DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De Londensche accoorden klinken
zeer welluidend.
De Masarykheime bij Praag.
tl
S.D.A.P. 1 Meifeest A.B.B.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 101 Dit nummer bestaat uit vier bladen. Directeur: C. KRAK.
Zaterdag 30 April 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Daladier: „Ik geloof werkelijk, dat nooit een
overeenkomst reëeler is geweest."
De gevaren van Centraal-Europa.
„Getuigenis van de liefde voor den
lijdenden mensch."
Stad van sociale zorg.
TOONKUNST CONCERT
o. 1. v. JOH. RÖNTGEN
op 12 MEI a.s.
Roosevelt-boodschap aan
het congres.
COURANT.
H.K.H. Prinses Juliana herdenkt heden Haar 29sten verjaardag. Het is onder
zeer gelukkige omstandigheden, dat deze blijde gebeurtenis thans in den Konink
lijken familie-kring gevierd wordt. De donkere wolken, welke de laatste jaren
boven het Vorstelijk Huis hebben gehangen, zijn verdwenen. Het is al zonne
schijn en blijde toekomstverwachting. Een dankbare grootmoeder, een jong en
gelukkig gezin en in de wieg Neerlands Hope, de kleine Beatrix, het is een ge
lukkige familie-kring waarnaar op een dag als heden onze gedachten en beste
wenschen voor de toekomst uitgaan.
Moge het Nederlandsche volk nog zeer vele jaren van het geluk der thans
jarige Kroonprinses getuige zijn.
Ter Fransch-Britsche conferentie was
gisteravond de kwestie Tsjecho-Slowa-
kije het belangrijkste agendapunt te
Londen. De staatslieden waren het al
gemeen eens over de maatregelen, welke
vermoedelijk de beste zullen blijken
voor een vreedzame en billijke oplossing
van de problemen in midden-Europa.
Na afloop van de conferenti» zijn de
Fransche ministers naar hun land terugge
keerd en heeft lord Halifax den Italiaanschen
ambassadeur Grandi ontvangen, dien hij op
de hoogte stelde van de resultaten der be
sprekingen. f
Gelijkluidende inlichtingen werden ver
strekt aan Kordt, den Duitschen zaakgelas
tigde te Londen.
Na afloop van de beraadslagingen, die
eerst om vijf uur gisternamiddag een einde
namen, werd het volgende communiqué uit
gegeven:
„Gedurende hun verblijf in Londen heb
ben Daladier en Bonnet een aantal bespre
kingen gevoerd met den Britschen premier,
den staatssecretaris van buitenlandsche za
ken en andere Engelsche mmisters. Tijdens
deze conferenties hebben zij, in den geest
van wederzijdsch vertrouwen, die de betrek
kingen tusschen beide kenmerkt, de vraag
stukken besproken, welke momenteel voor
de handhaving van den vrede het meest be
lang hebben.
Er werd van gedachten gewisseld over het
resultaat van de Britsch-Italiaansche bespre
kingen te Rome en de Fransche ministers
waren het eens met deze bijdrage tot de
Europeesche pacificatie. De Engelsche mi
nisters van hun kant gaven uiting aan de
hoop, dat de onderhandelingen, welke Frank
rijk te Rome inleidde, eveneens bevredigen
de resultaten zullen opleveren.
De ministers verklaarden zich voldaan
over de kalmeering in de Middellandsche
Zee, waartoe deze onderhandelingen hebben
geleid en waren het erover eens, dat deze
de voorwaarden zouden verbeteren voor de
uitvoering van het accoord van November
j.1. inzake het terugtrekken der vrijwilligers
uit Spanje en de onderhandelingen over een
accoord tot terugtrekking van het oorlogs-
m®^®riaal zouden vergemakkelijken.
Zij wijdden voorts nauwkeurige aandacht
aan den toestand in midden-Europa en zij
zijn het algemeen eens over het optreden,
dat waarschijnlijk het beste zal blijken voor
een oplossing van de problemen in die
streek op vreedzame en billijke wijze.
Verder zijn bepaalde kanten van de situa
tie in het Verre Oosten besproken alsmede
de vraagstukken voor de komende zitting
van den Volkenbondsraad.
Besloten werd tot voortzetting van hel
overleg tusschen de generale staven, zooals
19 Maart 1936 besloten was.
De ministers constateerden de gemeen
schappelijkheid hunner belangen en kwa
men overeen, de bestaande politiek van raad
pleging en samenwerking te ontwikkelen
niet slechts ten aanzien van de defensie,
doch ook ten aanzien van de idealen van het
nationale en internationale leven, die de
beide landen tot elkaar hebben gebracht.
Even na een uur gistermiddag werden de
Fransch-Britsche besprekingen onderbroken
voor de lunch, welke lord Halifax op het
Foreign Office heeft aangeboden.
Daarna werd het overleg over het mid-
den-Europeesche probleem hervat en werd
het communiqué opgesteld.
Minister Bonnet maakte van deze gelegen
heid gebruik, om een bezoek te brengen aan
het ministerie van financiën.
Over de besprekingen van gisterochtend
heeft de bijzondere correspondent van Havas
vernomen, dat deze betrekking hadden op
het Tsjecho-Slowaaksche probleem. Dit werd
zoowel uit militair als uit diplomatiek oog
punt besproken.
De Britsche ministers hebben hun stand
punt uiteengezet, zij zijn zich wel bewust
van het gevaar in midden-Europa, waar het
handhaven van den vrede afhangt van een
of ander incident met de Duitsche minder
heid. Zij erkenden vooral de moeilijke posi
tie van Frankrijk in verband met het ver
drag van bijstand van 1925. Vóór alles waren
zij bezorgd voor de gevolgen, welke een op
treden van Frankrijk ten gunste van Tsje-
cho-Slowakije zou hebben voor Engeland.
Aangezien Engeland, volgens de officieele
verklaring van zyn leiders in het parlement,
niet bereid is, nieuwe verplichtingen op het
vasteland van Europa aan te gaan, blijft
niets anders over dan met alle ten dienste
staande middelen een gewapend conflict,
waarin Frankrijk en Engeland zouden kun
nen worden meegesleept te voorkomen.
Van zijn kant heeft minister-president Da
ladier het standpunt der Fransche regeering
uiteengezet, waarbij hij erop wees, „dat
Frankrijk de verplichtingen van de in 1925
door Briand geteekende verdragen moet na
komen. Militair gezien, kan Tsjecho-Slowa-
kjje zich doeltreffend verdedigen, indien
het kan rekenen op dén steun van het bui
tenland. Engeland niet uitgesloten. Minister
Bonnet steunde Daladier. Volgens hem kan
een energieke houding van Frankrijk èn
Engeland in midden-Europa den toestand
herstellen. Zuid-Slavië en Polen zouden wor
den aangespoord voor hun onafhankelijkheid
te strijden.
Verklaringen van Daladier en Bonnet.
Na afloop der tweedaagsche conferentie
begaven Daladier en Bonnet zich naar de
Fransche ambassade, waar zij de persverte
genwoordigers van hun land ontvingen, ten
einde hen in kennis te stellen van het com
muniqué.
Na dit te hebben voorgelezen legde Dala
dier de volgende verklaring af: „Wij hebben
sinds 48 uur ernstige diepgaande besprekin
gen gevoerd. Ik zal u geen bijzonderheden
uitleggen en evenmin nader uitweiden over
de resultaten. Gij weet, dat ik geen beroeps
optimist ben. Toch zal ik uit dit contact en
vooral uit de resultaten ervan een uitermate
bemoedigend gevoel overhouden. Ik geloof
werkelijk, dat nooit een overeenstemming
reëeler, uitgebreider en dieper is geweest
tusschen Groot-Brittannië en Frankrijk".
Bonnet sloot zich aan bij de woorden van
Daladier en legde nog eens den nadruk op
het gevoel van optimisme, voldoening en
aanmoediging, dat hij gekregen heeft door
de besprekingen te Londen, die in een sfeer
van volkomen hartelijkheid en sympathie
zijn gevoerd.
Voor zijn vertrek van Croydon wilde Dala
dier niets anders zeggen dan dat hij een
hoogst verheugenden indruk had gekregen
van de besprekingen met de Britsche minis
ters, welke op alle essentieele punten tot
nauwe overeenstemming hadden geleid: „De
hartelijkheid, die in het communiqué tot uit
drukking is gebracht, is geenszins overdre
ven, eerder kan het tegendeel gezegd wor
den".
Bonnet deelde mede, dat hij gistermiddag 'n
bezoek aan minister Simon had gebracht,
doch dat geen officieele besprekingen over
financieele aangelegenheden waren gevoerd.
Bonnet zeide voorts nog, dat voor de be
sprekingen tusschen de generale staven geen
datum is vastgesteld, doch dat zij spoedig
zullen beginnen.
Na zijn terugkeer te Parijs heeft Daladier
nog een verklaring voor de pers afgelegd:
„wij hebben tegenover ons mannen van ab
solute loyaiteit en openhartigheid gevonden.
Ik meen te kunnen zeggen, dat de besluiten,
die genomen werden, niet zullen nalaten,
hoogst gelukkige resultaten af te werpen".
Daladier had direct daarop een onderhoud
met Marchandeau, den minister van finan
ciën.
(Van onzen bijaohderen correspondent.)
Nu ik mij voor mijn trouwe schrijf
machine zet om u iets te vertellen over
een der allerschoonste inrichtingen op
het gebied van armen- en ziekenzorg,
die ik ooit heb gezien de zoogenaam
de „Masarykheime" in het kleine dorpje
KRC een paar kilometer buiten
Praag, nu rijst voor mijn geestesoog op
het portret van den man, die was voor
de Tsjechisch-Slowaaksche republiek
wat Willem van Oranje is geweest voor
ons land en naar wien deze Heime dan
ook zijn genoemd. Ik zie dat portret
weer voor mij en hoe machtig en tevens
hoe weldadig is de invloed die ervan
uitgaat op den schouwenden mensch.
Hier ziet men het beeld van een man, die
over veel heeft getriomfeerd wat menig
ander vroegtijdig zou hebben overwonnen.
Hier ziet men het beeld van een waarachti-
gen Vader met een groot begrip voor hen,
die zijn kinderen zijn en over dat door veel
leed beproefde gelaat ligt een waas van een
ongekende en een weldadig aandoende be
rusting. Deze Masarykheime zijn geen pro
duct van zijn denkenden geest geweest,
maar hij die tot de oprichting besloot en
zich moeite noch kosten spaarde
wilde uit bescheidenheid er zijn naam niet
aan geven. Zoo werden dan deze groote en
massieve complexen, die getuigenis afleg
gen van de liefde voor den lijdenden
mensch, genoemd naar den eersten presi
dent der republiek.
Deze Heime ik zal hier niet alles in
den breede behandelen beslaan een op
pervlak van ongeveer 18 H.A. terrassen-
achtig verheffen zich de heuvels op den
achtergrond, een ruischende beek door
snijdt het terrein. Rustig, kalm en ik zou
willen zeggen voornaam verrijzen hier een
een-en-twintigtal groote gebouwen en wat
men in deze gebouwen allereerst aantreft is
licht en lucht, rust en reinheid. Wij zijn hier
in wat ik zonder overdrijving meen te mo
gen noemen „een stad van sociale zorg" en
wij zien dat men hier drie gebouwen-
groepen heeft ingericht, n.L: een gebouw
voor ouden van dagen met daarbij behoo-
rende sanatoria, een gebouw voor kinderen,
die geestelijk niet normaal zijn en een
„Kindergenesungsheim" en een sanatorium
voor kinderen, die zwak en ondervoed zijn
en weer op krachten moeten komen.
Tot die eerste groep behooren vijf huizen
voor ouden van dagen, elk met 200 bedden.
In het geheel kunnen hier dus 1000 men-
schen een onbezorgden levensavond genie
ten. En wy vinden op het terrein ook een
gebouw voor getrouwden, voor hen, die
door de jaren meer of minder gebrekkig zijn
geworden, die geen zorgende verwanten be
zitten en die hier af en toe een beetje in
de tuinen werkend een leven leiden dat
vrij van zorgen is. Ik zag hun kleine kamer
tjes alles doodeenvoudig, maar kraakzin
delijk ik zag de oude, kromgetrokken
vrouwtjes haar kleine alledaagsche plichten
verrichten en ik hoorde uit mijn gesprekken
hoe dankbaar zij waren, dat het hun was
gegeven datgene, wat onverbiddelijk komen
moet, rustig hier af te mogen wachten.
Zijn zy ziek, zij kunnen hier worden ge
holpen en er zijn zelfs twee paviljoens inge
richt voor hen, die voor immer aan het bed
gebonden zijn.
In het midden is een soort van tuin inge
richt, door een zuilengang omgeven, een
vriendelijk plekje, waar kan worden ge
wandeld en waar deze ouden en ook ande
ren de gebeurtenissen van den dag bespre
ken zonder de opwinding die de conversatie
der jongeren kenmerkt.
Alle kamers en alle vertrekken zien er
even zindelijk en goed ingericht uit. En ook
op hygiënisch gebied ontbreekt aan dit alles
niet het minste of geringste. Radio in de
eetzalen, allerlei gemoedelijke hoekjes, tal
van kleine en niet kostbare dingen, die het
leven veraangenamen kunnen, alles wyst
erop, dat men het er den menschen zoo
prettig en huiselijk mogelijk heeft willen
maken. Deze Heime zijn voor iedereen, die
geen verwanten heeft en dus alleen op de
wereld staan. Deze menschen zijn in den
regel reeds in den herfst van hun leven en
moeten dat is een gebod waaraan niet te
wrikken valt zooals men dat in het
Duitsch noemt: „in Prag zustandig" zijn.
Zijn er onder hen, die een kleinigheid
kunnen betalen, dan doen zij dat, maar
wel zal men begrijpen, dat dit een uitzon
dering is en de gemeente Praag besteedt
aan deze Heime dan ook jaarlijks zéér hooge
bedragen. Men mag niet vergeten dat, wat
wij hier zien, niet een beeld geeft van de
armen- en ziekenzorg, zooals die in de gan-
sche republiek is geregeld, men zou deze
Heime als een voorbeeld kunnen beschou
wen van datgene, wat men zoo gaarne over
al zou doen.
Ik zag hier niet alleen de ouden van da
gen, ik zag óók de kinderen, die geestelijk
niet normale kinderen, stumperds, die hier
levenslang vertoeven en gelukkig zijn.
Gelukkigslechts wie zelf gezond en
recht van lijf en leden is, kan beseffen wat
het beteekent dien zegen te moeten ontbe
ren. Het is van een felle en aangrijpende
tragiek, wanneer men deze zielige men-
schen-inwording ziet, door vriendelijk en
kundige zusters verpleegd en verzorgd, en
ook vlijmt het ons door ons hart, wanneer
wij in de overdekte gangen mannen zien
strompelen, met verschillende lichaamsge
breken behept. Ik zal nimmer vergeten, de
blinde, die met een stokje in de rechter
hand zich tastend langs den muur voort-
schoof en over wiens gelaat desalnietemin
een glimlach lag gespreid, die mij het dich-
terwoord te binnen bracht: De blinden zijn
j niet zoo rampzalig als gij dacht. Hun trek
ken toonen hetdie zyn sereen en zacht
En toen ik door de ziekenzalen ging en
'aar de door ziekte aan het bed gekluister-
den liggen zag, ziet, toen voelde ik wel zeer
diep het prachtige van het hier met zooveel
liefde en toewijding gedane werk. Daar la
gen zy, kalm, rustig, door lyden gelouterd,
vry van alle opstandigheid, dankbaar voor
wat men voor hen deed, en hoe juist zyn de
dichtregelen aan hen, die moeten lyden, ge
wijd:
„Ook and'ren zyn er, die in spyt van
bitt're pijn,
Een zonnestraal van vreugd voor hun
omgeving zyn.
Wie met een blijden lach op 't ziekbed
nederligt,
Ik ken geen schooner, geen verheffender
gezicht
GULDEN VLIES 8 UUR.
Medew. Culturele organisaties.
Spreker P. J. SCHMIDT.
Toegang 25 et. Werklozen 10 ct.
Namidd. 2 uur MUZIEKTUIN
Excelsior en Rode Valkengroep.
Toegang 10 ct. Werklozen vrij.
NA AFLOOP, 4.30 uur, OPTOCHT.
Wat men hier voor de kinderen heeft ge
daan, gaat waarlijk allen lof te boven. Hier
leven de kleinen in een paradijs en alles
staat hun ter beschikking wat de techniek
heeft mogelijk gemaakt. Men heeft kinde
ren van eiken leeftijd, zuigelingen evengoed
als kinderen van veertien. Men heeft school
gebouwen en turnzalen, zwembaden en
douches, groote kamers waar zij kunnen
spelen onder hoogtezon, men vindt in den
tuin een ondiep zwembad een Plantsch-
becken kortom men heeft er eenvoudig
alles.
Het is duidelijk, dat voor zoo een inrich
ting zeer veel medisch toezicht noodig is, en
dat is dan ook het geval. Men vindt er pro
fessoren en assistenten der Karls-universi-
teit Laboratoria en ziekenzalen zyn er in
grooten getale en natuurlijk hoeveelheid
studiemateriaal. Ik wil dit artikel als volgt
besluiten:
Hier wordt niet alleen het lichaam, maar
ook de geest verzorgd. Vele zwakke kinde
ren gingen hier als krachtige menschen
weer vandaan en velen wier geest voor im
mer omfloerst is, vinden hier een gemeen
schap, waarin zy met begrijpende liefde
worden verpleegd. Mi-
En wie, zooals ik, een godsdienstoefening
meemaakte in de kapel, die voor elke .ge
zindte kan worden gebruikt, die gaat van
hier met het weten, dat men in Praag het
goddelijke woord heeft verstaan en., óók
in praktijk gebracht, dat ons noodt:„ Komt
tot Mij, allen die vermoeid en belast zijn, en
Ik zal u rust geven".
In een boodschap aan het congres te Wash
ington heeft Roosevelt aanbevolen credieten
uit te trekken, ten bedrage van een half mil-
lioen dollar, voor een omvattende bestudee
ring der concentratie der economische macht
in de Amerikaansche industrie en het effect
van zoo'n concentratie op den achteruitgang
der concurrentie.
De lang verwachte boodschap van Roose
velt over herziening van de antitrustwet doet
tevens voorstellen voor onmiddellijke wet
gevende maatregelen betreffende:
1. doeltreffende controle op de werkzaam
heden van de Bank Holding Companies.
2. Voorkomen, dat de Holding Companies
direct of indirect de controle verwerven
over nog meer banken.
3. Voorkomen, dat de banken, die gecon
troleerd worden door Holding Companies,
nog meer filialen oprichten.
4. Het voor Holding Companies of Corpo
raties of ondernemingen, waarin een Hol
ding Company financieel geïnteresseerd is,
onwettig maken, te leenen van of effecten te
verkoopen aan een bank, waarin zij aandee-
len heeft
Deze wetgevende maatregelen hebben ten
doel te leiden tot een geleidelijke verwijde
ring der banken uit de controle of het eigen
dom van Holding Companies.
Roosevelt verklaarde, dat dit program niet
het begin vormt van een of ander slecht
overwogen optreden om trusts te vernielen,
maar een program is, dat ten doel heeft par
ticuliere ondernemingen te behoeden door
ze voldoende vrij te houden om in staat te
zijn met winst gebruik te maken van alle
Amerikaansche hulpbronnen aan kapitaal en
arbeid.
De president voegde hieraan toe, dat de
tegenwoordig bestaande concentratie van
particuliere macht ongeëvenaard is in de ge
schiedenis. Een der lessen uit het buitenland
is, dat de vrijheid van een democratie niet
veilig is, wanneer het volk duldt, dat een
particuliere macht groeit tot een peil, waar
op het sterker wordt dan de democratische
staat zelf.
Dat is in wezen fascisme.
Huiszoeking bij de leden der IJzeren
Garde. - De Roemeensche bladen publicee-
ren vanochtend een nieuwe lijst van mate
riaal, dat door de overheid in beslag is ge
nomen bij het onderzoek tegen de IJzeren
Garde.
Uit de documenten blijkt, dat Codreanu,
wiens ware naar Zilenski is, een inlichtin
gendienst en een spionnagestelsel had geor
ganiseerd bij de staatsinstellingen en bh
groote ondernemingen. Ook de naamlijst
der gearresteerde personen werd gepubli
ceerd.