VORS
COBRA
HeuittetoH
Tunnel te Velsen heeft de volle aandacht
van den minister.
t
PARLEMENT
Eersfe Kamerleden becritiseeren onderwijs-toestanden.
Behandeling in sneltrein-tempo.
é0000006€»0000 OO OOOOOO@0OOOOOO0
Sproeten komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
TWEEDE BLAD.
2
(Van onzen parlementairen medewerker.)
„Daar heb je het gegooi in de glazen
al!" dachten we, toen baron de Vos van
Steen wijk, de voorzitter van de Eerste
Kamer, gisterochtend bij. den aanvang
der vergadering, melding maaktè van een
bij hem ingekomen brief van den voorzitter
van den Ministerraad, waarin deze hem
attent maakte op art. 15 der comptabili
teitswet en in verband hiermede op de
wenschelijkheid wees, dat de begrootingen
vóór 1 Mei a.s. afgehandeld zouden zijn.
Wij hadden eergisteren reeds op den krap
toegemeten tijd gezinspeeld, verwachtende
niettemin dat de Eerste Kamer deze hin
derpaal zou weten te overwinnen. En dat
doet ze ook, maar op een wat eigenaardige
manier, gansch niet naar den zin van haar
voorzitter, die liever spaarzaam gebruik
van den spreektijd of afzien van het woord
ziet in welk laatste geval hij de
would-be-sprekers min of meer ostenta
tief dankt! dan het scheppen van
precedenten, welke niet overeenkomstig
de traditie en de taak van den senaat
kunnen worden geacht te zijn.
En aan het scheppen van zoo iets ver
schrikkelijks heeft de meerderheid zich
gisteren bezondigd! Wat toch is 't gev„l
geweest.
De brief van dr. Colijn overigens al
leen tot den voorzitter, niet aan de Kamer
gericht, een fijn onderscheid, dat niet tot
mr. van Vessem (n.s.b.) bleek door te
dringen bracht zichtbare verwarring
onder verscheidene leden te weeg, van
wie we prof. Woltjer (a.r.) al spoedig met
een papier onder diverse leden zagen rond
gaan en dit laten inzien. Er werd zoo druk
onderling geconfereerd, dat de minister
van waterstaat, die inmiddels de sprekers
was gaan beantwoorden, dikwijls niet te
volgen was. Er broeide wat en men
broedde wat uit. Hetgeen, nadat de water
staats- en begeleidende begrootingen waren
aangenomen, een interpellatie-aanvrage
van prof. Woltjer bleek te zijn over het
Regeeringsbeleid ten aanzien van de
schrijfwijze van de Nederlandsche taal!
De verzoeker bracht deze in verband
met den tijdnood, waarin de Kamer was
komen te verkeeren, zoodat de kans zeer
groot was dat aan de spellingkwestie niet
die zorg zou kunnen worden besteed,
welke men zich had voorgesteld. De inter
pellatie-aanvrage nu moest dienen om dit
belangrijke punt van debat Voorloopig uit
ite schakelen, waarna het later beter tot
zyn recht zou kunnen komen. Een wat
eigenaardige wijze van doen, waarvoor
men zich wel op precedenten in de Tweede
Kamer, maar niet in den Senaat zou kun
nen beroepen.
Baron de Vos van Steenwijk hield dit
den leden, die neiging gevoelden om dien
weg te kiezen, onder 't oog, er aan toe
voegend dat men op dit manier voortaan
allerlei kwesties aan het gewone begroo-
tingsdebat zou kunnen onttrekken. Op
verzoek van den heer de Zeeuw (s.d.), die
het juister achtte dat het regeeringsbeleid
er een punt van kabinetspolitie bij het al-
gemeene begrootingsdebat werden be
sproken, werd onmiddellijk in plaats van,
zooals gebruikelijk., den volgenden dag,
over de aanvrage beslist.
By het geanimeerde debat, dat zich
ontwikkelde, kozen prof. Kranenburg
(v.d.) en de heeren v. Rappard (lib.) en v.
Vessem (n.s.b.) d' zijde van den voorzit
ter, de nationaal-socialist echter op afwij
kende motieven, van meening zijnde, dat
het wettelijk niet absoluut noodig was
vóór 1 Mei met alle begrootingen gereed
te zijn, en het „ingrijpen" van den minis
ter-president in de bevoegdheden der
Kamer „eigenaardig" vindend, alhoewel
niet buiten de lijn van gezagsuitoefening,
zooals de n.s.b. deze voorstaat.
De heer de Zeeuw (s.d.) gevoelde de
bezwaren van den voorzitter wel, steunde
niettemin de interpellatie-aanvrage, om
dat de spellingkwestie degelijk moet wor
den behandeld. Onder de bedrijven door
wees hy op de wenschelijkheid, dat de
Kamér eeri andere wijze van behandeling
der begrooting zou gaan volgen, een
opmerking die prof Kranenburg eveneens
had gemaakt, die echter ook gewicht bleek
te hechten aan de publieke opinie over de
te uitvoerige debatten van den Senaat,
die vergeet dat bij een Kamer van revisie
ontbreekt.
Toen het op de stemming over het ver
zoek van prof. Woltjer aankwam, bleken
27 stemmen er vóór en 9 er tegen te zijn,
nl. de n.s.b.-ers, de voorzitter en de hee
ren de Bruijn (r.k.), van Rappard (lib.),
Kranenburg (v.d.) en van Embden (v.d.).
Op een nader te bepalen dag zal prof.
Woltjer interpelleeren. 't Zekere voor het
onzekere nemend schakelde de voorzitter,
dadelijk maar een avondvergadering in,
zoodat de onderwijsbegrooting vóór Zater
dag wel zal afgehandeld zijn.
Het antwoord van
Buuren.
minister van
Nog drie sprekers gingen aan het ant
woord van minister van Buuren over de
waterstaats- en verkeersaangelegenheden
vooraf; de heer de Rijke (n.s.b.) klaagde
over het colportageverbod op de terreinen
van de Staatsmijnen, de heer Maarsingh
(n.s.b.) over te hooge brug- en veergel
den, de heer van Rappard (lib.) over de
veronachtzaming van de Nederlandsche in
dustrie door de K.L.M.
Wat dit laatste punt betreft zette mi
nister van Buuren uiteen dat het een
moeilijk vraagstuk is, dat men eigenlijk
met een complex van vraagstukken te
doen heeft, die niet een, twee, drie op te
lossen zijn.
Veel nieuws heeft de bewindsman voor
hen, die zijn memorie van antwoord ken
nen, niet mededegedeeld. Hy was in een
zeer welwillende stemming, verklaarde
zich gaarne tot overleg met de volksver
tegenwoordiging bereid en zeide overwe
ging of nadere kennisneming van opmer
kingen of wenschen toe.
Niet zal hij kunnen overgaan tot de
beveiliging van alle onbewaakte over
wegen door automatische signalen of van
die, welke minder dan 3 K.M. zicht heb
ben, gelijk de heer van Voorst tot Voorst
(r.k-.) had gewild. Dat zou veel te kost
baar worden. Het publiek moet zich, vol
gens de regeering, gaan instellen op nog
grooter voorzichtigheid bij de onbewaakte
overwegen, wanneer straks de rijsnelheid
der treinen wordt verhoogd. Waar 500 M.
zicht is, wordt bij 90 K.M. rijsnelheid deze
afstand afgelegd in 20 seconden; bij 125
K.M. rijsnelheid in 15 seconden. Het pu
bliek weet dus waar 't zich aan te houden
heeftVeel tijd om te passeeren, als een
trein nadert heeft 't niet; het zal moeten
inzien, dat wachten veiliger is.
Spoorwegtunnel bij Velsen?
De minister zeide verder, dat het vraag
stuk van de vervanging van de spoorbrug
bij Velsen door een tunnel zijn volle aan
dacht heeft. De kosten daarvan zullen
zeer hoog zijn en daarover deed Z. E. wat
bedenkelijk. Er wordt althans een onder
zoek ingesteld naar de beste plaats voor
een spoorwegtunnel.
Wat de pensioenen van het spoorweg
personeel betreft, halen we nog aan des
ministers mededeeling dat het heele vraag
stuk in nadere beschouwing zal worden
genomen, welk voornemen aan den perso-
neelraad is kenbaar gemaakt. Een com
missie zal daarvoor worden ingesteld.
Van de lasten drukkend op het motorisch
verkeer geen nieuws; budgetaire moei
lijkheden verhinderen, deze te verlagen.
De minister verwacht dat nog in het
eerste halfjaar van 1938 de tot stand-
koming van het wegenverkeersreglernen-
tenbesluit.
Met de aanteekening dat de n.s.b.-ers
tegen waren werden de begrootingen van
waterstaat, voor het verkeersfonds en van
de staatsmijnen z. h. s. aangenomen. De
Zuiderzeefondsbegrooting ging zoo onder
den hamer door.
Onderwijsbegrooting.
Vervolgens speelde zich het interpella-
tie-aanvrage-debat af. waarvan we heb
ben verhaald en toen kon de behandeling
van de onderwijsbegrooting een aanvang
ne/rien. Een streven naar beperking was
reeds merkbaar by den heer de Jong
(r.k.), den eersten spreker. Deze negeerde
opzettelijk de spellingkwestie volgens
den voorzitter was discussie daarover niet
uitgesloten! en herhaalde den aandrang
zyner politieke vrienden in de Tweede
Kamer tot verbetering van de leerlingen-
schaal, hopend dat de toegezegde ver
zachting door het aanstellen van een
extra-onderwijzer voor Rijksrekening
eenig effect zou sorteeren. 's Avonds be
handelde de heer Sikkes (s.d.) dezelfde
kwestie. Hy erkende s ministers goeden
wil. Maar aan een „étalage van goeden
wilsbetuigingen" had deze afgevaardigde
niet veel. Hij was van meening dat voort
durend op dit aambeeld gehamerd moest
worden, ten einde de kabinetspolitiek te
laten ombuigen, naar den wensch van het
grootste deel van ons volk.
Prof. Bar ge (r.k.), de Leidsche rector-
magnificus, bepleitte een monumentenwet
en in t bijzonder zorg voor waardevolle
kasteelen, waarvoor de bewoning een
eerste eisch is. Ook wilde hij herstel van
den ouden, voor 1933 bestaanden toe-
Siand, dat na 4 jaar ingeschreven te zijn
geweest de student geen collegegeld meer
behoeft te betalen. Het aantal studenten
dat zich na een candidaatsexamen niet
meer laat inschrijven, wordt steeds groo
ter. ook in de wis- en natuurkundige fa
culteit (waar het aanschouwelijk en prac-
tisch onderwijs van essentieel belang is)
tot schade van het wetenschappelijk peil
van hen, die later de wetenschap moeten
dienen.
s Avonds zijn betoog voortzettend, uitte
hij scherpe klachten over de huisvesting
der afdeelingen neurologie en psycheatrie
to Leiden; hij noemde die beschamend en
ergerlijk. Wat de spelling betreft wensch-
te hij vóór alles overeenstemming met
België.
„Zuurkramenspelling".
De heer de Rijke (n.s.b.) kwam met een
lange reeks klachten over het peil van het
onderwijs, overlading daarvan, speciaal by
het M.O.; te groote klassen; slechte sala-
rieering der leerkrachten, enz. Hij meen
de dat men aan karaktervorming en licha
melijke oefening moet worden gedaan; hij
wilde arbeidsdienst e.d.„ kortom bepleitte
een opvoeding in natipnaal-socialistischen
geest en keerde zich tegen „verpolitiekt
geschiedenisonderwijs' en tegen het bren
gen van de politiek op.school.
Ten aanzien van de spelling toonde
deze afgevaardigde zich een aanhanger
van de traditioneele. Hij moest niets heb
ben van de „zuurkramenspelling en uit-
dragersregels" van minister Marchant, die
z. i. in stryd met de wet had gehandeld.
De bedroevende toestard van het volks
onderwijs ging den heer Wiardi Beekman
ter harte. Deze sociaal-democratische af
gevaardigde waarschuwde den minister
ernstig tegen het streven, van sommige
zyde gepropageerd, om het Grieksch in de
B-afdeeling van het gymnasium af te
schaffen. Een gymnasiumafdeeling zonder
Grieksch is z. i. een onding. Behalve meer
gelegenheid voor practisch onderwijs voor
studenten, was zyn wensch ook weer
directe zorg voor de noodlijdende kun
stenaars.
Nadat de heer Vylbrief (s.d.) tenslotte
betoogd had dat de omzetting van de 3-
jarige ambachtsscholen in 2-jarige nadee-
lig voor de jongens is omdat zy minder
onderlegd zijn, derhalve minder kans op
slagen in het vinden van een betrekking
hebben, werd de avondvergadering, die
zeer matig door de leden was bezocht ge
sloten. Het was inmiddels 11 uur gewor
den.
Vandaag is het debat voortgezet.
Zaterdag 30 April.
HILVERSUM, 301,5 M. (VARA-
uitz.) 8.Gr.pl. 10.Morgenwij
ding VPRO. 10.20 Uitz. voor Arb.
in de Continubedr. 12.Gr.pl. 1.
Orgelspel tot 1.45. 2.Toespraak
t. g. v. de Nationale Reclasseerings-
dag. 2.10 Gr.pL 2.20 Zang met
pianobegeleiding. 2.45 Filmland.
3.15 Schaakles. 3.30 Gr.pl. 4.30 Es-
peranto-uitz. 4.50 Res.-orkest, de
Stem des Volks en solisten (gr.
opn.) 5.40 Literaire causerie. 6.03
Orgelspel. 6.30 Uit de Roode Jeugd
beweging. 7.Hist. causerie. 7.20
Gr.pl. (7.30 VPRO: Eenvoudige
boeken voor wie over het Vryz.-
Protestantisme iets wil weten, cau
serie). 8.— Herh. SOS- en 8.03
ANP-ber., VARA-Varia. 8.15Radio-
tooneel. 9.15 En nu.... Oké! 10.30
ANP-ber. 10.35 Rep. 11.12.
Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(KRO-uitz.) 8.—9.15 en 10.— Gr.pL
11.30 Godsd. halfuur. 12.Ber.
12.15 De KRO-melodisten mmv. so
list. 1.Gr.pl. 1.20 Verv. concert.
2.Voor de rijpere jeugd; 2.30 Gr.
pl. 3.Kinderuur. 4.Carillon
concert. 4.15 KRO-orkest en gr.pl.
5.30 Esperantonieuws. 5.45 De
KRO-Nachtegaaltjes. 6.20 Journ.
weekoverzicht. 6.45 Gr.pl. 7.Ber.
7.15 Nederland en Oranje, causerie.
7.35 Act. aetherflitsen. 8.ANP-
ber., mededeelingen. 8.15 Overpein
zing met muz. omlijsting. 8.35 Gr.pL
8 45 KRO-orkest en de KRO-boys,
mmv. solist. 9.30 Deel. 9.45 Radio-
tocneel met muziek. 10.30 ANP-ber.
10.40 Intern, sportrevue. 10.55
12.— Gr.pL
DROITWICH, 1500 M. 10.20 Gr.pl.
10.50 Orgelspel. 11.20 Pianovoordr.
11.50 Gr.pL 12.30 Rep. 12.50 Gr.pL
1.20 Sopraan en bariton. 1.50 Com-
munity-singing. 2.10 Sportrep. 4.20
Roy Fox en zijn Band. 5.20 Ber.
5.50 Sportpr. 6.05 Viool en piano.
6.50 Radiojournaal. 7.20 Variété-
progr. 8.20 Ber. 8.40 Nieuws uit
Amerika. 8.55 Gr.pl. 9.05 Speeches.
9.35 BBC-Theaterorkest, mmv. so
liste. 10.20 Ambrose en zijn Band,
mmv. solisten. 11.1011.20 Ber.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.10—8.30
en 9.05 Gr.pL 11.35 Cantrelle-
MHMM
orkest. (12.50 Zang). 2.20, 3.05 cn
7.35 Zang. 7.50 Radiotooneel. 8.30
Variété-progr. 9.25 Symph.-concert.
10.2012.20 J. Bouillon's dans-
orkest.
KEULEN, 456 M. 5.50 en 6.30 Gr.pL
7.50 Schrammelensemble. 11.20
Weensch Philh. orkest. 12.35 Om-
roepkleinorkest. 1.30 Gr.pL 3.20
Omroep-Amusementsorkest. 5.30
Lit.-muz. progr. 6.30 Koorconcert.
7.20 Populair progr. 9.35 Gr.pl. 9.50
—12.20 Robert Gaden's orkest en
Oswald Heyden's kwintet.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
11.20 Gr.pl. 11.50 Omroepdans-
orkest. 12.30 Omroepsalonorkest
12.50 Gr.pL 1.20 Solistenconcert.
2.35 Omroepkleinorkest. 5.05 Gr.pL
5.20 Opera „Götterdammerung".
9.50 Gr.pL 10.20—11.20 John Rut-
ten's orkest. 484 M.: 11.20 Gr.pL
11.50 J. Schnijders' orkest. 12.50
Gr.pL 2.20 Vocaal kwartet Villier.
2.50 Gr.pL 3.05 Hobovoordr. 3.30
Gr.pl. 4.35 J. Omer's orkest. 5.05
Vioolvoordr. 5.35 Harmonicavoordr.
6.05 Gr.pL 7.30 Populair orkest. 8.40
Cabaretprogr.. 9.3011.20 Gr.pL
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.20 Gev. concert. 9.20 Ber. 9.50
Trioconcert. 10.05 Ber. 10.20 Om-
roepdansorkest, accordeonduo en
solist. 11.2012.15 Omroep-Amuse
mentsorkest. (Gr.opn.)
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.20, Parijs R.
9.20—10.05, Lond. Reg. 10.05—10.40,
Parijs Radio 10.4011.05, Radio
PTT Nord 11.05—11.20, Keulen
11.20—12.20, Brussel (VI.) 12.20—
Radio PTT Nord 16.20—17.20, Lond.
12.30, Keulen 12.30—14.35, Brussel
VI. 14.35—15.20, Keulen 15.20-16.20
Reg. 17.20—18.40, Brussel Fr. 18.40
—18.50, Lond. Reg. 18.50—19.20,
Danmarks Radio 19.2020.20, Keu
len 20.2021.25, Parijs R. 21.25—
21.55, Berlijn 21.55—24.—.
Lijn 4: Brussel VL 8.8.20, Nor-
mandië 8.209.35, Droitwich 9.35—
12.20, Lond. Reg. 12.20—13.50,
Droitwich 13.5023.10, Parijs R.
23.10—24.—.
Lijn 5: Diversen.
jBituieniand
ONWAARDIGE TAAL
VAN EEN NEDERLANDER.
De pamfletten en
der N.S.N.A.P.
vergaderingen
Zooals werd medegedeeld, heeft het
eerste kamerlid jhr. de Savornin Lohman
(c.h.) aan de ministers van algemeene
zaken en van justitie schriftelijke vragen
gesteld omtrent pamfletten voor een in
Tivoli te Utrecht gehouden vergadering
van de nationaal-socialistische Nederland
sche arbeiderspartij, in welke pamfletten
den Nederlandschen „arbeiders van het
hoofd en de vuist" met verwijzing naar het
voorbeeld van de „Oostenrijksche kame
raden'" wordt aangeraden, zich met hun
„Duitsche kameraden" te verbroederen.
Genoemde ministers hebben thans hier
op het volgende geantwoord:
Naar het optreden in den laatsten tijd
van de „nationaal-socialistische Neder
landsche arbeiderspartij, groot-Duitsche
beweging in Nederland", welke overigens
een zeer geringen aanhang heeft, wordt
door de justitie een nauwkeurig onderzoek
ingesteld. Moch dit onderzoek de voor-
loopige aanwijzingen in de richting van
één of meer van de misdrijven van den
eersten titel van het tweede boek van het
wetboek van strafrecht (misdrijven tegën
de veiligheid van cjen Staat) nader beves
tigen, dan zullen een strafvervolging en
andere daarmede verbonden maatregelen
niet achterwege blijven.
De preventieve en repressieve be
voegdheden van de overheid op dit
stuk worden uitgebreid in het reeds
aangekondigde ontwerp van wet tot
wijziging en aanvulling van de wet
van 155 op het recht van vereeniging
en vergadering, dat bereids het de
partement van justitie heeft verlaten.
Ook het eerste kamerlid Bruineman had
schriftelijke vragen ingediend omtrent
bedoelde vergadering, waarop volgens een
bericht in de Maasbode de partyleider dr.
E. H. van Rappard een toespraak heeft ge
houden, waarin hy een pleidooi hield voor
de aansluiting van Nederland by Duitsch-
land.
Op deze vragen hebben de ministers
hetzelfde antwoord gegeven en daaraan
toegevoegd, dat taal, als hierboven weer
gegeven, voor een Nederlander onwaardig
en in haar strekking van hoogst bedenke-
lijken aard is.
HOOFDREDACTEUR GEDAGVAARD.
Van het „Nationale dagblad" in
verband met de affaire-Oss.
De officier van justitie te 's-Gravenhage
heeft den hoofdredacteur van „het nationale
dagblad", den heer Rost van Tonningen,
gedagvaard tegen Donderdag 12 Mei ter
zake van beleediging van minister Goseling
in een artikel in het blad van 13 April,
welk artikel was gewijd aan de affaire-
Oss.
jNed. bewerking
door MARIE
[DEBELMONTE
40)
Door
MARK CHANNING
En ze bracht Chlrine op de hoogte van
wat zy vanaf haar observatiepost had ge
zien.
Het vlugge verstand van Chirini doorzag
terstond het door den Cobra in elkaar ge
zette plannetje, om aan Diana de danseres
te toonen in de armen van Gray; nadat zij
de ander gerust gesteld had, vervolgde ze:
„Indien ik me niet vergis zal de ctrank,
dien hij aan je sahib gegeven heeft geen na-
deelige gevolgen hebben. Zoodra hij weer
ontwaakt, zal hij er niets meer van mer
ken. Maar nu moet je eerst eens hooren, wat
ik te vertellen heb. Goed nieuws", ging ze
nadenkend door, „want het verschaft ons
een nuttigen bondgenoot". En ze deed het
verhaaL dat ze van den Galcha had ge
hoord.
„Zou je den Khan niet liever nog van
avond waarschuwen?" vroeg Diana, zich de
valsche, gluiperige tronie herinnerend van
Khoon tijdens het feest in de groote hal.
Al was Alam Khan ook nog zoo'n duivel
uitgezonderd voor Chirine Diana wist
heel goed, dat zijn dood op dit oogenblik een
ramp zou beteekenen. En vooral voor de
vrouwen van den Cobra; wie de Mongool niet
voor zich zelf begeerde, zouden onder zijn
aanhangers verdeeld worden; zij rilde bij de
gedachte.
„Neen," zei Chirine kalm, „vanavond zeg
ik 't hem niet. Mijn plan is klaar: ik zal dat
vette varken Jaffir dreigen door te zeggen,
dat ik dingen van hem weet, zonder te ver
tellen wat. Als die ellendeling helpen wil
om jou en je sahib te laten vluchten, dan
zal ik hem tijd geven om er zelf ook van
door te gaan. En anders...." Een schater
lach riep echo's op.
„Hoe kun je nou lachen, Chirine?" vroeg
Diana verwijtend.
,,'t Was maar een voorspel van den lach
die daveren zal, wanneer ik dat verdoemde
zwijn op het marktplein door woedende
stieren uit elkaar zie trekken," antwoordde
Chirine verwoed. „En Gulbundun zal nog
veel meer pret hebben, dan ik. En nu moet
je naar bed, Diana-met-een-gezicht-van-
sneeuw. Je zult zien, alles komt terecht."
Bemoedigend klopte ze Diana op naar
schouder.
„Kom je vannacht bij mij slapen," smeek
te het Engelsche meisje, wier overspannen
zenuwen in het minste gerucht gevaar
vreesden.
„Ja, straks, zoodra ik terug ben."
„Waarom laat je me alleen Chirine?"
De Perzische legde een koelen vinger op
Diana's lippen.
„S. s. s. t.!" luisterde ze, „ik laat je al
leen, omdat ik naar je sahib ga."
HOOFDSTUK XXI.
Ontmoeting van Gay en Diana.
In den morgen kwam opnieuw bericht
van den „Man met den Sluier", hij zou over
een paar uur komen en hij beval de voor
posten van de beide naar het dal leidende
passen te verdubbelen. Met eenige woorden
bevestigde hy zijn vorige missive, waarin
sprake was van een dreigend gevaar.
Deze tijding bracht den Cobra buiten zich
zelf van woede.
Hy ontving ze in zyn slaapkamer, waar
den ongelukkigen boodschapper toegang
verleend was, om, volgens zijn orders, den
brief persoonlijk te overhandigen.
Nadat Alam Khan dezen gelezen had.
liep hy met groote stappen op den bode
toe; met één slag van zijn degen deed hij
het hoofd van den man in een hoek van
het vertrek rollen. De vrees, dat Diana
Lindsay er niet in zou slagen van Gray het
cijferschrift te verkrijgen, maakte hem nog
razender. Zelfs de soldaten van zijn lijf
wacht, allen pootige kerels en voor geen
kleintje vervaard, weken terug telkens
wanneer hij naderde b(j zijn heen en weer
geloop door het groote vertrek, steeds pluk
kende aan zijn langen baard.
De mannen wisten de één na den ander
te ontkomen, en Alam Khan bleef alleen
met Shiv, zyn tijgerin, by het lyk van den
booschapper.
Het dier sloop spinnende naar den bloed
plas; een lange sjaal, eigendom van Gul
bundun en door de tijgerin verscheurd,
slierde achter het gestreepte monster aan
Driftig schoot haar woedende meester toe
en rukte den krans van versche bloemen
van een richel langs den wand, waar één der
knechts, toen hy als gewoonlijk Shiv's tooi
sel had binnengebracht, het haastig had
neergelegd uit vrees van anders ook ver
moord te worden. Onbarmhartig striemde
de Cobra kop en snuit van het dier met de
zware guirlande tot de heele vloer bezaaid
was met de witte bloemblaadjes. Daarop
richtte hij zich op en scheurde de sjaal, die
geheel aan flarden was, uit den muil van
Shiv en met een nydigen schop legde hij
haar vast aan de ketting.
„Jaffir, hond, hier!" brulde hy.
Het paffig gezicht van den eunuch ver
scheen in de omlijsting van de deur.
„Heeft de verheven meester me geroe
pen?" De kolos, door schrik bevangen,
beefde als een rietje.
„Breng de Engelsche miss naar djen sahib",
snauwde Alam Khan. „En dadelijk. Zij kent
mijn bevelen. Zorg jij er voor aan die van
jou te gehoorzamen."
„Wat is er van 't verlangen van de
Tegenwoordigheid?"
„Dat je hun gesprek afluistert, evenals ik
dit zal doen. Bedient een van beiden zich
van die vermaledijde Engelsche taal, dan
scheidt je ze. Ik ga naar de kamer met het
kijkgat, om getuige te zijn van hun
liefdesduo."
Na Diana naar het vertrek gebracht te
hebben, liet de eunuch haar alleen.
Bij haar binnenkomen viel haar blik
direct op den lagen divan in het midden
van het vertrek, waar ze dat paartje had
zien zitten. Zelfs de wetenschap van wat
haar taak was, was niet bij machte haar
oogen ervan los te maken.
Ze had het gevoel, dat van boven iemand
haar begluurde, met een schamperen, mee-
doogenloozen blik, een uitdrukking, waarin
gloeiende haat en jaloezie vermengd was.
Er was niemand in het vertrek te zien.
„Majoor Gray!" riep ze.
Geen antwoord op die vreemde, zwakke
stem, die toch de hare was.
Ze riep weer, doch vergeefs. Onder een
boog doorgaande, die tot een balcon toe
gang gaf, zag ze opeens Gray, die op een
rustbed lag te slapen. Hij wist klaarblijke
lijk niets van haar komstMisschien die
drank?
Bij het zien van de scherpe trekken, waar
uit zoowel goedheid als beslistheid spra
ken, kreeg ze een gevoel van medelijden en
tevens van geluk.
„Majoor Gray! Ik ben 't, Diana Lindsay!"
Bij het hooren van haar naam kwam hij
verschrikt overeind.
„Ljeve hemel.., ja, natuurlijk.... tk
wist, dat u hier wasMaakt u het goed?
Hebben ze u mishandeld? My hebben
ze voor de tweede maal een soort verdoo-
vingsmiddel gegeven, de duivel hale ze.
Excuseer meWilt u niet gaan zitten?"
„Is u ziek?" vroeg ze fluisterend.
„Ik ben bestmaar we moeten zien u
hier vandaan te krijgen. Alam Khan
By het noemen van dezen geduchten
naam herinnerde zij zich weer de woorden
van den Cobra: je praat in onze taal, op
dat ik wat je zegt begrijpen zal.
„Hijhij bespiedt ons. Hy luistert",
viel zij haastig fluisterend hem in de rede.
We moeten daarginds praten in in Yani.
Ergens luidde de gong. Hetzelfde geluid
had ze al in de spionnagekamer gehoord.
„Oh kom toch gauw!"
(Wordt vervolgd).