VORS COBRA DE REACTIE TEGEN DE NIEUWE BELASTING- ONTWERPEN IN BELGIE. Qememtecadeti Ideale gezinsverzorging feuilleton Een voor de regeering onaangename stemming van de Kamercommissie van Financiën. Verbolgen Katholieken. I LEVENSVERZEKERING BANK Rotterdam IDEAAL-TARIEF OTERLEEK VIERDE BLAD ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 30 APRIL 1!W. (Van onzen correspondent). BRUSSEL, 28 April 1938. De conservatieve katholieken in België hebben op het oogenblik een te schoone gelegenheid om de openbare meening tegen de socialisten, wier in vloed zij, in 's lands bestuur, sedert de heer Van Zeeland aan het bewind kwam, steeds moeilijk hebben kunnen lijden, te redigeeren, dan dat. zij van deze gelegenheid geen gebruik zouden maken. De heer de Man, tot voor enkele maanden so cialistisch minister van financiën, heeft het ongetwijfeld nogal bont gemaakt. Iedereen is het eens geweest en is het overigens nog, dat de heer de Man een dynamisme heeft aan den dag gelegd waardoor hij een sterke personaliteit in de regeering was geworden. De feiten hebben uitgemaakt dat dit dyna misme voor een niet geringe mate steunde op avontuurlijke lichtzinnigheid waaraan zyn politieke overtuiging niet vreemd kan geweest zijn. In welke verhouding zulks 't geval is geweest kan moeilijk worden uit gemaakt, maar, zooals de Engelschen zeg gen, een feit is een feit, en daar kan men niet tegen op. De heer de Man heeft in wei nig schitterende omstandigheden, wegens gezondheidsredenen, naar het heette, zijn portefeuille neergelegd, een leegte in de kas achterlatende, die hij zelf tot enkele maan den voor zyn vertrek niet bleek te hebben gezien, vermits hij nog een begrooting voor stelde voor 1938 die een boni vertoonde. In werkelijkheid is er een tekort van twee mil- liard zooals wy u reeds schreven, dat moet worden aangevuld door nieuwe belastingen en door bezuinigingen. Het is de heer Sou dan, bekend socialistisch advocaat te Brus sel, Kamerlid en tevens burgemeester van de Vlaamsche grensgemeente Ronse slechts in België en Frankrijk bestaan der gelijke politieke cumuls die zijn partij genoot als minister heeft opgevolgd zoodat de conservatieve katholieken het gemakke lijk hebben om hem al de fouten van zijn voorganger in de schoenen te schuiven. De invloed van den heer de Man bij zijn par- tygenooten is ongetwijfeld getaand ,wat den heer Vandervelde niet zal verdrieten, maar niemand had toch kunnen denken dat de heer Soudan het beleid van zijn voorganger op dergelijke opvallende manier zou heb ben afgevallen. Hij heeft diens dubbelzin nigheid eigenlijk gehekeld, door te verkla ren, dat hy zijn voorbeeld niet wou volgen en de waarheid zeggen wou, over den fi- nancieelen toestand van het land, of beter den budgetairen toestand, want financieel is geen land gezonder dan België op het oogenblik. Katholieken verbolgen. De katholieken evenwel zijn verbolgen, omdat zij meenen dat de dubbelzinnigheid van den afgetreden socialistischen minister van financiën was ingegeven door de be zorgdheid zijn socialistische confraters van andere departementen zooals deze van ar beid en deze van openbare werken, die ook den dienst voor economisch herstel in zijn bevoegdheid heeft, gelegenheid te geven kostbare plannen uit te voeren die veel geld kosten aan de schatkist. Zij bedoelen in de eerste plaats de pensioenen en daarna de openbare werken, waaraan vele millioenen zijn besteed, uitgegeven met de bijbedoe ling de verkiezings cliëntèle te dienen, ook op gemeentelijk gebied. De overdrijving speelt in deze critiek ze ker e enrol maar het is een feit dat de Staat boven zijn middelen heeft geleefd en dat de Belgische belastingbetaler dit nu moet bezuren. De katholieken zeggen nu: goed, er moeten wel nieuwe belastingen komen om dat er een verslapping is in de fiscale ont vangsten, doch deze ontvangsten mogen niet worden bezuinigd en wanneer het par lement wetten heeft goedgekeurd die uit gaven meebrengen waarvoor nieuwe belas tingen moeten worden ingevoerd dan moe ten deze wetten maar worden gewijzigd. Het land heeft het maximum aan fiscaliteit bereikt. Nu reeds is naar verhouding van de bevolking in België de belasting hooger dan b.v. in Frankrijk. Er is hier niet te aarze len. Indien de regeering zulks niet wil aan vaarden moet zijn maar de plaats ruimen voor andere Staatslieden die het wel willen begrijpen. Dat de vroegere tegenstanders van de de valuatie, zoo=>ls de gewezen Vlaamsche mi nister van financiën, Sap, niet werkloos blijven en victorie kraaien, zeggende dat, wat zij hadden voorspeld, is uitgevallen, spreekt van zelf. Hun voldoening is niet heelemaal gerechtvaardigd, want zonder de valuatie zou België zeer zeker moeilijker de helling weer opgeraakt zijn. Het groote tekort schijnt overigens hoofdzakelijk te wijten aan de te hooge Staatsiutgaven. De slag wordt nu gelevrd over de belastingontwerpen van de regeering die men kent. Het katholiek Blok, dat alle ka tholieke groepeeringen omvat, heeft gecon- gresseerd over deze ontwerpen en heeft bb- sloten dat zij onaanvaardbaar zijn omdat zij rekening houden met te groote uitgaven die een te groote fiscaliteit noodig maken; dat in de allereerste plaats dient bezuinigd: dat de nieuwe belastingen zich moeten beper ken tot wederinvoering van de crisistaks met een lichte verhooging van de tol- en accijnsrechten, derwyze dat de kleine on dernemingen er geen last van ondervinden. De Christen-defhocraten zijn het er niet al len over eens dat deze houding de goede is omdat ook zij een verkiezingscliëntèle heb ben die van de regeeringsmaatregelen ge niet, doch vanmiddag heeft dit niet verhin derd dat de partij tucht heeft gewerkt en dat met tien tegen vijf stemmen de Kamercom missie van financiën het eerste ontwerp van de regeering betreffende de zooge naamde mobiele taks op de inkomsten zijn verworpen. De stemming gebeurde libera len, katholieken, rexisten, Vlaamsche na tionalisten tegen socialisten. De mobiele taks is eigenlijk de crisisbelasting op de loonen en wedden, maar verscherpt, niet meer beperkt tot den crisistijd maar vast. Sommige tegenstemmers hebben te kennen gegeven dat zij niet tegen de regeering stemden maar tegen het ontwerp tegen het feit dat niet eenvoudig de crisistak werd ingevoerd zooals zy heeft gefunctioneerd, en dit voor den tyd van de behoeften. De commissie heeft niettemin besloten de verdere ontwerpen niet te behandelen, in afwachting dat de regeering haar houding zou bepalen. De regeering heeft vanavond te kennen gegeven dat zy de stemming van de commissie niet beschouwt als een vol doende reden om haar ontwerpen niet te verdedigen voor het parlement, waar dan ieder zijn verantwoordelijkheid zal hebben op te nemen. Dit beteekent dat de onder- myners van de regering, van elke regee ring waar de socialisten een belangrijken invloed hebben, nooit een zoo geschikte ge legenheid hebben gekregen om het de re geering moeilijk te maken, want indien de regeering aan haar plannen vasthoudt, zoo als zy zyn, is het te verwachten dat heel wat leden uit de meerderheid den moed zullen missen om de bevolking den last op te leggen die door de ontwerpen wordt voorzien. Op het congres van het katholieke blok heef een bekend economist, prof. Baudhuin betoogd dat in werkelijkheid moet worden voorzien dat het tekort aan fiscale ontvang sten dit jaar 750 millioen frank zal bedra gen, terwijl de regeering 960 millioen voor ziet. Hij steunt hierbij op het feit dat in het eerste kwartaal het tekort op het voorzien bedrag 185 millioen is geweest. Hij meent dat in werkelijkheid het begrootingstekort voor 1938 tot een milliard is terug te brengen. Maar de minister van financiën heeft de ze volgens hem optimistische opvatting betwist in de financieele Kamercommissie. Op hetzelfde congres is bekend gemaakt dat op een begrooting van 12.568 millioen een bedrag van .5.310 millioen is voorzien aan loonen en pensioenen, dat is een ver hooging van 33 pet. ongeveer vergeleken bij de begrooting van 1935. Vergeleken bij '27 waren er 20.861 burgerlijke en militaire pensioenen en op 1 Januari 1938 30.248, doch de bedragen die werden uitgekeerd zijn van 108 tot 387 millioen gestegen. Voor de oorlogspensioenen is de verhooging van 162.000 tot 363.000, terwijl de uitgekeerde bedragen zijn gestegen van 383 tot 1.121 millioen. Het totaal aantal gepensioneer den is op een jaar gestegen van 677.000 tot 806.000 millioen. Dergelijke en andere cijfers zouden kolommen vullen, doch het essenticele volstaat om een inzicht te heb ben in den toestand, die hier ongetwijfeld stof tot nadenken geeft. Iedereen weet dat wanneer men aan den geldbeugel van het publiek raakt, dit publiek het meest en het gemakkelijkst in verzet komt. Degrelle laat ook zijn kans niet voorbijgaan en richt andermaal zijn meetings in het Brusselsche sportpaleis, onder de leuze Strijd tegen de belastingen. Het is echter een feit dat deze niet zullen kunnen verminderd worden zon der aan de loonen en pensioenen te raken. En wie zal, onder de parlementairen, de verantwoordelijkheid hiervoor op zich ne men? Het probleem groeit geleidelijk tot wat anders dan een probleem van betalen, namelijk, tot een probleem van politiek be leid. M P" - - - biedt het met 20 7. Jaarlijkse rente Vraagt prospectus! (Vervolg). Bezoldiging van den veldwachter als bode. De Nederlandsche Politiebond verzocht de jaarwedde van den veldwachter te verhoo- gen en te bepalen, dat de bezoldiging zal zijn 11501550. B. en W. deelden mede, dat het salaris thans f 1200 bedraagt met in begrip van de functie van bode. Het college wil beide functies nu scheiden, het salaris voor de veldwachter behouden op 1200 en hem als bode 100 toekennen. De heer Dekker betoogde, dat dit voor stel niet anders is dan het zuiver stellen van de positie van den veldwachter, die niet dqor den gemeenteraad wordt benoemd. De heer Witteveen erkende, dat de wethouder is geslaagd in zijn verdediging van het voorstel, maar spr. vond dat, als de functie van bode een apart baantje is, ook anderen in de gelegenheid moeten zijn om daarnaar te solliciteeren. Dat kan niet, zei de heer Dekker, want de veldwachter is aangewezen als bode, heeft daarvoor niet bedankt en bekleedt die functie dus nog, waarvoor hij thans eigen lijk geen salaris krijgt. De heer Zwaan kon niet met het voor stel meegaan, dat geen antwoord geeft op het verzoek. Als het waar is, wat in het adres wordt gezegd, n.L dat de functie van veldwachter den vollen man vraagt, is spr. niet tegen verhooging van de jaarwedde. Dan kan de veldwachter ontslag vragen als bode. De heer Witteveen was het hiermee eens en vroeg of het thans gegeven salaris beneden de normen van den Alg. Politiebond is; spr. meende van wel. Wat men nu wil, is schipperen. Geantwoord werd, dat de heer Vierstra toch ook vrij wonen heeft, waardoor de jaar wedde is te rekenen op f 1280 plus de ge wone emolumenten (kleeding en fiets). De heer Spaan vond het voorstel van B. en W. het juiste, waardoor hetzelfde wordt bereikt als vroeger bestond tijdens den vo- rigen veldwachter. De heer Heeringa kon zich wel ver eenigen met het scheiden van de beide amb ten en wilde dan periodieke verhoogingen zien ingevoerd. De veldwachter lichtte toe, dat het salaris bedraagt 1100 plus 4 jaarlijksche verhoogingen van 25. Hij was, omdat hij reeds eenige dienstjaren elders had, direct benoemd op het maximum van 1200. De heer Heeringa meende, dat het niet aangaat om de jaarwedde steeds op 1200 te blijven bepalen, ongeacht het aantal dienstjaren. De ontvanger, secretaris en bur gemeester krijgen toch ook periodieke ver hoogingen. Als de verhoogingen, destijds reeds aan den heer Vierstra toegekend, niet aanvullen, staat de man over 20 jaar nog op 1200. Opgemerkt werd, dat bij aanneming van dit voorstel de koninklijke goedkeuring op de dan noodige wijziging van de salarisveror dening moet worden gevraagd. De voorzitter bracht het voorstel van B. en W. in stemming, dat w£rd aangenomen met 6 tegen 2 stemmen. Tegen de heeren Witteveen en Zwaan. De heer Heeringa vroeg of B. en W. zijn idee nog eens willen beschouwen. Weth. Dekker vond het denkbeeld niet gezond, maar eventueel zou er later nog over te spreken zijn. Subsidie wijkverpleging. B. en W. stelden voor 250 subsidie te geven voor de wijkverpleging en de gemeen te te doen aansluiten bij den kring De Rijp. De voorzitter verdedigde dit voorstel als een noodzakelijkheid om te komen tot wijkverpleging in de gemeente. Bij aanne ming van het voorstel hoopte spr., dat van particuliere zijde nog minstens 150 zal worden gegeven. Dan kan voldaan worden aan den financieelen eisch van de Rijp om 400 by te dragen. De heer Heeringa was vóór het voor stel, gezien het groote algemeene belang. Getracht moet worden naar zoo groot moge lijk ledental van 't Witte Kruis, waarvoor 't lidmaatschap 1.25 minimum per jaar kost. De heer Witteveen was van harte vóór en hoopte, dat de zaak spoedig haar beslag zal kunnen krygen. De heer Dekker vond den eisch van 400 nogal hoog, al wilde hy niet ontken nen, dat de wijkverpleging nuttig is. Spr. wilde zich niet tegen het voorstel verzetten. De heer B a 11 u s vroeg hoe B. en W. staan tegenover subsidie voor het Wit-Gele Kruis, hetwelk door de r.k. wijkverpleging te Oudorp is gevraagd. Opgemerkt werd, dat B. en W. het resul taat van hun voorstel wilden afwachten, dat een zuster zou kunnen geven, die staat in dienst van iedereen. De heer Baltus betoogde, dat zulks ook met de r.k. wijkverpleging het geval is. Het zou hem tegenvallen, als het billijk verzoek van het Wit-Gele Kruis werd afgewezen. De heer Witteveen meende, dat de r.k. verpleegster te Oudorp niet buiten haar parochie gaat, wat blijkt uit het feit, dat twee jaar geleden een onderzoek naar de mogelijkheid van hulp vanuit Oudorp geen gunstig resultaat heeft gehad. De heer Zwaan juichte het voorstel van B. en W. toe en vroeg wat de gemeente zal doen, als de leden méér opbrengen dan de nog ontbrekende 150. Subsidie verlagen, werd geantwoord, maar de voorzitter geloofde niet, dat de par ticuliere bijdragen de 150 verre zullen overschrijden. De heer Dekker adviseerde de woorden „ten hoogste" te plaatsen vóór het subsidie bedrag van 250. Het voorstel van B. en W., aldus aange vuld, werd hierop met algemeene instem ming aangenomen. Administratieve maatregelen. Hierop werd goedgekeurd om aan B. en W. machtiging te verleenen tot af- en over schrijving en suppletoire begrooting 1937. Bezoldiging tijdelijk opzichter. Het volgende punt der agenda was: bezol diging tydelyk opzichter bij de werkver schaffing en idem baggermeter. Tijdens de ziekte van den heer B. Blom was eers _,enoemde functie tydelyk opge dragen aan den veldwachter voor f 8 per week en de andere functie voor 4 per dag aan den heer A. Blom, beide met ingang van 1 Jan. ji De heer Zwaan vond beide posten te hoog. De opzichter vervulde de betrekking gelijktijdig met zijn veldwachterschap, waar voor hy gedurende dien tijd geen salaris vermindering heeft gehad. De vergoeding voor den baggermeter is veel te ruim geno men voor wat er voor te doen was, in aan merking genomen, dat de arbeiders slechts f 2 verdienen met het veel zwaardere werk van baggeren. De heer Heeringa vroeg of de opzich ter van de Heide Maatschappij niet optrad als baggermeter Neen, antwoordde de heer Dekker, die is controleur over den heer Blom. De voorzitter en weth. Spaan ver dedigden het voorstel. De vergoeding mag misschien wat ruim zyn, maar B. en W. zijn niet boven het salaris van den heer B. Blom gegaan. De heer Witteveen constateerde tegenstrijdigheid in het voorstel ten aanzien van den tijdelyken opzichter, die toch vol gens het altijd voorgehouden gezegde, zijn vollen tijdig noodig had als veldwachter. Welke bezigheden heeft hij dan in die functie verzuimd, als hij nog tijd had om op zichter te zijn? Devoorzitter antwoordde, dat de daarvoor noodige werkzaamheden 's avonds laat werden gedaan, meestal thuis. De heer Witteveen vond de houding van den heer Dekker tegenover het kwartje voor werkloozen bij het baggeren in schrille tegenstelling met het nu aanhangige voor stel, dat iemand met een goed salaris nog 8 per week geeft. De heer Dekker verdedigde zijn hou ding. Het kwartje is bedoeld als vergoeding voor gebruik van gereedschap en dat vond spr. niet noodig. Het voorstel van B. en W. van 8 en 4 vond hierna drie voor- en drie tegenstem men, resp. de heeren Spaan, Dekker en Bal tus en Witteveen, Heeringa en Zwaan. Werkverschaffing en arbeids bemiddeling. B. en W. stelden voor om den tydelyk be noemden ambtenaar ter secretarie, den heer J. G. Duin, te benoemen als opzichter bij de werkverschaffing en als correspondent der arbeidsbemiddeling, welke functies hy ook vervult in zijn tegenwoordige woonplaats Wydenes. Ook als baggermeter zal hij zich spoedig kunnen inwerken. De heer Zwaan vroeg of in de gemeente geen menschen te vinden waren om dat werk te doen. De heer Heeringa zei, dat er iemand voor noodig is, die administratief is onder legd. De heer Zwaan meende, dat er geen groote administratieve kennis voor noodig is. De veldwachter heeft zich toch ook al heel gauw ingewerkt in de functie van op zichter. De heer Dekker was van oordeel, dat de bedoelde functies bij elkaar ten raadhuize behooren. De heer Witteveen was het in prin cipe eens met den heer Zwaan. Zooals het nu gaat, heeft nooit een ander kans om er tusschen te komen. Na nog eenige besprekingen vroeg de heer Witteveen het voorstel terug te nemen en dan een oproeping te doen voor opzichter bij de werkverschaffing en cor respondent der arbeidsbemiddeling, waarbij ieder gelegenheid zou hebben te sollici teeren. Over dit voorstel staakten de stemmer- Vóór de heeren Witteveen, Zwaan en Bal tus; tegen de heeren Spaan, Dekker en Heeringa. De heer Dekker betreurde dezen uit slag, waarop de heer Witteveen zei, dat B. en W. voortaan geen dictatorische neigingen moeten hebben. Goedgekeurd werd f 2 per werklooze uit Door MARK CHANNING ,Ned. bewerking 'door MARin. (DEBELMONTE 41) „Goed. Ik zal mijn rol spelen", antwoord de hy heel zacht, terwijl ze naar den groo- ten divan toe gingen. Gisteravond heb ik dat kleine vrouwtje gesproken... Chir.... ik weet niet goedChirine. Ze heeft me over een karavaan gepraat. Diana, lieve ling, is het waar, dat ik je niet onverschil lig ben?" Een glimlach was haar antwoord. Met een plotseling gebaar trok hij haar naar zich toe. „Arm, mooi, dapper, klein ding, dat geen vader meer heeft", zei hy teeder. Terwijl Diana Lindsay en Colin Gray samen op den grooten divan zaten, begon het spel van hun tragi-comedie, door een onzichtbaren, onverzoenlyken toeschouwer geregeld, een schouwspel, waarvan de uit slag voor hen beslissend zou zijn. Van bei den was het Diana, die het meeste begrip had van de vreeselijke ontknooping, die hen mogelijk wachtte. Voor Gray bestond slechts het feit, dat ze weer bij hem was en deze zekerheid vervulde voor hem de wereld. „Weet u, waarom ik gekomen ben?" vroeg ze, want ze giste zijn geestesgesteld heid en trachtte hem op het goede spoor te brengen. „Om samen te praten, denk ik", ant woordde hij, verbazing voorwendend. Wat was ze mooi. Onwillekeurig dwaalden haar verschrikte oogen door het vertrek, zoekende om de opening van de pijp, waardoor ze wist, dat de oogen van den Cobra tot haar door drongen. Maar in de hooge gebeeldhouwde kroonlijst was niets te ontdekken. „Ik ben gekomen, omdat.... ik vragen wou, of u me iets zoudt willen geven, iets, zei ze en stokte bij elk woord. „Om u te vragen mij te helpen „Ik?Ik u iets geven? Wat zou ik kunnen geven. Ik ben gevangene evenals u". „Ja juist, en dat is een reden te meer om me te helpen. Vindt u ook niet?" „Ja natuurlijk. Wat is de wensch?" „Het boek met het cijferschrift, dat u voor de Sirdair had samengesteld?" Hij fronste de wenkbrauwen en deed als of hy misnoegd was. „Was het doel daarmee uw vrijheid te koopen?" (Hij zou haar, het koste wat het wilde uit deze hel verlossen). Zy knikte toestemmend. ,,'t Is geen kleinigheid, wat u vraagt. Daarvan hebt u zich zeker wel rekenschap gegeven?" (Alsof zy ooit te veel zou kun nen vragen). „Ja, dat heb ik'", antwoordde ze op yzi- gen toon, maar in de oogen, die zy naar Gray opsloeg, las hij teederheid. „En indien ik weigerde?" (Hij wist dat zij zijn glimlach begrijpen zou). „U zoudt het niet geweigerd hebben aan die vrouw, met wie u gisteravond hier was". (Ze verfoeide in haar hart deze schijnbare beleediging aan zyn liefde voor haar). Boven hun hoofden hoorden ze iets, wat op hoongelach leek. „Mogelijk wel en mogelijk niet. Dat is mijn zaak"', antwoordde hij. (Zyn oogen zeiden: ik houd van je, ik houd van je). „Ik had u deze gunst gevraagd, omdat u de vriend was van mijnvader". Thans was de aandoening in haar stem niet langer voorgewend. „Wilt u me dezen dienst niet bewijzen?" „Hoe kunt u een Engelsche mij een dergelijke vraag doen?" „Omdat de zaak voor mij van het hoog ste belang is", hernam ze. „U vroeg of ik de bedoeling had door dat bewuste boek mijn vrijheid te herkrijgen? Ja. En mogelijk is het tevens de prijs voor uw eigen leven". Voorovergebogen liet Gray zijn handen tusschen zijn knieën hangen. Zijn leven? Even te voren kon zijn lot hem weinig schelen, als zy maar veilig was. En het eenige middel om haar dierbaar lichaam tegen folteren te vrijwaren was den sleutel van het cijferschrift te geven. Zou ze het weten? Hy hoopte van niet. „De sirdar Alam Khan had 't me ook al gevraagd en ik had geweigerd", zei hy den nadruk leggend op elk woord. „Misschien was zyn prijs niet hoog ge noeg?" opperde zij, terwijl ze den klank van haar stem verafschuwde. „En de uwe?" „Dat heb ik al gezegd: ons beider vrij heid". Een karavaanden volgenden avond De woorden van Chirine ha merden in Gray's slapen. „Welke waarborg hebt u?" (Haar vader is dood. Ze heeft niemand). „Het woord van den sirdar Alam Khan". „Zou hierop te vertrouwen zijn? (Stel je voor, dat ze weer van me weggehaald werd). „Hij heeft het beloofd. U moet hem ver trouwen evenals ik. Een klein stukje kalk, losgelaten van het plafond, viel op den rug van haar hand. Onwillekeurig keek ze naar boven. En daar ontdekte ze nu, bijna onzichtbaar in het halve licht van het hooge plafond een nog duisterder vierkant: dat was het kijk gat. Haar hart verstijfde van schrik en zy meende de vurige blikken van den Cobra op hen te voelen. „Om 's hemels wil", hygde ze bleek en bevend, „neem het voorstel, dat ik deed, aan". Gray was thans oprecht verbaasd door den wanhopigen ernst in haar stem, maar tevens had hij een gevoel van opluchting: zy wenschte dus werkelijk, dat hij het Byzantynsch geheimschrift zou verraden? Dit vergemakkelijkte den toestand. „Ik neem het aan", zei hij plechtig. „Maar ik zal de code op schrift moeten stellen. Ze is lang en ingewikkeld. Indien ik het uit legde, zou u het toch niet onthouden. Ik I zal vragen om schryfbenoodigdheden. Mor genochtend kan ik er mee klaar zijn". „Is dit uw vast besluit?" „Dit is mijn besluit. Alam Khan heeft mij in zijn macht en het was dom van me dit niet eerder begrepen te hebben. We zyn zijn gevangenen en waar ook uw vrijheid ervan afhangt, zal ik aan zijn verlangen voldoen". Ze deed hem een stomme vraag. Hij boog zijn hoofd als teeken van instemming. „Wat gebeuren moet, gebeure, Kismet". „Geve de hemel, dat de karavaan komt vóór je klaar bent", zei Diana impulsief. Ze had het bevel van den Cobra even verge ten en Engelsch gesproken. Nauwelijks had ze de woorden geuit of Jaffir kwam binnen. „De Khan heeft last gegeven, dat zoodra u onze taal niet meer gelieft te spreken, u den sahib moet verlaten", zei hy aanma tigend. „Volg me". Zy en Gray gaven er zich rekenschap van, dat deze ontmoeting hun laatste zou kunnen wezen. Zy drukte kramphaftig de handen, die hy haar toestak en zonder terughouding hief zy haar gezichtje naar hem op, opdat hy er een kus op kon druk ken. „Wat er ook gebeure, Diana, wij weten althans, dat we van elkaar houden", zei hy, en zich bukkend kuste hy haar lang en teerder. Op den drempel van de deur keerde zy zich nog eens om en wilde zeggen. „Ik houd van je", maar tranen verstikten haar stem. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 9