VOOR ONZE KINDEREN.
Uw HOEST
akker's Abdijsiroop
DE GOUDMIJN
RUZIE IN DE TUIN
verdwijnt in 24 uur!
1.
1.
IlP^ ÜP
11 i l
IS
fllft ÉT
88
i I
i
SU
i#
l
i l
Verhaaltjes van kinderen
voor kinderen.
tg
I
w
i
i
W-
i
ÜI
T
i
i
h
A
a
mm
i
B
M
1
9
XXX 7 XXX
XXX
7XXXXXXX
XXXXXXXX
XXXXX XX
XXXXX- X 7 XX
Gevraagd wordt deze som geheel vol
ledig in te zenden.
CONCENTREER
VIERDE BLAD.
als Gij direct Akker's Abdijsiroop neemt.
Gij zult dadelijk de gunstige werking on-
van de vanouds beproefde
dervinden
„genees-kruyden waaruit Abdijsiroop in
hoofdtaak bestaat, thans door den beken
den Apotheker Dumont nog versterkt door
nieuwe, snel werkende toevoegingen.
Daardoor is nè" meer dan vroeger, nu
het beproefde hoest-geneesmiddel!
r.r flacon 90 et., t 1.S0, f. 2.40. Ovorol verkrijgbaar.
Hoe grooter flacon, hoe voordeeliger het gebruik.
Wit vervolgde met:
30—25
11 22
2.
25 14
2.
19 10
3.
33—28
3.
22 42
4.
43—38
4.
42 33
5.
35—30
5.
24 35
6.
4540
6.
35 44
7.
50: 8!
Ter oplossing voor deze week
Probleem 1539 van N. de Vries te
Hengelo.
ÜP ijfc, gj
'MM.
Üfei 'a 'M
wfc
wan ym*. m
W/,
W Wtrn t
Zw. 10 sch. op: 1 5, 7, 8, 9, 12, 13, 14,
19, 25.
W. 9 sch. op: 16, 22, 23, 27, 28, 30, 32,
37.' 43.
In onze volgends rubriek geven wij de
oplossing.
&haahcu&tie*t
Redacteur J H. GOUD, Utrecht.
VRAAGSTUK No. 31.
Probleem van H. b Ulehla, Weenen
(Wiener Tageblatt)
Zwart (14)
8
1
l
m
m
c7,
a b c d e l g
Wit (8)
T ti e e z e t.
Wit: Ka5, Dg6; Te8 en h4 Rc4 en
Pd5 en e6.
Zwart Ke4, Dh8, Tb3 en f5, Re7 en f3,
Pdl en g4, pionnen a4, b4, d4, e2, e3 en e5.
Oplossing van vraagstuk 28 (H. M.
Lommer).
Aan dit eindspel is nog een geschiedenis
verbonden. De kampioen van Engeland en
dr. Seitz hebben tezamen naar de op
lossing van dit eindspel gezocht, maar zij
konden het niet vinden.
De auteur zond het naar het Zwitsersche
Schaaktijdschrift, doch voegde de op
lossing er niet bij. Hij kreeg het eindspel
na eenigen tijd terug met de mededeeling,
dat de „experts" tot de conclusie waren
gekomen, dat er geen winst voor wit in
zat!! Later oordeelden ze echter anders.
Wij herhalen even den stand.
Wit: Kd7, Pc4, pionnen a2, b2, b3.
Zwart: Kb4, Pd8, pionnen a4, b5.
Na 1. KXd8 geeft a4Xb3 remise.
De oplossing luidt als volgt:
A. 1. Pd4e5Pddb72. Kd7—c7
Pb7a5 (na Pb7c5 volgt Pe5c6ff)
Pe5d3ft!
B. 1Pb8f7?!; 2. Pe5Xf7 a4—
a3; 3. b2Xa3f Kb4Xa3; 4. Kd7—c6 Ka3X
a2; 5. b)b4 en wit wint.
C. 1a4a3; 2. Pe5—d3f en
wint gemakkelijk.
D. 1a4Xb3; 2. a2—a3f Kbb4—
c5; 3. Kd7Xd8 Kc5d4; 4. Pe5d7ü
Kd4d3; 5. Pd7—b6! Kd3—c2; 6. h3—h4!
Kc2Xb2 (indien b5Xa4, dan Pb6Xa4
enz.) 7. h4Xg5 Kb2—a3 of c3; 8. Pb6—a4
of c4f Kc3b4; 9. b5—b6 Kb4Xa4 of c4
10. b6—b7 en wint. Dat Lasker dit alles
zag zonder een stuk te verplaatsen!
Het internationale tournooi te Lodz.
De spannende strijd te Lodz eindigde
met een overwinning van den Joego-
Slavischen meester Pirc, die 11 y, punt
behaalde uit 15 partijen. Dan volgden dr.
Tartakower met 10, Eliskases, Petrow en
Stahlberg ieder met 9)4, Gerstenfeld met
8)4, Frydman met 8, Appel en L. Steiner
met 7)4, Foltys, Kolski en Najdorf met 7,
Regedzinski met 6)4, Sulik met 5, Miss
Menchik met 3 )4 en dr. Seitz met 2y2.
Een der fraaiste partijen uit dit tournooi
volgt hieronder:
Wit: Eliskases. Zwart: Frydman.
Siciliaansch
1. e2e4 e7—c5
2. Pgl—f3 Pg6—f6
Deze zet is van Rubinstein afkomstig.
De bedoeling is om ten koste van een
tempo, de witte e-pion een minder goede
standplaats te bezorgen. Of de zet goed is,
moet betwijfeld worden. Als wit voorzich
tig is, kan hij o.i. een voorsprong in de
ontwikkeling krijgen.
door Violet Carr.
Na vele omzwervingen eindelijk ge
vonden. Achter iedere struik loer
den vele ogen.
Johannes van Steek, een bejaarde goud
zoeker, had zijn leven lang de jungle van
de Santa-Maria bergen doorkruist om naar
de verdwenen goudmijn „La Estrella (de
ster) te zoeken, een oude Spaansche mijn,
uit de tijd der Inquisitie, over welke mijn
de meest fantastische verhalen liepen en
ook thans nog in omloop zyn. Aan het zoe
ken van deze mijn waren grote gevaren ver
bonden, omdat de inheemse bevolking vast
overtuigd was zij was, dat er 'n vloek op de
goudmijn rustte, voorzichtig al de bewegin
gen van den gelukzoeker naging. Trouwens
er was een tijd, dat de Indianen iedere
vreemdeling, die zij in die streek tegenkwa
men, doodden, totdat de regeering van Pa
nama een strafexpeditie uitzond, waarna de
mensen met rust gelaten werden.
Jahannes van Steek, een Belg van geboorte
was een man, die volgens het principe alles
of niets handelde. Hij zocht volgens een
vast plan en kwam in Juli 1937 blijkbaar op
het spoor van drie goudmijnen. Eén daarvan
moest, zooals hij vermoedde, „La Estrella"
zijn. Hij ging verder op zoek en wilde daar
na zijn vondst laten registreren, zodat hy
de wettige eigenaar er van zou worden. Ter
wijl hij nog druk aan het zoeken was, ge
schiedde iets avontuurlijks: de grond zakte
plotseling onder zijn voeten weg, en hij viel
in een soort van ondiepe gang Met behulp
van zijn zaklantaarn liep Van Steek nu door
de mijngang. In een bocht vond hij blokken
metaal opgestapeld, waar bovenop grauw
wit stof lag. Hij blies dit stof er af en be
merkte nu, dat de blokken uit zuiver goud
bestonden. Er waren 80 van die blokken die
ongeveer een waarde hadden van drie mil-
lioen dollar.
Dadelijk ging hy weer naar de begane
grond en dekte het gat, waarin hy gevallen
was, met slingerplanten goed af. Hy begaf
zich nu, zo vlug hij kon naar Dvid, de grote
stad, die het dichtst in de nabijheid was en
liet zijn vondst inschrijven. Als een lopend
vuurtje verbreidde zich de mare, dat de
goudmijn „La Estrella" weer ontdekt was
en de regering van Panamo, die volgens
de wet recht heeft op de helft van het ge
vonden goud, stelde op verzoek van Van
Steek een expeditie ter beschikking, waar
mede het goud zou worden weggehaald. Men
begaf zich eerst naar het plaatsje El Bolcan,
dat ongeveer tien kilometer van de jungle
verwijderd was en van daaruit begon de
tocht naar de mijn.
Spoedig hed men de plaats gevonden. Van
Steek haalde de slingerplanten van de plek,
waar hij door de grond gezakt was en liet
zich weer in de mijn neer, om daarna door
de anderen te worden gevolgd. Nauwelijks
was Van Steek echter uit het gezicht ver
dwenen, of de mannen hoorden een schot.
Direct daalden zij in de mijnschacht af, en
vonden Van Steek met een schot door het
hoofd op de grond liggen. Zij droegen hem
naar boven, doch hij was reeds dood. Hoe
de mannen verder ook zochten, er was geen
gram goud in de mijn te vinden en de man
nen van de expeditie dachten, dat Van
Steek zelfmoord had gepleegd, omdat al het
goud verdwenen was.
Zij begroeven hem en brachten verslag
uit aan de regering. Doch de sheriff oleek
het niet met alles eens te zijn en liet precies
verteilen, waar de wond in het hoofd zich
had bevonden. Nu bleek, dat de wond achter
aan het hoofd links was, terwyl men wist
dat Van Steek rechts was. Zelfmoord bleek
dus al spoedig uitgesloten te zijn. De shiraff
gaf nu opdracht 't lijk op te graven en bij
hem te brengen. Opnieuw begaf de expedi
tie zich naar de plaats, maar toen zij de
piek van het graf vond, bleek dit leeg te
zyn het lijk was onvindbaar. Ook de in
gang van de goudmijn was vernield zodat
men r.iet meer opnieuw in de schacht kon
afdalen.
Zij moest dus onverrichter zake terug
keren, maar had het gevoel, dat achter
iedere boom en iedere struik Indianen op de
loer lagen en de leider van de expeditie
was dan ook blij, toen hy zijn mensen weer
heelhuids in het stadje had teruggebracht.
Het raadsel, wie Van Steek doodgeschoten
heeft, is thans nog niet opgelost. De In
dianen zijn zwijgzaam, de arm der gerech
tigheid is niet lang genoeg om hen te berei
ken Maar zij hebben getoond, dat ze er zyn
en het zal wel lang duren, voordat iemand
de schat van „La Estrella" zal kunnen vin
den, onder deze duizenden scherpe ogen.
door
CARLY VOS.
In een prachtig onderhouden tuin waren
enkele bloemperken, waarin verschillende
soorten bloemen stonden. Het had juist
even geregend en de zon, die weer achter
de wolken te voorschijn kwam, lachte
tegen haar kleine vriendinnen in de tuin.
De regendruppels schitterden als kleine
diamanten op de bladeren en in het gras.
Langs de schutting stond een appelboom,
bedekt met haar zachtroze bloesems en een
pereboom, die wel besneeuwd leek. Hele
maal achteraan ii het hoekje van de tuin
stond een klein eikeboompje, dat de
eigenaar van de tuin daar een jaar geleden
had geplant. Het boompje groeide prachtig
en droeg ook een paar bloesems, nog niet
veel, want het boompje was nog maar heel
klein.
Het rook heerlijk in de tuin, al de bloe
men en de bomen zonden hun geur uit en
de eigenaar van de tuin, die met een paar
kennissen naar buiten kwam, zei dan ook:
stevig papier oip heen.
„Nu, vinden jullie myn tuin niet prach
tig?" Een der vrienden antwoordde: „Ja,
en wat ruiken die hyacinthen heerlijk,
hoewel de tulpen en narcissen buitenge
woon mooi zijn om te zien."
„Dat is zo", antwoordde een derde,
„maar toch geloof ik, dat de appel- en
pereboom het sterkst geuren, trouwens,
kijk maar eens hoe vol bloesems zij beide
zitten."
Even later gingen de drie heren weer
naar binnen, nauwelijks waren de serse-
deuren gesloten, of daar had je het lieve
leven gaande.
„Heb je gehoord dat ik het lekkerst
ruik van jullie allemaal", riep de hyacinth
uit.
„Ach wat, jij met je drukte, je hebt toch
zeker wel gehoord, dat de narcis en ik het
mooist zijn", antwoordde de tulp.
„Nu, ik vind anders de viooltjes veel
mooier dan jou", kon de geranium niet
nalaten op te merken.
Het werd een geschreeuw door .elkaar,
dat horen en zien verging, en zelfs de
bloesems aan de appel- en pereboom hoor
den de drukte.
Hier is het boek, bind er maar een
„Wat maken jullie een herrie", zei de
pereboom, „me dunkt, dat jullie allemaal
hebt gehoord, dat de appelboom en ik het
lekkerst ruiken, dat moet voor jullie al
voldoerde zijn om verder maar je mond
dicht te houden."
Daar wilden de andere bloemen echter
niets van weten en tenslotte zei de tulp:
„Ik weet wat, laten we er over stemmen,
wie het lekkerst ruikt en wie het mooist
is."
„Kijk", zei de pereboom, „dat kan nooit
eerlijk gaan, want jullie hebt natuurlijk
vriendinnen, die voor jullie stemmen.
Neen, dat moeten wij aan iemand yagen,
die onpartijdig is Tussen mijn takken zit
een Meikever, laten wij het hem vragen."
Dat geschiedde. De meikever ging van
bloem tot bloem, rook er aan en bekeek
de bl jem aandachtig, terwijl hij daarna
de bomen ondrsr handen nam. Tenslotte zei
hij: „Le mooisie bloem en de lekkerste
geur heeft de eikeboom daar in het
hoekje."
Een storm van protesten klonk nu.
„Wat," zei de tulp, „dat akelige, kleine
boompje heeft de mooiste bloemen en
ruikt het lekkerst?"
„Ja", zei de meikever, „voor mij wel, en
jullie hebben mij tcch om mijn oordeel ge
vraagd?"
Daar konden zij niets tegen inbrengen.
De meikever, die heel verstandig was,
vervolgde: „Kijk, voor ieder mens en voor
ieder dier is deze of een andere bloem het
mooist en de geur het lekkerst. Dat is nu
maar net, wie er ir. de tuin komt en wie
het zegt."
De bloemen, die eigenlijk vonden, dat zij
dwaas gehandeld hadden door zo te
schreeuwen, gaven de meikever gelijk en
zo werd de vrede onder de bloemen weer
getekend.
NOG GOED AFGELOPEN
door META KREB.
Lies was in Zwitserland voor haar gezond
heid. Ze was niet erg sterk. Ze was er al 6
weken. Ze zag zo bruin als een nikker. Ze
mocht elke dag de bergen in met juf en met
nog 11 andere kinderen. Dat was fyn. Het
was de laatste dag, dat ze de bergen in ging,
want het was de laatste dag dat ze er was.
Morgen kwam vader haar halen. Het was
prchtig weer. Ze waren al een eind de ber
gen in, toen ze een bed edelweis zag staan!
„Juf, mag ik een bosje voor moeder pluk
ken?" „Ja hoor, 't is toch de laatste dag, dat
je by ons bent".
't Waren allemaal van die korte steeltjes.
Daar ginder zag ze een heleboel bloemen
met lange stelen staan. Zou ze er even heen
gaan? Juf zag het toch niet. Stilletjes sloop
ze weg. Wat was dat wit mooi. Hoe bly zou
moeder zyn. Nu had ze wel genoeg. Ze ging
terug, naar ze dacht, maar zag de kinderen
niet. Ze liep al verder, maar nee hoor geen
teken te zien! Ze werd moe. Ze ging zitten.
Het begon te sneeuwen. Hoe laat zou het
wezen? Vast al 6 uur. De anderen zaten te
eten. Het werd kouder en donkerder. O, wat
had ze het koud. Ze rilde. Alles werd donker
om haar heen. Intussen miste juf Lies al
gauw. Ze gingen terug om te zoeken, maar
natuurlyk niets gevonden. Allen gingen ze
weer terug naar het pension. Juf ging naar
het klooster toe en vroeg of ze Liesje wilden
zoeken. Ze gingen er dadelijk met hun hon
den op uit. Ze vonden Liesje bewusteloos in
de sneeuw. Ze werd in een deken gehuld en
naar het klooster gebracht. Al spoedig was
ze weer by. Ze vertelde alles. In het pen
sion werd ze hartelijk verwelkomd. Juf had
nieuwe edelweis gehaald. En ze hebben
's avond prettig feest gevierd, omdat Liesje
nu weer veilig weer terug was.
DE PEKINGEESJES STERVEN UIT.
Jullie kennen ze toch wel, die kleine lang
harige hondjes, met hun platte neuzen en
bolle ogen, die met zo'n geweldig verwaand
airtje over straat kunnen lopen? Ze vi-elen
zich heel deftig, dat kun je duidelijk aan ze
zien. Het zijn echte dameshondjes, schoot
hondjes, die veel verzorging nodig hebben,
wegens hun mooie zijdeachtige lange haren
en ze zyn ook heel duur. Aan de naam kun
je horen waar ze vandaan komen, uit Peking,
zoals vroeger de hoofdstad van China heette.
Maar tegenwoordig worden ze daar in China
niet zo veel meer gefokt als vroeger, toen ze
vooral aan het hof van den keizer en in heel
deftige adellijke families thuis hoorden. Er
zyn nog wel kennels, waar die hondjes
speciaal worden gefokt, maar ze zijn lang
niet meer zo mooi als in de tijd, dat ze be
stemd waren voor een kostbaar geschenk, dat
een vorst aan een van zijn gunstelingen gaf.
Nu worden ze verkocht in bazars en op de
markt, aan vreemdelingen, toeristen, die er
nog wel veel geld voor geven.
In Europa kwam het eerste Pekingeesje
in 1860. Toen bracht een Engels officier zo'n
hondje mee en gaf het aan koningin Vic
toria ten geschenke. Voor hen, die werkelijk
houden van schoothondjes, zijn het mooie
diertjes, anderen zien er alleen maar het
grappige van, door hun pedante houding en
de korte pootjes onder het lange harige
lijfje.
1.
de politie
soms veel
wandeling
OPLOSSINGEN RAADSELS UIT ONS
VORIG NUMMER.
De oplossing van de raadsels in ons
vorig nummer is ils volgt:
Op het perron der spoorwegen lopen
enige onderwijzers.
Doe wel en zie niet om.
Straatlantaarn.
NIEUWE RAADSELS.
Uit elk der volgende zinnen neemt
men één woord. Zij vormen in volg
orde tesamen een bekend spreek
woord.
In New York vindt men bijzonder
hooge huizen.
In het bosch staan vele groen-
bljjvende boomen.
Vogeltjes vangen is door
streng verboden.
Voor oude boeken wordt
geld geboden.
Regen en wind hebben de
niet prettig gemaakt.
2. Een woord bestaat uit 4 letters en is
iets dat niemand graag in ontvangst
neemt.
Neemt men de laatste letter er af, dan
krijgt men een woord dat een sma
kelijke groente aanduidt.
Laat men daarna de eerste letter weg
dan komt er iets, dat men in kasten
en tafels kan vinden.
Wat is dit woord?
3 Welke beroepen zijn er in de volgende
zinnen verborgen?
Door steeds midden op de rijweg te
lopen heeft de jongen het aan zich
zelf te wijten, dat hij werd over
reden.
Deze klok is niet mooi, maar de gong
slag er van voldoet mij bijzonder.
Aan de tuin mankeerde niet veel,
maar het huis moet nodig opgeknapt
worden.
Wanneer men het schild der af neemt,
blijft er van de scheurkalender al
leen maar het blok over.
3. e4e5 Pf6—d5
4. Pblc3 e7e6
Men zie 4PXc3; 5. dXc, b6?
be6! dXe; 7. DXd8! KXd8; 8. Pe5 Ke8;
9. Rb5t Rd7; 10. PXd7 PXd7; 11. Rf4 a6;
12. Rc6 Tc8; 13. Rb7 Td8; 14. Rc7 en
wint! Zoo verliep een partij Rellstab
Schönmann te Hamburg in 't jaar 1932.
5. Pc3Xd5 e6Xd5
6. d2d4 d7d6
7. Rel—g5! Dd8—a5f
8. c2c3 c5Xd4
Voorzichtiger was 8. Re6.
9. Rfld3!
Nu zou het zeer gewaagd zijn op c3 te
b-v- 9dXc; 10. 0—0 cXb;
11. Tbl en wit krijgt een aanval, die niet
af te weren is.
9d6Xe5
10. Pf3Xe5 Da5c7
11. 00 Rf8d6
Op 11f6 zou volgen 12. Dh5t g6;
13. PXg6 met winst.
12. c3Xd4 0—0
13. Tal—cl Pb8c6
14. Rg5—f6!
Wel wat overmoedig gespeeld. Beter
lijkt ons 14. Dh5.
14Rd6Xe5?
Zwart durfde vermoedelijk het aange
boden offer niet aannemen. En toch had
hij het maar liever moeten doen, b.v.
14. gXf; 15. Dh5 f5; 16. Dg5f en wit
heeft niet meer dan eeuwig schaak. En
een poging om met 15. RXh7f KXh7; 16.
Dh5f Kg7; 17. Tc.3 Te8 de winst te forcee-
ren zcu wel eens slecht hebben kunnen
afloopen.
15. Rf6Xe5 Dc7—e7
16. Tfl—el Rc8e6
17. Tel—c3 Pc6Xe5
18. TelXeö Ta8—c8?
Fout, zooals wit aantoont. Met 18.
g6; 19. f4 Tfe8 had zwart nog weerstand
kunnen bieden.
19. Rd3Xh7f! Kg8Xh7
20. Ddlc2f
En hierna gaf wart het op. Na 20
Kg8 volgt 21. TXc8 TXc8; 22. DXc8
RXc8; 23. TXe7 -:n wint.
Uit de party.
1
a b ede 1 g h
In bovenstaande positie was Zwart, de
Russische speler Platow aan zet. Wit's
laatste zet was Pd2f3. Het is duidelijk,
dat Zwart beter staat, maar hoe kan hij
het snelste winnen? Een leerzame com
binatie zooals blijkt.
1Rd4Xf2t
2. KglXf2 De7—h4f
3. Kf 2g 1 e4Xf3
4. Tel—e3
Er dreigde f3f2f Kglhl en Ph5—
g3tt-
4.
5.
6.
7.
8.
Del—d2
TdlXfl
KglXfl
Kfle2
f3Xg2
g2Xflt
Tf5Xflt
Td8f8t
Tf8—f2f
En wit gaf het op.
Jhiiitexu&ckk
Onze Vierde April-Opgave.
Boeken en hun auteurs.
De vijf bedoelde boeken en hun schrij
vers waren de volgende:
Onze Nieuwe Opgave. No. 5 der April-
serie).
Een nieuwe vermenigvuldigsom.
Een getal van zeven cijfers werd ver
menigvuldigd met een getal van drie
cijfers. Al deze cijfers waren verschillend.
Welke was deze vermenigvuldiging als in
onderstaande diagram nog alle cijfers 7,
die in de bewerking voorkomen, aange
geven zijn.
Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig
mogelijk doch uiterlijk tot Vrijdag 6 Mei
12 uur aan den Puzzle-Redacteur van de
Alkmaarsche Courant.
1. Schoolidyllen
2. Camera Obscura
3. Alleen op de Wereld
4. Hamlet
5. Wereldvrede
Een puzzle, die heel wat meer oplossin
gen bracht dan de vorige.
Top Naeff
Hildebrand
Hector Malot
Shakespeare
Louis Couperus
r
op het krachtigste
reclame-middel
COURANTENRECLAME