DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. HELPT DE TUBERCULOSE BESTRIJDEN EMMABLOEM. Menschen uit veel-besproken landen PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dinsdao 26 Arn-il 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang Gesprekken met Sudeten-Duitschers. SCHOOLVRAAGSTUKKEN. Franco bereikt Alcala de Chivert. Republikeinen blijven zich verzetten ten Noorden van Castellon. VRIJDAG A.S. DRAAGT IEDER ALKMAARDER EEN Joodsche uitgever mishandeld. Hij weigerde een hakenkruis te kussen. De algemeene toestand. Ongeregeldheden in Britsch-lndie. 32 dooden en 48 ernstig gewonden. Weensche gevangenissen overvol. 12000 personen in arrest. Nieuws in 't kort. ALKMAARSCHE Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. No. 97 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. (Van een bijzonderen correspondent). Ik herinner het mij nog als de dag van gisteren hoe lang geleden mijn wijze en grijze grootmoeder wanneer wy als kinderen dreinden en drensden om onzen zin te krijgen waarschuwend en een beetje boos den rimpeligen wijsvinger ophief en de woorden sprak: Je moet niet altijd vragenal te veel is onge zond... menigeen dat ondervond!" En ik de vrees niet van mij afzetten, dat ik u zoo langzaam en rijkelijk veel politiek heb verteld. Maar dat is nu eenmaal noo- dig en ik ga er dus nog even mee door, om dan mijn artikels te besluiten met u het een en ander te vertellen over een der schoonste inrichtingen die men hier in de buurt aantreft ter verzorging van ouden van dagen en kinderen geestelijk abnormale en zwakke en ook nog iets over die prachtige organisatie der be roemde Sokols, die in het leven van den Tsjechoslowaakschen staat ook een rol van beteekenis hebben gespeeld. Eerst de politieke kant. Ik vervolg dus mijn verhaal. Nadat wij de stad Aussig hadden verlaten, reden wij in de richting der noordelijke grens en kwa men in Bodenbach, ook een door Duit- schers bewoonde stad. Geen vroolijke stad daarvoor is er te veel industrie en iedere industriestad met zijn rookende schoorstee- nen heeft iets groezeligs, ik zou bijna wil len zeggen: iets sombers. Op det Elbe be stuurden met vier groote spanen krachtig gespierde mannen de geweldige houtvlot ten en het landschap draagt hier een uit gesproken Duitsch karakter. Ook hier had ik gelegenheid met verschillende menschen te spreken. Wanneer ik alles in het kort sa menvat, dan kon van groote ontevredenheid niet worden gerept. Zeker er waren wenschen er waren zelfs vele wenschen, maar datgene waarover men tevreden was bleek heel wat grooter te zijn, dan datgene wat reden tot klagen gaf. Over het school wezen een belangrijk punt der cultuur- autonomische verlangens hoorde ik geen klachten uiten, wat de volksscholen betrof wees men er mij op dat van een bijna vol komen autonomie kan worden gesproken, maar het Tsjechische minderheidsschoolwe zen was den Duitschers een doorn in het oog. Hier schijnt de Staat de Tsjechen aanmerkelijk beter dan de Duitschers te behandelen. Wy spraken ook over de Kunst en „im grossen Ganzen" had men ook hier niet te veel klachten. Ik vroeg of men van een be paalde Sudeten-Duitsche litteratuur kon spreken, welke vraag my werd bevestigd en men zeide mij, dat in dezen den Duit schers weinig hinderpalen in den weg wor den gelegd. Eén drukte dit aldus uit: alleen datgene is verboden wat uitgesproken „staatsfeindlich" is maar wij hebben al les „was nu für den Staat tragbar ist". Wie dan ook aldus myn zegsman die een Sudeten-Duitscher was beweert dat ons in cultureel opzicht tekort wordt ge daan, stelt de zaken niet in het juiste licht op dit gebied heerscht een zéér groote vrijheid... En hij vertelde o.a. hoe de Henlein-partij meer dan eens een houding aannam, die men niet anders dan „kleinlich" kon noe men. In Bodenbach heeft men bijv. van Oc- tober tot Maart een theater gehad, dat door Sudeten-Duitsche partij werd geboycot, omdat daarbij Joden te werk waren gesteld. Nu betrof het hier - gelijk men vertelde - zegge en schrijve drie heele Joden op 70 menschen - en het theater werd als „Ju- dentheater" bestempeld. Voor wie de Duit- sche derde-rijks-inzichten kent is dit geen nieuws en hetzelfde vond men in het in dustriecentrum Reichenberg. Dat zijn mis schien kleinigheden, maar ten slotte bestaat het leven uit kleinigheden en het is ee kenend. In een dergelijk geval spreekt met e kunst, maar de politiek en dat is het Be treurenswaardige van het geval. Wie overa de politiek bij wenscht te sleepen, verlies den nuchteren kijk op de dingen. Wie altijd auto rijdt, verliest den zin voor sport, zou een Nederlandsch dichter zeggen Ik hoorde op dezen tocht ook, hoe juis den laatsten tijd de verhouding met Polen beter is geworden en toen ik er mijn vei- teller op wees, dat kort geleden een booze nota aan de regeering hier was overhandigd, luidde het antwoord, dat men hierin veeleer een politieke manoeuvre diende te zien een manoeuvre ten faveure van Duitschland door Beek gedaan. Zooals gezegd, reden wij ook door de grensdorpen, en ik herinnerde mij nog niet zoo heel lang geleden in een Duitsch blad een verhaal over den nood der Sudeten- Duitschers te hebben gelezen, onder den kop, die zelfs een blinde op moest vallen: Erschütternder Bericht eines Englanders De nood der Sudeten-Duitschers. Het arti kel spreekt van Elendsdörfern van hon gerende menschen en ik grijp er de vol gende zinnen uit: „Voor de gebroken ruiten der huizen in de dorpen, die door haat wer den verwaarloosd, zag ik (dat is een cor respondent van de Observer) verhongerde vrouwen en kinderen, die blauw waren van de kou. Hij schrijft méér hij schrijft o.a., dat de werkloozenondersteuning als die hoog is 85 pfennig per week bedraagt. Hij heeft een ouden man gezien, die niettegen staande de felle kou vrijwel naakt was. Hij vertelt van arme menschen die zich een soort van hol hadden gegraven, die uit de bevroren aarde een beetje kolen pro beerden te hakken en hij schrijft dat wat hij hier zag nog héél wat erger is, dan wat hij beleefde bij zijn bezoek gedurende de economische crisis in de Elendsgebiete van Zuid Wales. Alleen aan de Wolga, gaat hij voort, zag ik in '31 Duitschsprekende menschen in een dusdanigen toestand en dit neemt het Duitsche blad vetgedrukt over het is niet anders dan natuurlijk, dat het geduld der Sudeten-Duitschers een maal een einde moet nemenEn eindi gen doet het artikel aldus: Onrust kan al leen door de Tsjechen worden gesticht, wanneer deze zich ontoegeeflijk toonen om aan de wenschen der Duitschers en andere minderheden tegemoet te komen. Niet onbegrijpelijk dat de krant ook de zen laatsten zL vet gedrukt heeft Nu heb ik gedurende de laatste jaren van mijn verblijf in Duitschland altijd ge hoord dat de Duitsche pers de beste en de objectiefste aller „persen" ter wereld is en bovendien op den besten voet met de waar heid staat. Er staat weliswaar niet al te veel in en wat er in staat is zorgvuldig uitge zocht, maar waar is het. Dat is prachtig. Men moet dus als fatsoenlijk mensch aan nemen dat dit alles precies zoo weergegeven is, als de Engelschman heeft gezien. Ik ben geen lid van de redactie van de Observer maar ik heb wel clles zeer goed geobser veerd en dan moet ik zeggen (afgezien nog van het feit dat ik wel wat sceptisch tegen over deze Engelsche beweringen sta) dat aangenomen dat dat waar was de toe stand zich dan heel wat heeft verbeterd. Ik heb met arme menschen gesproken, ik heb klachten gehoord, ik heb ook zeer scha mele woningen gezien, ook wel eens ka potte ruiten, ook stilliggende fabrieken ont gingen mij niet, maar van een zoo ten he mel schreiende ellende kan en mag niet worden gesproken. Dat geeft van den toe stand geen juist beeld en bovendien is de terminologie waarin bedoeld artikel is ver vat, allerminst geschikt om de pogingen tot toenadering te doen slagen. Armoede ja maar zulke menschon- waardige toestanden néén, en hoe een mensch die beide partijen recht wil doen wedervaren, durft te schrijven, dat het hier dorpen betreft, „die der Hass verkommen liess" is mij een raadsel. Men stelt hier de Tsjechen een al heel goedkoope manier van doen met propagandistischen inslag voor als een soort van „onmenschen", van menschen, die niets goeds tot stand brengen. Dat is onwaar en unfair bovendien. Dat men over de mate van die prestaties om hier den nood te lenigen niet volkomen tevreden is dat kan ik mij begrijpen, maar hier den goeden wil te ontkennen, gaat te ver. Niet de eerste de beste heeft eens gezegd: Iedereen maakt fouten, alleen hij niet, die niets presteert Dr. Göbbels was de auteur van dit woord. Het ware goed ge weest, wanneer de Engelsche schrijver zich dat herinnerd hadde En zoo reden wij weer Praag met zijn vele torens, architectonisch waardevolle ge bouwen en prachtige kerken tegemoet. Over het heuvelachtige land was de avondschemer gevallen en onder het loodzwarte zwerk vlamde het warme, diepe oranje. Het scheen mij als een symbood van zeer groote beteekenis en diepen zin. Daarboven de dreiging daaronder de hoop. Dat laatste de kleur, waaronder ook onze voorzaten, opdat hun nakomelingen in rust en vrede de vruchten van hun strijd zouden kunnen genieten, jarenlang hadden gestreden, geworsteld en gebloed. Ik wees er mijn metgezel op. Ja ja, zei hij ik begrijp het en Accipio omen. Ik neem het voorteeken aan. En allengs ging het oranje over in een gloeiend rood. En wij voelden het beiden: Alles zal wor den vermeden, opdat het nooit zóóver komen moge Terwijl de troepen van Franco ten Westen van San Mateo den strijd hebben gestaakt, hebben de republikeinsche troe pen ten zuiden van deze plaats het gevecht hervat. Aan de kust zijn de rechtschen ge steund door zware artillerie twee kilo meter opgerukt en hebben zij Alcala de Chivert bereikt. De infanterie van de link- schen biedt nog tegenstand. De republi keinen hebben ten zuiden van de Ebro aanvallen ondernomen in den sector van Salsadella en eenige hoogten ten westen van Albogacer heroverd. In den sector Montalban zijn de troepen van Franco er niet in geslaagd het front te doorbreken. In het centrum van het front bij Aliaga werden de republikeinen achteruit gedrongen, doch op de vleugels bleven de stellingen vrijwel gelijk. Niettegenstaande den opmarsch van Franco in de Pyreneeën, welke hij bij de Pont du Roi bracht, houdt de 43ste divisie van de republikeinsche troepen nog stand ten noordwesten van Boltana. De man schappen hebben zich hier in de bergen genesteld, zij zijn goed voorzien van mu- ntie en materieel. Ondanks hun geïsoleer de positie zijn de mannen er in geslaagd on contact te treden met de regeering te Barcelona. De rechtschen hebben een inval gedaan op den Col de Sahun tusschen Boltana en Viella, doch zij werden hier teruggeslagen. Britsch schip getroffen. Gister is Valencia door rechtsche vlieg tuigen gebombardeerd. Dertig personen werden gedood, waaronder een matroos van het Britsche schip „Celtic Star". Drie opvarenden van dit schip werden ge kwetst. Franco's „vijfde colonne". De „Intransigeant" publiceert een be richt van zijn correspondent te Perpignan, waarin deze melding maakt van geruchten over een rechtsch, complot in Katalonië. Te Figueras zouden verscheidene hooge amb tenaren zijn gearresteerd. De militaire gouverneur van Gerona is van zijn post ontheven, naar Barcelona gevoerd en in de gevangenis opgesloten. De „Daily Telegraph" meldt uit New York, dat een troep nationaal-socialisten te New York een aanval heeft gedaan op den heer Charles Weiss, een joodschen uitgever van een anti-nationaal-socialistisch tijd schrift. Deze aangelegenheid trekt in de Vereenigde Staten sterk de aandacht. De heer Weiss, die kreupfel is, was niet in staat zich te verdedigen. Hy werd be wusteloos geslagen, toen hij weigerde een hakenkruis te kussen, dat vier aanvallers onder zijn neus hielden. Hij werd bewusteloos op den grond van zijn kantoor gevonden met een schedel breuk; op zijn armen waren met een scherp mes nationaal-socialistische emblemen inge- kerfd. Bestuursleden van den Anti-nationaal- socialistischen Bond hebben verklaard, dat indien de regeering niet optreedt tegen „Amerikaansche nationaal-socialistische sterke-arm-benden" zij vergunning zullen vragen voor het dragen van revolvers om zich zoo noodig te kunnen verdedigen. ALKMAAR, 26 April. Het eerste punt van het politieke pro gramma der Duitsche nationaal-socialisti sche partij bevat een belangrijk gegeven, dat wij hier in deze rubriek noodig hebben: de vereeniging van alle Duitschers in één grooten Duitschen staat. Het achtste punt van Henlein's eischen wy hebben gisteren het program der Sudeten-Duitschers geheel gepubliceerd luidt: „volledige vrijheid om de Duitsche volksgemeenschap te noemen en d e Duit sche wereldbeschouwing te b e 1 ij d e n". Het laatste gedeelte van dezen zin hebben wy gespatiëerd, omdat wij hier te doen heb ben met wellicht het meest belangwekken de onderdeel van alle eischen der Duitsche minderheden in Tsjecho-Slowakije. En juist daarom begonnen wy met te herinneren aan het eerste punt van het politieke program der nazi's. De vraag is n.1.: Wat bedoelt Henlein met punt acht? Over het algemeen toch waren zyn eischen vry matig en begrijpelijk. Het laatste punt is vaag, want men kan er van alles uit opmaken. Men zou kunnen ver wachten, dat Henlein eischt de vrijheid om actie te voeren voor de aansluiting der Sudeten-Duitschers bij het groote Duitsche rijk. Echter, dat zou de Tsjechische regee ring nimmer kunnen toestaan, want een dergelijke actie zou tegen de regeering ge richt zijn en zou slechts groote onrust en ongetwijfeld ernstige botsingen ten gevolge hebben. Op het oogenblik is er echter nog weinig te zeggen over de eischen van Henlein. Slechts zou men kunnen opmerken, dat de eischen uit Berlijn komen en dat heel veel van Berlijn zal afhangen, hoe alles zich ontwikkelen zal. Maar in elk geval weet de wereld thans, wat de Sudeten-Duitschers (voorloopig) willen. De wereld weet ook, wat de Tsjechische regeering op het oogenblik wil. Want niet alleen Henlein heeft gesproken, ook de pre sident der republiek, dr. Benesj, heeft een rede gehouden, waarin hij o.m. zeide: „Onze republiek is de meest geschikte staatsvorm voor het leven van ons Tsjecho-Slowaaksche volk, voor de toenadering zijner twee tak ken en van alle nationaliteiten welke bin nen haar grenzen wonen. Zij is de meest geschikte vorm om onze onafhankelijkheid te verzekeren. Hiermede wil ik niet andere landen en andere staatsvormen kwetsen. Elke staat stelt zich een bewind, dat met zijn toestanden en mogelijkheden overeen komt. Onze staatsvorm en ons bewind zijn stellig niet de gemakkelijkste om te regee- ren. Men kan zelfs zeggen, dat zij de moei lijkste zijn. Zij leggen het volk en de partij leiders ontzaglijke verplichtingen op. Maar indien deze staatsvorm en deze regeering soms zware offers van ons vragen, moeten wij ons altijd voorhouden, dat wy daarin toestemmen, om aan deze onafhankelijkheid een zoo goed mogelijken vorm te geven. De democratie vereischt op het oogenblik groo- tere offers dan ooit, want haar bestaan wordt bedreigd. In een democratie leidt het vrije spel der politieke krachten tot een strijd tusschen belangen en meeningen. Die stryd kan gevaar opleveren voor den staat, indien andere moreele krachten hem niet temmen. Ik zou wenschen, dat de nationale raad van Tsjecho-Slowakye in dien zin zyn invloed aanwendt op onzen stryd van par tyen, van pers, van onderwijs en van bu reaucratie, ten einde de nationaliteiten te verzoenen en haar samenwerking te bevor deren. Dat zijn onze zwakste punten. De toestand dwingt ons ons met de andere nationaliteiten der republiek te verstaan. Ik verzoek U zich met deze kwestie vol komen objectief bezig te houden. Wat betreft de minderheden in onze Duit sche gebieden, moet gij streven naar een billijke oplossing. Voor ons en voor de Duitschers, voor de Slowaken en voor de Hongaren, voor de Tsjechen en voor de Polen, ik geloof stellig, dat zij uit deze moeilijke positie ongeschokt en zonder on gelukken te voorschijn zullen komen. Een staat, die zoo rustig en gelukkig de 20 eerste jaren van zijn bestaan geleefd heeft, terwijl anderen moeilijke crises doormaakten, be rust stellig op gezonden grondslag. Met een hechte Tsjechoslowaaksche eenheid, zullen wy den anderen nationaliteiten kunnen ge ven, waarop zij recht hebben". Men zou deze rede van dr. Benesj byna een antwoord kunnen noemen op die van Henlein. Zij getuigt van een zekeren good will, die het ware te wenschen voor het land de Sudeten-Duitschers moesten kun nen verstaan. Of dat echter mogelijk is be twijfelen wij. Dat betwijfelen wij vooral na kennisname van een jongere verklaring van Henlein. „Wy willen den vrede in Europa, want wij hebben dezen noodig, aldus verklaarde hij aan den hoofdredacteur van den „Angriff" te Karlsbad. Ik weet, ook het Tsjechische volk wil den vrede met ons, doch zoolang een ongehoorde pershetze geduld wordt, zoolang zich krachten kunnen roeren, die ten nadeele van Europa de volken van de zen staat en wij zyn tegen onzen wil bij dezen staat gekomen in een uitzonde ringspositie plaatsen, zoolang zal de wereld hier geen werkelijke kalmeering kunnen verwachten". De politie heeft geschoten op een menigte van 10.000 personen, die een congres-bijeenkomst in het dorp Vidu- rawatam (district Kolar) bijwoonden. Er werden, naar gemeld wordt, 32 per« sonen gedood en 48 ernstig gewond. De menigte verklaarde te zijn samen* gekomen om het verbod van de autori teiten van den staat Mysore, de congres- vlag te hijschen, te trotseeren. Zij wei gerde uiteen te gaan. Een speciale correspondent van de „News Chronicle" meldt aan dit blad, dat te Wee- nen 12000 personen in de gevangenissen zyn ingesloten. In verschillende andere centra van Oostenrijk zijn nog 40.000 per sonen gedetineerd. Het zijn diplomaten, leden der aristocratie, priesters, socialisti sche leiders of joden. De correspondent voegt hier aan toe, dat te Weenen terreur heerscht. Het geringste woord van twijfel of de minste critiek is voldoende dengene, die zich in dien zin uit liet, in de gevangenis te brengen. Jeugdige Duitsche tot dwangarbeid veroordeeld. - De politierechter te Aldershot (Eng.) heeft een jonge Duitsche, Olga Perauer, veroordeeld tot zeven dagen dwangarbeid, waarna zij zal worden uitge wezen, omdat zij heeft verzuimd haar aan komst in het district bij de politie te melden, Men brengt dit strenge vonnis in verband met de protesten in het Lagerhuis en de pers tegen het toenemend aantal Duitsche dienst boden in officiersgezinnen vooral in Al dershot. Aardbeving bij Ankara. - Gisteren wer den hevige aardschokken gevoeld te Kircheir in het Turksche district Ankara. Belangrijke schade werd aangericht, men weet nog niet of slachtoffers te betreuren zijn. Eenmansstaking! - De eigenaar van den eenigen stier in het Fransche dorpje Hoff bij Saarbrücken heeft kort geleden een staking aangekondigd, indien de huurprijs van zijn eigendom niet met tien procent verhoogd zou worden. Hij weigerde het dier te ver huren aan de boeren in de omgeving, zoo lang piet aan zijn wensch tegemoet gekomen was. De gemeenteraad zat erg in zijn maag met deze moeilijkheid, doch na vele onder handelingen kwam men tot overeenstem ming. De dorpsomroeper kondigde den dag daarna met luider stemme aan: „De staking van den stier van Hoff is geëindigd." Onlusten te Sikar. - Twee treinen met soldaten, waarbij cavalerie, zyn in alleryl naar Sikar in Britsch-Indië gezonden, waar de plaatselijke Raja met zijn volgelingen door de politie wordt belegerd wegens op stand tegen den Maharadja van Jaipur. Spoorweg KaunasWilna vernield. Naar de Poolsche bladen melden, is de zoo juist gereed gekomen spoorbaan Kaunas— Wilna op het traject tusschen het Lithausche station Jewje en de Poolsche grens vernield. Over een afstand van meer dan tien meter zijn de rails en dwarsliggers losgerukt, ter wijl de telefoon- en telegraafleidingen door gesneden zijn. Militaire oefeningen van Deensche nazi's. - De Nationaal Tidende verneemt, dat de politie Zondag 240 Deensche nationaal- socialisten heeft verrast, die te Nordre Birk bij Kopenhagen militaire oefeningen hiel den. Negen leiders werden gearresteerd. Tot de gearresteerden behoort ingenieur Back Petersen, de secretaris van den Deenschen Führer, die in voorloopige vryheid is ge steld, nadat hy wegens het lossen van revol verschoten in het Folketing was gear resteerd. De negen nationaal-socialisten zyn op vrye voeten gesteld. Zy zullen worden vervolgd wegens verstoring van de °Pfn* bare orde en het dragen van een verboden uniform. Kabelbreuk eischt twee dooden. - Ten gevolge van het breken van een luchtkabel zijn te Lissabon twee arbeiders gedood en tien gewond.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1