VAN KABOUTER FLIP EN ZIJN VRIENDJE WIP.
De onbetrouwbare echtgenoot
jRechtszaken
Voor 100 jaar.
DE BAAS.
SCHAGEN
Glimlachje
IN ZIJN ORANGERIL.
WIELEWAAL.
te trekken voor B-steun, evenals het vorige
iaar (voor elf werkloozen).
B en W. werden gemachtigd te onderzoe
ken voor hoeveel de gemeente zich kan ver
zekeren tegen fraude door ambtenaren.
Rondvraag.
De heer Witteveen vroeg naar de
juistheid van het gerucht, dat een werk-
looze uit de gemeente was bedreigd met uit
sluiting van steun, indien hij niet genegen
was naar Duitschland te gaan om daar te
werk te worden gesteld. Als dit juist was,
zou spr. dit een aanslag op de persoonlijke
vrijheid vinden en een vooruitloopen op
eventueele beslissingen van den minister.
De voorzitter antwoordde, dat de
aanzegging was geschied ingevolge een mi-
nistrieele aanschrijving, maar een bevel om
naar Duitschland te gaan. was niet gegeven.
B. en W. hebben nog geen besluit genomen
en zullen nog moeten overwegen of zij het
bevel zullen geven.
De heer Dekker lichtte toe, wie, hoe en
wat de betrokken persoon is, die naar spr. s
meening zeer zeker in aanmerking zou ko
men voor uitzending naar Duitschland.
De heer W i t t e v e e n was slechts ge
deeltelijk voldaan en zei, dat het liberalisme,
waarvan hij den heer Dekker een incarnatie
noemde, niet meer deugt voor dezen tijd.
De heer Zwaan vroeg, hoe het staat met
de bijdrage voor B-steun voor verleden jaar.
Die is nog niet binnen, zei de v o o r z i t-
ter. HU zou er eerstdaags over schrijven.
De heer Zwaan meende, dat het crisis
comité niet werkt zooals het moet; de gel
den, uitgegeven voor uitkeering, hebben niet
die bestemming gehad, want er is nog ge'.d
in kas. Er is sinds Sept. geen penning
meester.
De voorzitter zeide, dat in een en
ander spoedig wordt voorzien.
De heer Witteveen zou wenschen,
dat „Jan Boezeroen" ook vertegenwoordigd
zou zijn in de commissie.
De heer H e e r i n g a vroeg of de tijde
lijke onderwijzeres al gekeurd is op t.b.c.
Nog niet, antwoordde de voor zitter.
De heer Heeringa meende, dat het noodig
is daarop aan te dringen.
Hierna sluiting der vergadering.
Aanwezig alle leden. Een aangehouden
voorstel van een vorige vergadering betref
fende de onder restrictie betaalde bijdragen
in de kosten van de vergrooting der Schager
sluis terug te betalen bedragen, na verdedi
ging door de minderheid in B. en W., t.w. de
weth. Bijlsma, met 65 stemmen aangeno
men. (Kosten 525.)
Een verzoek van het Centraal comité tet
regeling van het straat- en marktkooplieden-
bedrijf betreffende een steunregeling voor
de kleine kooplieden, werd voor kennisge
ving aangenomen.
Punt 4 betreffende uitkeeringen voorschot
vergoeding art. 101 der L.O.-wet 1920. Voor
de bijzondere scholen voor 1938 werden vast
gesteld voor de r.k. school op 2376.06 en
voor de chr. Nat. school op f 1140.27.
Punt 5. Vaststelling besluit art 170, 2e
lid der gemeentewet (verzekering gemeen
tegelden) werd zonder hoofdelijke stemming
aangenomen. De gemeente Schagen heeft
tot een bedrag van 25.000 reeds een dus
danige verzekering bij de Incassobank.
Besloten werd tot aansluiting bij de school
artsendienst den Helder.
Mej. A. Tiddens werd een vaste aanstel
ling verleend als hoofd der voorbereidende
school.
Na een zeer langdurige discussie en
een gehouden comitévergadering werd
uiteindelijk met 92 stemmen besloten
het G.E.B. te Schagen over te doen aan
het P.E.N. tegen een uitkeering in eens
van 104.400, verhoogd met 65.912,
zijnde de boekwaarde van den techni-
schen aanleg, 2000 zijnde de boek
waarde van de onderdeden van den
technischen aanleg tot stand gekomen na
31 Dec. 1936, 3692 zijnde de contante
waarde van de kosten van verlichting
der gemeente-eigendommen en f 398
voor over te nemen magazijngoederen,
in totaal voor 176.402.
Enkele leden wilden aanvankelijk
eerst de procedure AlkmaarProvincie
afwachten.
De voorzitter bracht dank aan mr. dr. J.
A. E. Buiskool voor het belangrijke werk in
zake deze voorbereiding bewezen.
Een voorstel van de gemeente Alkmaar
tot overname van het gasbedrijf werd van de
hand gewezen.
Het college van B. en W. wilde het gasbe
drijf voor de gemeente behouden.
Goedgevonden werd om een administra
teur-bedrijfsleider op te roepen op een
salaris van 1800 met 4 jaarlijksche
verhoogingen van 100.
„Geld heb ik niet, lieveling, maar
ik wil je alles geven, wat je op af
betaling maar kunt krijgen!"
Een verzoek van dr. A. L. v. d. Sluis te
Schagen voor aankoop 800 M2. a 1.25 per
M2. werd aangehouden tot een volgende
vergadering.
Nu het bedrijf, van den heer C. de Jongh
eigendom der gemeente is geworden (voor
uitbreiding begraafplaats) werd besloten
spoedig in openbare verkoop het huis met
een stuk erf te verkoopen.
Een voorstel van den heer de Vries om
de kermis nu op Zaterdag daaraan vooraf
gaande om 4 uur te laten beginnen werd
met 65 stemmen aangenomen. De heer v.
Erp wilde de kermis verkorten tot 4 dagen.
Na nog enkele ondergeschikte vragen
volgde sluiting.
Onder de ruim 350 vogels, die, hetzij
ons land broeden, hetzij als trekkers zijn
waargenomen, neemt de wielewaal wegens
zijn schoonheid een bizondere positie in.
De vogel is het levend en welsprekend
bewijs, dat de natuur soms met weinig
middelen prachtige effecten weet te be
reiken; het zijn namelijk slechts twee
kleuren, die op boeiende, contrastrijke
wijze tegen elkaar zijn geplaatst: zwart en
een verrukkelijk goudgeel. Deze laatste
kleur trekt vooral de aandacht. In allerlei
plaatselijke en buitenlandsche benamin
gen komt dit duidelijk tot uiting: goud
merel, goldamsel, goudlijster, golden
oriole enz. Bovendien zijn de wielewalen
roodgeoogd en roodgesnaveld. De wijfjes
zien er groenachtig geel uit en haar grijze
onderkant is geteekend met donkere
streepjes. Op hun beurt vertoont het
jeugdkleed van de wielewalen een groote
verwantschap met dat van de wijfje".
Met de gierzwaluwen hebben de wiele
walen gemeen, dat zij late komers zijn en
vroege vertrekkers. Terwijl zij in Zuid-
Limburg al in de tweede helft van April
verschijnen, duurt het elders in ons land
meestal tot Mei, voordat de vogels het
landschap weer op zoo edele wijze stoffee-
ren. Voordat September in ons land is,
hebben de wielewalen zich al weer reis
vaardig gemaakt, hetgeen derhalve betee-
kent, dat men van de aanwezigheid der
vogels slechts een viertal maanden van
het jaar kan genieten.
Zeldzaam kan men de wielewalen niet
noemen, doch evenmin zijn zij overtalrijke
broedvogels. Het zijn echte loofhoutbewo
ners, die zelfs wel in steden, waar uitge
breide parken zijn, nestelen, maar aan het
gebied der grienden zijn zij vooral ver
knocht. De duinstreek herbergt ook nogal
vrij veel van de fraaie vogels, die niet
alleen door hun uiterlijke verschijning
indruk maken, maar ook door hun stern-
gerucht, dat als fiedeljoe, wielewau,
oriool of daaromtrent kan worden weer
gegeven, buitenmate weten te bekoren.
Ook in den wetenschappelijken naam,
Oriolus oriolus oriolus, evenals in ettelijke
locale benamingen voor den vogel, ziet
men pogingen belichaamd om den weinig
gecompliceerden, maar wonderlijk weilui
denden, roep van den nobelen vogel te be
naderen. Trouwens: ook de koekoeksroep
is weinig ingewikkeld, maar desniettemin
ontroert ook deze telkens opnieuw. Wij
moeten hier echter terstond aan toevoe
gen, dat de lokroep der wielewalen dit
geldt voor beide sexen minder melo
dieus is, daar dit gekrijsch bizonder veel
gelijkt op kattengemiauw.
Met den koekoek heeft de wielewaal
verder nog gemeen, dat deze, ofschoon in
zomer en nazomer ook wel bessen en
steenvruchten consumeerend, behalve al
lerlei microlepidopteren, vooral veel
harige rupsen eet, die, gelijk men weet,
juist door het meerendeel van de andere
vogels worden gemeden.
Intusschen gaat naar den vogel niet
alleen de belangstelling uit, omdat hij in
zoo'n mooi habijt is gestoken en weet te
treffen door zijn vocale prestaties; ook
zijn nestbouw wordt gekenmerkt door,
wat wij zouden kunnen noemen, artistici
teit. Het nest, veelal hoog aangebracht,
maar af en toe ook vrij laag, draagt een
eenigszins hangmatachtig karakter en zit
vastgeweven in een horizontalen takvork;
de bevestiging daarvan geschiedt met het
meest uiteenloopend materiaal, maar in
vele gevallen worden daarvoor taaie sten
gels van grassen en bastvezels gebruikt.
Voor de nestbekleeding worden zeer
verscheiden bouwstoffen samengelezen
schapenwol, veeren, touwtjes, lappen,
papieren, enz. Op dezen ondergrond ko
men de vier of vijf eitjes te liggen, die óf
gummend of rose zijn; zij zijn met een
bescheiden aantal donkere vlekjes be-
strooid. Daar de wielewaal, gelijk wij al
lieten uitkomen, hier maar zeer korten
tijd vertoeft en het verzorgen der jongen,
die lang in het gezelschap der ouders blij
ven, geruimen tijd in beslag neemt, is het
verklaarbaar, dat bij den wielewaal
slechts één broedsel kan worden vast
gesteld.
Ofschoon de wielewaal er exotisch uit
ziet en door zijn kostelijke volle fluit
tonen herhaaldelijk blijken geeft van zijn
aanwezigheid, merkt men den vogel toch
weinig op; dit moet worden toegeschreven
aan de omstandigheid, dat onze goud-
merel, ofschoon de menschen geenszins
systematisch mijdend, nochtans tamelijk
schuw is en het grootste gedeelte van den
dag zich verbergt tusschen het volle ge
bladerte van het loofhout. Wanneer hij
zijn veilige schuilplaats desondanks af en
toe verlaat, en zich op opener terrein
waagt, is men in staat zijn kleurenpracht
te bewonderen en kan men tevens con-
stateeren, dat er in zijn vlucht iets
zanglijsterachtigs zit, al is ze dan iets
golvender.
Wanneer men A bird book for the
pocket van Edmund Sanders, een aller
aardigst determineerboekje met gekleurde
plaatjes, dat van 1927 dateert, raadpleegt,
ziet men bij de inhoudsopgave achter
„golden oriole" het veelzeggende woordje
omitted staan; een ander Engelsch boekje,
van 1906, dat niet meer in den handel is
(Pocketbook of British birds bij E. F. M.
Elms), geeft een duidelijke verklaring van
dit „omitted". Wij lezen daarin n.L, dat de
wielewaal wel ieder jaar als voorjaars
trekker Engeland, in hoofdzaak het Zui
delijk gedeelte, bezoekt en ook in Enge
land heeft gebroed, maar dat dit heugelijk
feit een stuk verleden is geworden. De
„collectors", de verzamelaars, hebben den
vogel uitgeroeid.
RINKE TOLMAN.
door
L. S. SALSBURG.
Heden had er al spoedig spijt van, dat ze
met mevrouw Honnes, haar gezette buur
vrouw, een gesprek was begonnen. Niet al
leen, omdat ze hierdoor werd opgehouden
in haar werk, maar bovendien roerde me
vrouw Honnes een onderwerp aan, dat Helen
verre van aangenaam vond.
Mevrouw Honnes bleek namelijk weinig
vertrouwen te stellen in gehuwde mannen.
„U bent pas getrouwd, mevrouwtje", zei
ze beschermend. „U weet nog niet hoe som
mige echtgenooten zijn."
„Nou, maar Dick zal mij nooit bedriegen
daar ben ik zeker van," verdedigde Helen
haar echtvriend. „U kent hem niet, maar
rij houdt geweldig veel van mij
„Dat begrijp ik, dat begrijp ik", viel me
vrouw Honnes haar in cTe rede. „U bent nu
zeven maanden getrouwd, nietwaar? Nou,
laat ik u dan zeggen, dat u nog niet uit er
varing kunt spreken. Ik ben zelf tweemaal
getrouwd geweest en kan er dus wél over
meepraten. En als een man handelsreiziger
is nou Mevrouw Honnes schudde
veelbeteekenend het hoofd. „Maar", voegde
ze er haastig aan toe, „daarmee wil ik na
tuurlijk niet zeggen, dat üw man ook zoo is.
Nee ik bedoel het alleen maar als een
waarschuwing. Kijk, mannen zijn nu een
maal mannen en als ze in een vreemde stad
komen enfin, de rest begrijpt u wel. Als
ik u was, zou ik nu en dan met hem mee
gaan zooiets kan nooit kwaad. Vraag het
hem eens en als hij er op tegen is, moet u
het juist doen, want dan is het geen zuivere
koffie, neemt u dat van mij aan!"
„Dick", begon een aarzelend Helen den
volgenden Zaterdagavond. „Ik voel me
soms zoo alleen, als jij wegbent. Kun je me
de volgende week niet 'ns meenemen?"
Ze stelde vast, dat haar vraag hem in
verwarring bracht.
„Och, Helen dat reizen is niets ge
daan voor jou. O, ja dat is waar ook ik
heb. je het huishoudgeld nog niet gege
ven!"
Haastig haalde hij zijn portefeuille te
voorschijn en overhandigde haar het geld.
„Hier, schat".
Ze wist, dat hij dit onderwerp had aan
geroerd om een rechtstreeksch antwoord op
haar vraag te vermijden en de eerste ge
voelens van achterdocht kwamen bij haar
op. Ze bracht het gesprek op zijn werk.
„Heb je veel verkocht deze week?"
„Ja ik mag niet klagen. Zeg, tusschen
twee haakjes wat eten we morgen? Wil
je wel gelooven, dat ik de heele week ver
lang naar de producten van jouw heerlijke
kookkunst? De meeste restaurants zijn ver
schrikkelijk en
„Dat hindert niet, Dick. Vooruit neem
me de volgende week mee". Haar stem
klonk smeekend. Ze zag dit stond ten
minste duidelijk op zijn gezicht te lezen
dat hij het liever niet deed. Ze begreep dat
een crisis naderde.
„Dick", herhaalde ze, „ik zou zoo graag
eens mee".
„Dolgraag?" informeerde hij.
„Ja". Ze boog zich naar hem toe en sloeg
haar arm om zijn hals.
„Nou, dan moet het maar", gaf hij met
tegenzin toe. „Omdat je zoo aandringt".
Ze ging op den arm van zyn stoel zitten
en Paf hem een kus.
Den eersten avond van hun tocht, werd
de achterdocht, waarvan door mevrouw
Honnes de kiemen waren gezaaid, aange
wakkerd. In het hotel, waar Dick hun namen
in het register schreef, informeerde de klerk
vriendelijk: „Hebt U hier al eens eerder
gelogeerd?" Met een vuurroode kleur ant
woordde hij: „Nee... tenminste niet kort
geleden". Helen zei niets, maar ze vroeg
zich af hoe Dick het zou kunnen verklaren,
dat hij altijd het postpapier van dit hotel
gebruikte, als hij haar vanuit deze plaats
schreef.
De volgende dagen waren vreeselijk. Haar
achterdocht groeide aan tot zekerheid. Dick
bewandelde wegen, die haar onbekend
waren
De uren kropen voorbij. Terwijl Dick zijn
klanten bezocht, probeerde Helen door lezen
of in een bioscoop wat afleiding te vinden,
maar de gedachte, dat ze haar echtgenoot
niet vertrouwde, liet haar geen oogenblik
met rust.
Tegen het einde der week merkte ze op,
dat hij in de restaurants bijna niets at. In
het begin had hij toegegeven, dat hij in de
gelegenheden, die ze samen bezochten, wei
nig kwam, wanneer hij alleen op reis was.
Hij gaf daar geen verklaring voor en om
tactische redenen vroeg ze er ook niet naar.
Was er een andere vrouw? Een vrouw, die
de hotelklerken en de kellners in de res
taurants al kenden, doordat ze er haar man
regelmatig met haar zagen?
Aan het ontbijt op den Zaterdagochtend,
voordat ze naar huis zouden terugkeeren,
vroeg Helen: „Dick, waarom eet je niet?"
,,'k Heb geen trek. Ik zal blij zijn, als ik
weer dat heerlijke Zondagsmaal van jou
voor me heb staan. Dan kan ik wel steeds
dooretenHij zweeg beschaamd en zijn
gezicht werd vuurrood.
HU merkte zelf, dat hij zich tegensprak.
Zacht vroeg ze: „En zoo juist zei je, dat je
geen trek had?"
„Je begrijpt me niet jouw kookkunst
maakt me hongerig", antwoordde hij stotte
rend.
„Je kunt niet goed jokken, hè Dick?"
De kleur week uit zyn gezicht.
„Heb heb je 't ontdekt?"
„Ik geloof het wel".
Verward streek hy met zijn hand door het
haar. „Ik ik had gehoopt, dat je 't nooit
zou merken. Ik
„We zullen op onze kamer wel verder pra
ten". Ze stond op. Het hart klopte haar in
de keel. Hy had haar bedrogen hij gaf het
nu openlyk toe.
In hun kamer gekomen, keek hy haar ver
legen aan. „Het spyt me, Helen, ik
„Vertel me maar alles!"
„Je moest het natuurlyk vreemd vinden,
dat ze my in de hotels en restaurants niet
kenden, terwyl ik er als reiziger toch her-
haaldelyk diende te logeeren. Je zou het
waarschijnlijk nooit hebben ontdekt, als je
niet was meegegaan. Maar heusch ik zag
geen anderen weg. Ik hield heel veel van je
en je vader en moeder waren aanvankelyk
tegen ons huwelyk. Ik heb toen gelogen en
tegen je ouders, en óók tegen jou, en veel
hooger salaris genoemd dan ik in werkelyk-
hid verdien, om maar hun toestemming te
krygen".
En op dit oogenblik werd haar alles ineens
duidelijk!
„Dick". mompelde ze schuldbewust, „je
je at dus in heel goedkoope restaurantsen
je sliep in hotels, waar je met my niet durf
de heengaanen je ontzei je op reis alles
om my maar een flink huishoudgeld te kun
nen geven
Hy knikte.
„Dick!" Ze sloeg haar armen om hem
heen. „Jy arme lieveling. Ik ikZe
zweeg en begon te huilen.
En hij was verbaasd, dat ze er zoo geluk
kig uitzag ondanks haar tranen en on
danks zyn onthulling!
KANTONGERECHT TE ALKMAAR.
Uitspraken van de strafzitting van
Vrijdag 29 April 1938.
Overtredingen van de motor
en rywielwet: J. Th. D. te Bergen, 2 x
10 boete of 2 x 2 weken tuchtschool. F. J.
te Bergen, 1 boete of 1 dag hechtenis. C. B.
te Haarlem, P. J. S. te Bergen aan Zee, H.
M. te Velsen, G. M. te Schoorl, ieder f 2
boete of 2 dagen hechtenis. A. W. te Alk
maar, 2.50 of 2 dagen hechtenis. J. W. te
Beemster, S. B. te Alkmaar, J. S. te Alk
maar, M. F. te Hoorn, C. K. te Zuid- en
Noord-Schermer, ieder 3 boete of 3 dagen
hechtenis. J. K. te Sint Pancras, C. P. te
Castricum, K. S. te Castricum, ieder 4 boete
of 4 dagen hechtenis. D. S. te Alkmaar, f 6
boete of 4 dagen hechtenis. J. G. te Neder-
horst den Berg, 8 boete of 6 dagen hechte
nis. G. v. G. te Broek op Langendyk, A. E.
S. te 's-Gravenhage, ieder 10 boete of 8
dagen hechtenis. Th. M. te Oudorp, 15
boete of 10 dagen hechtenis.
Overtredingen van de politie
verordeningen: H. B. te Alkmaar, 3
boete of 1 week tuchtschool. M. H. te Am
sterdam, C. B. te Alkmaar, F. G. G. te Am
sterdam, J. B. v. d. M. te Alkmaar, ieder
2 boete of 2 dagen hechtenis. M. A. H. te
Den Helder, J. v. T. te Alkmaar, ieder 3
boete of 2 dagen hechtenis. J. G. te Am
sterdam, 3 boete of 3 dagen hechtenis. A.
K. te Uitgeest, J. K. te Uitgeest, ieder 5
boete of 5 dagen hechtenis.
Overtreding van art 453 van
het wetboek van strafrecht (open
bare dronkenschap: A. de J. te Noordschar-
woude, 8 boete of 8 dagen hechtenis.
Overtredingen van het kanaal
reglement: J. F. te Zaandam, 3 boete
of 3 dagen hechtenis. N. E. B. te Kolhom,
N W. te Zaandam, ieder 4 boete of 4 da
gen hechtenis.
Overtreding van de arbeids
wet: Tj. v. G. te Zuid-Beemster, 2 x 7.50
boete of 2 x 5 dagen hechtenis.
Uit de Alkmaarsche Courant
van 30 April 1838.
Aan beminnaren der Toonkunst
wordt bekend gemaakt, dat het
ORGEL in de Groote Kerk gedu
rende de Zomermaanden, op Don
derdag van 12 tot 1 uur, te begin
nen met den 3den Mei zal worden
bespeeld.
.J H. A. EZERMAN.
LEES HIER!
Heeren Kooplieden Maandags
morgens naar AMSTERDAM wil
lende Ryden, heen en terug, gelie
ven Zondags te voren daarvan ken
nis te geven aan den Ondergetee-
kende, om alsdan den tijd van ver
trek van hier, te bepalen. Dezelve
Verhuurd ook PAARDEN en RU-
TUIGEN, zich in de Gunst aanbe-
veelende
J. VAN BAARS
in de Zwaan, op het Ritsevoort
te Alkmaar.
27,7- Van toen af werd Peter met onder
scheiding behandeld en als hun meerdere
beschouwd. Langzamerhand raakte het
arietal ook met hun toestand verzoend,
in het eerstvolgend dorp trok het hele ge
zelschap naar het marktplein om daar een
voorstelling te geven.
278. De mannen speelden op hun violen
weemoedige zigeunerliederen, waarbij de
vrouwen dansten. Het dorpspubliek
stroomde in groot aantal toe rondom de
vreemdelingen. Een oude zigeunerin had
Peter en Rita onder handen genomen,
zodat ze nauwelijks te herkennen waren.