeperkt geduld van
Polen moet rekenen, in verband met het in
cident aan de grens tusschen Polen en
Lithauen. Men moet niet denken, dat Polen
niet in staat is de vraagstukken, welke zijn
gerezen door het verdachte gedrag van
Lithauen, te regelen. Zij, die zich de verde
digers van den vrede noemen, behoorden
pogingen te doen een middel te vinden tot
vreedzame regeling van de verhoudingen,
waarin de Poolsche minderheden in Lithauen
leven en de Poolsch-Litbausche grens een
Europeesch aanzien te geven. Polen kan niet
dulden, dat op dertig kilometer van Wilna
een toestand heerscht als in Patagonie. Men
kan niet verwachten, dat Polen zijn minder
heden aan de overzijde van de grens niet
zal verdedigen.
Lithauen ongerust.
Het geloof, dat de buitenlandsche pers
hecht aan de Poolsche lezing van het
Poolsch-Lithausche grensincident en het be
richt volgens hetwelk Beek niet in verband
met de gebeurtenissen in Oostenrijk, doch
als gevolg van dit incident naar Warschau
teruggekeerd zou zijn, hebben te Kaunas
groote beroering teweeggebracht.
Tot nu toe zijn twee feiten vastgesteld:
1. Een Poolsche soldaat heeft de grens tus
schen de beide landen overschreden en zeven
maal op vluchtelingen geschoten, waarna
ij ze 11 op Lithausch gebied werd doodge
schoten.
2. De Poolsche autoriteiten hebben de Li
thausche voorstellen, een gemengde com
missie van onderzoek in te stellen, ontwe
ken.
Sommigen vergelijken de situatie reeds
met die van Oostenrijk.
ALKMAAR.
GEBOREN:
Adrianus Theodorus Joseph Maria, z. van
Theodorus Anthonius Overtoofn en Eliss*
beth Maria Hazes. Pieter Jan, z. van J®*
cob Jan Kooger en Johanna yGertrud Prins.
Antonius Albertus, z. vg„ Albertus Jo*
hannes Hassing en Catharin^ Ketelaar.