dagblad voor alkmaar en omstreken. Het geschil tusschen Litauen en Polen. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DfcR GEWONE ADVERTENTIES Van 15 regels f 1.25, elke regel meer f 0 25. groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en kerij v/h. HERMS COSTER ZOON. Voordam C 9, postgiro 37060 Telef 3320. redactie 33*0. No. 67 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Maandag 21 Maart 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang Een oude kwestie, die schijnbaar onoplosbaar was. Volkenbond leed échec. Litauen bukte voor geweld. Voldoening over de oplossing van het geschil. De algemeene toestand. Een rede van Chautemps. Een nieuw Japansch offensief in China. ALKMAARSCHE COURANT. De vorige week hebben wij bijna da gelijks gewag moeten maken van een ernstig geschil tusschen Polen en Li tauen. Zóó kritiek leek het, dat een oorlog op een gegeven oogenblik tot de mogelijkheden behoorde. Gelukkig is op tijd alles nog ten goede gekeerd en wanneer men de telegram men mag gelooven, kan er thans zelfs een tijd van vriendschap aanbreken! Na een bijna 20-jarige ruzie! De geschiedenis van de betrekkingen tus schen Polen en Litauen is een lange Ljj- denswegs, een aaneenschakeling van inci denten. De grondslag van het voorvaJ van de laatste dagen werd niet gelegd in 1938, maar bijna 20 jaar vroeger, in Septem ber 1920. Alle pogingen, welke sindsdien werden ondernomen om tusschen beide lan den tot een accoord te komen, zijn mislukt. Litauen heeft nimmer de grenslijn willen erkennen, welke door een conferentie tus schen dit land en Polen is vastgesteld. Het heeft steeds en onverminderd zijn aanspra ken op Wilna gehandhaafd. Beide landen onderhielden niet alleen geen diplomatieke betrekkingen, maar alle verkeer tusscher. hen was gestremd. Dit waren de omstandig heden, waaronder voor enkele dagen een in cident plaats vond en welke spoedig tot het verleden zullen behooren, nu Litauen het Poolsche ultimatum tot het herstellen van diplomatieke betrekkingen en van het ver keer heeft aanvaard. Grijpen wü nu nog eens terug naar een van de meest interessante perioden van de betrekkingen tusschen bei de landen, den tijd van September 1920 tot Maart 1921, toen de Volkenbond getracht heeft zich met het geschil te bemoeien. Op verzoek van Polen was de Volken bondsraad in September 1920 tusschen beide gekomen om een einde te maken aan de vijandelijkheden, welke tusschen Poolse!'.0 en Litausche troepen waren begonnen in de streek van Soewalki, aan de uiterste grens van Oost-Pruisen. Een militaire commissie, welke met spoed gezonden was, slaagde er in een wapenstilstand af te sluiten en een demarcatielijn tusschen beide partijen uit te stippelen. Maar op 8 October omtrokken Poolsche troepen onder leiding van gene raal Zeligowski het Oostelijke uiteinde van die lijn en maakten zich van Wilna meester, dat door Litauen was opgevorderd als zijn hoofdstad en waarvan het bezit door de Rus sische regeering was erkend in een verdrag, dat op 12 Juli 1920 te Moskou was getee- kend. Aanstonds protesteerde de commissie uit den Volkenbondsraad, welke belast was met het volgen van de kwestie in de perio den tusschen de zittingen. Van Poolsche zijde werd toen geantwoord, dat Zeligowski, die uit Wilna afkomstig was, spontaan en meegesleept door zijn vaderlandliefde was opgemarcheerd. De Poolsche regeering zei- de hem als rebel te beschouwen, maar hem niet te kunnen dwingen om terug te keeren zonder de nationale gevoelens geweld aan te doen. Al spoedig bemerkte men, dat in de weken welke op Zeligowski's intocht volg den het aantal tot zijn beschikking staande troepen voortdurend aangroeide. Op 8 Octo ber moet hij volgens onderzoekingen van de Volkenbondscommissie beschikt hebben over 20.000 man, een maand later waren het reeds 50 000 Volgens den Poolschen gedelegeer de' waren dit „vrijwilligers». Eenige jaren later aarzelde trouwens maarschalk Pn- soedski niet om aan buitenlandsche diploma ten te bekennen, dat hij zelf e or er gegeven om Wilna te bezetten en dat het hem moeite had gekost den Z-?_J te halen het offensief zonder schriftelijke in structies te beginnen. Echec van den Volkenbond. Toen begon de lijdensweg, welke tevens een van de grootste echecs van stelde bond zou beteekenen. Op 26 October stelde Hymans, die door den Raad als ™PP te was benoemd, vast, dat de eie p kennen hadden gegeven, het lot van W.lna en omgeving te willen bestemmen dooreen plebisciet onder het gezag van prnstjge bond. Deze verlangde een vrije en ernstige stemming, over een gebied, waarvan de raad de grenzen zou bepalen, terwij trok_ van Zeligowski moest worden kfNa een korte periode van overleg, op 8 November, accepteerden beide eg dit voorstel. Maar toen reeds kwa™e" eerste moeilijkheden. De Polen de stemming over een grooter ge ie breiden dan de Litauers, die ook Wilna zelf buiten de stemming te houden. Zoo was er ook verschil van meening over het tijdstip van de stemming. Maar e £r°° ste moeilijkheid leverde de ontruiming oo de troepen van Zeligowski, aan wiens rebel lie officieel werd vastgehouden en die deze wilde demobiliseeren en ter plaatse omzetten in een nationale militie, hetgeen onaan vaardbaar werd geacht. Het plan voor een stemming. Intusschen werd in Genève het plan voor een stemming uitgewerkt, een plan, dat ook voorzag in de schepping van een interna tionale politiemacht ter grootte van 1600 man ter bewaking van de verbindingswegen, een gedachte welke later bij het Saargebied werkelijkheid zou worden. Zoo scheen het, dat men op de hulp van beide staten kon rekenen. Weliswaar hadden de Polen wen- schen ten aanzien van den omvang van het gebied, waarbinnen de stemming moest worden gehouden, welke zij ook zoo spoedig mogelijk plaats wilden doen vinden. Ander zijds protesteerde ook Woldemaras op grond van het Litausch karakter van Wilna en om geving en wilde hij ook vastgelegd zien, dat de aanvaarding van de stemming niet de erkenning van de rechtmatigheid van de Poolsche wenschen insloot. Wij gaan aan al dit geharrewar voorbij om stil te staan bij een nieuwe element in den gang van zaken. Met name deed Rus land, destijds nog geen lid van den Volken bond, zijn stem hooren. De Russen beriepen zich op een verdrag van Litauen en deelden mede, dat de aanwezigheid van de vreemde troepen hoe klein ook in getal door hen als onvriendelijke daad en verdrags breuk zou worden beschouwd. De Russen, vreezende dat Litauen een uitgangspunt voor een nieuwen aanval zou worden, wenschteit, dat Polen en Litauen gezamen lijk en zonder vreemde inmenging de kwes tie zouden beslechten. Ondanks de zich opstapelende moeilijk heden wilde de Volkenbondsraad doorzet ten. Nieuwe vraagstukken werden opgewor pen, nu het noodig bleek, dat de politie macht vele maanden te Wilna moest blijven. Bovendien maakte Zwitserland op grond van zijn neutraliteit bezwaar tegen de door lating van deze troepen, zoodat ook de or ganisatie van hun reis al weinig vlot ver liep. Maar ook ter plaatse bleven de moeilijk heden groot. Allen druk ten spijt, vorderde de vermindering van het getal der troepen van Zeligcwski zeer langzaam. Men ging niet verder dan de algemeene demobilisatie, welke in dien tijd in Polen plaats vond. De commissie van den Raad constateerde, dat de gedemobiliseerden hun wapens mede namen. Ook kreeg men de dubbelzinnige houding van het leger van Zeligowski door, hetgeen een der met het onderzoek belaste officieren de opmerking ontlokte: „De troe pen van generaal Zeligowski zijn in de han den van den Poolschen generalen staf, als het gaat om een Russischen aanval. Maar als het er om gaat weerstand te bieden aan den Volkenbondsraad, zijn zij in handen van generaal Zeligowski". Aan de andere zijde schoot men al even weinig op. Een verzoek om den spoorweg tusschen Orany en Wilna te herstellen, om daarmede den Polen een argument voor de vertraging te ontnemen, werd niet ingewil ligd. Litauen voelde er niets voor den gene raal nieuwe avonturen nog te vergemakke lijken. Onderwijl deden Pilsoedski en Sapieha, destijds minister van binnenlandsche zaken, bij een bezoek aan Parijs groote toezeggin gen omtrent de terugtrekking van de troe pen en de regeling van het bestuur. Nochtans kon dit alles niet wegnemen, dat de moeilijkheden bleven en de partijen nog even ver van elkaar stonden als in het begin. In begin Maart besloot de Volkenbonds raad de resolutie betreffende de volkstem ming te begraven. Een eerlijke kans had het volgens velen niet gehad. Te veel hadden de regeeringen van de verschillende landen geweken voor feiten, waaraan wellicht een te groote beteeken is was toegekend. De ver tegenwoordigers van Frankrijk en Engeland- stelden aan de Polen en Litauers andere wegen voor om het geschil te beslechten. Waartoe het echter nooit gekomen is. 18 jaar zou de toestand even onbevredigend blijven als hij destijds was. Totdat daaraan dan nu, zij het op weinig smadelijke wijze, een einde is gekomen. Litauen wJ maken elders melding Het geschil tusschen Polen en van de oorzaak van het conflict en de geschiedenis daaraan verbonden is opgelost, zulks tot groote geruststel ling van gansch Europa. Officieel werd n.1. gemeld, dat de be treffende nota's Zaterdag om 12 uur werden uitgewisseld. De opwinding, welke de laatste dagen in Warschau heerschte, is verdwenen, be halve in zekere lagen der bevolking en in het bijzonder onder de jeugd. Zaterdag trokken stoeten jongelieden door de stad, waar zij betoogingen hielden en de ruiten van joodsche winkels en restaurants in sloegen. Een honderdtal personen werd door hen geslagen. Verscheidene arresta ties zijn verricht. Toen de rabbijn Schorr, die in verband met deze betoogingen stap pen bij de regeering had ondernomen, het ministerie van binnenlandsche zaken ver liet, werd hij door een groep jongelui ruw bejegend. „Litauen bukte voor geweld." In de Zaterdagmiddag gehouden buiten gewone vergadering van den Sejm heeft de waarnemende Litausche minister-pre sident, de minister van verkeer Stanisaus- kas, uit naam der regeering een verkla ring afgelegd. Na voorlezing van den tekst van het Poolsche ultimatum en het Pool sche ontwerp-antwoord beschreef Stani- sauskas het verloop van het grensincident en de stappen, die de Litausche regeering in verband hiermede ondernomen heeft. Hij verklaarde, dat de Litausche regeering in verband met den internationalen poli- tieken toestand het Poolsche ontwerp had aangenomen. Litauen bukte voor geweld. „Maar", zoo voegde hij er aan toe, „geweld staat niet gelijk met recht." Een motie, waarin de regeering vaststelt, dat zij gedwongen werd het ultimatum te aanvaarden, werd met algemeene stemmen goedgekeurd. Beek over de regeling met Litauen. De Poolsche minister van buitenlandsche zaken, Beek, heeft Zaterdag 200 buiten landsche journalisten ontvangen, die hij inlichtte over de regeling met Litauen. Beek verklaarde, dat Polen aan Litauen nooit onrecht heeft willen aandoen. Polen heeft zich in de bestaande omstandigheden laten inspireeren door de werkelijkheid. In de lange Poolsche grenzen was er één stuk, waar de toestand abnormaal was, hetgeen een bron van gevaar was. Het Litausche volk wil zijn eigen staat en de Poolsche regeering eerbiedigt dat recht. In het internationale leven kan er uit een voortdurend stilzwijgen geen goed voort komen. Dit stilzwijgen is verbroken, en de abnormale toestand is opgeheven. Langs diplomatieken weg, aldus Beek, zal onderhandeld worden over de regeling der nabuurbetrekkingen. Voldoening in het buitenland. Het feit, dat de Litausche regeering het ultimatum heeft aanvaard, is te Parijs met voldoening ontvangen. Men acht het inci dent hiermede gesloten. Niet uit het oog mag verloren worden de wijze waarop Polen in deze omstandigheden is opgetre den, en het valt niet te ontkennen, dat deze methoden te baat zijn genomen, na dat het gebruik hiervan Hitier in staat had gesteld de Anschluss te verwezenlijken. Hoewel in Engelsche diplomatieke krin gen de omstandigheden betreurd worden, waaronder de regeling van het geschil is geschie^J, is men niettemin verheugd, dat een nieuw en gevaarlijk incident geen ernstiger gevolgen heeft gehad. Terwijl men eenerzijds van meening is, dat Polen Alkmaar, 21 Maart. Vandaag is de lente begonnen. De Lente, het symbool van nieuw, jong leven; de Lente die hoopvol moet stemmen, de Lente, die ons een harden winter moet doen vergeten. Een nieuwe Lente is gekomen, een nieuw tijdperk is ingetreden, al het oude heeft af gedaan. En als wij op den eersten Lentedag ons dagelijksch verhaal moeten schrijven over de buitenlandsche geschiedenis, dan vragen wij ons af: zal er na de stormen, r.a het on weer in de vorige periode nu werkelijk ook een nieuw en gelukkig leven aanbreken voor Europa, voor gansch de wereld? Wij weten het niet, maar wij betwijfelen het. Wel is er op het oogenblik een soort pauze ingetreden na al de groote onrust der laatste veertien dagen, maar het is de groote vraag, cf die pauze lang zsl duren en of het een werkelijke pauze is. Want er zijn nog vele problemen niet op gelost geworden: Hitier vergat in zijn rijks dagrede mededeelingen te doen over de Duitsche minderheid in Tsjecho-Slowakiie en in andere landen; Hitier vergat ook de Spaansche kwestie aan te roeren; Hitier ver gat tenslotte te vertellen, wat de Duitsche geheime raad behandeld heeft. En tóch moeten al deze kwesties in de naaste toekomst opgelost worden. Is er wel werkelijk rust op ons wereld deel? Is er wel werkelijk een pauze inge treden? Men zou het bijna gelooven, als men leest, hoe Italië en Engeland confereeren en daar bij hopen op een algeheele toenadering. Maar hoe betrouwbaar zal die eventueele toenadering tusschen Londen en Rome zijn? Eerlijk gezegd, wij verwachten er niet veel van, temeer niet, waar een publieke opinie in Engeland verre van Italiaansch-gezind is. Die publieke opinie vraagt om een Eden, omdat zij de heen- en weer-slingerende poli tiek der huidige regeering niet meer wenscht. En Chamberlain weet dat drommels goed en verdedigt zich, waar hij kon. Zoo heeft hij zich Vrijdagavond nog verdedigd op een noenmaal van parlementaire verslaggevers, bij welke gelegenheid hij een rede gehouden heeft. Blijkbaar zinspelende op Eden in 't algemeen op de jongeren, waarnaar het En gelsche volk vraagt haalde de premier een Chineesch spreekwoord aan, dat zegt, dat een oude kameel de lasten kan dragen van vele jonge ezels. Dat is geen vleiende vergelijking voor de jongeren, zelfs niet, toen Chamberlain het duidelijker zeide: dat de jongeren minder goed weten, hoe wijs de ouderen kunnen zijn, dan de ouderen weten, hoe heetgeba kerd de jongeren kunnen zijn. Lord de la Warr is misschien een van die jonge ezels. Hij heeft n.L op een vergade ring van politieke medestanders zeer scherp de politiek der dictators becritiseerd, veel en veel scherper dan Chamberlain dit ooit heeft gedaan. Lord de la Warr vond bijvoor beeld onderhandelen met Duitschland geen practische politiek meer, omdat alle men- schelijke wetten geschonden en vertrapt waren geworden door de ijzeren hakken van een regiem, dat geen ander argument kent dan dat v?n geweld. Een dergelijke uitspraak, gedaan door een lid van het kabinet en dat is lord de la Warr kan den premier niet welgevallig zijn. Maar zij verraadt de weinige eensge zindheid, die er in het Britsche kabinet heerscht. Wat de jongste belangwekkende feiten betreft, de Tsjechische regeeringscoalitie breidde zich volgens een Havas-bericht steeds meer naar rechts uit. Bij decreet van den president der republiek en van den premier is n.1. de afgevaardigde Jezek, vertegenwoor diger van de nationaal-democraten, in het kabinet als minister van staat opgenomen. Deze partij telt 13 leden en is uiterst rechts georiënteerd. Zij was in de oppositie sinds de breuk van Kramarsj met Benesj en Ma- saryk, een breuk, welke kort na 1918 ont stond. De intrede van de nationaal-democraten in de regeering beteekent een eerste stap naar de vorming van een Tsjechische een heid, waarvoor de huidige minister-presi dent, Milan Hodza, veel voelt. Het is intusschen niet onwaarschijnlijk, dat Duitschland achter de schermen in deze ook een belangrijke rol speelt. Verder mogen wij de krijgsverrichtingen in Spanje met meer dan gewone aandacht volgen. De moorddadige bombardementen op Barcelone doen het groote offensief van Franco in Aragon al weer bijna vergeten, maar toch is dit laatste een zeer belangwek kende fase in den strijd. Op 8 Maart werd met een overrompelenden aanval begonnen. Het front der regeerings- troepen tusschen Saragossa en Teruel werd direct over een lengte van 90 K.M. doorbro ken. Door het bijna algeheele ontbreken van tegenstand konden de rechtschen zoover in een week oprukken dat ze nog slechts 30 K.M. van de Catalaansche grens verwijderd waren en ongeveer 100 K.M. van de Middel- landsche Zeekust. Drie colonnes, welke eerst gescheiden oprukten, vereenigden zich op 13 Maart. Het rechtsche front drong nu wig vormig in het regeeringsgebied in. Eerst bil het stadje Caspe begonnen de republikeinen eenigen weerstand te bieden. Niettemin werd deze plaats toch door Franco's troepen veroverd. Sindsdien zijn deze slechts weinig verder gekomen. In totaal hadden ze toen 93 plaatsen en ruim 100 gehuchten veroverd. Caspe met 17.000 en Alcaniz met 10.000 in woners zijn hieronder de belangrijkste. De totale bevolking van het gebied dat werd be zet bedraagt 160.000 zielen. Over een opper vlakte van 6000 vierkante K.M. zijn de rechtschen gemiddeld 90 K.M. opgemar cheerd. Verder schijnen er ongeveer 10.000 man gevangen genomen te zijn. Ook economisch heeft het veroverde ge bied beteekenis, aangezien zich hier de ko lenmijnen van Utrillas en fabrieken tot het verwerken van landbouwproducten bevin den. Het offensief schijnt thans tot staan te zijn gebracht, zoodat nog steeds geen uitzicht be staat op een spoedig einde van den langduri- gen burgerkrijg, die als 't ware een Euro- peesche oorlog in 't klein is. had kunnen voorkomen over te gaap tot een optreden met een ultimatum dat tegenwoordig maar al te zeer gebruikelijk is, verliest men anderzijds niet uit het oog, dat de Litausche regeering sedert ver scheidene jaren zich op al te hardnekkige wijze afkeering had getoond van een hervatting der normale betrekkingen met Warschau. De regeling van het incident is in Duit sche politieke kringen met voldoening be groet. Men verklaart, dat het Duitsche rijk weliswaar niet rechtstreeks bij de zaak betrokken was, maar niettemin prijst men zich gelukkig, in het belang van den vrede, dat een gevaarlijke conflictstof zoo snel kon worden terzijde gelegd. In deze kringen wordt opnieuw gewezen op de langzame methode der collec'ieve veilig heid en de snelle wijze waarop moeilijk heden kunnen worden opgelost door mid del van rechtstreeksche onderhandelingen. Een Russische persstem. Met betrekking tot de omstandigheid, dat ittauen het Poolsche ultimatum heeft aangenomen schrijft de Prawda o.m.: het gj.at niet om de instelling van diplomatie ke berekeningen tusschen Litauen en Polen, maar om de methoden en middelen, met behulp waarvan Polen met geweld, met het dreigement van militaire bezetting Litauen diplomatieke betrekkingen op- drongt. Met dergelijke klaarblijkelijke „Hitleriaansche" methoden dringt de heer Beek aan Litauen betrekkingen van „goe- het Duitsche fascisme, dat met de hulp van de nabuurschap" op door navolging van banjonetten de onafhankelijkheid van Oostenrijk vernietigde. Litauen heeft toe gegeven, maar daarmede is de kwestie van verdere plannen der Poolsche aanvallers geenszins uit de wereld. Het blijkt, dat Beek geenszins heeft afgezien van de uit voering der Berlijnsche plannen, die nog steeds de bedreiging Oost-Europa in brand te steken, in zich sluiten. Hij rechtvaardigt zijn aftreden. De Fransche minister van staat Chautemps heeft gister te Blois een redevoering gehou den, waarin hij o.a. zeide: „De meest fan tastische geruchten zijn in omloop geweest over den oorsprong van de jongste kabi netscrisis. Men beweerde, dat ik, wetende dat een Hitler-putsch in Oostenrijk voor de deur stond, afstand heb gedaan van de macht om de zware verantwoordelijkheden te ontgaan. Een dergelijke veronderstelling is belee- digend en in strijd met onweerlegbare fei ten. Ik heb niets geweten van een beslis sing van bondskanselier Schuschnigg aleer deze openbaar werd gemaakt. Wel verre van mij te dwingen mij terug te trekken, zouden deze buitenlandsche gebeurtenissen, indien ik ze had gekend, mij er juist toe hebben gebracht op mijn post te blijven. Ik zou dan de financieele ongerustheid, die mij toen zooveel zorgen baarde, op het tweede plan hebben geplaatst. Ik trad af, omdat een fractie, welke ik noodig had voor de meerderheid, mij haar medewerking wei gerde". Chautemps betreurde, dat men nog niet de noodzakelijkheid heeft begrepen het werk van het financieele herstel voort te te zetten en hij besloot met een beroep op alle partijen, opdat de samenstelling van een regeering van nationale eenheid moge lijk worde. Aan het Tientsin-Poekau-front is het tot een nieuwen grooten slag gekomen. De Japansche troepen willen Hsoetsjaufoe be reiken. Aan beide zijden strijden minstens 15.000 man, terwijl voortdurend verster kingen aankomen. De Chineesche troepen bieden krachtigen tegenstand. ?jj beschik ken over tanks en zwaar geschut. Uit het feit, dat de Japanneezen toegeven de laatste 24 uur slechts zeven kilometer te zijn ge vorderd, schijnt men te mogen opmaken, dat de Chineezen in staat zijn voor het oogenblik stand te houden. Japanneezen bombardeeren Duitsche missie. Te Lingyi gevestigde Duitsche missie heeft de Duitsche ambassade te Hankau telegrafisch doen weten, dat zij op 19 Maart in den loop van den morgen door Japansche vliegtuigen is gebombardeerd. De neerge worpen bommen vernielden de kerk en de omliggende gebouwen. Men telt vier doo- den Chineezen en dertien gewonden. De slachtoffers bevonden zich binnen de om heining der missie. In het aan de ambassade gerichte telegram wordt de nadruk gelegd op het feit, dat de Duitsche kleuren op alle daken waren aangebracht op de meest op vallende wijze en dat, toen de apansc toestellen hun bommen neerwierpen het zicht voortreffelijk was.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1