Agenda Jïiugedijke Stand De „Anschluss" een eeuwenoud streven. Incident met journalisten. Een uur lang opgesloten. hitier in Weenen aangekomen. De toestand in het land der Habsburgers. Hitler's plannen worden punctueel uitgevoerd. Natiónaal-socialisme brengt sensatie RADIOREDE VAN DR. COLIJN. Hitler's ontvangst op de Heldenplatz. „Wij volgen! Heil, mijn Führer!" Roerigheden In Eupen. Propaganda voor de Anschluss. Nieuws in 't kort. Ernstige wrijving tusschen Polen Litauen. Verdrukte minderheden..,.. EERSTE BLAD. Engelschen hun „easy habits" nu eens einde lijk wilden afleggen en met alle vredelie vende en den Volkenbond goedgezinde vol keren een „stand" tegen den aanvaller wil den opzetten, die hem tot nadenken zou stemmen. Wanneer de groote democratieën van het Westen hierin het voorbeeld zouden geven, dan zouden vele kleine staten, die nu ieder 'voor zich te zwak waren, weer willen helpen om de politiek van recht, rust en vei ligheid in Europa te doen zegevieren. De re geering zou kunnen rekenen op den steun van het geheele Engelsche volk, als zij een krachtige politiek, gebaseerd op de begin selen van het Convenant van nu af onver schrokken zou blijven voeren. Rede van Butler, Butler, de onderstaatssecretaris van bui- tenlandsche zaken, heeft in antwoord op de debatten in het Lagerhuis gezegd, dat de Britsche regeering door middel van den Britschen ambassadeur te Berlijn stappen heeft gedaan inzake het terugtrekken van de troepen uit Oostenrijk en ten aanzien van de katholieken, joden en socialisten in Oos tenrijk. Het toepassen van geweld is niet mo gelijk. Uit besprekingen, welke met vrienden van den bond zijn gevoerd, is gebleken, dat men eenstemmig van oor deel is, dat het voorleggen van de Oos- tenrijksche kwestie aan den bond noch een realistische oplossing zou brengen, noch een bevredigend resultaat zou heb ben, doch alleen zou leiden tot een iet wat vernederende positie. Wat betreft de Britsche politiek in midden- Europa zeide Butler, dat de jongste verkla ring van sir John Simon van 21 Februari van dit jaar, inzake de verplichtingen van de Britsche regeering ten aanzien van Oos tenrijk en Tsjecho-Slowakye, dat dit de ver plichtingen zijn van ieder lid van den bond ten aanzien van een ander lid. „Ik kan vanavond niet verder hierover spreken", zeide Butler tenslotte, en hij wees erop, dat in Engeland een strooming bestaat de gebeurtenissen te bezien van een na tionaal standpunt en dat men gereed is tot een vereenigd nationaal optreden, wanneer dit noodig zou zijn. Tenslotte stemde het Huis eensgezind in met de houding van de regeering en werd het debat gesloten. Weenen, 15 Maart (Reuter.) De leidende buitenlandsche journalisten, die zich, zoo als gisteravond was verzocht, hedenochtend naar het ministerie van buitenlandsche zaken hadden begeven voor het afhalen van een vergunning om de ontvangst van Hitier te verslaan, zijn daar vastgehouden. Toen de journalisten, in wier gezel schap zich een hooge Oostenrijksche of ficier bevond, zich naar den gewonen uitgang begaven, wees een Duitsche schildwacht hen barsch terug, verklaren de, dat hij order had gekregen, onmiddel lijk te schieten, indien de trap niet werd ontruimd. De Oostenrijksche officier scheen zeer vernederd, doch evenals de persvertegenwoordigers achtte hij het beter, aan het bevel gevolg te geven. Er waren strenge orders gegeven om iederen uitgang van de kanselarij te sluiten, en practisch bevonden de jour nalisten zich dan ook in arrest. Nadat zij ongeveer een uur waren vastgehouden, kregen de buitenlandsche journalisten verlof, het ministerie te verlaten. Hitier is gisteraxpnd om half zes in Weenen aangekomen en het was te verwachten door een enorme menigte verwelkomd. De tocht door de stad werd een zege tocht, waarbij het aan een zekere plech tigheid niet ontbrak: van alle kerken werden de klokken geluid Weenen had zich geheel ingesteld op de komst van den Fiihrer. Overal waren luid sprekers opgesteld, overal waren groote doeken met opschriften als „Eén rijk, één volk, één Führer!" opgehangen, overal wa ren versieringen aangebracht en ontelbaar waren de uit Duitschland aangevoerde ha- kenkruisvlaggen en standaarden, terwijl in de haast in de etalages der boekwinkels Schuschnigg's boek „Dreimal Osterreich" vervangen was geworden door Hitler's „Mein Kampf'. Tevoren hadden de gasten van het hotel Imperial last gekregen, een ander heenko men te zoeken, aangezien Hitier met zijn ge volg in dit hotel zijn intrek zou nemen. Toen de Führer bij het hotel aankwam, verdrong zich een groote menigte voor het gebouw en riep om den Führer, die op het balkon ver scheen en hartstochtelijk werd toegejuicht. Een nieuwe landkaart. De Duitsche bladen publiceeren reeds kaarten van het nieuwe rijk, waarop de Duitsch-Oostenrijksche grens is verdwenen. Zij wijzen er op, dat Duitschland voortaan drie nieuwe buurlanden zal hebben, n.L Zuid-Slavië, Hongarije en Italië. Het rijk, aldus de bladen, telt thans 73 millioen inwoners. De Donau is de langste rivier van Duitschland. Het Duitsche leger is vermeerderd met de 100.000 man van het Oostenrijksche bondsleger. Pogingen tot afpersing In het dertiende arrondissement van Wee nen hebben gisteren groepen mannen, die zich uitgaven voor leden der S.A., gepro beerd uit verschillende levensmiddelenzaken goederen weg te halen. Op grond van deze gebeurtenissen heeft de leiding der S.A. me degedeeld: „Onverantwoordelijke elementen randen den particulieren eigendom aan. De S.A. ontvangt opdracht deze mannen aan te houden en over te brengen naar de kazerne in de Teintfaltstrasse". Oostenrijksche troepen in München. Gisteren zijn afdeelingen van het Oosten rijksche leger te München aangekomen, waar zij geestdriftig werden ontvangen. De omroeper van den zender van München haalde eenige Oostenrijksche soldaten voor de microfoon. Zij bepaalden zich er toe te verklaren, dat de laatste dagen „opwindend waren geweest. De Duitsch-Tsjechische betrekkingen. Volgens den Berlijnschen correspondent van de Times kan van de Duitsche diploma tie een initiatief verwacht worden met be trekking tot Tsjechoslowakije. Hitier zou na melijk niet in een definitieve mislukking der besprekingen tusschen Engeland en Duitsch land berusten alvorens het Tsjechische vraagstuk te hebben geregeld. Een initiatief in de nabije toekomst, al dus de Times-correspondent, is niet uitge sloten. Het hangt af van de maatregelen van diplomatieken, militairen of politieken aard, die door Tsjechoslowakije of andere mogendheden genomen zouden kunnen wor den om de strategische positie van dit land, die steeds zeer hachelijk zal zijn, te beman telen. Ook hangt het in zekere mate af van de binnenlandsch-politieke ontwikkelingen in Frankrijk. In elk geval zal Hitier waar schijnlijk geen gunstige gelegenheid vorrbij laten gaan om de Tsjechische regeering uit te noodigen, vrede te sluiten met betrekking tot de minderhedenkwestie, zooals ook Polen gedaan heeft. (Van onzen Berlijnschen correspondent) Toen dezer dagen de perschef der Duitsche rijksregeering, de nog jeugdi ge staatssecretaris dr. Otto Dietrich, voor de te Berlijn geaccrediteerde vreemde diplomaten en journalisten een lange rede over journalistieke plichten hield, zei hij o.a. ook: „Ik weet heusch wel, dat de journalistiek het niet altijd zonder sensaties stellen kan. Maar biedt het nationaal-socialistische Derde Rijk den journalisten soms niet sensaties ge noeg?" Nu, daar was niet veel tegen in te bren gen. De afgeloopen dagen hebben het nog eens op zeer drastische wijze bevestigd. Se dert 1933 is er voor een buitenlandschen journalist in de Duitsche hoofdstad zooveel te schrijven, dat een 24-urige werkdag vaak nog veel te kort schijnt. En vooral de jongste dagen (en nachten!) zullen ons nog lang heugen! Er is nu eenmaal geen meer sensationeel regeeringsbeleid denkbaar dan dat, hetwelk zijn kracht zoekt in het scheppen van vol dongen feiten. De heeren, die tegenwoordig in Duitschland de lakens uitdeelen, zijn ver zot op verrassingen. Een neiging, die voor den beroepsjournalist een zware aanval op de zenuwen beteekent. Hoe gemakkelijk hebben het, daarmee vergeleken, de colle ga-dagbladschrijvers in democratisch-parle- mentair geregeerde staten! Daar zijn poli tieke partijen, die er haar eigen bladen op na houden en die er het grootste belang bli hebben, de geheime plannen van tegenstan ders op te sporen, desnoods met groote financieele offers en onder inzet van mach tige informatie-troepen. Daar heeft de jour nalist slechts zijn verbindingen te zoeken, die meestal al te gaarne bereid zijn, door pu blicaties den tegenstander in verlegenheid te brengen. En wat men hem niet mondeling meedeelt, verklappen de partijbladen. De gebraden duiven plegen den nieuwsgierigen publicist in zulke landen bereidwillig in de geopende monden te vliegen. In autoritair-geregeerde staten is het een beetje anders! Daar is de buitenlandsche journalist, als hij niet toevallig tot een bevriende fascisti sche natie of volksgroep in den vreemde be hoort, a priori de vijand, een vertegenwoor diger van het verachte demo-liberalisme of conservatisme of marxisme, een tegenstan der van de levensbeschouwing, een muggen zifter, een hatelijke zoeker van spijkers op laag water. Heeft het eenig doel hem in te lichten? Of is het niet een veel wa™Xe1 politiek, hem als „vijand des volks" te be schouwen, die van wat hij hoort toch tegen het gastland misbruik maakt? Men is in autoritaire staten geen vriend van de journalistiek, gelijk die in andere lan den thans nog gehandhaafd wordt. Men heeft in eigen staten deze dames en heeren van „de pers" tot een soort ambtenaren ge maakt en hen tot troost op het hart gedrukt, dat zij beroepsmenschen van hooge orde ge worden zijn. Maar daarmee is tevens gepro clameerd, dat de buitenlandsche journalis ten, behalve dan in de „broederstaten", op een belangrijk lager peil zijn blijven staan en dat in het algemeen „de pers" er alleen is om de daden der eigen regeering te on dersteunen en de eigen regeerders in het volle zonnetje te zetten maar om 's he mels wil niet, om die daden critisch te be- oordeelen. De minister-president Dr. H. Colijn, zal hedenavond om 7.50 uur een radiorede houden, welke door beide zenders zal worden uitgezonden. Het gevolg van een en ander is, dat bijv. de regeering in Berlijn er steeds in slaagt, de wereld met haar besluiten te verrassen, en ook de journalistieke waarnemers in haar onmiddellijke omgeving voor een vol dongen feit te stellen. Dat is dezer dagen weer zeer typisch met de overrompeling van Oostenrijk het geval geweest. Slechts weini gen onder ons hebben van deze plannen, de Oostenrijksche regeering door een militaire opmarsch op vreemd gebied te verrassen en te verjagen, iets geweten, al hebben velen vermoed, dat het er wel eens toe zou kun nen komen. Onjuiste berichtgeving' Wij buitenlandsche berichtgevers in Berlijn, maar vooral onze collega's in Weenen, krijgen nu weer van Duitsche zijde te hooren, dat we onze lezers steeds verkeerd ingelicht hebben, dat we uit onwetendheid, uit haat of uit inge kankerde eenzijdigheid der wereld steeds verteld hebben, dat de groote meerderheid van het volk in Oostenrijk van Duitschland niets hebben moest en dat slechts van Berlijn uit de Oosten rijksche meerderheid bedreigd werd. Het is mogelijk, dat enkele berichtgevers in Berlijn en in Weenen de dingen verkeerd gezien of althans onjuist voorgesteld heb ben. De pogingen Duitschland en Oostenrijk weer tot elkaar te brengen, zijn intusschen geen uitvinding van Adolf Hitier en zijn na- tionaal-socialisten. Er was ook tusschen 1918 en 1933 een Duitsch-Oostenrijksche Volks bond, die de beroemde „Anschluss" in zijn vaandel geschreven had, en de voorzitter van die beweging was de sociaal-democrati sche president van den Duitschen Rijksdag Paul Löbe. Het streven, de Duitschers in het Rijk en de Duitschers in Oostenrijk on der één hoed te brengen, is zoo oud als de geschiedenis dezer volksgroepen. Zij waren één onder Karei V, en slechts de huispolitiek der Habsburgers bracht hen steeds verder uit elkaar. Broeders zijn zij door alle tijden gebleven. De Duitsch-Oostenrijksche oorlo gen waren broedertwisten. De Duitsch-Oos tenrijksche conflicten na 1918 waren kunst matig door de vredesverdragen van Versail- les en van St. Germain gekweekt. Dat beide groepen toch weer tot elkaar zouden ko men, daaraan heeft nooit een buitenlandsch weememer in Berlijn of Weenen getwijfeld, zoolang hij de mogelijkheid had, de dingen onbevooroordeeld te zien en te beschrijven. Na 1918 waren het de marxisten in beide landen, die de leiding hadden bij Anschlus3- acties; na 1933 waren het de nationaal-socia- listen, die zich geroepen voelden „Mehrer des Reichs" te worden, en die zeker niet zullen rusten, totdat zij er in geslaagd zijn, hun Groot-Duitschland ten koste van andere staten te perfectionneeren. Er mag niet aan getwijfeld worden, dat men in Berlijn het eerlijke streven heeft, dit programma binnen wettelijke grenzen en zoo mogelijk ook zonder bloedvergieten af te werken. Het moet erkend worden, dat het geluk daarbij wel zeer opvallend aan hun zijde is. Zonder bloedvergieten kregen zij in 1933 de macht in Duitschland, zonder bloedvergieten konden zij het neutrale Rijn land opnieuw bezetten, en zonder bloedver gieten gelukt hun waarschijnlijk ook de her- eeniging met Duitsch-Oostenrijk. Wij hebben op deze plaats steeds gewaar schuwd tegen onderschatting en verkeerde beoordeeling van de Duitsch nationaal-so- cialisten. Men was er zoovele tientallen ja ren aan gewend geraakt (na Bismarck) de Duitschers als slechte diplomaten en politici te beschouwen. Misschien waren ze dat ook. En er zijn heden nog vele Duitsche diploma ten en politici van de oude school in leven, die sedert 1933 met de wijze hoofden schud den en de nieuwe politiek van de Wilhelm- strasse „catastrophaal" noemen. Ze vergeten echter één ding: dat de werkelijke leider der politiek in deze 5 jaren Adolf Hitier heet, en dat deze Hitier zich ontpopt heeft als een staatsman, die meer en meer blijk geeft, een waardig opvolger van den grooten Bismarck te zijn. Hitier heeft nu al zoovele malen be wezen, over een verbazingwekkend instinct te beschikken en het geluk aan zijn zijde te hebben. Daarmee is hij tot een internatio nale politieke factor van den allereersten rang geworden. Het is struisvogelpolitiek dat niet te willen zien, alleen omdat men hem en zijn politiek om welke reden dan ook on sympathiek vindt. Men leze er zijn boek „Mein Kampf' nog eens op na, en ook zijn „onveranderlijk par tijprogramma", en men zal tot de ietwat verbijsterende ontdekking komen, dat hü met ijzeren wil en groote koelbloedigheid alles doorzet, wat hij zich voorgenomen heeft. Dat hebben de meeste buitenlandsche journalisten in Berlijn waarlijk wel zien aankomen, ook als de regeering in de Wil- helmstrasse geen neiging toonde, hen in te lichten. Ook de nog niet in daden omgezette idealen van de nationaal-socialistische tewe- ïiïlu /tUUen na k°rter ot ^"Ser tijd werke- lykheden geworden zijn; zeker, zoolang in staten, die aan andere, tegengestelde idealen vasthouden, gemeend wordt, dat men met protesten en perscampagne's al zyn plicht gedaan heeft. De menschen, die sedert 1933 in Berlijn regeeren, zijn uit een hard materiaal ge maakt en weten zeer nauwkeurig wat zij willen en op welke momenten ze hun wil kunnen doorzetten. Dr. Otto Dietrich heeft gelijk: bij zulke menschen is voor den journalist aan sensa ties geen gebrek! Bondskanselier dr. Seyss Inqu&rt bondskanselier af. Van nu af is zijn titel rijksstadhouder voor het land Oosten rijk en in deze nieuwe functie heeft hij hedenmorgen zijn Führer, Adolf Hltler, op de Heldenplatz begroet met een korte toespraak, waarin hij Hitier schet ste als den voltooier van het Duitsche rijk. Hoewel Hitier reeds gisteravond in Wee nen was aangekomen en daar door de me nigte was begroet, had de officieele ont vangst pas hedenochtend plaats op de Hel denplatz, het groote plein van den vroegeren hofburcht. Daar waren nationaal-socialisti sche formaties, vereenigingen en delegaties van arbeiders en kantoorbedienden in groo ten getale samengestroomd en daar hadden reeds voor het aanbreken van den dag zich tallooze belangstellenden verzameld om ge tuige te zijn van een historisch oogenblik. Toen Hitier na een tocht door de straten op de Heldenplatz was aangekomen, werd hij door rijksstadhouder Seyss Inquart be groet met een toespraak, waarin hij de vol trekking van het wettige besluit, om Oos tenrijk bjj den Duitschen staat te voegen, mededeelde. Hij eindigde zijn korte rede met de woorden: Wij weten slechts één ding; Wij zeggen den Führer dank. Wij zeggen dank, den dank, die volkomen liefde en on voorwaardelijke trouw is. Mijn Führer, hoe de weg ook loopen zal, wij volgen! Heil, mijn Führer. Tijdens de toespraak van Seyss Inquart cirkelden vliegtuigen boven de ontzaggelijke menigte. Redevoering van Hitier. Na de toespraak van Seyss Inquart nam Hitier het woord voor een rede. O.m. zeide hij: Ik spreek uit naam van de millioenen menschen van dit wonderschoone Duitsche land, uit naam van Stiermarkers, van de Ne der- en Opperoostenrijkers, van de Karin- thiërs, van de Salzburgers, de Tirolers, en vooral uit naam van de stad Weenen, wan neer ik op dit oogenblik aan 68 millioen toe hoorenden en aan andere Duitsche volksge- nooten de verzekering geef: Dit land is Duitsch, het heeft zijn missie begrepen, het zal haar uitvoeren en het zal door niemand overtroffen worden in trouw aan de groot- Duitsche volksgemeenschap. Het zal thans echter onze taak zijn in ar beid, ijver, en gemeenschappelijk optreden schouder aan schouder de groote sociale, cultureele en economische taken tot een op lossing te brengen, vooral echter Oostenrijk steeds meer te ontwikkelen en op te bou wen tot een weerstandsburcht van de natio naal-socialistische opvatting en de natio naal-socialistische wilskracht. Ik kan deze oproep tot u echter niet sluiten zonder de mannen te gedenken, die het mij mogelijk gemaakt hebben den grooten ommekeer in zoo korten tijd met Gods hulp tot stand te brengen. Ik zeg den nationaal-socialistischen le den der regeering aan welker hoofd de nieuwe rijksstadhouder, Seyss Inquart, staat dank. Ik zeg den talloozen partij functionnarissen dank en ook nog al de genen van de ontelbare naamlooze idea listen, strijders van onze formaties, die in lange jaren van vervolging hebben bewezen, dat de Duitscher, onder druk gesteld, nog slechts harder wordt Deze jaren van den lijdenstijd hebben mij in mijn overtuiging van de waarde van den Duitsch-Oostenrij ker binnen het kader van onze groote volksgemeenschap nog slechts versterkt. In*kan derhalve op dit uur aan het Duit sche volk het grootste eindrapport van mijn leven uitbrengen. Als Führer en kanselier van de Duitsche natie en van het rijk meld ik voor de historie thans het toetreden van mijn Heimat tot het Duitsche rijk. Hitier besloot z«n rede met een „Sieg Heil" op Duitschland en zijn nieuwe onder deel, op de nationaal-socialistische partij en op de weermacht van het rijk. Volgens te Brussel ontvangen berichten zouden zich gisteravond te Eupen (in het voormalige Duitsch geied, dat aan 1918 aan België werd toegewezen) politieke inciden ten hebben voorgedaan. Leden van een zweefvliegclub hebben in de straten der stad betoogd ten gunste van den Anschluss. Even later zou een aantal andere jongelui door de stad zijn getrokken en Duitsche nationaal socialistische liederen gezongen hebben. Volgens de berichten heeft de politie terstond de betoogers uiteengedreven en vier vreemdelingen gearresteerd, wier identiteit nog niet bekend is. Den geheelen nacht hebben patrouilles gendarmes de stad doorkruist. Beroep der veroordeelden verworpen. - Het door Boecharin, Rykof, Jagoda en veertien anderen ingediende beroep is ver worpen. Deze zeventien veroordeelden zijn mogelijk gisternacht reeds terechtgesteld. Bevestigd is dit bericht echter nog niet. ,S~ Efn complot ontdekt. - Uit Amman ie) wordt «emeld, dat na de comnini'?8 Van de voor')ereMing van een reX?gen dC Veili«held v°n den staat neur van A* Va" T™nsj°rdan»ë den gouver neur van Amman heeft laten arresteeren. Tentoonstellingen. Dagelijks van 10—4 uur kunstzaal Boen dermaker te Bergen: tentoonstelling van teekeningen en aquarellen. Tot en met 21 Maart, eiken dag 3—6 en 79 (Zondags 111 en 36 uur), in Wico- studio tentoonstelling van schilderijen door J. C. Tiele. Bioscopen. Roxy-theater, 7.45 uur, tot en met Woens dag hoofdnummer Dracula's dochter (sens.) Toegang boven 18 jaar. Woensdagmiddag, half 3, matinee. Bioscoop Harmonie, 7.30 uur, tot en met Woensdag, hoofdnummer Monument eener groote liefde (avonturen, 2e deel van De Indische Graf tempel); hoofdrollen Fritsvan Dongen, Kitty Jantzen, Alexander Colling. Toegang boven 14 jaar. Woensdagmiddag, half 3, matinee. Victoria-theater, half acht, hoofdnummet De zanger van Hare Hoogheid (zangfilm), hoofdrollen Benjamino Gigli en Geraldine Katt. Toegang voor alle leeftijden. Woensdagmiddag, half 3, matinee. City-theater, 8 uur, Hoofdnummer Man nen zijn geen goden (rom.); hoofdrollen Miriam Hopkins, Gertrude Lawrence en Sebastian Shaw. Toegang boven 18 jaar. Woensdagmiddag, half 3, matinee. Dinsdag 15 Maart. 8 uur, bioscoopzaal Handelsschool, film avond A.V.O. 8 uur, de Unie, lezing met lichtbeelden door prof. Germain Bazin voor het Genoot schap NederlandFrankrijk. 8.15 uur, 't Gulden Vlies, opvoering van „De wijze kater", met Jan Musch. Woensdag 16 Maart. 8.15 uur, de Unie, rede met lichtbeelden van ds. Oldeman uit Santpoort voor afd. Alkmaar van Kerk en Vrede. Donderdag 17 Maart. 7.30 uur, Roxy-theater, filmavond Alkm. Tooneel- en Filmkring. De Poolsche minister van buitenland sche zaken, Beek, die zich na zijn offi cieel bezoek aan Rome naar het zuiden van Italië had begeven, om er eenige dagen rust te nemen, 'heeft zijn verblijf onderbroken. Hij zal onverwijld naar Warschau terugkeeren. Deze onverwachte terugkeer moet zonder twijfel worden toegeschreven aan den inter nationalen toestand. Welingelichte kringen te Warschau zetten uiteen, dat de minister van buitenlandsche zaken zijn verlof heeft onderbroken als ge volg van de spanning, welke zich sinds eeni ge dagen openbaart in de Pqolsch-Litnausche betrekkingen, na het grensincident, waarbij een Poolsche grensbewaker werd gedood. Te Warschau is het gerucht in omloop, dat Lithausche troepen aan de Poolsche grens geconcentreerd zouden zijn. Deze incidenten hebben een zekere opwin ding te weeg gebracht onder de bevolking van bet grensgebied van Wilna. Tijdens een Zondag in deze stad gegeven concert, dat voor de radio werd uitgezon den, werden plotseling tegen Lithauen ge richte kreten gehoord. Er werd geroepen: Wij willen opmarcheeren naar Lithauen. Wij willen MemeL Smigly Rydz zal ons Li thauen verschaffen. Zooals men weet zijn de diplomatieke be trekkingen tusschen Polen en Lithauen in 1920 verbroken en sindsdien niet hervat. Polen's geduld is beperkt. Het Poolsche agentschap Iskra schrijft, dat Kaunas uiet op een onbeperkt geduld van Polen moet rekenen, in verband met het in cident aan de grens tusschen Polen en Lithauen. Men moet niet denken, dat Polen niet in staat is de vraagstukken, welke zijn gerezen door het verdachte gedrag van Lithauen, te regelen. Zij, die zich de verde digers van den vrede noemen, behoorden pogingen te doen een middel te vinden tot vreedzame regeling van de verhoudingen, waarin de Poolsche minderheden in Lithauen leven en de Poolsch-Litbausche grens een Europeesch aanzien te geven. Polen kan niet dulden, dat op dertig kilometer van Wilna een toestand heerscht als in Patagonie. Men kan niet verwachten, dat Polen zijn minder heden aan de overzijde van de grens niet zal verdedigen. Lithauen ongerust. Het geloof, dat de buitenlandsche pers hecht aan de Poolsche lezing van het Poolsch-Lithausche grensincident en het be richt volgens hetwelk Beek niet in verband met de gebeurtenissen in Oostenrijk, doch als gevolg van dit incident naar Warschau teruggekeerd zou zijn, hebben te Kaunas groote beroering teweeggebracht. Tot nu toe zijn twee feiten vastgesteld: 1. Een Poolsche soldaat heeft de grens tus schen de beide landen overschreden en zeven maal op vluchtelingen geschoten, waarna ij ze 11 op Lithausch gebied werd doodge schoten. 2. De Poolsche autoriteiten hebben de Li thausche voorstellen, een gemengde com missie van onderzoek in te stellen, ontwe ken. Sommigen vergelijken de situatie reeds met die van Oostenrijk. ALKMAAR. GEBOREN: Adrianus Theodorus Joseph Maria, z. van Theodorus Anthonius Overtoofn en Eliss* beth Maria Hazes. Pieter Jan, z. van J®* cob Jan Kooger en Johanna yGertrud Prins. Antonius Albertus, z. vg„ Albertus Jo* hannes Hassing en Catharin^ Ketelaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 2