DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Tusschen Tsjechen en Duitschers.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
No. 93 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0 25, groote
contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Donderdag 21 April 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Hoop op samenwerking met de Sudeten-Duitschers.
Geen angst voor Moskou.
De onrust in Palestina.
De algemeene toestand.
De beleedigingen in de
zaak Oss.
Weinig nieuws uit Spanje.
Val d'Aran door de opstandelingen
veroverd.
i*
m
Wanneer wij het gansche probleem
der nationale minderheden nog eens
rustig bekijken, dan herinneren wij ons
de woorden van den Tsjecho-Slowaak-
schen minister van buitenlandsche za
ken, die my zeide, in welk een gunstige
richting dit minderhedenprobleem zich
zou kunnen ontwikkelen, wanneer die
minderheden niet werden beïnvloed
door naburige staten, waarin de naties
leven, van welke die minderheden een
deel meenen te zijn. Men denke over
dezen weliswaar niet zeer fraaien, maar
toch wel zeer duidelyken zin maar eens
na en veel zal u in deze ingewikkelde
geschiedenis duidelyk worden.
Het gevolg van de machtsovername door
de nationaal-socialisten in Duitschland is
geweest, dat de politiek der Sudeten-Duit
schers veel radicaler is geworden en dat de
zoogenaamde „activistische" Duitsche par
tijen, die in de regeering met de Tsjechen
en Slowaken samenwerkten, zijn verzwakt.
Dit feit dient men goed vast te houden.
Dit alles is nog versneld en bespoedigd
door den Anschluss van Oostenrijk. Twee
der activistische partyen hebben de Henlein-
ryen versterkt en dus de oppositie doen
toenemen. Toch geeft men hier de hoop op
een samenwerking met de Henleinpartij
niet op en minister Krofta betoogde, dat
deze leider in zyn program niet spreekt
van een versplintering van den Staat of van
een verzwakking daarvan. En uit deze om
standigheid hoopt men dan ook, dat een
betere samenwerking zal worden geboren.
Zoo juist heeft een der leiders der Duitsche
socialisten de regeering voorgesteld een
zoogenaamd „Sofortplan" uit te voeren en
een crediet van 500 millioen kronen dat
is dus om en bij 42 millioen gezonde Neder-
landsche guldens aangevraagd, om daar
mee de Sudeten-Duitsche gebieden te hulp
te komen en naar ik hoorde, bestaat er alle
kans, dat dit plan zal worden aangenomen.
Men wenscht deze gelden voor economische
doeleinden te besteden en het is dus duide
lijk, dat er inderdaad het een en ander te
verbeteren valt. Dat wordt door de regee
ring ook niet ontkend.
Nu is het interessant om eens te kijken
naar de betrekkingen tusschen den Tsjecho-
Slowaakschen Staat met de Staten der
Kleine Entente. Ook in deze Entente is zoo
langzamerhand het een en ander veranderd.
Oorspronkelijk was het doel om het zoozeer
geknotte Hongarije in toom te houden en de
legitimistische strooming daar en in Oos
tenrijk tegen te gaan. Het laatste is intus-
schen niet meer noodig. Voor een over
ledene behoeft men geen angst te hebben.
Met eenige van deze nabuurstaten waren de
betrekkingen beter dan met de andere, en
men vertelde mij o.a., dat die met Polen
dat geen lid der Kleine Entente is nog
beter zouden zijn dar het geval is, wanneer
men maar meer vertrouwen had in den per
soon van den germanofielen minister van
buitenlandsche zaken, Beek, en de hem om
ringende kliek. Deze betrekkingen werden
mij gezegd te zijn „correct, maar ook niets
meer". Dat is intusschen in de tegenwoor
dige wereld al heel wat! En met Zuid-
Slavië, dat wel lid der Entente is, zyn de
betrekkingen door politieke en traditioneele
interessen goed te noemen en men kan
slechts instemmen met de rede van Stojadi-
nowitsj, die zeide, dat deze betrekkingen
niet toevallig zijn, en dat men ze in de
toekomst waarschijnlijk de naaste toe
komst nog hoopte te zullen verstevigen.
Zoeken wy naar nieuwe vrienden, aldus
deze staatsman, dan beteekent dat niet, dat
wij ons van de oude wenschen te ontdoen
en die ouden zijn Roemenië en Tsjecho-
Slowakije.
Ik had het met verschillende heeren, met
wie ik sprak, ook over Rusland en daar ik
uit Duitschland kwam, kan men wel begrij
pen, dat mijn oordeel over deze heeren min
der gunstig luidde. Want een der aller-
dankbaarste onderwerpen in de Duitsche
pers is naast de eigen voortreffelijkheid de
slechtheid en verdorvenheid dezer roode
lieden. Men deelde die opvattingen hier
niet en wees er op, dat men ook geen angst
voor hen had en zeide mij verder, dat van
ondermijningspogingen van het staatsgezag
anders een Russische specialiteit hier
geen sprake was. Zy worden natuurlijk ge
ducht in de gaten gehouden, maar de dertig
communistische parlementsleden schijnen
zich aan de faits et gestes der beschaafde
naties te hebben aangepast. Eenmaal, zeide
men my, hebben deze heeren zeer revolu
In het vierde artikel van Jhr. de
Marees van Swinderen, die een
reis maakt door de veel besproken
landen van Europa, behandelt hij
o.m. het verdwenen Oostenrijksche
Iegitimisme, de betrekkingen met
de Kleine Entente en de hoop op
samenwerking met de Sudeten-
Duitschers.
Wij laten dit artikel hier volgen.
tionnaire eigenschappen getoond te bezit
ten, maar dat hebben wij hen tijdig afge
leerd. Zij zijn nu rustiger geworden en
schijnen ook uit Moskou niet langer meer
zoo te worden gesteund en geholpen als
tyden geleden. En wat de sociaal-democra
ten betreftdat zijn zeer kalme lieden
geworden een verschijnsel, dat overigens
niet alleen hier te constateeren valt.
En deze verhalen hoorende, schoot mij
een rijm te binnen van een Nederlandschen
dichter, een rijm dat hij schreef naar aan
leiding van de overhandiging van het be
roemde geschrift aan Margaretha van Parma
door de edelen, een gebeurtenis die de land
voogdes maar hoogst matig beviel en waarbij
de oude Barleymont zich dusdanig opwond,
dat hij van schrik in elkaar is gezakt. De
dichter laat dan Willem van Oranje tot de
zeer verschrikte landvoogdes de volgende
woorden zeggen: „Cheer up mevrouw
cheer up 't zijn heel nette menschen
Zij hebben alle recht op aandacht voor hun
wenschen" Nuzoo gaat het hier
met verandering dan altyd van wat ver
anderd worden moet ook met de sociaal
democraten en zelfs met de communisten
Men rekent in geval van nood met Rus
sische hulp, maar ontkent de Duitsche
bewering er zijn trouwens wel meer
Duitsche beweringen, inzake communisten
trouwens niet alleen, die men met een
stevige dosis attisch zout moet verteren
dat hier Russische vliegvelden zouden be
staan. En wanneer het ooit tot verleenen
van Russische hulp zou komen, dan zouden
natuurlijk de vliegtuigen daarbij een groote
rol spelen. Want die hulpverleening zou via
het luchtruim moeten komende heeren
zouden hoog moeten vliegen en in letter
lijken zin zou dus ook hier het goede van
boven komen
Nu staat het met die Kleine Entente aldus:
Door de deelname van het machtige
Duitschland aan het leven in Midden-Europa
ligt het voor de hand, dat door dit feit de
staten der Kleine Entente er wel eens toe
zouden kunnen overgaan de banden, die
hen verbinden, nauwer toe te halen. En
minister Krofta zei het .wel zeer diploma
tisch, toen hij het aldus samenvatte: „Op
die manier zouden de staten der Kleine
Entente ervoor zyn beschermd zonder een
I vijandige houding tegenover Duitschland in
te nemen al te zeer onder Duitschen in
vloed te geraken". En het is in verband
hiermee, dat de minister een reis naar Roe
menië heeft aanvaard.
Ik maakte gisteren een langen autotocht
in zuidelijke richting en had zoo gelegenheid
met eigen oogen te zien en ook met eigen
ooren te hooren, want dank zij myn, helaas
betrekkelijk geringe, kennis van het Bul-
gaarsch begrijp ik een klein beetje van
het Tsjechisch hoe de menschen daar
leven, werken en wonen.
Het Boheemsche land is een mooi, niet
zoozeer romantisch, dan wel lieflijk land
een afgrijselijk woord ik geef het toe,
maar het teekent het golvende landschap
met zijn vruchtbare akkers en zijn indus
trieën.
De dorpen, waardoor wij reden, zagen
er goed en lofwaardig zindelijk uit en de
wegen bewezen mij alhoewel natuurlijk
niet overal even goed dat de Tsjechische
staat hieraan groote geldsbedragen had be
steed. Ten slotte kwamen wij in het Duit
sche stadje Krumau dat in Tsjechisch
gebied ligt ingeklemd en waar onder
9000 inwoners tweederden Duitschers wa
ren. Overal zag men op de winkels op
schriften in beide talen en dat is voor den
vreemdeling een groot genoegen, om niet te
zeggen een groot gemak. Want bijv. in het
Tsjechische Praag is men met de Duitsche
taal maar zeer matig vertrouwd. Booze
tongen en die zyn er vele beweren,
dat de menschen ervoor bedanken Duitsch
te spreken, maar ik geloof niet, dat dit
waar is. Het zou met name in winkels en
in kleinere restaurants aangenamer zijn
wanneer daar ook het personeel ietwat
meer polyglottisch was aangelegd en het
zou een eisch van goed en verstandig koop
manschap mogen worden genoemd, indien
zulks het geval was. Zoo heb ik bijv. in een
winkel langen tijd noodig gehad om een
overigens aardig meisje aan het verstand
te brengen dat ik een zakdoek wilde heb
ben. Ik maakte derhalve toen ik op lin-
guistische moeilijkheden stuitte een soort
trompetterend geluid. Edoch dit bleek
niet duidelijk genoeg te zijn de fee dacht
I dat ik verkouden was en wenschte mij naar
een apotheek te dirigeeren om aspirine te
koopen.
Ik hoop morgen een autotocht in noord
westelijke richting te gaan maken en dan
eens te zien of die nood in Sudeten-Duit
sche gebieden werkelijk zoo groot is, als de
Duitsche bladen beweren. Men noemt het
hier overdreven en zegt: Kijkt u eens
nood is overal en het meest in de in
dustrie-gebieden. Maar dat wil nog niet
zeggen, dat het zoo erg is als vaak aan de
hand van geïllustreerde artikelen wordt
getracht te bewijzen. Iemand zei het mij
als volgt: het gaat ermee als met de bewe
ring dat wij hier talrijke Russische officie
ren zouden hebben. Toegegeven er is
wel eens een maar dat beteekent nog
niet, dat het er hier van wemelt. Zoo is het
met die noodverhalen ook. En van neutrale
zijde zeide men mij: Die nood heerscht
met name in den zoogenaamden huisarbeid.
Die huisarbeiders zijn niet georganiseerd,
omdat men hen als een soort patroons
zeggen wij liever als „eigen werkers"
beschouwt. De arbeiders geen huisarbei
der ontvangen een bepaald bedrag, maar
die huisarbeiders doen dat niet. Zij krijgen
alleen een kleine ondersteuning van den
staat of van de gemeente.
Dat er intusschen nood is, bewyst het 500
millioen kronen-plan en dat bewijst ook,
dat de Tsjecho-Slowaaksche staat met den
besten wil is bezield hulp te verleenen.
Maar alles wat Henlein wil, zal hij niet
krijgen.
Momenteel schijnt de leider der Sudeten-
Duitschers naar Berlijn te zijn en men is
hier nieuwsgierig met welke bedoeling.
Alleen om Eisbein met Sauerkraut te
eten zal het zeer waarschijnlijk wel niet
zijn en bovendien het eten is hier beter
dan daar.
Waarvan iederen dag wederom met ge
noegen nota genomen
VAN SW.
Gevecht tusschen politie en
Arabische vrijscharen.
Arabische vrijscharen hebben gisteren de
politiepost te Beisan aangevallen. Langen
tijd werd over en weer gevuurd, waarbij een
politie-agent werd gedood.
In de nabijheid van Beisan kwam het tot
een ernstige botsing tusschen politie, Brit-
sche militairen en Arabische vrijscharen.
De stryd duurde tot in de avonduren. Bij
het gevecht zouden vijf Arabieren gedood
zijn. In den afgeloopen nacht zijn ver
scheidene joodsche kolonies in het dal van
den Jordaan beschoten.
ALKMAAR, 21 April.
In verband met het Jodenvraagstuk is
het wel interessant te lezen, wat men uit
Boedapest aan de N. R. C. schrijft, zulks in
verband met eenige gebeurtenissen, welke
de laatste dagen voor Paschen zijn voorge
komen en welke de aandacht verdienen.
Dr. Daranyi, de Hongaarsche minister
president, richtte o.a. aan Hitler's adres een
telegram, waarin hy in hartelijke bewoor
dingen zijn gelukwenschen met den uitslag
der Duitsche verkiezingen tot uiting bracht;
een even vriendschappelijk antwoord volg
de. Wat betreft deze volksstemming, heeft
het feit dat het zoogenaamde Burgenland,
hewelk volgens Hongaarsche begrippen
Hongarije ten onrechte ontnomen was, zich
byna éénstemmig voor de aansluiting bij
Duitschland heeft uitgesproken, alhier tot
nadenken gestemd.
Majoor Szalasi, die door velen als toe
komstig Hongaarsche nazileider wordt be
schouwd, bevindt zich thans wederom op
vrije voeten. Naar men uit gewoonlijk goed
ingelichte bronnen verneemt, zal een zijner
felste tegenstanders, dr. Htényi, leider der
politieke afdeeling der staatspolitie, die
steeds bekend was om zyn energieke optre
den tegenover alle revolutionnaire bewe
gingen, het veld spoedig moeten ruimen
en zyn ontslag krijgen.
Voorts zijn de noodige strooibiljetten en
pamfletten versoreid, meest van tegenstrij-
digen inhoud. O.a. werden zelfs verschei
dene Joden gearresteerd, omdat zij biljetten
verspreiden, waarin tot allerhande boycot
werd aangespoord. Ook werden pamfletten
met een beleedigenden inhoud voor me
vrouw Horthy gevonden.
In een interview in het dagblad Esti
Ujsag verklaart dr. Daranyi, dat de leening
van 1 milliard pengö volgens het vijfjaren
plan, velen werk en verhoogde inkomsten
zal verschaffen, zoodat men volgens hem
kan zeggen „tegenover de groote opoffe
ringen zullen ook meerdere inkomsten ko
men te staan". Op het Joodsche vraagstuk
overgaande, legdt de premier den nadruk
Hongaarsche bevolking de zoogenaamde
Jodenwetten met voldoening en blijdschap
heeft opgenomen, hetgeen uit tallooze brie
ven en telegrammen zou blijken. Verder
dan het in deze wetten ingenomen stand
punt wenscht de regeering echter niet te
gaan, hetgeen merkwaardigerwijze wordt
gemotiveerd door den zwaren slag, die an
ders aan de Hongaarsche economie zou
worden toegebracht. Wel zal de minister
van landbouw er voortaan voor zorgen, dat
de Hongaarsche bodem niet meer in wat
men hier thans als vreemde handen be
schouwt kan overgaan. Tevens is nu het
officieele bericht ter motiveering der boven
genoemde wetten verschenen. Na een uit
voerige bespreking der verschillende oor
zaken, wlke tot het aansnijden van dit
vraagstuk hebben geleid, wordt nogmaals
de nadruk gelegd op den diepgaanden in
vloed, welken dit deel der bevolking onder
meer op het gebied der bankwereld, indus
trie, pers en theater uitoefent. Gestaafd
wordt een en ander met de statistische ge
gevens aan de hand waarvan de verhouding
der rassen in Hongarije op velerlei gebied
wordt aangegeven Zoo wordt verklaard,
dat het Israëlietische deel der bevolking
5 pet. der geheele bevolking vertegenwoor
digt. In het jaar 1935 waren van alle jour
nalisten 39 pet. Joden, van de advocaten in
Budapest 56 pet. van artsen in het geheele
land 67 pet., van ingenieurs 36 pet. In de
takken van industrie en handel worden
dergelijke getallen genoemd. Vermeldens
waard is, dat de Joodsche ondernemings
lust bij den opbouw der Hongaarsche in
dustrie zeer terecht wordt geprezen. Verder
is vastgesteld, dat Joden, die aan het front
hebben gestreden of zich voor 1 Augustus
1919, het begin der communistische periode,
hebben laten doopen niet onder de bepa
lingen der nieuwe wetten vallen.
Intusschen heeft de Joodsche gemeente
een scherp protest tegen deze wetten inge
diend, hetgeen zeer goed te begrypen is.
Veel beroering in de betrokken kringen
heeft immers ook het besluit der regeering
gewekt het ritueele slachten te verbieden,
welk besluit reeds in werking is getreden.
Inzake het vreemdelingenverkeer worden
op het feit, dat het meerendeel van de er opnieuw onderhandelingen gevoerd met
Duitsche instanties. In het vorige jaar heb
ben nl. uit het tegenwoordige groot-
Duitschland ongeveer 60.000 personen Hon
garije bezocht. Dit jaar zou dit aantal niet
meer dan 5000 kunnen bedragen, aangezien
het Rijk voor dit doel niet meer deviezen
ter beschikking stelt. Van Hongaarsche
zijde hoopt men in dezen toestand alsnog
verbetering te kunnen brengen. Eventueel
zou een deel der bekende „Kraft durch
Freude"-reizigers naar Hongarije kunnen
worden geleid.
In het. hoofdartikel van het blad Magya-
rorszag eischt dr. Eckhart nieuwe verkie
zingen volgens het systeem der onlangs
door het parlement aangenomen kieswet.
Verder verklaart hij, dat er meer dient te
worden gedaan voor een actie tot revisie
van het verdrag van Trianon. Tevens moet
er eindelijk verandering worden gebracht
in de schrijnende toestanden, welke nog
steeds ten plattelande heerschen.
Een boodschap van den Slowaakschen
Raad aan het Hongaarsche volk, waarin
deze instantie uit naam van 't Slowaaksche
volk verklaart wederom in het nationale
Hongaarsche staatsverband te willen wor
den opgenomen, heeft in politieke kringen
alhier veel opzien gebaard.
Verder kan nog in het kort worden be
richt, dat dr Homan, minister van onder
wijs, heeft bekend gemaakt, dat thans in
Hongarije, blijkbaar naar Duitsch voorbeeld
een arbeidsdienst gedurende de zomer
maanden zal worden ingesteld. Deze dienst
is echter niet verplicht en strekt zich alleen
tot studenten uit.
De voorbereidingen voor het 34ste eucha
ristische wereldcongres zijn nu geëindigd
en men rekent met het slagen er van en 'n
vlotte afwikkeling der verschillende plech
tige feestelijkheden.
Van officieele zyde is bekend gemaakt,
dat te Budapest een Japansche legatie zal
worden gevestigd, terwijl in Tokio tevens
een Hongaarsch-Japansch cultuurinstituut
zal worden geopend, hetgeen op de in den
laatsten tijd steeds toenemende banden
van vriendschap tusschen deze beide volken
wijst.
Het tegenbezoek van den president der
Poolsche republiek aan admiraal Horthy
zal, naar men verneemt, in den herfst van
dit jaar plaats vinden.
De justitie grijpt in.
Ter zake van de beleedigingeh, langs ver
schillenden weg aan den persoon van den
Minister van Justitie aangedaan, heeft de
Officier van Justitie te 's-Gravenhage het
noodig geoordeeld in te grijpen en zyn door
hem opsporing en verhoor ter strafrechte
lijke vervolging gelast van de verantwoor
delijke personen.
Allereerst „Het Nationale Dagblad".
Op last van den officier van justitie te den
Haag stelt de Leidsche politie een onderzoek
in naar de herkomst van het artikel betref
fende de mutaties onder het korps mare
chaussee te Oss, voorkomende in „Het Natio
nale Dagblad" van de N.S.B. van Woensdag
13 April j.1.
Brochures in beslag genomen.
De Haagsche politie heeft in dit verband
ook dezer dagen in een particuliere woning
aan de Conradkade te den Haag een duizend
tal brochures, getitel „De Oss-affaire" in be
slag genomen. Deze brochures, welke belee-
digende uitlatingen aan het adres van den
minister van justitie bevatten, werden in be
doelde woning ter verspreiding in voorraad
gehouden.
Het is tot dusver niet bekend, wie deze
schrifturen heeft gedrukt en uitgegeven,
doch hiernaar wordt door de politie een
grondig onderzoek ingesteld.
Uit Spanje valt weinig nieuws te
melden. In de Pyreneeën hadden de
troepen van Franco eenig succes ge
boekt en waren zij tot dicht by Andorra
genaderd. De regeermgstroepen kregen
evenwel versterkingen en hebben daarna
het verloren terrein heroverd.
Het Val d'Aran echter is thans geheel in
de handen der opstandelingen, wordt uit
Pont du roi, de Fransche grenspost te Val
d'Aran gemeld.
Bij Tremp hebben de troepen der regee
ring een aanval op Siërra Bou Mort afge
slagen. Aan het einde van den dag verover
den zy aan het bruggehoofd van Balaguer
Torre Del Notario Casa Andoran en andere
stellingen in de vlakte, gelegen tusschen
Bellcaire en Vallfogona.
Verder is er de laatste dagen heel weinig
belangrijks in Spanje gebeurd.
Hieronder volgt nog een overzichtskaartje
van den toestand in Catalonië op het oogen-
blik. De omsingelingspogingen van de
troepen der opstandelingen van Tortosa, het
front dat nu op veel plaatsen juist langs de
Ebro loopt, zijn op het onderstaande kaartje
goed te volgen.
Italiaansche lof voor de
„vrijwilligers".
Alle Italiaansche bladen spreken in tal
rijke kolommen lof van het werk der Ita-
liaansch legionares, die door by Tortosa de
hoofdmacht der regeeringstroepen vast te
houden, de rechtsche troepen in staat gesteld
hebben de Middellandsche Zee te bereiken
en de regeeringsstellingen aan de monding
van den Ebro te omsingelen. Zij schrijven
o.a.: Dat kort geleden wederom bevestigd
werd, dat Italië geen andere doeleinden
heeft dan op Iberisch grondgebied zijn wa
penen te stellen tegenover de krankzinnige
bedreiging der Sowjets. verheft het optreden
der legioensoldaten nog hooger.
Verder is in de Spaansche kerk te Rome
een herdenkingsdienst gehouden voor kapi
tein Haya en de Spaansche vliegers en
legioensoldaten, die in Spanje er*
zyn. De dienst werd o.a. bygewoond door
ex-koning Alfonso, don Jaime de Bourbon,
den Spaanschen ambassadeur by Vaticaan
en Quirinaal, den broer van generaal
Franco, Nicolas Franco, en tal van Itali
aansche regeerings- en party vertegen
woordigers.