DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Vraag en aanbod Daladier vormt nieuw ministerie. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTlENs Van 15 regels i.25, elke regel meer 0 25, groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 85 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Maandag 11 April 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang Socialisten hebben geen zitting in de nieuwe regeering. Het nieuwe kabinet vraagt óók volmachten. China's successen duren voort. Guerilla-oorlog gevaarlijk voor Japan. De aigemeene toestand. Denkt U er aan Uw voor Woensdag op te geven? Ruim 99 „ja"-Duitschers. Hitier is zeer tevreden. ALKMAARSCHE COURANT ■H® Na verscheidene besprekingen met diverse vooraanstaande Fransche poli tieke persoonlijkheden, is Daladier erin geslaagd een nieuw Fransch kabinet sa men te stellen. Het is een overwegend sociaal-radicaal kabinet. De socialisten hebben, na overleg in den socialistischen nationalen raad, besloten geen zitting te nemen in de regeering. Of ze hun steun er aan zullen verleenen staat ook nog niet geheel vast. De nieuwe regeering zal in den Senaat meer steun krijgen dan die van Leon Blum: Mogen we de „Petit Parisien" gelooven, dan is haar program n.1. veel gematigder dan dat van den vorigen premier, terwijl zij voorts door haar samenstelling ook meer steun van centrum en rechterzijde mag ver wachten. De nieuwe regeering. De regeering van Daladier is volgens of- ficieele mededeeling als volgt samengesteld: Eerste minister en minister van landsver dediging Daladier (rad.); vice-voorzitter van den ministerraad en minister voor de coördi natie van den diensten van den minister president, Chautemps (rad.); minister van nationale economie, Raymond Patenotre isoc. rep. unie); van justitie Paul Reynaud (linksch rep.); van binnenlandsche zaken, Aibert Sarraut (rad.); van buitenlandsche zaken, Georges Bonnet (rad.); financiën Marchandeau (rad.); openbare werken, Fros- sard (soc. rep. unie); arbeid, Ramadier (id.); luchtvaart, Guy la Chambre (rad.); oorlogs marine, Campinchi (rad.); koloniën, Georges Mandel (onafh. rep.); nationale opvoeding, Jean Zay (rad.); oud-strijders en pensioe nen, Champetier de Ribes (dem.); landbouw Queuille (rad.); handel, Gentin (rad.); p.t.t., Jules Julien (rad.); koopvaardij, Chappede- laine (linksch-dem.); volksgezondheid, Mare Rucart (rad.) Dagelijks kabinetszitting. Zondag om 3 uur heeft Daladier met der republiek zijn opwachting gemaakt. Naar Havas verneemt stelt Daladier ~'ch voor dagelijks een bijeenkomst te houden met Chautemps, Reynaud, Sarraut, Bonnet en Marchandeau. Zeer waarschijnlijk zal mi nister-president Daladier Dinsdag zijn mi nisterie voorstellen aan Kamer en Senaat en daarbij voor onbepaalden tijd volmachten eischen. Daladier's program. De „Petit Parisien" geeft de volgende bij zonderheden omtrent het program, dat deze nieuwe regeering zou opstellen: Belangrijke vermindering van het aantal ministers, handhaving der tegen woordige buitenlandsche politiek, geen interventie in Spanje, aanvaarding van een crediet van 5 milliard voor de be hoeften der schatkist, aanvaarding van een leening, groot 15 milliard, evacua tie der bezette fabrieken, aanvaarding van een stakingsstatuut, dat een defini tief einde moet maken aan de conflicten tusschen werkgevers en werknemers. Onmiddellijke uitwijzing van onge- wenschte vreemdelingen, volmachten voor zes maanden. Flandin aan 't woord. In de wandelgangen van de Kamer heef i Flandin verklaard te wenschen, dat de re geering van Daladier krachtig en duurzaam zal zijn. Hij voegde hieraan toe, dat de vier ministers van de minderheid werden geko zen om hun persoon. Verder verwacht hy, dat de keuze van Georges Bonnet als minis ter van buitenlandsche zaken een garantie is voor een betere verhouding tot Engelan Oproep aan alle Franschen. Zondagavond heeft de nieuwe minister president Daladier een rede voor de radio gehouden. Hij zeide: „Ik richt mij vanavond tot alle Franschen als hoofd van de verantwoordelijke regee ring. Ik heb de macht niet gezocht. Nauwe- lijke enkele maanden geleden heb ik ze me aanvaard, om mij geheel te wijden aan de landsverdediging. Vandaag heb ik zonder Aarzelen beantwoord aan het beroep van ne staatshoofd. De ernstige moeilijkheden, wel ke zich in ons land ophoopten en de nog grooter moeilijkheden aan de grenzen, noop ten mij ertoe mijn plicht te vervullen als re publikein en Franschman. Uit naam van deze dubbele plicht wend ik mij tot u. Voortgeko men uit een werkzaam volk, waaraan ik be sloten ben trouw te blijven, richt ik mij tot u, het Fransche volk. Toen ik u zware offers heb gevraagd voor de landsverdediging, hebt gij hieraan beantwoord. Gij hebt het werk, dat ik in de stilte van het ministerie van landsverdediging heb gedaan, goedgekeurd, doch op het oogenblik gaat de landsverdedi ging verder dan een plan tot militaire orga nisatie. Op het oogenblik zijn alle politieke, sociale, economische en financieele vraag stukken nauw verbonden aan het vraagstuk der veiligheid, dat zelf verbonden is aan het vraagstuk van het behoud van den vrede. Er bestaan thans geen nauw omschreven vraagstukken meer, er is slechts een pro bleem: het welzijn van het land in zijn ge heel; hiervan moet men alle lasten aanvaar den en ik vraag u mij in mijn moeilijken taak te helpen. Deze is moeilijker en inge wikkelder dan ik ooit op mij heb genomen. Wat wij moeten bewaren is geen abstractie, doch het beste en meest menschelijke vader land. Namens dit bewonderenswaardige Frankrijk richt ik mij tot alle Franschen. Ieder moet denken aan dat, wat hij van zijn land heeft gekregen aan materieele goe deren, moreele waarde en vrijheid. Ik zou wenschen dat vanavond in iedere Fransche huiskamer mijn stem de ernst van het oogenblik zou doen beseffen, zonder even wel pessimisme te wekken. Vooral zou ik een beroep willen doen op de discipline en den arbeid. Dit brengt alle Franschen de ze kerheid dat ieder mee kan werken in alle broederlijkheid. Een protest van Haile Selassie. - Aan gezien de vertegenwoordigers van Grieken land en Turkije te Rome thans geaccredi teerd zijn geworden bij den koning van Ialië en „den kiezer van Ethiopië", heeft de negus een telegram gezonden aan den ko ning van Griekenland en den president der Turksche republiek, waarin hij zich verzet tegen het gebruik van den titel van „keizer van Ethiopië", hetgeen, aldus de negus, een schending beteekent van de internationale verplichtingen als het Volkenbonds- en het Kelloggpact en van andere internationale verdragen. Het loopt Japan niet mee in den oorlog tegen China. Wel kon het de eerste maanden vele successen boeken en vorderden zijn troepen zeer snel zon der groote tegenstand te ontmoeten, maar thans schijnen de rollen gekeerd te zijn. Misschien is dat wel een vooropgezette taktiek der Chineezen geweest! Welke taktiek? zal men vragen. Welnu, het antwoord kan duidelijk zijn: China moest tegen een groote overmacht strijden, een overmacht, die bovendien goed gorganiseerd was. Zou de Chineesche generaliteit het nu op een open veldslag hebben laten aanko men, dan was het Japansche succes enorm geweest. Maar de Chineesche legers boden in de eerste maanden betrekkelijk weinig tegenstand en trokken steeds meer achter waarts. Aldus veroverde Japan een groot grondgebied. Dat bracht echter tegelijkertijd groote moeilijkheden met zich mee, want daardoor kwamen de Japanners hoe langer hoe verder van huis. Bovendien moest het veroverde land bezet blyven, want de be woners waren werkelijk niet eensklaps pro- Japan geworden. En ziet, thans het is de laatste week duidelijk bewezen komen de belangrijke Chineesche sucessen. Het Japansche offensief op Soetsjou, dat den laatsten tijd toch reeds bijzonder moeilijk verliep, heeft een Chi- neesch tegenoffensef tengevolge gehad en daarbij zijn de Chineezen fortuinlijker ge weest dan de Japanners: zij hebben de plaats Taiertsjwang heroverd. Naar men wel mag aannemen 'is dit -jffensief gevolgd na een periode van hevig» Chineesche guerrilla langs de verbindingslinies van Taiertsjwang met Tsinan, de hoofdstad van Sjantoeng, langs de spoorlijn van Tientsin naar Poekau. Door deze guerrilla hebben de Chineezen de ravitailleering van de Japansche troepen, die Soetsjou moesten bestoken, grondig in de war gestuurd, waardoor de Japansche troe pen, toen zij het hoofd moesten bieden aan den Chineeschen tegenaanval, met onvol doende munitie en mogelijk ook onvoldoende materiaal en levensmiddelen te kampen had den. Een bericht, dat melding maakt van een aanval van de Chineezen op Tsinan, het punt van uitgang van het Japansche offen sief in Sjantoeng, maakt de veronderstelling van gestoorde Japansche verbindingsdien sten zeer waarschijnlijk. Hoe ook de afloop van den vermetelen Chineeschen aanval op Tsinan zal zijn, hierdoor zijn de Japansche troepen ten Zuiden van die stad in ieder geval in het grootste gevaar geraakt en hier mede hebben de Chineezen het Japansche offensief op Soetsjou, het kruispunt van de spoorlijn van Tientsin naar Poekau en den Loenghai-spoorweg, voorloopig tot staan ge bracht. Als men aanneemt, dat dit het eenige gevolg van de jongste Chineesche successen is, dan is dit toch reeds een zeer belangrijk gevolg. Zonder twijfel zal het moreel van de Japansche troepen, wien geleerd is, dat het Japansche leger niet te verslaan is, een flinken duw gekregen hebben. Belangrijk was voorts de toenemende on behaaglijkheid, welke Japan ten aanzien van de Sovjet-Unie demonstreet, een indirecte bevestiging vindt. Immers, de Japansche troepen in Mantsjoekwo de beste troepen die Japan heeft, tot naar men veronderstelt een sterkte van 400,000 man werden daar gehouden als een veiligheidsmaatregel tegen eventueel optreden van de zijde van de Sovjet-Unie. Japan maakt zich den laatsten tijd de al lergrootste zorg over den steun, dien China uit de Sovjet-Unie ontvangt. De omvang van dezen materieelen steun kan men niet vast stellen. Erg belangrijk kan hij niet zijn. Rusland heeft veel materiaal naar Spanje gezonden en bovendien: lang niet alle soor ten van materiaal komen in aanmerking om naar China gezonden te worden. De lange weg, die moet worden afgelegd vormt een hinderpaal. De steun zal wel voornamelijk bestaan in het zenden van vliegtuigen, maar dit zal dan wel in vrij grooten getale ge schieden. Het Japansche protest te Moskou had dan ook betrekking op deze vliegtui gen. Zooals men weet, heeft Litwinoi dit protest hooghartig van de hand gewezen. Maar belangrijker nog dan deze steun in vliegtuigen, is het feit, dat Ruland de gar nizoenen aan de grens van Mantsjoekwo steeds grooter maakt. Het is dus duidelijk, dat Rusland met zijn garnizoenen aan de grens van Mantsjoekwo een duidelijken druk op Japan kan uitoefenen en daardoor den Chineezen een hulp leveren, die steun in materiaal belangrijk in beteekenis te boven gaat. De Japansche zenuwachtigheid over de houding van Rusland zal dus te grooter zijn, naarmate tegenover deze Russische garni zoenen een minder sterk Japansch bolwerk staat en naarmate Rusland met eenvoudige dreigementen, die betrekking hebben op zijn troepen aan de Mantsjoekwosche grens, een grootere onzekerheid in de Japansche strate gie zal kunnen brengen. Deze onzekerheid Alkmaar, 11 April. Het jaar 1938 is wel een jaar, dat later in de geschiedenisboeken vermeld zal staan, omdat er in dit jaar misschien meer historie gemaakt wordt dan in vele jaren daarvoor. Men ga maar eens even na, wat er in de drie maanden, die achter ons lig gen, allemaal gebeurd is. Het is bijna om van te duizelen. Daar is wij zullen werkelijk niet trachten volledig te zijn allereerst het verdwijnen van Oostenrijk op de wereldkaart. Geen kleinigheid, als men bedenkt, dat men hier te doen heeft met een eeuwenoud rijk, dat een zeldzaam belangryke geschiedenis heeft gehad. Oos tenrijk nu heeft gisteren zijn volksstem ming beleefd, zij het dan als onderdeel van het groote Duitsche rijk van Hitier. Daar is verder de oorlog in Spanje, dik wijls een Europeesche oorlog in klein formaat genoemd. Deze oorlog schijnt thans op zijn einde te loopen en straks in een overwinning van Franco te zullen eindigen. Misschien zou een burgeroorlog op zich zelf niet voldoende zijn, om hier van „wereldgeschiedenis" te mogen spre ken, maar juist het vele geheimzinnige en het vele onbekende, dat er om heen zweeft, maakt dezen krijg uiterst belangwekkend. Immers, in feite toch zou men hier kun nen spreken van een oorlog tusschen twee groote ideeën die der democratische re geeringen en die der dictatoriale regeerin gen. Waaruit weer volgt dat 1938 een grooten strijd kent tusschen deze twee staatsvormen, die wel zeer wijd uiteen loopen. - Dan is er de oorlog in China tusschen Japan en China. Ook hier wordt al gerui- men tijd gevochten en het is daarom zoo merkwaardig, dat de schijnbaar ongelijke strijd anders gaat verloopen, dan men verwacht had. China zou immers onder de voet geloopen worden door het mach tige Japan. Het leek er in het begin inder daad veel op, maar juist de laatste week bleek er van een Japansch overwicht geen sprake meer te zijn. Integendeel, China boekte eenige niet onbelangrijke successen. Dat is zeer belangrijk, ook voor het overige deel der wereld, want men was over het algemeen verre van gerust over Japan, dat zijn positie in het Verre Oosten jaar in jaar uit versterkte en door een overwin ning op China een macht zou zijn gewor den, waar vele Europeesche landen en Amerika terdege rekening zouden moeten houden, zulks met het oog op hun belangen in Azië. Voorloopig heeft Japan echter zijn han den meer dan vol aan China en het zal op het oogenblik zich zeker niet gaarne mengen in aangelegenheden, die koloniale vraagstukken betreffen. Wij gelooven, dat het voor de rust in Europa goed is, dat China zich zoo krach tig verweert, want Japan zal ook al mag het dan tenslotte als overwinnaar uit den strijd te voorschijn komen nog langen tijd noodig hebben, om weer op oude kracht te komen. En tot zoolang is het beruchte „gele gevaar" niet actueel, behoeft het althans niet actueel te zyn. tl Daarnaast is 1938 een belangwekkend jaar voor de diplomatie. Wi/ hebben hier al eens eerder over dit onderwerp gespro ken, maar meenen, dat ook nu weer dit vraagstuk even naar voren mag worden gebracht. Diplomatie is mooi engevaarlijk, omdat men nooit weet, wat nu eigenlijk precies de bedoeling is der diplomaten en wat er door hen allemaal uitgeknobeld wordt achter de schermen. Daar is bijvoorbeeld de diplomatie tus schen Berlijn en Rome. Oogenschijnlijk is alles koek en ei en zijn beide staten het meer dan eens. Maar in werkelijkheid? Wij gelooven, dat Mussolini en Hitier elkaar in het openbaar als groote vrien den, maar tegelijkertijd elkaar in het ge heim als gevaarlijke concurrenten be schouwen. Eerst is Mussolini nummer één geweest, maar die tyd is voorby: thans mag Hitier zich staatsman nummer één noemen, want hij is de opperheerscher van Groot-Duitschland, terwijl Mussolini nog altijd een koning-keizer boven zich heeft staan. Weliswaar beteekent de macht van den vorst bitter weinig, maar daar houdt het volk geen rekening mee. En ziet, het spelletje, dat beide heeren spelen, is niet onaardig. Hitier benoemd zich zelf tot opperbevelhebber van de geheele weermacht, en eenige weken later laat Mussloni zich tot opperbevelhebber der Italiaansche weermacht benoemen. Toen Mussolini in Berlijn kwam, moest hij de indrukwekkende legermachten aan schouwen in den vorm van groote parades; als Hitier straks in Rome komt, zal hij moeten ontdekken, dat Italië nog beter bewapend is Zulke grapjes kosten geld en beide staatslieden weten veel te goed, hoe kost baar het geld is. Dat zij het voor pracht en praal uit geven, moet dus een bijbedoeling hebben. Zou het nu zoo vreemd zijn, als we hier zeiden, dat beide dictators hun best doen, om elkaar te toonen, hoe ver standig het is, vrede met elkaar te hou den? D. w. z. Mussolini heeft indertijd in Duitschland kunnen leeren, dat het on verstandig zou zijn, het Derde Rijk tot een conflict uit te lokken; thans zal Mussolini aan Hitier op een nette manier duidelijk maken, dat Italië machtig en sterk is. Beide landen hebben voor hun buiten' landsche politiek de as Rome-Berlijn noodig. Daarom zijn ze uiterlijk heel erg bevriend. Maar in werkelijkheid vertrouwt ae een den ander niet. Trouwens, hoe zou het anders verklaard kunnen worden, dat Engeland met Italië besprekingen voert en daarbij zeer tevre den schijnt te zijn. Engeland, waar de democratie toch een zeer belangrijke rol speelt en Italië, dat alleen in de dictatuur een uitkomst ziet. Dat Italië met Engeland onderhandelt, dat men in beide landen spreekt van vriendschappelijke bespre kingen, het is diplomatie en niet anders. Ook hier wantrouwen beide ryken elkaar, maar ze zijn op het oogenblik zoo verstan dig, om den schijn van vriendschap op zich te nemen. Dat is voor de wereld en het eigen publiek noodig en gemakkelijker. Eigenlijk een vreemde toestand: Duitsch land en Italië één; Italië en Engeland vrienden (laten 7e het even zoo noemen. Engeland en Frankrijk één, Frankrijk en ItaliëHo nu gaat het mis. Of is de verhouding tusschen Frankrijk en Italië ook al hartelijk? En die tusschen Frankrijk en Duitschland? En dan Rusland! Dat zoo ongeveer met Frankrijk dweept Wat een diplomatie! Wat een waarde hebben al de besprekingen, die gevoerd worden tusschen vertegenwoordigers van landen! Diplomatie? Een spelletje, waarvan de waarde bij elk der deelnemers bekend is. En die waarde iso zoo weinig, zoo bitter weinig. 2e handsch goederen 35 cent per 5 regels. zal te grooter zijn, naarmate de Japansche troepen, die in het gebied van de Gele Ri vier opereeren, minder succes hebben en eigenlijk steun van de goede geoefende troe pen uit Mantsjoekwo ten zeerste behoeven. Het Chineesche bericht omtrent het vertrek van troepen van Kwantoen naar Sjantoeng kan voorbarig zijn; dat hun hulp thans ge- wenscht is, op het oogenblik dat Rusland dreigender doet tegenover Japan, maakt de Japansche positie echter al onplezierig ge noeg. Dit is een onplezierigheid, waarom trent het bericht van Domei over mogelijke wijziging van de Japansche regeering, dui delijke aanwijzingen bevat. Groot-Duitschland heeft gestemd. De keuze was voor of tegen Hitier en voor of tegen de Anschluss van Oostenrijk. En ziet, wat verwacht werd wat vrij wel niet anders kon geschiedde: het regime overwon. Ruim 99 pCt. der kie zers stemde „ja" en in Oostenrijk was het percentage zelfs 99.75! Eigenlijk bijna te mooi! In het geheele Duitsche rijk werd zeer druk gestemd, terwijl overal feest gevierd werd. En toen de uitslag bekend werd, was geheel Duitschland in de wolken. Na afloop van de verkiezingen heeft Hitier een dankwoord voor de radio uitgesproken, waarin hij o.m. mededeelde, dat :de uitslag zijn verwachtingen had overtroffen. Ter eere van deze groote stembus-overwinning zal er gedurende drie dagen in geheel Groot- Duitschland worden gevlagd. Britsche persstemmen. Belangrijker dan het weergeven van cij fers en het verloop der verkiezingen zijn de persstemmen uit andere landen, met name Engeland en Frankrijk. De Daily Telegraph schrijft, dat een in strument voor het onthullen van het werke lijke standpunt der Oostenrijkers tegenover hun annexatie de volksstemming even zin loos is als een barometer, welke met de hand in plaats van met kwik werkt. Bij het plebisciet zijn voor het volk feiten verbor gen gehouden, die zeer nuttig kunnen zijn bij het vormen van een weloverwogen oor deel, zooals het meeningsverschil tusschen kardinaal Innitzer en het Vaticaan. De Daily Herald zegt, dat Hitiers zinspe ling op den „Almachtige, die een wonder verricht heeft", herinneringen oproept aan den keizer, die de grootste exponent van deze ongepastheid was. Hoe meer Duitsch land verandert, hoe meer zij hetzelfde is. De News Chronicle schrijft: Van veel grootere beteekenis dan de cijfers van de volksstemming die slechts laten zien hoe doeltreffend de massaproductie van de open bare meening in de nieuwe provincie van Duitschland georganiseerd was, was de rede, die Hitier op den vooravond van de verkie zing heeft gehouden, en waarin hij zeide door God geleid te worden. De dictator, die gelooft goddelijke inspiratie te hebben, ver liest het contact met de werkelijkheid. Het zijn de menschen in dezen gemoedstoestand, die steeds weer in de geschiedenis de ge vaarlijkst verstoorders van den vrede zijn geweest. Fransche bladen over de volks stemming. Naar aanleiding van de volksstemming in Duitschland schryft Donnadieu in de Epo que: Een volk is verdwenen zonder dat wij een vin verroerd hebben. Het evenwicht op het continent is totaal gewijzigd. Indien wij den Duitschen stroom zich nog verder laten uitbreiden, zal er een dag komen, waarop wij zelf verzwolgen zullen worden. Laten alle volken, die bedreigd worden, zich van het gevaar bewust worden. Laten allen hun krachten aaneensluiten. Het is misschien niet te laat. In de Petit Parisien schrijft Bourgues: Na het plebisciet is het een gebie- diende plicht van alle volken, die door de Germaansche uitbreiding bedreigd worden, hun eigen krachten tot het uiterste op te voeren en zich aaneen te sluiten. Het zal thans gaan om het welzijn van Europa, da noe vrii is. De Homme Libre schrijft: Wij dienen in de eerste plaats te begrijpen, dat het beste middel om Hitier in zijn gevaarhjken op- marsch naar de verovering van Europa te Sm, is, dat wy in staat zyn te zeggen „en nu is het genoeg", en dat men in het buiten land weet, dat wij in staat zouden zyn, onze verklaringen met daden te steunen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1