DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Vraag en aanbod
Daladier vormt nieuw ministerie.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTlENs
Van 15 regels i.25, elke regel meer 0 25, groote
contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 85 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Maandag 11 April 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Socialisten hebben geen zitting in
de nieuwe regeering.
Het nieuwe kabinet vraagt
óók volmachten.
China's successen duren
voort.
Guerilla-oorlog gevaarlijk
voor Japan.
De aigemeene toestand.
Denkt U er aan Uw
voor Woensdag op te geven?
Ruim 99 „ja"-Duitschers.
Hitier is zeer tevreden.
ALKMAARSCHE COURANT
■H®
Na verscheidene besprekingen met
diverse vooraanstaande Fransche poli
tieke persoonlijkheden, is Daladier erin
geslaagd een nieuw Fransch kabinet sa
men te stellen. Het is een overwegend
sociaal-radicaal kabinet. De socialisten
hebben, na overleg in den socialistischen
nationalen raad, besloten geen zitting
te nemen in de regeering. Of ze hun
steun er aan zullen verleenen staat ook
nog niet geheel vast.
De nieuwe regeering zal in den Senaat
meer steun krijgen dan die van Leon Blum:
Mogen we de „Petit Parisien" gelooven,
dan is haar program n.1. veel gematigder dan
dat van den vorigen premier, terwijl zij
voorts door haar samenstelling ook meer
steun van centrum en rechterzijde mag ver
wachten.
De nieuwe regeering.
De regeering van Daladier is volgens of-
ficieele mededeeling als volgt samengesteld:
Eerste minister en minister van landsver
dediging Daladier (rad.); vice-voorzitter van
den ministerraad en minister voor de coördi
natie van den diensten van den minister
president, Chautemps (rad.); minister van
nationale economie, Raymond Patenotre
isoc. rep. unie); van justitie Paul Reynaud
(linksch rep.); van binnenlandsche zaken,
Aibert Sarraut (rad.); van buitenlandsche
zaken, Georges Bonnet (rad.); financiën
Marchandeau (rad.); openbare werken, Fros-
sard (soc. rep. unie); arbeid, Ramadier (id.);
luchtvaart, Guy la Chambre (rad.); oorlogs
marine, Campinchi (rad.); koloniën, Georges
Mandel (onafh. rep.); nationale opvoeding,
Jean Zay (rad.); oud-strijders en pensioe
nen, Champetier de Ribes (dem.); landbouw
Queuille (rad.); handel, Gentin (rad.); p.t.t.,
Jules Julien (rad.); koopvaardij, Chappede-
laine (linksch-dem.); volksgezondheid, Mare
Rucart (rad.)
Dagelijks kabinetszitting.
Zondag om 3 uur heeft Daladier met
der republiek zijn opwachting gemaakt.
Naar Havas verneemt stelt Daladier ~'ch
voor dagelijks een bijeenkomst te houden
met Chautemps, Reynaud, Sarraut, Bonnet
en Marchandeau. Zeer waarschijnlijk zal mi
nister-president Daladier Dinsdag zijn mi
nisterie voorstellen aan Kamer en Senaat en
daarbij voor onbepaalden tijd volmachten
eischen.
Daladier's program.
De „Petit Parisien" geeft de volgende bij
zonderheden omtrent het program, dat deze
nieuwe regeering zou opstellen:
Belangrijke vermindering van het
aantal ministers, handhaving der tegen
woordige buitenlandsche politiek, geen
interventie in Spanje, aanvaarding van
een crediet van 5 milliard voor de be
hoeften der schatkist, aanvaarding van
een leening, groot 15 milliard, evacua
tie der bezette fabrieken, aanvaarding
van een stakingsstatuut, dat een defini
tief einde moet maken aan de conflicten
tusschen werkgevers en werknemers.
Onmiddellijke uitwijzing van onge-
wenschte vreemdelingen, volmachten
voor zes maanden.
Flandin aan 't woord.
In de wandelgangen van de Kamer heef i
Flandin verklaard te wenschen, dat de re
geering van Daladier krachtig en duurzaam
zal zijn. Hij voegde hieraan toe, dat de vier
ministers van de minderheid werden geko
zen om hun persoon. Verder verwacht hy,
dat de keuze van Georges Bonnet als minis
ter van buitenlandsche zaken een garantie
is voor een betere verhouding tot Engelan
Oproep aan alle Franschen.
Zondagavond heeft de nieuwe minister
president Daladier een rede voor de radio
gehouden. Hij zeide:
„Ik richt mij vanavond tot alle Franschen
als hoofd van de verantwoordelijke regee
ring. Ik heb de macht niet gezocht. Nauwe-
lijke enkele maanden geleden heb ik ze me
aanvaard, om mij geheel te wijden aan de
landsverdediging. Vandaag heb ik zonder
Aarzelen beantwoord aan het beroep van ne
staatshoofd. De ernstige moeilijkheden, wel
ke zich in ons land ophoopten en de nog
grooter moeilijkheden aan de grenzen, noop
ten mij ertoe mijn plicht te vervullen als re
publikein en Franschman. Uit naam van deze
dubbele plicht wend ik mij tot u. Voortgeko
men uit een werkzaam volk, waaraan ik be
sloten ben trouw te blijven, richt ik mij tot
u, het Fransche volk. Toen ik u zware offers
heb gevraagd voor de landsverdediging, hebt
gij hieraan beantwoord. Gij hebt het werk,
dat ik in de stilte van het ministerie van
landsverdediging heb gedaan, goedgekeurd,
doch op het oogenblik gaat de landsverdedi
ging verder dan een plan tot militaire orga
nisatie. Op het oogenblik zijn alle politieke,
sociale, economische en financieele vraag
stukken nauw verbonden aan het vraagstuk
der veiligheid, dat zelf verbonden is aan het
vraagstuk van het behoud van den vrede.
Er bestaan thans geen nauw omschreven
vraagstukken meer, er is slechts een pro
bleem: het welzijn van het land in zijn ge
heel; hiervan moet men alle lasten aanvaar
den en ik vraag u mij in mijn moeilijken
taak te helpen. Deze is moeilijker en inge
wikkelder dan ik ooit op mij heb genomen.
Wat wij moeten bewaren is geen abstractie,
doch het beste en meest menschelijke vader
land. Namens dit bewonderenswaardige
Frankrijk richt ik mij tot alle Franschen.
Ieder moet denken aan dat, wat hij van
zijn land heeft gekregen aan materieele goe
deren, moreele waarde en vrijheid. Ik zou
wenschen dat vanavond in iedere Fransche
huiskamer mijn stem de ernst van het
oogenblik zou doen beseffen, zonder even
wel pessimisme te wekken. Vooral zou ik
een beroep willen doen op de discipline en
den arbeid. Dit brengt alle Franschen de ze
kerheid dat ieder mee kan werken in alle
broederlijkheid.
Een protest van Haile Selassie. - Aan
gezien de vertegenwoordigers van Grieken
land en Turkije te Rome thans geaccredi
teerd zijn geworden bij den koning van
Ialië en „den kiezer van Ethiopië", heeft de
negus een telegram gezonden aan den ko
ning van Griekenland en den president der
Turksche republiek, waarin hij zich verzet
tegen het gebruik van den titel van „keizer
van Ethiopië", hetgeen, aldus de negus, een
schending beteekent van de internationale
verplichtingen als het Volkenbonds- en het
Kelloggpact en van andere internationale
verdragen.
Het loopt Japan niet mee in den
oorlog tegen China. Wel kon het de
eerste maanden vele successen boeken
en vorderden zijn troepen zeer snel zon
der groote tegenstand te ontmoeten,
maar thans schijnen de rollen gekeerd
te zijn.
Misschien is dat wel een vooropgezette
taktiek der Chineezen geweest!
Welke taktiek? zal men vragen. Welnu, het
antwoord kan duidelijk zijn: China moest
tegen een groote overmacht strijden, een
overmacht, die bovendien goed gorganiseerd
was. Zou de Chineesche generaliteit het nu
op een open veldslag hebben laten aanko
men, dan was het Japansche succes enorm
geweest. Maar de Chineesche legers boden
in de eerste maanden betrekkelijk weinig
tegenstand en trokken steeds meer achter
waarts. Aldus veroverde Japan een groot
grondgebied. Dat bracht echter tegelijkertijd
groote moeilijkheden met zich mee, want
daardoor kwamen de Japanners hoe langer
hoe verder van huis. Bovendien moest het
veroverde land bezet blyven, want de be
woners waren werkelijk niet eensklaps pro-
Japan geworden.
En ziet, thans het is de laatste week
duidelijk bewezen komen de belangrijke
Chineesche sucessen. Het Japansche offensief
op Soetsjou, dat den laatsten tijd toch reeds
bijzonder moeilijk verliep, heeft een Chi-
neesch tegenoffensef tengevolge gehad en
daarbij zijn de Chineezen fortuinlijker ge
weest dan de Japanners: zij hebben de plaats
Taiertsjwang heroverd. Naar men wel mag
aannemen 'is dit -jffensief gevolgd na een
periode van hevig» Chineesche guerrilla
langs de verbindingslinies van Taiertsjwang
met Tsinan, de hoofdstad van Sjantoeng,
langs de spoorlijn van Tientsin naar Poekau.
Door deze guerrilla hebben de Chineezen de
ravitailleering van de Japansche troepen, die
Soetsjou moesten bestoken, grondig in de
war gestuurd, waardoor de Japansche troe
pen, toen zij het hoofd moesten bieden aan
den Chineeschen tegenaanval, met onvol
doende munitie en mogelijk ook onvoldoende
materiaal en levensmiddelen te kampen had
den. Een bericht, dat melding maakt van een
aanval van de Chineezen op Tsinan, het
punt van uitgang van het Japansche offen
sief in Sjantoeng, maakt de veronderstelling
van gestoorde Japansche verbindingsdien
sten zeer waarschijnlijk. Hoe ook de afloop
van den vermetelen Chineeschen aanval op
Tsinan zal zijn, hierdoor zijn de Japansche
troepen ten Zuiden van die stad in ieder
geval in het grootste gevaar geraakt en hier
mede hebben de Chineezen het Japansche
offensief op Soetsjou, het kruispunt van de
spoorlijn van Tientsin naar Poekau en den
Loenghai-spoorweg, voorloopig tot staan ge
bracht. Als men aanneemt, dat dit het eenige
gevolg van de jongste Chineesche successen
is, dan is dit toch reeds een zeer belangrijk
gevolg. Zonder twijfel zal het moreel van de
Japansche troepen, wien geleerd is, dat het
Japansche leger niet te verslaan is, een
flinken duw gekregen hebben.
Belangrijk was voorts de toenemende on
behaaglijkheid, welke Japan ten aanzien van
de Sovjet-Unie demonstreet, een indirecte
bevestiging vindt. Immers, de Japansche
troepen in Mantsjoekwo de beste troepen
die Japan heeft, tot naar men veronderstelt
een sterkte van 400,000 man werden daar
gehouden als een veiligheidsmaatregel tegen
eventueel optreden van de zijde van de
Sovjet-Unie.
Japan maakt zich den laatsten tijd de al
lergrootste zorg over den steun, dien China
uit de Sovjet-Unie ontvangt. De omvang van
dezen materieelen steun kan men niet vast
stellen. Erg belangrijk kan hij niet zijn.
Rusland heeft veel materiaal naar Spanje
gezonden en bovendien: lang niet alle soor
ten van materiaal komen in aanmerking om
naar China gezonden te worden. De lange
weg, die moet worden afgelegd vormt een
hinderpaal. De steun zal wel voornamelijk
bestaan in het zenden van vliegtuigen, maar
dit zal dan wel in vrij grooten getale ge
schieden. Het Japansche protest te Moskou
had dan ook betrekking op deze vliegtui
gen. Zooals men weet, heeft Litwinoi dit
protest hooghartig van de hand gewezen.
Maar belangrijker nog dan deze steun in
vliegtuigen, is het feit, dat Ruland de gar
nizoenen aan de grens van Mantsjoekwo
steeds grooter maakt. Het is dus duidelijk,
dat Rusland met zijn garnizoenen aan de
grens van Mantsjoekwo een duidelijken druk
op Japan kan uitoefenen en daardoor den
Chineezen een hulp leveren, die steun in
materiaal belangrijk in beteekenis te boven
gaat. De Japansche zenuwachtigheid over de
houding van Rusland zal dus te grooter zijn,
naarmate tegenover deze Russische garni
zoenen een minder sterk Japansch bolwerk
staat en naarmate Rusland met eenvoudige
dreigementen, die betrekking hebben op zijn
troepen aan de Mantsjoekwosche grens, een
grootere onzekerheid in de Japansche strate
gie zal kunnen brengen. Deze onzekerheid
Alkmaar, 11 April.
Het jaar 1938 is wel een jaar, dat later
in de geschiedenisboeken vermeld zal
staan, omdat er in dit jaar misschien meer
historie gemaakt wordt dan in vele jaren
daarvoor. Men ga maar eens even na, wat
er in de drie maanden, die achter ons lig
gen, allemaal gebeurd is. Het is bijna om
van te duizelen. Daar is wij zullen
werkelijk niet trachten volledig te zijn
allereerst het verdwijnen van Oostenrijk
op de wereldkaart. Geen kleinigheid, als
men bedenkt, dat men hier te doen heeft
met een eeuwenoud rijk, dat een zeldzaam
belangryke geschiedenis heeft gehad. Oos
tenrijk nu heeft gisteren zijn volksstem
ming beleefd, zij het dan als onderdeel van
het groote Duitsche rijk van Hitier.
Daar is verder de oorlog in Spanje, dik
wijls een Europeesche oorlog in klein
formaat genoemd. Deze oorlog schijnt
thans op zijn einde te loopen en straks in
een overwinning van Franco te zullen
eindigen. Misschien zou een burgeroorlog
op zich zelf niet voldoende zijn, om hier
van „wereldgeschiedenis" te mogen spre
ken, maar juist het vele geheimzinnige en
het vele onbekende, dat er om heen zweeft,
maakt dezen krijg uiterst belangwekkend.
Immers, in feite toch zou men hier kun
nen spreken van een oorlog tusschen twee
groote ideeën die der democratische re
geeringen en die der dictatoriale regeerin
gen. Waaruit weer volgt dat 1938 een
grooten strijd kent tusschen deze twee
staatsvormen, die wel zeer wijd uiteen
loopen. -
Dan is er de oorlog in China tusschen
Japan en China. Ook hier wordt al gerui-
men tijd gevochten en het is daarom zoo
merkwaardig, dat de schijnbaar ongelijke
strijd anders gaat verloopen, dan men
verwacht had. China zou immers onder
de voet geloopen worden door het mach
tige Japan. Het leek er in het begin inder
daad veel op, maar juist de laatste week
bleek er van een Japansch overwicht geen
sprake meer te zijn. Integendeel, China
boekte eenige niet onbelangrijke successen.
Dat is zeer belangrijk, ook voor het overige
deel der wereld, want men was over het
algemeen verre van gerust over Japan,
dat zijn positie in het Verre Oosten jaar in
jaar uit versterkte en door een overwin
ning op China een macht zou zijn gewor
den, waar vele Europeesche landen en
Amerika terdege rekening zouden moeten
houden, zulks met het oog op hun belangen
in Azië.
Voorloopig heeft Japan echter zijn han
den meer dan vol aan China en het zal op
het oogenblik zich zeker niet gaarne
mengen in aangelegenheden, die koloniale
vraagstukken betreffen.
Wij gelooven, dat het voor de rust in
Europa goed is, dat China zich zoo krach
tig verweert, want Japan zal ook al
mag het dan tenslotte als overwinnaar uit
den strijd te voorschijn komen nog
langen tijd noodig hebben, om weer op
oude kracht te komen. En tot zoolang is
het beruchte „gele gevaar" niet actueel,
behoeft het althans niet actueel te zyn.
tl
Daarnaast is 1938 een belangwekkend
jaar voor de diplomatie. Wi/ hebben hier
al eens eerder over dit onderwerp gespro
ken, maar meenen, dat ook nu weer dit
vraagstuk even naar voren mag worden
gebracht.
Diplomatie is mooi engevaarlijk,
omdat men nooit weet, wat nu eigenlijk
precies de bedoeling is der diplomaten en
wat er door hen allemaal uitgeknobeld
wordt achter de schermen.
Daar is bijvoorbeeld de diplomatie tus
schen Berlijn en Rome. Oogenschijnlijk is
alles koek en ei en zijn beide staten het
meer dan eens. Maar in werkelijkheid?
Wij gelooven, dat Mussolini en Hitier
elkaar in het openbaar als groote vrien
den, maar tegelijkertijd elkaar in het ge
heim als gevaarlijke concurrenten be
schouwen. Eerst is Mussolini nummer één
geweest, maar die tyd is voorby: thans
mag Hitier zich staatsman nummer één
noemen, want hij is de opperheerscher
van Groot-Duitschland, terwijl Mussolini
nog altijd een koning-keizer boven zich
heeft staan. Weliswaar beteekent de
macht van den vorst bitter weinig, maar
daar houdt het volk geen rekening mee.
En ziet, het spelletje, dat beide heeren
spelen, is niet onaardig. Hitier benoemd
zich zelf tot opperbevelhebber van de
geheele weermacht, en eenige weken later
laat Mussloni zich tot opperbevelhebber
der Italiaansche weermacht benoemen.
Toen Mussolini in Berlijn kwam, moest hij
de indrukwekkende legermachten aan
schouwen in den vorm van groote parades;
als Hitier straks in Rome komt, zal hij
moeten ontdekken, dat Italië nog beter
bewapend is
Zulke grapjes kosten geld en beide
staatslieden weten veel te goed, hoe kost
baar het geld is. Dat zij het voor pracht en
praal uit geven, moet dus een bijbedoeling
hebben. Zou het nu zoo vreemd zijn, als
we hier zeiden, dat beide dictators hun
best doen, om elkaar te toonen, hoe ver
standig het is, vrede met elkaar te hou
den? D. w. z. Mussolini heeft indertijd in
Duitschland kunnen leeren, dat het on
verstandig zou zijn, het Derde Rijk tot een
conflict uit te lokken; thans zal Mussolini
aan Hitier op een nette manier duidelijk
maken, dat Italië machtig en sterk is.
Beide landen hebben voor hun buiten'
landsche politiek de as Rome-Berlijn
noodig. Daarom zijn ze uiterlijk heel erg
bevriend. Maar in werkelijkheid vertrouwt
ae een den ander niet.
Trouwens, hoe zou het anders verklaard
kunnen worden, dat Engeland met Italië
besprekingen voert en daarbij zeer tevre
den schijnt te zijn. Engeland, waar de
democratie toch een zeer belangrijke rol
speelt en Italië, dat alleen in de dictatuur
een uitkomst ziet. Dat Italië met Engeland
onderhandelt, dat men in beide landen
spreekt van vriendschappelijke bespre
kingen, het is diplomatie en niet anders.
Ook hier wantrouwen beide ryken elkaar,
maar ze zijn op het oogenblik zoo verstan
dig, om den schijn van vriendschap op
zich te nemen. Dat is voor de wereld en
het eigen publiek noodig en gemakkelijker.
Eigenlijk een vreemde toestand: Duitsch
land en Italië één; Italië en Engeland
vrienden (laten 7e het even zoo noemen.
Engeland en Frankrijk één, Frankrijk en
ItaliëHo nu gaat het mis. Of is de
verhouding tusschen Frankrijk en Italië
ook al hartelijk? En die tusschen Frankrijk
en Duitschland? En dan Rusland! Dat
zoo ongeveer met Frankrijk dweept
Wat een diplomatie! Wat een waarde
hebben al de besprekingen, die gevoerd
worden tusschen vertegenwoordigers van
landen!
Diplomatie? Een spelletje, waarvan de
waarde bij elk der deelnemers bekend is.
En die waarde iso zoo weinig, zoo
bitter weinig.
2e handsch goederen
35 cent per 5 regels.
zal te grooter zijn, naarmate de Japansche
troepen, die in het gebied van de Gele Ri
vier opereeren, minder succes hebben en
eigenlijk steun van de goede geoefende troe
pen uit Mantsjoekwo ten zeerste behoeven.
Het Chineesche bericht omtrent het vertrek
van troepen van Kwantoen naar Sjantoeng
kan voorbarig zijn; dat hun hulp thans ge-
wenscht is, op het oogenblik dat Rusland
dreigender doet tegenover Japan, maakt de
Japansche positie echter al onplezierig ge
noeg. Dit is een onplezierigheid, waarom
trent het bericht van Domei over mogelijke
wijziging van de Japansche regeering, dui
delijke aanwijzingen bevat.
Groot-Duitschland heeft gestemd. De
keuze was voor of tegen Hitier en voor
of tegen de Anschluss van Oostenrijk.
En ziet, wat verwacht werd wat vrij
wel niet anders kon geschiedde: het
regime overwon. Ruim 99 pCt. der kie
zers stemde „ja" en in Oostenrijk was
het percentage zelfs 99.75! Eigenlijk
bijna te mooi!
In het geheele Duitsche rijk werd zeer
druk gestemd, terwijl overal feest gevierd
werd. En toen de uitslag bekend werd, was
geheel Duitschland in de wolken.
Na afloop van de verkiezingen heeft Hitier
een dankwoord voor de radio uitgesproken,
waarin hij o.m. mededeelde, dat :de uitslag
zijn verwachtingen had overtroffen. Ter
eere van deze groote stembus-overwinning
zal er gedurende drie dagen in geheel Groot-
Duitschland worden gevlagd.
Britsche persstemmen.
Belangrijker dan het weergeven van cij
fers en het verloop der verkiezingen zijn de
persstemmen uit andere landen, met name
Engeland en Frankrijk.
De Daily Telegraph schrijft, dat een in
strument voor het onthullen van het werke
lijke standpunt der Oostenrijkers tegenover
hun annexatie de volksstemming even zin
loos is als een barometer, welke met de
hand in plaats van met kwik werkt. Bij het
plebisciet zijn voor het volk feiten verbor
gen gehouden, die zeer nuttig kunnen zijn
bij het vormen van een weloverwogen oor
deel, zooals het meeningsverschil tusschen
kardinaal Innitzer en het Vaticaan.
De Daily Herald zegt, dat Hitiers zinspe
ling op den „Almachtige, die een wonder
verricht heeft", herinneringen oproept aan
den keizer, die de grootste exponent van
deze ongepastheid was. Hoe meer Duitsch
land verandert, hoe meer zij hetzelfde is.
De News Chronicle schrijft: Van veel
grootere beteekenis dan de cijfers van de
volksstemming die slechts laten zien hoe
doeltreffend de massaproductie van de open
bare meening in de nieuwe provincie van
Duitschland georganiseerd was, was de rede,
die Hitier op den vooravond van de verkie
zing heeft gehouden, en waarin hij zeide
door God geleid te worden. De dictator, die
gelooft goddelijke inspiratie te hebben, ver
liest het contact met de werkelijkheid. Het
zijn de menschen in dezen gemoedstoestand,
die steeds weer in de geschiedenis de ge
vaarlijkst verstoorders van den vrede zijn
geweest.
Fransche bladen over de volks
stemming.
Naar aanleiding van de volksstemming in
Duitschland schryft Donnadieu in de Epo
que: Een volk is verdwenen zonder dat wij
een vin verroerd hebben. Het evenwicht op
het continent is totaal gewijzigd. Indien wij
den Duitschen stroom zich nog verder laten
uitbreiden, zal er een dag komen, waarop wij
zelf verzwolgen zullen worden. Laten alle
volken, die bedreigd worden, zich van het
gevaar bewust worden. Laten allen hun
krachten aaneensluiten. Het is misschien
niet te laat. In de Petit Parisien schrijft
Bourgues: Na het plebisciet is het een gebie-
diende plicht van alle volken, die door de
Germaansche uitbreiding bedreigd worden,
hun eigen krachten tot het uiterste op te
voeren en zich aaneen te sluiten. Het zal
thans gaan om het welzijn van Europa, da
noe vrii is.
De Homme Libre schrijft: Wij dienen in
de eerste plaats te begrijpen, dat het beste
middel om Hitier in zijn gevaarhjken op-
marsch naar de verovering van Europa te
Sm, is, dat wy in staat zyn te zeggen „en
nu is het genoeg", en dat men in het buiten
land weet, dat wij in staat zouden zyn, onze
verklaringen met daden te steunen.