DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
No. 84 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0 25, groote
contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Zaterdag 9 April 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Wie procedeert om een koe, geeft er een toe, zegt het epreekwoord,
meer in Alkmaar verwacht men de koe en de melk te kunnen houden.
In een nieuw gymnasium zullen alleen de oude talen nog
aan het verleden herinneren.
Kappers, die klanten na sluitingstijd helpen, zullen door
de politie geknipt worden.
Nieuws in 't kort.
ALKMAARSCHE COURANT.
Alea jacta est, de teerling is geworpen,
wij gaan procedeeren.
Wij zijn gekrenkt in onze heiligste ge
voelens, beroofd van onze laatste bezittin
gen, wij zijn als onmondigen en onvolwaar-
digen in allerlei hoekjes gedrukt en het
eenige, dat ons nog overblijft is een beroep
op menschèlijke rechtvaardigheid.
Wij gaan procedeeren.
Er is ons destijds een koetje op stal ge
bracht, een mager, miezerig beestje, waar
van niemand wist of het den dag van mor
gen wel zou halen.
Dat beestje hebben wij verzorgd en ver
troeteld, wij hebben het in den loop van ja
ren glanzend, dik en welvarend gemaakt,
wij hebben het van een stuk rundvee, dat
water en melk gaf, opgefokt tot een ten
toonstellingskoe, die alle dagen melk van
een abnormaal hoog vetgehalte levert.
Dat is ons eigen electrische koetje, dat in
den stal van onze Lichtbedrijven staat.
En nu komt de provincie, die al jarenlang
een begeerig oog op het beestje heeft gesla
gen en wil ons geen voer meer leveren.
Geen voer meer beteekent geen koe meer
en geen melk meer en de dag breekt aan,
dat er ambtenaren van de provincie zullen
komen, die het koetje, ons koetje, naar
Haarlem zullen transporteeren vanwaar
het nooit meer in Alkmaar zal terugkeeren.
Wij hebben ons daarom tot de regeering
gewend en van alle kanten onze belangen
bepleit bij de heeren in Den Haag, die deze
ramp, zoo zij dat wilden, zouden kunnen be
letten.
Maar de heeren in Den Haag hebben
knipoogjes gewisseld met de heeren in
Haarlem en zij hebben allemaal begrepen,
dat een stadje als Alkmaar op het oogen-
blik al heel weinig in de melk te brokkelen
heeft.
Want de provincie heeft de macht geen
voer meer voor het koetje te leveren en
daaraan kan de regeering niets veranderen.
En wat de heeren in Den Haag betreft, die
hebben van Alkmaar al last genoeg al zou
het alleen maar zijn om de tekorten te dek
ken, welke wij elk jaar op onze begrooting
demonstreeren.
Dus heeft Den Haag gezegd, dat men het
daar met Haarlem eens was, zij het dan
ook, dat men wel eenige schadeloosstelling
zou bepleiten en aangezien het tijdstip met
rassche schreden aanbreekt, dat er een de
finitief besluit moet worden genomen, stond
de gemeente dezer dagen voor de vraag:
toegeven of procedeeren?
Wij geven niet toe, dus wij gaan proce
deeren en de omstandigheden waaronder
wij dat doen zijn nu niet bepaald rooskleu
rig-
Wij gaan als een arme, onmondige jongen,
die altijd last bezorgt en altijd geld tekort
komt, procedeeren tegen onzen eigen voogd,
die in Haarlem woont. En wij gaan dat doen
tegen de uitdrukkelijke waarschuwing in
van onzen toezienden voogd, die m Den
Haag woont en zonder wiens hulp wy met
kunnen leven.
Maar heeft niet eens een eenvoudige mo
lenaar den koning van Pruisen toegevoegd
dat er nog rechters in Berlijn wonen. En al
hebben wij op het oogenblik dan ook met
zooveel vertrouwen in de rechtyaard gheid
van de Berlynsche rechters, er zynook nog
rechters in Nederland en zooals Multatuli
zich in arren moede, omringd oor
belagers, eens tot den koning om een recht
vaardige uitspraak richtte, zoo oen w
thans een beroep op den Nederlandschen
rechter in de hoop, dat het ons gegeven za
zijn, ons dierbaar electrisch koetje in onzen
eigen stal te kunnen houden.
Zullen wij succes hebben?
Ja, zeggen diverse juristen, die ons in dit
proces de helpende hand, of beter gezeg
het helpende woord, zullen bieden.
Neen, zeggen de.juristen van de provincie.
De heeren zyn het niet eens, maar wan
neer zyn heeren juristen het nu eigenüjk
wel eens? Zy moeten het uit den aard van
hun werk wel oneens zijn want als alle ju
risten het eens waren zouden ook allen
overbodig worden.
Goede raad is duur, zegt het spreekwoord
en het is te voorzien, dat dit proces de ge
meente veel geld zal kosten. En wanneer
wij het winnen zal het nog de groote vraag
zijn of het Haarlemsche voer voor ons elec
trisch melkkoetje niet zóó duur zal wor
den, dat wij het beestje toch niet meer
kunnen onderhouden. Het is zelfs mogelijk,
dat de regeering, die het besluit tot proce
deeren zal moeten goedkeuren, aan Alk
maar een briefje stuurt, met het verzoek
zich niet zoo belachelijk te maken.
Dat alles is mogelijk, maar dat alles moe
ten wy afwachten.
Wij zyn nu nog de gemeente, die ten ein
de raad besloten heeft tegen de provincie te
gaan procedeeren, de stad, die de provin
ciale kat de bel zal gaan aanbinden.
En tal van gemeenten in den lande jui
chen dat van ganscher harte toe en bewon
deren onzen moed. Daar zijn dezer dagen
op de gemeentesecretarie tal van adhasie-
betuigingen van andere gedupeerde ge
meenten binnen gekomen, Hilversum en
Bussum willen meedoen, het supporterstal
groeit met den dag en overal weerklinkt
buiten de touwtjes van het procesterrein
den welgemeenden roep: „hup Alcmaria".
Wij zijn de held van den dag en er komt
zelfs financiëele hulp, want de Vereeniging
van stroomdistributiebedrijven heeft mede
gedeeld onze actie ook financieel te willen
steunen.
Zoo gaan dan aller blikken en gedachten
naar Alkmaar, de stad, die eens de victorie
behaald heeft en die het voor den tweeden
keer opnieuw wil probeeren.
En wy, arme toekijkende belastingbeta
lers, kunnen slechts mee langs de touwtjes
staan en onze stemmen mee doen klinken
in het koor van hen, die de spelers tot vol
houden en overwinnen aanmoedigen.
Wanneer wij het verliezen, zal ons elec
trisch koetje ons verlaten. Geen koe en
geen melk en het is ten slotte de melk,
waar het ons om te doen is.
In 1936 het laatste jaar waarvan de
opbrengst op dit oogenblik nauwkeurig be
kend is heeft het electriciteitsbedrijf hier
een bedrag van meer dan driemaal hon
derdduizend gulden opgebracht.
Zooiets geeft een noodlijdende gemeente
als Alkmaar niet zonder protest uit handen
met de zekerheid, dat er misschien in den
beginne wel eens iets voor terug gegeven
zal worden, maar dat binnen afzienbaren
tijd naar andere onvindbare inkomsten moet
gezocht worden om dit voor ons onmisbare
bedrag weer in de gemeentelijke schatkist
te kunnen krijgen.
Een dergelijk jaarlijks terugkeerend be
drag loont inderdaad de moeite van het
procedeeren. Er zijn nog rechters in Neder
land en al kan niemand den afloop van dit
avontuur voorspellen, onze beste wenschen
gaan uit naar het dappere gemeentebestuur,
dat liever strijdend ten onder gaat dan zich
vrijwillig over te geven.
Ondanks alle sombere toekomstvoorspel
lingen gaan wy een gymnasium van
263.000 bouwen.
„Hoe bestaat het?", zeggen de plattelan
ders in onze omgeving gewoonlijk, maar het
kan heel gemakkelijk bestaan want we be
hoeven het niet zelf te betalen.
Vadertje Staat, onze toeziende voogd, van
wien wij volkomen financiëel afhankelijk
zyn, heeft ons het geld toegezegd en dus
kunnen we gaan bouwen.
Natuurlijk wordt ons dat geld niet zoo
maar in den gemeentelijken schoot gewor
pen en wie alle bepalingen leest waaronder
het verstrekt zal worden, moet de schrik
om het hart slaan.
We hebben al een politiebureau van een
kleine honderdduizend gulden gebouwd, er
waren in verloop van tijd nog al eens een
paar werkjes, die het een en ander kostten
en nu komt er een gymnasium by van
263.000. Veertig jaren rente en aflossing
betalen, dat is nog al iets voor een ge
meente, die niet eens geld heeft om de
tekorten van een kleuterschooltje te kunnen
bijpassen.
Maar, zoo verschrikkelijk als het er uit
ziet is het tegenwoordig niet meer, want het
Rijk weet maar al te goed, dat er van een
kikker geen veeren zijn te plukken.
Het Rijk stelt de gemeente elk jaar dat
ze niet betalen kan vrij en schrapt dat jaar
uit de ry der annuïteiten en wanneer in
een verre toekomst de gemeente weer op
eigen beenen kan staan, zal het nog de
groote vraag zijn of Vadertje Staat nog een
overschotrekening van het gymnasium komt
presenteeren.
De burgemeester heeft dat ook in den
Raad Donderdag uitvoerig uiteengezet en
zyn erkentelijkheid voor de royale houding
van het Werkfonds uitgesproken.
Het is aan een kant jammer, dat het ge
bouw in den Hout zal moeten komen, maar
het zoozeer geroemde plantsoen bestaat
daar alleen uit wat struikgewas, dat men
weldra niet meer zal missen. Bovendien is
het aanzien van den Bergerhout door de
daar gestationneerde bussen en de daar
gebouwde wachthuisjes van dien aard ge
worden, dat van een Hout eigenlijk niet
meer kan worden gesproken. Er is nog een
groote grasvlakte waarop een of tweemaal
per jaar de stieren gekeurd worden en voor
de rest kunnen we slechts hopen, dat de
gemeente niet in de verleiding zal komen
hier nog meer terrein voor bouwgrond te
bestemmen.
Een nieuw gymnasium stond al jaren op
het verlanglijstje van de gemeente want het
oude was van dien aard, dat leerlingen, die
op de gang gezet werden evengoed de les
sen konden volgen, als ze door de gescheur
de deuren naar binnen keken. Het was een
antiquiteit zoo groot, dat alle voorbeelden
over antiquiteiten van Romeinen en Grie
ken bij de aanschouwing van het eigen ge
bouw in het niet moesten vallen.
In het jubelkoor der raadsleden werd
slechts één dissonant gehoord. Er mag
geen prijsvraag worden uitgeschreven. Ge
schiedt dit wel dan krijgt de gemeente
geen gymnasium.
Er was dus de keuze tusschen de prijs
vraag van een mooi gebouw op papier of 'n
gebouw zy het dan wellicht wat minder
fraai dat niet op papier maar in den
Bergerhout zou staan.
De keuze kon niet moeilijk zijn en met
de bekende bloedende harten hebben de hee
ren raadsleden de prijsvraag dan ook over
boord geworpen, in de hoop, dat onze di
recteur van Gemeentewerken in een artis
tieke bui aan het teekenen zal gaan en zoo
door de muzen begeesterd zal worden, dat
zijn schepping door een dankbaar nage
slacht als een der schoonste van dezen tijd
zal worden geprezen.
Unaniem heeft zoowel het college van B.
en W. als de Raad zijn teleurstelling geuit
over den gang van zaken by de exploitatie
van het terrein der N.V. „Nooit Gedacht".
Inderdaad, men had het nooit gedacht,
dat men hier bij een zoo groot bouwplan
maar zoo weinig Alkmaarsche werkloozen
zou kunnen gebruiken. De directeur had
den heeren van de gemeente koeien met
gouden hoorns beloofd en het waren ten
slotte nog niet eens koeien maar bokken
geweest om van gouden hoorns maar niet
eens te spreken.
Toen men dacht, dat de arbeidsbeurs
geen menschen genoeg zou hebben om naar
het terrein aan de Van Houtenkade te stu
ren, was er een machine verschenen, die
het werk van vijf-en-twintig man kon over
nemen met het gevolg, dat er ook vijf-en-
twintig man minder noodig bleken te zijn.
En nu kon men die machine wel laten ver
dwijnen, maar dan moest de gemeente het
daardoor ontstane tekort van 8000 bijbe
talen en' het is vanzelfsprekend, dat daar de
wethouder van Financiën niet veel voor
gevoelde.
Iedereen was even verontwaardigd, be
halve de heer Appel, die als revolutionnair
socialist nog al eens in de voorste rijen
staat als aangetoond moet worden hoezeer
de uitgezogen arbeiders door het kapitalis
me gedupeerd worden, maar die thans een
pleidooi voor de N.V. Nooit Gedacht hield,
wat natuurlijk by alle raadsleden den in
druk wekte, dat deze frontverandering al
leen te danken is aan het feit, dat hijzelf
bij deze onderneming als opzichter in dienst
is getreden.
Ten slotte mag het verwonderlijk heeten,
dat noch B. en W„ noch de Raad, noch het
bedrijf van Gemeentewerken zoo voorzich
tig zijn geweest, het aantal Alkmaarsche
werklieden bij het tot standkomen der
overeenkomst te bespreken en vast te leg
gen. Niemand had daaraan gedacht, ieder
een had maar geloofd en vertrouwd, maar
de historie der volkeren bewijst in dezen
tijd meer dan ooit, dat geloof en vertrou
wen allergoedkoopste begrippen zijn ge
worden.
Van de zijde der N.V. wordt o.a. be
weerd, dat men daar meer menschen aan
het werk zou kunnen zetten als men de be-
noodigde trottoir-tegels vlugger zou kun
nen krijgen door ze in Alkmaar te laten
maken. Die Alkmaarsche tegels zouden
door den directeur van Gemeentewerken
echter worden afgekeurd, het zouden percé
tegels van buiten moeten zyn en ziedaar
weer eenige stagnatie, welke uitsluitend
aan de gemeente en niet aan de N.V. zou
zyn te wijten.
Wij kunnen dergelijke factoren moeilijk
beoordeelen. Uit wat thans gebeurd is zal
men voor de toekomst de noodige lessen
kunnen trekken en als men veel van die
lessen trekt zal misschien nog eens blijken,
dat men ze door deze geschiedenis niet te
duur gekocht heeft.
Er is een onderwerp, dat tegenwoordig
de Alkmaarsche Raad in heftige beroering
kan brengen, dat is thee.
Niet dat wy geïnteresseerd zijn bij de een
of andere thee-plantage of dat wij ons on
gerust behoeven te maken als de aandee-
len van de thee-ondernemingen bedenkelijk
beginnen te vallen, want het gaat niet over
de theebladeren maar over de thee zelf.
Men herinnert zich nog wel hoe lang en
hoe heftig de Raad kort geleden gediscus-
seerd heeft toen de heeren in Den Haag een
blauwe potloodstreep gezet hadden door 't
bescheiden bedrag, dat jaarlijks op onze
begrooting prijkt onder het opschrift:
„thee voor de raadsleden".
Men heeft zich krampachtig aan het oor
van het theekopje vastgehouden, maar he
laas het heeft niet mogen baten.
En nu was er al weer een andere kwestie.
De pachter van het Sportparkbuffet ver
koopt thee en de voetbalvereeniging Alc
maria, die daar de meeste en de grootste
wedstrijden houdt, dronk thee via den
pachter.
Dus had de pachter een thee-onderne
ming, die misschien meer opbracht dan ve
le thee-ondernemingen in het verre Oos
ten. Maar op een goeden, of, uit het oog
punt van den pachter bezien, op een
slechten dag, besloot het bestuur van Alc
maria voor leden en introducé's zelf thee
te gaan schenken. Het mocht daar natuur
lijk geen geld voor vragen, maar het deed
het gratis en dan scheen het nog een aan
zienlijke besparing te geven op de theere
kening, welke men tot dusver van den
pachter had ontvangen.
De pachter herinnerde zich het Holland-
sche spreekwoord geen geld, geen Zwitsers
en alhoewel hy met de Zwitsers niets te
maken heeft zoolang ze althans niet op
het Sportpark komen spelen met het
geld had hij wel degelijk vandoen en hij
vertelde in een adres aan den Raad, dat hij
een schade van 480 aan niet-uitgeschonken
kopjes thee had, dat hij dus bij het in
schrijven van de pachtsom illusies had ge
koesterd, die niet verwezenlijkt waren ge
worden en dat hij dat bedrag, of iets minder,
dus gaarne van zijn pachtsom zag afge
schreven.
Dat was een kostbare thee-geschiedenis en
de Raad betwijfelde unaniem of er wel zoo
veel niet-uitgeschonken kopjes thee zouden
geweest zijn, dat deze negatieve schenkerij
een dergelijk bedrag rechtvaardigde. Ten
slotte bleek Alcmaria zelf de schuld, want in
haar clubblad had de vereeniging zich er op
beroemd, dat zy wel 40 per maand be
zuinigde door zelf thee te schenken en de
pachter van het buffet had dit natuurlijk
een prachtige berekening gevonden om er
zijn aanspraken op te baseeren.
Unaniem werd door den Raad uitgemaakt,
dat er voor 150 thee al heel wat niet uit
geschonken kopjes gedronken, of beter gezegd
niet gedronken kunnen worden, zoodat be
sloten werd de pachtsom met dat bedrag te
verminderen in de hoop, dat andere ver-
eenigingen het slechte voorbeeld van Alc
maria in de toekomst niet zullen volgen.
Die 150 ontvangt de gemeente dus elk
jaar minder en datzelfde bedrag zal het Rijk
voortaan in ons tekort moeten bijpassen.
Nog maar enkele maanden geleden heeft het
Rijk laten weten, dat het voor de Alk
maarsche thee geen cent meer wil uitkeeren.
Het is een speling van het toeval, dat de
Staat thans desondanks voor de in Alk
maar niet geschonken thee zal moeten
betalen.
Thee en water behooren bij elkaar en het
is dus gemakkelijk om na dit theepraatje
nog even de aandacht te vestigen op het
raadsdebat, waarbij de verversching van
het water in onze stadsgrachten ter sprake
is gekomen. Hoe dat op den duur zal moeten
geschieden is den Raad nog allesbehalve dui
delijk, want men stuit op tegenwerking van
allerlei zijden, maar nu de waterwerken by
het terrein van Nooit Gedacht ter sprake
zijn gekomen, hebben zoowel de heer Appel
als de heer Sietsma eenige waardevolle ad
viezen gegeven, welke de wethouder van
Publieke Werken rijpelijk overdenken zal,
zoodat er in de toekomst wellicht het een of
andere ei van Columbus gevonden zal wor
den, dat zekerheid geeft, dat de bewoners
van onze stadsgrachten voortaan op frisch
en stroomend water kunnen uitkijken.
De Economisch Technologische Dienst
voor Noordholland had een rapportje over
onze economische vooruitzichten uitge
bracht, waarin krachtig op het gereedmaken
van industrieterrein werd aangedrongen.
Datzelfde geluid heeft even krachtig in
onze verleden jaar gehouden enquêtte ge
klonken, toen Alkmaarsche industrieelen
zich erover uitgesproken hebben, maar toen
zat er geen officieel vernisje overheen, zoo
dat het natuurlijk veel minder indruk ge
maakt heeft
Wethouder Klaver heeft medegedeeld, dat
wy natuurlijk wel industrieterreinen kant
en klaar kunnen maken, maar dat dit een
kostbare geschiedenis zal worden. Men
schy'nt in Alkmaar de laatste daaraan be
stede cent terug te willen hebben en be
denkt nimmer, dat een winkelier wel eens
een pond boter cadeau geeft om er een goeden
klant voor in ruil te kunnen krijgen. Een
handelaar, die een scheerapparaat weg geeft,
kan er zeker van zijn, dat hij daarna zooveel
scheermesjes kan verkoopen, dat hy het
apparaat zelf er aan alle kanten weer uit
haalt en een gemeente, die industrieterrein
voor zeer billijken prijs, of desnoods gratis,
aanbiedt, heeft kans op de vestiging van
ondernemingen, welke voor de economische
toekomst van veel grooter beteekenis zijn
dan markten of plantsoenen.
Intusschen zoekt de wethouder den voor
uitgang meer in de plannen voor een
havenbedrijf en hy denkt daarbij blijkbaar
aan den gulden tijd toen onze stad een zee
haven was en de verbouwde vischtrawler
van Alkmaar op Londen tweemaal per
week met kaas en vleesch van de Handels
kade is vertrokken. Laten wij hopen, dat
zijn schoone toekomstdroom nog eens ver
wezenlijkt zal worden.
Alkmaar heeft het rapport gezegd is
voor de industrie zeer gunstig gelegen.
Dat is de theorie en het is te hopen, dat
wy er allen nog eens het bewijs van mogen
aanschouwen.
Van de rest van de agenda valt slechts te
vermelden, dat de Raad besloot een slagerij
te weren op een punt van het uitbreidings
plan van den Bergerweg, niet uit vegetari
sche overwegingen, maar alleen omdat deze
slagerij hier den „welstand" van de buurt
min of meer zou verstoren en omdat er achter
het gebouw maar twee meter ruimte zou
zijn voor Opslag van beenderen en afvaL De
omwonenden zouden dus terecht kunnen
klagen, dat zij, door de gemeente van den
hier gepresenteerden bouwgrond af te
helpen, stank voor dank zouden krijgen.
De kappers hadden om een gemeentelijke
verordening voor een vrijen Dinsdagmiddag
gevraagd en hoewel B. en W. bij de afwijzing
daarvan blijkbaar rekening met allerlei poli
tieke stroomingen hadden gehouden, bleken
de raadsleden van meening, dat zelfs ongeor
ganiseerde kappers wel eens te veel van hun
krachten kunnen eischen. Er werden gru
welijke verhalen gedaan van kappers, die na
sluitingstijd klanten in de keuken of in de
slaapkamer van hun baarden bevrijdden of
van watergolven voorzagen en de alge-
meene opinie was, dat, wanneer de concur
rentie door een verplichten vrijen middag
werd uitgeschakeld, het gilde der zwoegende
haarkunstenaars tegen zichzelf beschermd
zal kunnen worden.
Melden wij tenslotte, dat mej. Dr. Schoo
tot schoolarts benoemd werd wat haar
naam betreft was zij al aardig op weg naar
dezen titel en dat de heer Wortel, klerk
op het archief tot archivaris is gekozen. Wij
hebben hem reeds jaren als een bekwaam
en behulpzaam ambtenaar leeren kennen en
altijd de verwachting gekoesterd, dat er uit
dezen bescheiden archiefwortel nog eens een
pracht van een archivaris zou groeien.
Matusjka heeft gratie gekregen. - Rijks
bestuurder Horthy van Hongarije heeft ge
bruik gemaakt van zijn recht tot gratiever-
leening en de doodstraf, welke uitgesproken
was tegen Silvester Matusjka, die interna
tionale treinen tot ontsporing heeft gebracht,
veranderd in levenslange dwangarbeid.
Relletjes in Tunis. - De winkeliers in
de Arabische stad Tunis hebben gister hun
deuren gesloten. Het kwam tot kleine inci
denten, toen zy winkeliers, die hun zaak
open hadden gehouden, tot sluiten dwongen.
Voor het huis van den resident werd door
Arabische betoogers geroepen: „Wy willen
een parlement". De betoogers werden ver
spreid.
7 personen overleden door gasverstik-
king. - In een nabij de stad Pampa (Texas)
gelegen huis heeft men zeven personen dood
gevonden, die blijkbaar door gasverstik-
king om het leven waren gekomen.
Overstroomingen breiden zich uit. -
Als gevolg van nieuwe wolkbreuken in de
Ver. Staten hebben de overstroomingen in
Alabama en Georgia zich nog verder uitge
breid. Tot dusver zijn minstens dertig men
schen verdronken. Het water van de sterk
gezwollen Alabama-rivier bedreigt de
70.000 inwoners tellende hoofdstad Mont-
gomery. Te Whitestone (Georgia) heeft een
bergstroom een woonhuis weggevaagd, waar
bij tien kinderen en drie volwassenen ver
min de" staten van het Midden-Westen woe
den hevige sneeuwstormen, waarin reeds
veertien personen om het leven zyn ge
komen.
v