België weerstaat het Oranje-team
Onze verdediging voorkomt nederlaag.
DE STORM SPELBREKER.
1
TWEEDE HELFT.
HOLLAND VEROVERT
BELGIE.
EEN VREEDZAME „ANSCHLUSS".
Valsche plaatskaarten te
Antwerpen.
Spelers onder de loupe.
DERDE BLAD.
ALRMAARSCHE COURANT VAN MAANDAG 4 APRIL 1938.
SPORT EN WEDSTRIJDEN
Na een wedstrijd, welke vol spanning
was, doch overigens weinig grootsche
spelmomenten heeft opgeleverd, is Bel
gië er in geslaagd door een gelijk spel
zich te revancheeren voor de zware
72-nederlaag, welke vijf weken gele-
den te Rotterdam tegen het Nederlandsch
elftal werd geleden. Met het resultaat
van deze 60ste landenontmoeting tegen
de Belgen hierbij zijn de officieuze
wedstrijden inbegrepen mag het
Oranjeteam dubbel en dwars tevreden
zijn, want in alle opzichten hebben onze
tegenstanders beter voetbal gespeeld.
Deze wedstrijd werd, wij geven het on
middellijk toe, in abnormale weersomstan
digheden gespeeld. Er stond een storm over
de lengte van het veld, welke veel afbreuk
aan het spel deed. Enkele zware hagelbuien
ontlastten zich tijdens den wedstrijd boven
Deurne, met het gevolg, dat bal en veld zeer
glad werden en de controle over het leder
nog moeilijker werd.
Niettemin zijn wij er van overtuigd, dat
dit Belgische elftal ook in meer normale
omstandigheden beter en sterker spel zou
hebben laten zien dan het Nederlandsche.
Niet dat de ploeg van onze tegenstanders
zulk schitterend voetbal speelde, maar in het
Nederlandsch elftal waren veel zwakke
plekken, welke toch moeilijk aan de slechte
weersomstandigheden kunnen worden toege
schreven.
De Belgen bevonden zich in eigt.. milieu,
en waren vastbesloten revanche te nemen
voor de ondragelijke nederlaag van Rotter
dam. De Belgen speelden met overtuiging
en een geestdrift, welke herinnerde aan het
ouderwetsche vuur der Roode duivels-ploe-
gen. Tenslotte mag men ook het premiestel
sel bij een zege kregen de spelers 1000
francs, bij een gelijk spel en een nederlaag
veel minder niet vergeten, waardoor er
iets verbetens in hun spel lag, dat hun een
voorsprong op onze landgenooten gaf.
De Belgische ploeg vormde voorts een
beter geheel, de spelers pasten zich beter aan
de moeilijke omstandigheden aan dan onze
landgenooten. Ondanks het feit, dat België
voor de rust tegen den storm inspeelde, zijn
zij talrijke malen gevaarlijk voor het doel
van v. Male gekomen, terwijl in de tweede
helft doelman Badjou slechts sporadisch be
hoefde in te grijpen. Over het algemeen zijn
de Belgen dus meer in den aanval geweest
en ongetwijfeld is het Nederlandsche doel op
verscheidene momenten slechts op het nip
pertje aan een doorboring ontsnapt.
Het klopte niet bij Oranje.
In het Nederlandsch elftal vielen ver
scheidene zwakke punten aan te wijzen.
Vooral de homogeniteit was zoek, het klopte
niet tusschen achterhoede en middenlinie.
Er ontbrak een midvoor, die behoorlijk het
spel verdeelde, Smit bereikte zijn internatio
nalen vorm nauwelijks, in de middenlinie
werd van Heel herhaaldelijk gepasseerd,
kan Paauwe slechts langzaam in zijn spel
komen, deed Anderiessen verdedigend ver
dienstelijk werk, doch faalden waar het zijn
voedende taak betrof. Het klopte inderdaad
niet in ons eltfaL Het linker gedeelte van de
ploeg was daar een merkwaardig voorbeeld
van. De samenwerking tusschen Caldenhove
en van Heel liet veel te wenschen over. Her
haaldelijk werd van Heel door den Belgi
schen rechtervleugel gepasseerd en dezen
middag is toch wel duidelijk gebleken, dat
ook zijn routine hem niet meer over zijn te
kort aan snelheid en uithoudingsvermogen
heen helpt. Zelfs zijn plaatsen was menig
maal bepaald slordig. Door het matige spel
van van Heel moest Caldenhoven herhaalde-
delijk bijspringen, de Amsterdammer werd
te veel uit zijn gewone spel gehaald, waarbij
bleek, dat hij zijn vorm van het vorige sei
zoen toch geenszins heeft kunnen benade
ren.
Heeft men opgelet, dat Mijnders slechts
zeer weinig ballen van van Heel kreeg aan
gegeven? Smit zwierf als van ouds overal,
maar zijn ouden vorm kon hij niet te pakken
krijgen. Hij zwierf te veel, waardoor het ver
band uit elkaar gerukt werd en het spel on
zer ploeg, mede daardoor, een rommeligen
indruk maakte.
Hij verviel voorts in de fout, te weinig zijn
werkelijke plaats, als linksbinnen, te hou
den, waardoor alweer Mijnders te weinig
steun ondervond.
Dat België niet gewonnen heeft, is in de
eerste plaats te danken aan van Male, die
zijn doel op prachtige wijze verdedigd heeft
het eene foutje, waardoor de gelijkmaker
ontstond, zij hem gaarne vergeven en aan
Weber, die een stoer en betrouwbaar par
tijtje voetbal weggaf, waarvoor de tegen
stander ontzag had.
Nederland heeft het voortornooi ge
wonnen. Door beter doelgemiddelde ein
digt ons land op de eerste plaats voor
België met Luxemburg als derde. Men
zal echter goed doen niet al te hooge
verwachtingen te koesteren omtrent de
ontmoeting tegen de Tsjechen.
De wedstrijd.
Een harde gure wind woei in de morgen
uren van dezen eersten Zondag in April
door de straten van de Scheldestad. Uur na
uur wakkerde de wind aan en toen wij ons
omstreeks 12 uur naar het stadion van de
Antwerp F.C. begaven stond er een storm,
welke het verblijf buiten en in het stadion
verre van aangenaam maakte. Tijdens den
jeugdwedstrijd tusschen België en Nederland
bleef het droog en scheen de zon een enkele
maal tusschen de wolken door, maar naar
mate het aanvangsuur van de „echte" ont
moeting naderde, ging het er steeds drei
gender uitzien. Geleidelijk was het stadion
volgeloopen en tegen drie uur was ei geen
plaatsje meer onbezet. De „Tweka" uit
Geldrop en een Antwerpsch muziekcorps
hadden voor vroolijke wijsjes gezorgd, maar
op het beslissende moment faalden beiden
volkomen. Even voor drie uur kwamen van
Heel en zijn mannen het veld op, zij stelden
zich voor de officieele tribune op, wachtend
op het volkslied. Doch de muziekcorpsen
zwegen hardnekkig. De 20.000 landgenooten,
die oudergewoonte de reis naar Antwerpen
hadden meegemaakt, zetten zelf het Wilhel
mus in en nimmer klqpk deze samenzang
schooner dan ditmaal. De laatste strophen
waren nauwelijks beëindigd, of de Belgen
stelden zich voor, begroet met de Braban-
5onne van het muziekcorps. Wij vernamen,
dat dit volkslied-„incident" geheel aan een
misverstand te wijten was, de organisatie
bleek overigens ook nu niet te kloppen. Tij
dens den wedstrijd drongen enkele honder
den toeschouwers, die wel van een plaatsbe
wijs waren voorzien, doch niet meer op de
tribunes konden komen, door het politiecor-
don heen en slechts met de grootste moeite
slaagden politieruiters en de overige man
schappen er in de orde te herstellen.
Van Heel had den opgooi gewonnen, zoo
dat Isenborghs kon aftrappen, tegen den
storm in.
Van Spaandonck loste het eerste schot,
doch de lage bal werd gemakkelijk door
Badjou gekeerd. De Belgen antwoordden
met enkele goed opgezette aanvallen, waar
bij Braine een vrijen schop kreeg te nemen,
welke evenwel geen resultaat opleverde. Ge
steund door den wind, nam het Oranje-elftal
vrij spoedig het initiatief over en wij noteer
den een kogel van den voet van Mijnders,
zoo hard, dat Badjou het schot wel kon
stoppen, doch den bal onmogelijk in de han
den kon houden. De gevaarlijke situatie werd
echter bezworen door Paverick. De Holland-
sche voorhoede kwam terug en forceerde
een hoekschop, de eerste, welke nog door
talrijke zou worden gevolgd. Door den wind
was het zeer moeilijk den bal goed voor te
plaatsen en het was volkomen verklaarbaar,
dat de tweede hoekschop op het Belgische
doel, door Mijnders genomen, op een geheel
andere plaats terecht kwam; dan bedoeld
was. Braine was na een botsing met Ande-
riesen, even onklaar geraakt, doch het duur
de slechts een korten tijd of hij speelde
weer mee. In het veld domineerde Holland
nu sterk en een lastig schot van Smit gaf
Badjou meer moeite, dan hij gedacht had.
De hoekschop, door Wels genomen, ging ach
ter. Op dit moment had de door ons reeds
vermelde „publiek doorbraak" plaats, waar
door de aandacht van het publiek even werd
afgeleid. In het veld stoorde men zich, zoo
als te begrijpen viel, niet aan dit incident en
het was Buyle, die het voorbeeld van het pu
bliek volgde en eveneens een doorbraak op
touw zette. Zijn schot ging enkele meters
naast. Dat het Nederlandsch elftal in het
eerste kwartier meer in den aanval was,
kwam geenszins door voortreffelijk spel,
maar was uitsluitend te danken aan het
windvoordeel, waardoor de Belgische verde
digers de grootste moeite hadden den bal
weg te werken. Na een kwartier werd op
het Belgische doel reeds de vierde hoek
schop genomen, doch ook hieruit werd de
score niet geopend. In ,het Nederlandsch
elftal klopte het nog steeds niet. Het verband
tusschen de linies was zoek, Paauwe had
veel tijd noodig om zijn vorm te vinden, An
deriessen zwoegde hard, doch zijn arbeid
had weinig nuttig effect, van Heel was er
totaal uit, gaf slechts sporadisch een bal
goed af, terwijl hij de grootste moeite had
den vleugel van de Wouwer-Voorhoof in
bedwang te houden.
In den aanval vlotte het ook al niet. Smit
zwierf veel, doch ondervond weinig steun
van Vente en van Spaandonck, van wie voor
al de eerste een zwakken indruk maakte.
Het overwicht van Nederland was inmid
dels verdwenen, doch eerst nu bleek, hoe
moeilijk het voor onze tegenstanders was
tegen den storm op te tornen. Dat men het
met kort spel probeerde, was volkomen be
grijpelijk, maar het werd voorshands nog te
onzuiver uitgevoerd om bij onze achterhoede
waarin Weber er direct uitstekend in was,
succes te hebben. De momenten, waarop aan
beide zijden werkelijk goed spel te zien
werd gegeven, waren zeldzaam. Werkelijk
fraai was de combinatie tusschen Smit en
Wels, toen de Haarlemmer den rechtsbuiten
in de gelegenheid stelde een scherpen voor
zet te geven. Mijnders, actief als altijd, liep
in, Badjou kwam uit zijn doel, de D.F.C.'er
was er iets eerder bij, doch door den harden
wind kon hij het leder niet in zijn macht
krijgen met het gevolg, dat de bal uitging.
Na ruim 20 minuten bracht de linkervleu
gel der Belgen goed op en Weber kon slechts
redding brengen door den bal tot hoekschop
te verwerken. Deze hoekschop, door Buyle
genomen, kwam.... op de Belgische helft
terecht Van een veldmeerderheid van het
Oranjeteam was geen sprake meer, integen
deel, de Belgische middenlinie waagde zich
wat meer naar voren en steunde haar voor
hoede goed. Caldenhove en Weber moesten
in de toen volgende periode herhaalde ma
len energiek ingrijpen, ook al, omdat onze
middenlinie nog steeds niet haar normalen
vorm kon vinden en Paauwe zoowel als van
Heel, talrijke malen met kort spel gepas-
seerd werden. Bij onze tegenstanders ont
brak het goede schot zoodat van Male voor-
loopig geen al te moeilijk werk kreeg. Vente
kogelde een voorzet van Wels over de lat,
maar er dreigde onmiddellijk aan den an
deren kant gevaar, toen onze beide backs el
kaar niet bij het wegwerken begrepen en
Voorhoof den bal vlak voor doel in vrije po
sitie kreeg toegespeeld. Hij was er zelf door
verrast en wist deze kans niet te benutten.
De Belgen kwamen echter terug en aan
Buyle werd een nieuwe kans geboden, welke
deze echter wederom niet benutte. Braine
deed het beter, kort na elkaar schoot hij
tweemaal op doel en van Male kon slechts
redden door den bal tot hoekschop te stom
pen. De strijd was nu volkomen open, het
spel golfde op en neer en er heerschte bin
nen en buiten de lijnen die echte Holland
België-sfeer, waarbij ieder oogenblik de
meest verrassende situaties en wendingen
zich kunnen voordoen. Tien minuten voor de
rust werd voor de vijfde maal een corner op
het Belgische doel genomen en hoewel deze
geen resultaat opleverde, vormde dit spel
moment de inleiding voor het Nederlandsche
doelpunt.
Nederland neemt de leiding.
De corner werd weggewerkt, doch de
Oranjehemden kwamen met kort samen
spel terug. Vente plaatste met een kop
bal naar van Spaandonck, die met twee
Belgen op de hielen even doorliep en
vervolgens een schot loste, dat via de
paal in het Belgische doel belandde. Ne
derland leidde na 38 minuten.
Waarschijnlijk werd Badjou door de klu
wen spelers, die voor hem stonden, het uit
zicht belemmerd. Dit doelpunt is dan ook op
vrij gelukkige wijze tot stand gekomen.
De Belgen antwoordden met 'n serie aan
vallen welke het ergste deden vreezen. Een
kopbal van Buyle kwam bij Isenborghs te
recht. Van Male viel, een tweetal meters
voor doel staande, over den bal heen, maar
uit de doelworsteling, die hierna ontstond,
wisten de Belgen niet te scoren. België was
nu beslist sterker. Tweemaal schoot Braine
zuiver in, als door een wonder keerde van
Male de kogels van den Belg. De kamp was
opwindend zonder dat het peil evenwel een
moment tot groote hoogte steeg. Nog enkele
benauwde oogenblikken voor het Holland-
sche doel volgden en toen brak de rust aan.
Tijdens de rust en gedurende het grootste
gedeelte van de tweede helft, vielen er
zware hagelbuien, waardoor aan de techni
sche capaciteiten der spelers nog hoogere
eischen werden gesteld. België was onmid
dellijk sterk in de meerderheid. Enkele cor
ners op het Hollandsche doel waren het re
sultaat van hard werken der Roode duivels.
Holland beperkte zich tot enkele uitvallen,
waarbij ook aan dien kant een hoekschop
toegekend werd. Even leek het of Holland
zich aan den druk ontworsteld had, want
opnieuw mocht Wels een corner nemen. De
kleine rechtsbuiten zette den bal verrader
lijk voor doel, waar Mijnders misleid door
den wind het leder verkeerd beoordeelde
en naast schoot. Vrij plotseling kwam in deze
periode de gelijkmaker.
De gelijkmaker.
Op een ver naar voren gespeelde bal
liepen Caldenhove en van Male tegelijk
toe, beide landgenooten aarzelden even,
Isenberghs kopte en over hun hoofden
vloog de bal in het Nederlandsche doel,
1—1.
Er waren toen twintig minuten gespeeld
en het begon er donker voor het Oranje-elf
tal uit te zien. Zou de verdediging stand
kunnen houden tegen de aanvallen der Bel
gen?
Aangemoedigd door dit succes zetten de
Belgen een serie aanvallen op, welke het
ergste deden vreezen.
Razend snel ging de bal van voet tot voet,
herhaaldelijk werd van Heel gepasseerd en
kon Caldenhove maar half het gat in dit ge
deelte van de ploeg vullen. Braine schoot
(Van onzen correspondent}.
Antwerpen, Zaterdag 2 ApriL
Een dag in het jaar wordt ons land
van de zijn toekomende plaats op de
wereldkaart verschoven en verschijnt
in gecomprimeerden vorm te Antwer
pen.
Een dag in het jaar bestaat er geen
Antwerpen meer dat België toebehoort.
Die dagen vallen samen en dat heeft
vandaag plaats gevonden.
De Hollandsche horden zijn gearri
veerd, de speciale treinen met speciale
tarieven en met zéér speciale passagiers
zijn binnengerold, auto's zijn aange
reden, de Nederlanders zijn gearriveerd
en de Keizerlei kan er amper meer van
meepraten.
Een Nederlander in eigen land is wellicht
de meest vredelievende mensch ter wereld,
maar de landgenoot met een plaatsbiljet
voor den voetbalstrijd BelgiëNederland in
zijn zak vertoont eigenschappen van den
duivel. Geen Hollander verraadt meer zijn
liefde voor het oude vaderland dan op den
historischen dag waarop het bekende bruine
monster te Deurne rolt. Mocht ooit ons land
ten strijde geroepen worden, geeft den sol
daat in plaats van een vrij vervoertje naar
de plaats van zijn bestemming een plaatsje
voor den voetbalwedstrijd „elftal vijandelijk
landNederland" hij zal onoverwin
lijk blijken te zijn.
En de Keizerlei steunt en kreunt onder
de dreunende stap van het Hollandsche
legioen dat uit duizenden bestaat. In den
laten avond neemt het dreunen al en stijgt
de onzekerheid
Geen cafeeke of estaminet op en rondom
dè voetbalboulevard ter wereld en men
spreekt Hollandsche in verscheidene tong
vallen zoowel letterlijk als figuurlijk.
Geen terras of het rood-wit-blauwe vlaggetje
wappert in den feilen wind naast een glas
schuimend Lamboek en geen Hollander of
hij houdt er den (voetbal) moed in. Zouden
we bovendien nog treuren zoolang Van Male
in het doel staat. De Rotterdamsche 72
uitslag roezemoest door Antwerpen.
De overmoedige vaderlander viert die
nationale gebeuren nog eens in den
Anvers dunnetjes over in het cafeeke dat
„De Zoete Droom" heet, maar verder Hol-
landsch is.
De pessimist staat, zit of hangt naast
hoog in doel, doch van Male was op zijn post
en stopte den bal keurig. Vente moest zich,
toen hij wat hardhandig door Petit van den
bal was afgezet, even buiten de lijnen laten
verzorgen.
Het offensief der Belgen duurde voort. Het
weer werd steeds slechter, zware hagelbuien
joegen over het veld en behoorlijk voetbal
was in die periode niet mogelijk.
Na 25 minuten loste Braine een prachtig
schot maar van Male wierp zich in zijn volle
lengte in den hoek en wist het schot corner
te verwerken. Een prachtige safe.
Onze verdediging wist, ondanks den gewel
digen druk, goed stand te houden, vaarbij
vooral Weber prachtig werk verrichtte.
Een kwartier voor het einde kwam de
Oranje-voorhoede wat meer in actie, doch
het samenspel was te onsamenhangend om
tegen de Belgische verdediging, waarin Petit
op een uitstekend debuut kan terugzien, suc
ces te hebben. In de laatste minuten noteer
den wij nog enkele corners op het Neder
landsche doel. Zeer gevaarlijk zweefde de
bal telkenmale voor van Male, doch het ge
luk was ook wel met ons en toen scheids
rechter Jewell het einde aankondigde, had
Nederland een gelijk spel uit het vuur ge
sleept.
hem in 't zelfde estaminetje en biert zich
een weinige courage in.
„Ende despereert niet", zei eens de
groote Jan Pieterszoon en hij sprak woor
den die hun beteekenis voor het nageslacht
niet verloren hebben. En ditmaal was er in
d'n Belgique wat groots te doen.
De nacht daalt, de uren verstrijken en
het oogenblik nadert dat Nederlandsche en
Belgische Leeuwen hun spreekwoordelijk
geworden klauwcapaciteiten hebben te be
wijzen. Tot dusverre is Nederland op het
feestslagveld oppermachtig geweest.
Zondag 3 April.
De strijd is gestreden! Een gelijk spel is
behaald in twee stormen. Een van het weer,
de ander van toejuichingen. Gasten en gast*
heeren hebben in hoffelijkheid voor elkan
ders niet willen onder doen en wederzijds
heeft men elkaar het heiligdom, dat Doel
heet, aangeboden. Het Nederlandsche legioen
is er een maal stapelgek geworden, de Bel
gen maakten wat dat betrof, na de rust ge
lijk. Voorts hebben beide partijen eenige
malen half-mal kunnen worden van verdriet
over het niet benutten van gul aangeboden
gelegenheden tot vermeerdering van inter
nationaal voetbalaanzien.
Het stadion is volgestroomd het sta
dion is weer leeggestroomd en de Keizerlei
puilt thans weer uit. Het Hollandsche hart
slaat weer rustig. Geen overwinning maar
ook geen nederlaag. Het Belgische hart
klopt voldaan. D'n Hollander zegevierde
niet, zulle.
Der beide naties' harten zijn dus gerust.
Gerust is ook het hart van den Antwerp
sch en slokjesbaas. Een overwinning van het
Belgische team zou een nederlaag voor zijn
portemonnaie beteekend hebben door de
Hollandsche exodus die met groote zeker
heid onmiddellijk gevolgd zou zijn. Thans
kan de legionnair zich met waardigheid in
de sinjorenstad bewegen zonder smaad
woorden naar het hoofd geslingerd te krij
gen waartegen hij overigens doorgaans
„handig" tegen opgewassen is.
Want een Nederlander bij dezen befaam-
den wedstrijd is een baarlijke duivel.
Een dag hebben twee landen op de kop
gestaan.
Morgen is Nederland weer terug op de
oude atlas' plek, is Antwerpen weer terug
gegeven aan België.
Is het legioen weer een braaf huisvader
dat nergens meer aan terug zal (of wil?)
terugdenken. Al het leed geleden om en door
een bruin lederen voorwerp zal spoedig
voorbij rijn- Hoofdpijn en schorre kelen,
beiden gekregen op de Keizerlei en in het
stadion, zullen opgeborgen worden tot het
volgend jaar. In een heel apart, geheim
kastje waarvan alleen de legionnair het
sleuteltje bezit.
Dit jaar waren het ongeveer 20.000 sleu
teltjes.
In de voorhoede was Braine weer de
man niet alleen, dat hij het spel prachtig
verdeelde, maar hij ontpopte zich ook als de
eenige schutter in den Belgischen aanvaL
Isenborghs heeft zeker niet op de midvoor-
plaats gefaald, doch spelers met dergelijke
capaciteiten heeft België meer. De vleugel
van de WouwerVoorhoof had het tegen
van Heel niet al te moeilijk en vooral van
de Wouwer viel op, toen hij eenmaal inge
speeld was, door zijn goede voorzetten.
Voorhoof is zijn goede schot, waar over hij
enkele jaren geleden beschikt, volkomen
kwijt. Buyle heeft enkele prachtige kansen
gemist, doch speelde zeker niet onver
dienstelijk.
Scheidsrechter Jewell leidde den wed
strijd op rustige en correcte wijze.
De politie te Antwerpen heeft ontdekt, dat
tijdens den voorverkoop van plaatskaarten
voor het Stadion, voor den voetbalwedstrijd
BelgiëNederland, welke ook thans zooals
telkenmale op de Keizerlei en elders werd
gedreven door opkoopers, valsche kaarten
van tien en veertien francs in omloop waren
gebracht. Onmiddellijk greep de politie in
en stelde zich in verbinding met den organi
sator van den wedstrijd, den Belgischen
Voetbalbond. Bijgestaan door rijkspolitie
werden politieposten geplaatst bij de beide
tribunes, waarvoor de valsche kaarten wa
ren verkocht, n.L de blokken K en X. AI
spoedig hadden de politiemannen de zakken
vol valsche kaarten en vele bezoekers, die
misschien voor hoogen prijs een kaart had
den gekocht, moesten terugkeeren. Verschei-
denen van hen gingen eens rondzien of zij
misschien de opkoopers konden vinden en al
spoedig kreeg de politie bericht, dat op tal
rijke plaatsen nog opkoopers hun handel
dreven. De politie arresteerde hierop vijf
personen, die valsche kaarten bleken te ver-
koopen. De kaarten en het geld, dat de op
koopers voor hun valsche kaarten hadden
ontvangen, werd in beslag genomen. Op het
politiebureau werden zij aan een streng ver
hoor onderworpen en al spoedig bekenden
zij, dat het hoofdkwartier was gevestigd op
de Keizerlei. De politie deed hier onmiddel
lijk een inval en veertig personen werden
naar het politiebureau geleid. Hier bleek,
dat velen van hen zelf misleid waren en
dachten echte kaarten te verkoopen, zoodat
37 weer op vrije voeten werden gesteld.
In totaal werden acht personen vastgehou
den, Belgen en Nederlanders. Uit het onder
zoek is verder gebleken, dat de hoofdschul
digen zich vermoedelijk op Nederlandsch
gebied bevinden en het onderzoek wordt
verder in samenwerking met de Nederland
sche justitie voortgezet.
Naar schatting zijn vijfduizend valsche
kaarten in omloop gebracht.
Van Male heeft zijn doel uitstekend ver
dedigd. Braine heeft verscheidene malen
zeer zuiver ingeschoten, doch de Rotter
dammer had er goed het oog in en heeft
enkele opmerkelijke safes verricht. Inder
daad was de gelijkmaker in de eerste plaats
te wijten aan het aarzelend ingrijpen van
Van Male, doch deze fout, wij schreven het
reeds elders, zij hem gaarne vergeven.
Weber was o.i. de beste speler van het
Nederlandsch elftal. Stoer was zijn ingrij
pen, zuiver zijn wegtrappen, uitstekend zijn
opstellen bij gevaarlijke aanvallen der Bel
gen. Stond hij geruimen tijd in de schaduw
van Caldenhove, de D. W. S.-speler
kan zijn vorm van het vorig seizoen maar
niet terugvinden. Wel is zijn optreden nog
steeds betrouwbaar, maar zijn wegwerken
is niet meer zoo verzorgd, terwijl zijn spel
een onrustigen indruk maakt, hetgeen voor
namelijk moet worden toegeschreven aan
het falen van Heel.
Ons elftal moet in de eerste plaats snelle
enthousiaste spelers hebben. Van Heel zou
in een profteam, dat in de eerste plaats op
positiespel en volmaakte techniek is inge
steld, nog uitstekend passen, doch in de ty
pisch echt Hollandsche speelwijze vallen
zijn gebreken thans sterk op.
Die gebreken zijn dezen middag duidelijk
naar voren gekomen. Alle andere goede
eigenschappen, die hij ongetwijfeld nog be
zit, kunnen deze tekortkomingen geenszins
goedmaken.
Anderiesen speelde defensief wel
goed, maar in zijn voedende taak schoot hij
tekort. Slechts zelden hebben wij hem naar
de vleugels zien openen en zijn aangeven
was lang zoo zuiver niet als enkele weken
geleden te Rotterdam het geval was.
Paauwe was nog de beste van het
drietal, ondanks een matige eerste helft.
Hij speelde zeer enthousiast, vocht om iede-
ren meter grond, maar kon zijn gewone spel
eerst na de rusf terug vinden, al schoot ook
hij bij het voeden van de voorhoede schro
melijk tekort.
In de voorhoede waren Mijnders en
Wels nog de besten, maar beiden benade
ren niet hun vorm van Rotterdam.
Over Smit spraken wij reeds, terwijl
Vente toch eigenlijk heel weinig werk
heeft verzet.
Nu ook Smit voor een belangrijk deel
faalde, zag men eerst duidelijk, dat Vente
niet de man is, die onze voorhoede kan be
zielen. Hij werd bovendien uitstekend door
Stijnen bewaakt, terwijl Petit hem altijd
voor de voeten liep. Schoten hebben wij
van den Feyenoorder niet gezien.
Van Spaandonck was de minste
van het vijftal. Een harde werker, maar
hij kon zich geen oogenblik tot een speler
van klasse opwerken.
Bij de Belgen was de achterhoede uitste
ken. Petit heeft een prachtig debuut ge
maakt. Hü speelde zeer stevig, maar was
moeilijk te passeeren. Paverick viel
niet zoo op, terwijl Badjou zijn doel op
rustige, maar volkomen betrouwbare wijze
heeft verdedigd.
Het is verstandig gebleken, S t ij n e n op
de spilplaats te verkiezen. Deze ervaren
speler heeft in verdedigend opzicht, doch
ook wat het voeden van de voorhoede be
treft, zich kranig geweerd, daarbij uitste
kend bijgestaan door de kanthalfs van
Alphen en Dewinter. Ook het de
buut van van Alphen is voortreffelijk ge
weest, wij vonden hem zelfs beter dan zijn
clubgenoot de Winter.