DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN,
wm
Wat wil Hitier met Sudeten-Duitschland
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2<—
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE AD VERTE NTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, grootc
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 122 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Woensdag 25 Mei 1938
Hoofdredacteur; Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
De positie van Sudeten-Duitschland is anders dan
die van Oostenrijk.
DE STICHTING VAN EEN
GERMAANSCH RIJK.
Nieuws in 't kort.
De algemeene toestand.
ALKMAARSCH
QURANT.
(Van onzen correspondent).
Berlijn, 24 Mei.
De regeering te Berlijn bevindt zich
in een niet al te gemakkelijk parket. De
opbloei van het Duitsche rijk sinds 1933,
de toename aan macht als gevolg van
een straffe, autoritaire leiding, die voor
het Duitsche volk nu eenmaal een zeer
bevorderlijk régime gebleken is, de veie
successen der laatste jaren op het gebied
der buitenlandsche politiek, de vrijwel
volkomen overwinning der werkloos
heid en de eendracht van alle Duit-
schers, de tot bijna 100 procent ge
stegen ja-stemmen voor alle be
langrijke daden der regeering
over de schaduwzijden dezer ont
wikkeling (waar veel licht is, zijn ook
opvallend duistere plekken) spreken we
in dit verband niet, omdat het hier niet
ter zake doet hebben bij regeering en
volk in de plaats van de minderwaar
digheidscomplexen van onmiddellijk na
den wereldoorlog het omgekeerde te
weeg gebracht: een neiging tot zelfover
schatting.
Die neiging is door het gladde verloop van
op zich zelf toch niet ongevaarlijke maatre
gelen: de wederbezetting van het Rijnland,
de herbewapening, de terugkeer van het
Saargebied, de inlijving van Oostenrijk; en
voorts door onloochenbare successen als de
vriendschap met Italië, het aanknoopen van
nieuwe banden met belangrijke Balkansta-
ten, het gunstig verloop van den burgeroor
log in Spanje, de toenemende afkeer van
groote staten jegens den Volkenbond be
grijpelijkerwijze met den dag sterker gewor
den. We willen daarmee niet zeggen, dat een
man als Hitier, van wien men waarlijk niet
beweren kan, dat hem staatsmanstalenten
ontbreken, den nuchteren kijk op mogelijk
heden, die tot nu toe zijn sterke zijde geble
ken is, langzamerhand verliezen zou. Maa
hij en zijn onderaanvoerders zijn tenslott'-
„ook maar menschen" en niets ware natuur
lijker dan dat zij, gezien ook de echt-
Duitsche dweeperige versiering, waarmee ze
in toenemende mate overstelpt worden, ten
slotte toch iets van hun critischen blik op de
dingen verliezen zouden en aan hun ,ster"
zouden gaan gelooven.
Ook „Nazi"-beenen moeten sterk zijn, wil
len ze de weelde verdragen kunnen!
Het actueele vraagstuk.
Deze overwegingen dringen zich op bij
een beschouwing over het zeer actueele
vraagstuk, wat de wereld van de situatie
rondom de 20-jarige Tsjecho-Slowaaksche
Republiek te verwachten heeft. Leest men
in deze dagen de buitenlandsche ook de
Nederlandsche kranten, dan valt den
waarnemer in Duitschland op, dat er een
sterke neiging bestaat, te vreezen (want in
derdaad mag in dat geval van „vreezen"
gesproken worden), dat Hitier ten opzichte
van Tsjecho-Slowakij e, althans van die
westelijke strooken, die in hoofdzaak door
Duitschers (Sudeten-Duitschers) bewoond
worden, een soortgelijke strategie en tactiek
zal toepassen als hij met Oostenrijk gedaan
heeft. Men kan voor deze verwachting ook
inderdaad wel eenige argumenten naar vo
ren brengen. Oostenrijk was steeds een
Duitsche staat, die in 1918 zichzelf Duitsch-
Oostenrijk wenschte te noemen, een stem
ming verlangde om te bewijzen, dat de over-
groote meerderheid aansluiting bij het Duit
sche Rijk wenschte en door het Verdrag \an
St. Germain gedwongen werd „onafhanke
lijk" te blijven. Sudeten-Duitschland was
eeuwenlang Duitsch en is het heden nog,
kwam door Versailles onder Tsjechisch be
heer, wenschte dat niet, werd er toe gedwon
gen, had reeds in 1919 het verlangen geuit,
in het Duitsche Rijk opgenomen te worden,
en is heden (gelijk dat tot op groote hoog e
vóór de inlijving ook met Oostenrijk het ge
val was) nationaal-socialistisch.
Daar komt nu nog de hoofdzaak bij.
Hitier streeft naar de stichting van een
„Germaansch Rijk", waarin alle stam
men opgenomen zullen worden, die
Duitsch spreken en Duitsch voelen, daar
om z.i. ook principieel nationaal-socialis
tisch zijn en het moreele recht hebben
door een plebisciet hun wensch tot aan
sluiting bij Groot-Du i^chland te ken
nen te geven en door te voeren.
Hij beroept zich daarbij niet ten
onrechte op de grondbeginselen van Ver
sailles en St. Germain, die wel ten gunste
van de overwinnaars, niet echter ten bate
van de overwonnenen zijn uitgevoerd.
Wie de Duitsche nationaal-socialisten kent,
wie Hitier kent, weet, dat zij met taaie vol
harding naar het bereiken van dit ideaal zul
len streven, en telkens weer een stap verder
zullen gaan, zoodra ze hun kans schoon zien.
Dit Groot-Duitsche ideaal is nu echter een
doorn in het oog van zekere andere staten,
en in het algemeen gesproken van alle prin-
cipieele vijanden van het Derde Rijk. Het is
dus volkomen logisch, dat deze plannen der
Hitlerianen op verzet kunnen rekenen bij al
die staten, waar democraten, marxisten, libe
ralen, politieke katholieken en vrijmetse
laars directen of indirecten invloed hebben,
onmiddellijk of middellijk macht uitoefenen
en door hun pers de openbare meening be
werken kunnen.
Wij komen echter hier bij een moeilijk
punt. De vraag is n.1.: welke berichten zijn
betrouwbaar en welke niet? Het D.N.B., dat
in werkelijkheid een Duitsch regeeringsbu-
reau is, lanceert natuurlijk eenzijdige be
richten, maar de buitenlandsche bureaux
kunnen hetzelfde doen, doen misschien in
vele gevallen ook hetzelfde.
Zoo is er het bericht van een ultimatum
aan Tsjecho-Slowakije. Het werd Zaterdag
avond de wereld ingezonden, maarhet
is zeer waarschijnlijk niet juist geweest.
Want een Duitsch ultimatum aan Praag is
onder de gegeven omstandigheden juist dat,
wat Berlijn niet wil!
En daarmee komen we tot de hoofdzaak.
De situatie van Sudeten-Duitschers.
Het is ongetwijfeld juist, dat de Duitsche
regeering niets liever zou zien, dan dat Su
deten-Duitschland morgen zonder bloedver
gieten, naar Oostenrijksch voorbeeld dus, bij
het Derde Rijk ingelijfd wordt. Gelijk het
zulks wenscht wat nog andere oorspronke-
lijk-Duitsche gebieden (Dantzig, de Pool-
sche corridor en de provincie Posen, enz.)
betreft. Maar men ziet in Berlijn zeer goed
in, dat de situatie van Sudeten-Duitschland
een volkomen andere is dan die van Oosten
rijk. Te vaak wordt vergeten, dat de inlij
ving van Oostenrijk ten slotte dan toch maar
'angs volkomen legalen weg plaats gehad
aeeft. Inderdaad was een zeer groot deel der
bevolking van Oostenrijk, van den Staat dus,
bereid de aansluiting door te voeren. Het
Oostenrijksche volk werd geregeerd door
een groep, die over de machtsmiddelen van
den Staat beschikte. Toen die groep zich ge
noopt zag, deze macht over te dragen aan
Oostenrijksche nationaal-socialisten, heeft de
nieuwe bondskanselier Berlijn om militaire
hulp „ter voorkoming van een burgeroor
log" verzocht. (Natuurlijk was dit een tac
tisch samenwerken, maar sinds wanneer is
dat op politiek terrein verboden?) Eerst toen
zijn Duitsche troepen binnengerukt.
De Sudeten-Duitschers echter zijn een
minderheid in den Staat en het zuiver-
Duitsche gebied is daar slechts een strook
langs de West-Noord-Zuidelijke grenzen. Het
is ondenkbaar, dat morgen in Praag een re
geering zou komen, die een Sudeten-Duit-
sche meerderheid zou hebben en die zou we
ten, dat zij niet alleen een meerderheid maar
(gelijk in Oostenrijk) zeker meer dan 80
pCt. der bevolking achter zich zou hebben,
als zij om Duitsche troepen riep. Een binnen
rukken van Duitsche troepen zou onmiddel
lijk een oorlog met Tsjecho-Slowakije, en
dan ook met Frankrijk, Sovjet-Rusland, wel
licht ook Engeland, beteekenen.
Het Derde Rijk nu en ook dit wordt on
der den invloed van antipathie en pers-op
hitsing al te vaak bewust of onbewust gene
geerd, wenscht geen oorlog, en accepteert
dien slechts van defensief standpunt. Daar
om is het ook fout, in dezen geest van
Duitsch annexionisme te spreken.
Men is er in Berlijnsche regeerings- en
partijkringen van overtuigd, dat de Tsjecho-
Slowaaksche republiek geen levensvatbaar
heid heeft en na verloop van tijd zal ineen
storten. Men wil niets anders dan dit oogen-
blik afwachten (en door politiek-economl-
schen druk, ook door sterken van den in
vloed der nationaal-socialistische Sudeten-
Duitschers verhaasten). Maar men wil géén
bloedigen strijd, in beginsel niet, en boven
dien niet, omdat men niet dom en blind is,
en wel degelijk de catastrophale gevolgen
ziet.
Dit weet men natuurlijk ook aan de an
dere zijde, en daarom is het niet verwonder
lijk, dat men thans, in deze kritieke dagen,
een neiging ziet, conflicten uit te lokken, die
het al te doorzichtige doel hebben, het Derde
Rijk tot onvoorzichtigheden te provoceeren.
Engeland kan die plannen verijdelen.
Wie het met den vrede wel meent, moet
hopen, dat Engeland zich niet terugtrekt.
De jongste foto van prinses Beatrix, genomen door den boffotograaf Ziegler.
Belgische missionnaris ontvoerd. -
Volgens een te Tientsin ontvangen bericht
is Maandag te Maitatsjao aan den spoorweg
PekingSoeijoean de Belgische mission
naris de Wilde ontvoerd door acht bandie
ten, die een Japansche vlag droegen. Japan-
sche strijdkrachten achtervolgen de ban
dieten, die de bergen in zijn gevlucht.
Van verdrinkingsdood gered. - De te
Frohnleiten door de overstroomingen in
Boheme geïsoleerde 28 bewoners heeft men
gistermiddag met behulp van motorbooten
van den dood door verdrinking kunnen
redden.
Cycloon eischt slachtoffers in Parana. -
Uit Curitiba wordt gemeld, dat een cycloon
Parana heeft geteisterd. Er zijn zestien per
sonen om het leven gekomen en vijftig ge
wond.
Wervelstorm eischt talrijke slacht
offers. - Volgens berichten uit Zuid-Brazi-
lië heeft de cycloon, die Zondag in N.W.
richting over het land trok, groote schade
aangericht. In de omgeving van Curityba
werden verscheidene huizen verwoest, ter
wijl een groot deel van den veestapel om
het leven kwam. Door dat de huizen in
stortten werden 25 personen gedood.
Vijf dooden bij verkiezingscampagne. -
Vannacht heeft zich in het Sandsjak Alexan-
drette in Klein Azië een incident voorge
daan, waarbij vijf personen om het leven
zijn gekomen. Benden Turksch-gezinden
hebben een aanval gedaan op het dorp
Arabi Charki, dat in de vlakte van Amoek
is gelegen.
Zij schoten en doodden vier dorpelingen,
o.m. sjeik Chalan. Vervolgens staken zij de
woning van den sjeik in brana. Diens tien
jarige zoon, die lag te slapen, is in de vlam
men om het leven gekomen.
De autoriteiten hebben direct maatrege
len genomen om de aanvallers te achter
halen.
Zooals men weet, is in het Sandsjak de
verkiezingscampagne in vollen gang.
Poging tot ontvoering van lord Nuf-
field. - De bekende automobielfabrikant
lord Nuffield is gisteravond het slachtoffer
geweest van een poging tot „kidnapping".
Na sluiting der werkplaatsen van de Morris-
fabrieken te Cowley bij Oxford, werkte lord
Nuffield nog op zijn kantoor, toen onbeken
den, die uit een zeer groote auto waren ge
stapt, zijn bureau binnendrongen en lord
Nuffield gelastten direct in de wachtende
auto te stappen.
De industriëel bewaarde zijn kalmte. Een
vriend en medewerker, die in een aangren
zend vertrek bezig was, merkte wat er aan
de hand was en waarschuwde de politie, die
enkele minuten later de beide aspirant-ont
voerders knipte.
Alkmaar, 25 Mei.
De ontspanning houdt aan!
Dat is wel het allervoornaamste nieuws,
dat er vandaag te melden valt. En men mag
dit aannemen, waar zich ook gisteren in
Tsjecho-Slowakije geen nieuwe feiten van
beteekenis hebben voorgedaan.
De allernaaste toekomst ziet er dus vrij
hoopvol uit, niettegenstaande de Duitsche
pers groote activiteit blijft vertoonen bij
haar berichtgeving over anti-Duitsche inci
denten.
Zoo meldt het Duitsche Nieuwsbureau, dat
de door de „Joodsch-communistische" provo
caties opgewonden stemming te Bratislava
ook gisteren nog niet is gekalmeerd. Voort
durend worden, volgens het D.N.B. Duit
schers gemolesteerd terwijl het optreden der
politie eveneens aanleiding tot kiachten
geeft, naar aanleiding waarvan de afgevaar
digden Karmasin en Kundt zich tot de be
voegde autoriteiten te Praag hebben gewend.
Verder heeft men volgens het D.N.B. in Su-
deten-Duitsche kringen den indruk, dat het
onderhoud, dat Henlein met minister-presi
dent Hodza gehad heeft, de verwachte ont
spanning niet heeft gebracht.
Uit de verschillende door de Sudeten-Duit
schers bewoonde gebieden, en vooral ook uit
de grensgebieden toch komen berichten bin
nen over nieuwe incidenten.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt voorts
uit Praag, dat de Sudeten-Duitsche afgevaar
digde Eichholz Maandagmiddag voor het
stadhuis van Brüx is aangevallen toen hij
kennissen den Duitschen groet bracht. Het
kwam tot een samenscholing, welke spoedig
werd verstrooid. Er zijn twee arrestaties ver
richt. Ook over het geval van de met benzi
ne overgoten brug is men nog niet uitge
praat. Bij de peilers zouden ontplofbare stof
fen gevonden zijn. Deze en dergelijke berich
ten eindigen veelal met de mededeeling, dat
zij onvolledig zijn, omdat de telefonische
verbinding tijdens het doorgeven der berich
ten onderbroken werd.
Ook overigens is de Duitsche pers, met
name de avondbladen, niet karig in haar
critiek op de diplomatieke entourage van de
Tsjechische kwestie, in het bijzonder waar
het betreft het optreden van Groot-Britan-
nië en het „streven der Britsche pers, pa
niek te zaaien", zooals de Berliner Börsen-
zeitung het uitdrukt. Het Hamburger Frem-
denblatt schrijft o.a.: Men heeft gewerkt
met een oorlogsgevaar, dat geen oogenblik
bestaan heeft. Een bluf der Engelschen, een
manoeuvre met legenden, die in het rijk der
fantasie thuis behooren, wordt gebruikt om
een diplomatiek succes voor te wenden, dat.
naar men zegt, behaald werd op een oogen
blik, dat Europa in verband met Duitsche
plannen, die nooit bestaan hebben, aan den
rand van een oorlog stond".
Gunstiger dan de Duitsche commentaren
in het oordeel over de besprekingen tusschen
Hodza en Henlein is de diplomatieke corres
pondent van de Times, die in zijn blad van
hedenmorgen schrijft, dat te Londen geloofd
wordt, dat de belangrijke conferentie een
weinig beter verliep dan verwacht kon wor
den. De heeren ontmoetten elkaar in de
slechtst denkbare omstandigheden. De con
cessies welke minister-president Hodza in
uitzicht stelde, gaan zeker ver, en het schijnt
dat Henlein erkend heeft dat zij een moreele
basis vormden waarop na onderhandeling
een nieuw accoord gebouwd zou kunnen
worden. Maar het vraagstuk van de Tsjecho-
Slowaaksche buitenlandsche politiek is nog
niet aangeroerd.
Tot zoover de Times. Havas schrijft, dat
tijdens het onderhoud Hodza en Henlein
overeengekomen zijn, dat, gezien den delica-
ten aard van den toestand, volstrekte discre
tie betracht zou worden, aan beide kanten,
over het verloop van de onderhandelingen.
Na de gedachtenwisseling met Henlein heeft
Hodza volgens zijn gewoonte een telefoon
gesprek gevoerd met Benesj. Door tusschen-
komst van den minister van buitenlandsche
zaken heeft Hodza het resultaat van de be
sprekingen met Henlein ter kennis doen
brengen van de gezanten van Frankrijk en
Engeland te Praag, evenals van de gezanten
der Kleine Entente.
Henlein is gistermorgen naar Asch ver
trokken. Vandaag zal hij aanwezig zijn te
Cheb bij de teraardebestelling van de slacht
offers van het incident van Zaterdag. De
Tsjecho-Slowaaksche regeering en Hitier
hebben elk een krans gezonden. De krans
van Hitier zal gedragen worden door den
Duitschen militairen attaché te Praag, die
Duitschland bij de plechtigheid zal vertegen
woordigen. Te Cheb is een omvangrijke or
dedienst georganiseerd. Het gerucht doet de
ronde, dat ter herinnering van de slachtof
fers een Sudeten-Duitsche hymne gecompo
neerd is. Volgens Havas zal Henlein een rede
uitspreken.
Intusschen zullen de onderhandelingen
tusschen Hodza en Henlein worden voortge
zet. Een tweede onderhoud zou tegen het
einde van deze week plaats vinden. In dien
tusschentijd zou Hodza den plaatsvervanger
van Henlein, afgevaardigde Frank en afge
vaardigde Kundt, benevens een parlemen
taire Sudeten-Duitsche commissie ontvangen,
met wie hij de besprekingen zal voortzetten
tusschen elke gedachtenwisseling, die hij
met Henlein zal hebben.
Het diplomatiek contact heeft inmiddels
ook gisteren voortgang gehad. De Duitsche
ambassadeur te Londen heeft een bezoek ge
bracht aan Halifax, de Fransche minister van
buitenlandsche zaken ontving den Britschen
ambassadeur, terwijl de Tsjechische gezan
ten te Londen en Parijs op het punt staan
naar Praag te vertrekken teneinde hun re
geering in te lichten. De Fransche ambassa
deur te Londen voerde ook gisteren weer op
het Foreign Office besprekingen, die trou
wens behalve op de Tsjechische kwestie ook
betrekking hadden op de a.s. vergadering
van de non-interventie-commissie.
Bonnet heeft tenslotte besprekingen ge
voerd met Bullitt, den Amerikaanschen am
bassadeur, dien hij ook Zondag gesproken
heeft. Den ambassadeur was verzocht Wash
ington te vragen steun te verleenen aan
de pogingen voor den vrede van Parijs en
Londen in de Tsjecho-Slowaaksche kwestie.
Overeenkomstige instructies werden ook aan
den Franschen ambassadeur te Washington
gezonden, waarin hem verzocht werd recht
streeks stappen te doen bij de Amerikaan-
sche autoriteiten.
Alsnog zjj in verband met de Duitsche be
richten over incidenten in de door Sudeten-
Duitschers bewoonde gebieden, melding ge
maakt van een reactie der News Chronicle
op hetgeen de Völkischer Beobachter en an
dere Duitsche bladen terloops geschreven
hebben omtrent de mogelijkheid van een
internationaal toezicht op de stemmingen in
het Sudeten-Duitsche gebied, op soortgelijke
wijze dus als het internationale toezicht op
het plebisciet in de Saar in 1935. „Indien de
Duitschers", zoo schrijft de News Chronicle,
„inderdaad getroffen zijn door de behande
ling van hun broeders in Tsjecho-Slowakije,
dan zou het wellicht mogelijk zijn tot over
eenstemming te geraken over een stelsel als
bovengenoemd gedurende den tijd, dat er
over de toekomst der Sudeten-Duitschers on
derhandeld wordt. Het schijnt aannemelijk,
dat ieder zoodanig voorstel door de Britsche
regeering sympathiek zal worden opgeno
men, verlangend als zjj is, dat het vraagstuk
ten slotte tot oplossing zal worden gebracht",