KRUSCHENSALTS
i
VORS
COBRA
WERKLOOSHEIDS-DEBAT AANGEVANGEN.
Maak fn spoedig einde
aan die kwellende
rheumatische pijnen.
toooooooeoo eeoooooo oooeooooooé
OPEL vanaf I 1195.-
PARLEMENT
Minister Colijn doet geen nieuwe toezeggingen.
Stimuleering van particuliere bedrijfsleven op den voorgrond.
Nassau Garage Alkmaar.
ZBuwettlatul
HeuiUeton
TWEEDE BLAD.
i De Tweede Kamer heeft Woensdagmid
dag een aanvang gemaakt met de interpel
latie van prof. van Gelderen en de behan
deling van het wetsontwerp tot verhooging
van het crediet voor werkverruiming met
60 millioen. De interpellant is aan het
woord geweest en de minister-president, dr.
Colijn, heeft namens de regeering in eersten
termijn geantwoord, waarna het debat is
verdaagd tot a.s. Dinsdag, als wanneer prof.
van Gelderen gelegenheid voor repliek
krijgt en andere sprekers aan de discussie
kunnen deelnemen. Er bleken er, toen de
minister aan het woord kwam, reeds 18 te
zijn ingeschreven De Kamer is dus niet in
een paar dagen met dit belangrijke onder
werp gereed.
Wijziging Bedrijfsradenwet
aangenomen.
Alvorens verder hierop in te gaan, vertel
len we heel in het kort, nog iets over een
paar andere zaken, welke werden afgedaan.
De heer Steinmetz (r.k.), mevr. Mackay
Katz (c.h.) en <ie heer Wijnkoop (c.p.)
spraken nog over de wijziging van een paar
artikelen van de bedrijfsradenwet. Tegen
het uitbreiden van de taak der bedryfsra-
den tot economisch gebied maakte de c.h.
afgevaardigde bezwaar; zij meende dat een
principieel andere richting incidenteel werd
ingeslagen, waartoe de wet de gelegenheid
niet bood. De heer Steinmetz wilde ook de
hoofdarbeiders in de bedrijfsraden verte
genwoordigd zien en de communistische
spreker, het wetsontwerp op afbetaling ac-
cepteerend, fulmineerde wat tegen de con
servatieve critiek van sommige leden op de
wetswijziging.
Minister Romme verdedigde zijn wijzi
ging uitvoerig, betoogend, dat de wet in
art. 15 reeds de bedrijfsraden op economisch
terrein bracht, voorts den heer Wendelaar
verzekerend, dat het verleenen van veror
denende bevoegdheid nog niet aan de orde
kan zyn, omdat men ten aanzien van de be
drijfsraden nog zoo in het luchtledige rond
tast. Hij kon hem ook geruststellen ten aan
zien van de bemoeiingen van de bedrijfs
raden; deze zullen zich niet uitstrekken tot
de afzonderlijke ondernemingen. De minis
ter geloofde, dat de wetswijziging aan het
instituut der bedrijfsraden zelf ten goede
zou komen.
Bij de replieken bleek mevr. Mackay
Katz niet overtuigd te zijn. Zij wilde geacht
worden te hebben tegengestemd; de nat.-
socialisten verkregen dezelfde aanteekening.
Interpellaties toegestaan.
Aan den heer de Visser (comm.) werd
door de Kamer verlof verleend om den mi
nister van Justitie te mogen interpelleeren
over de wijze van toelating, uitzetting en
behandeling van vreemdelingen, welke in
terpellatie aan de agenda werd toegevoegd.
De voorzitter maakte er, gezien het feit dat
er pas bij de begrooting 'n algemeen debat
over het crisisbeeld ten aanzieD van land
en tuinbouw was geweest, bezwaar tegen,
den heer Dieters (n.s.b.) verlof te verleenen
een zoo ruime interpellatie te houden. Als
hij zyn vragen beperken wilde tot den in
voer van vleesch uit het buitenland in ver
band met de beperking van de rundveeteelt,
zou de voorzitter voorstellen die interpella
tie toe te staan. De heer Dieters stemde toe
en de Kamer maakte verder geen bezwaar.
De zes minerale zouten in Kruschen balts sporen
Uw ingewanden, lever en nieren aan tot krach
tiger werking, waardoor Uw bloed gezuiverd
wordt en de oorzaak van Uw rheumatische pijn
wordt weggenomen. De pijnen zullen spoedig
ainemen om tenslotte geheel te verdwijnen.
STRALENDE GEZONDHEID VOOR I CENT PER DAÏ
Een datum voor deze interpellatie werd nog
niet vastgesteld.
De bestrijding van de werkloosheid.
Zooals de lezers zich misschien uit de
bladen herinneren zullen, lag ongeveer op
den zelfden tijd als prof. van Gelderen zijn
interpellatie aanvroeg een wetsontwerp tot
verhooging van de begrooting van finan
cien bij de Kamer, er toe strekkend om het
crediet voor de werkverruiming (voor de
z.g. Werkfondswerken) met 30 millioen te
verhoogen.
De Kamer kon zich dus in het voorloopig
verslag over dit ontwerp over de bestrij
ding van de werkloosheid en het beleid der
regeering dienaangaande uiten en allerlei
inlichtingen vragen en wenschen te kennen
geven, met andere woorden: zij kon haar
gedachten met betrekking tot het onder
werp der intérpellatie-van Gelderen for
muleeren. Beide onderwerpen werden tege
lijk aan de orde gesteld, nadat de regeering
dit voorloopig verslag had beantwoord,
zoodat zich thans dus het zeldzame feit
van een schriftelijk voorbereide interpella
tie voordoet. Dit, op zichzelf, beschouwd
heeft groote voordeelen. Het debat wint er
door aan degelijkheid; anderzijds echter
wordt de kans op verrassende toezeggingen
en mededelingen van regeeringszijde ver
minderd, terwijl evenmin te verwachten is,
dat uit de Kamer nova zullen opduiken.
In dit licht beschouwd, maakt het een
eenigszins vreemden indruk dat zich zoo
vele sprekers hebben laten inschrijven. Niet
onmogelijk is, dat hiervan, na het aan dui
delijkheid niets te wenschen overlatende
antwoord van dr. Colijn, nog eenige afval
len.
De interpellant aan 't woord.
Het was er prof. van Gelderen (s.d.) om
te doen, aan te toonen, dat de regeering
haar financieel-economisch en sociaal be
leid meer dan tot nu toe dienstbaar moet
maken aan de nog altijd verontrustend
groote werkloosheid; dat zij, behalve de
door haar reeds genomen maatregelen ten
behoeve van den export en het behoud van
werkgelegenheid, doelbewust de binnen-
landsche koopkracht moet stimuleeren. Om
dit doel te bereiken drong de interpellant
aan op het uitvoeren van openbare werken
op groote schaal; verstrekking van gelden a
fonds perdu aan de gemeenten voor het
doen verrichten van werkzaamheden; steun
aan particuliere werkzaamheden waarvoor
boven het op de begrooting voor 1938 ge
voteerde bedrag nog 150 millioen extra
noodig zou zijn in 12 maanden. Vervolgens
bepleitte prof. van Gelderen nog een aan
tal aanvullende maatregelen, zooals: ver
lenging van den leerplicht met één jaar;
verlaging van de leerlingenschaal; verkor
ting van den arbeidstijd; financieelen steun
ter bevordering van den export.
Hij veroordeelde de aanpassingspolitiek:
eenerzijds dwingt de regeering tot groote
bezuiniging en bekrimpt zij de gemeenten
op allerlei mogelijke manieren, anderzijds
neemt zij maatregelen ter bevordering van
het bedrijfsleven, voor het behoud van
werkgelegenheid in tal van takken van
volksbestaan, welke geen effect kunnen
sorteeren door de averechtsche financieele
politiek. Met het gevolg, dat er geen be-
legginsobjecten zijn voor het in overvloed
voorhanden zijnde kapitaal. Zooals het nu
gaat, riep prof. van Gelderen uit, spaart
Nederland zich arm!
Tenslotte vroeg hij, een overzicht op ge
zette tijden aan de Staten-Generaal te ver
strekken van de resultaten van hetgeen ter
vermindering van de werkloosheid wordt
verricht.
Het antwoord van minister Colijn.
Het antwoord van den minister-president
kwam, wat de hoofdlijnen aangaat, geheel
neer op hetgeen de regeering in de memorie
van antwoord aan de Kamer met betrek
king tot de verhooging van het crediet voor
werkverruiming meedeelde. Deze memorie
was onderteekend door den minister-presi
dent, dr. Colijn, minister van algemeene
zaken; den minister van sociale zaken, mr.
Romme; den minister van waterstaat, mr
dr. ir. van Buuren; den minister van bin-
nenlandsche zaken, den heer van Boeyen;
den minister van financiën, mr. de Wilde en
den minister van economische zaken, mr.
Steenberghe. Behalve minister van Boeyen
waren al deze ministers bij het debat aan
wezig; ook minister Slotemaker gaf van zyn
belangstelling blijk.
Wij herinneren aan de hoofdpunten van
dit antwoord. De regeering stelt zich op het
standpunt, dat de werkloosheidsbestrijding
allereerst moet worden gezocht binnen het
kader van het bedrijfsleven door opvoering
van dit bedrijfsleven, doch dat, waar op
voering van het bedrijfsleven 'tijd vordert
en bovendien niet alle arbeidskrachten zal
absorbeeren, openbare Werken noodig zijn.
Dr. Colijn vertelde Woensdag, dat voor de
zoo noodzakelijke aanpassing van het be
drijfsleven aan de gewijzigde economische
structuur, die bronnen van werkgelegen
heid heeft doen opdrogen, zeker een tiental
jaren noodig zullen zijn.
De uit te voeren openbare werken zullen
alle nuttige werken moeten 2yn; Zij moeten
b 1 ij v e n d e werkgelegenheid scheppen.
Van een planmatige verhooging der binnen-
landsche koopkracht, door middel van het
scheppen van v o o r b -ij gaande werk
gelegenheid, verwacht de regeering geen
heil, in welk oordeel zij nog is gesterkt door
elders (in de Ver Staten) opgedane erva
ringen. Wat de sociaal-democraten dus wil
len, wijst de regeering met beslistheid af.
Aangezien het Werkfondscrediet vrywel
geheel geblokkeerd was, vroeg de regeering
aanvankelijk 30 millioen aan. Dit bedrag
heeft zy in de memorie van antwoord tot
60 millioen verhoogd. De activiteit van het
Werkfonds is verhoogd. Er wordt op gewe
zen, dat, terwijl in 1937 in totaal 17 millioen
werd geblokkeerd; in de eerste 4 maanden
van dit jaar 22millioen en in de eerste 5
maanden van 1938 37(4 millioen is geblok
keerd.
Minister Colijn coördinator.
Werkfonds en werkverschaffing zullen
worden gereorganiseerd; een efficiënter
vorm ter bereiking van het doel der te
werkstelling moet worden gevonden. Daar
aan wordt nu gearbeid. Maar daarnaast wil
de regeering een coördineerende instantie
in het leven roepen tusschen. de tewerkstel
ling door werken van werkverruiming en
werkverschaffing en de tewerkstelling aan
de onderscheidene overige, onder de ver
schillende departementen ressorteerende
werken van algemeen nutj teneinde daar
door de tewerkstelling naar plaats 'en tijd
zoo goed mogelijk te dieh.en en ook zooveel
mogelijk arbeidskrachtèrT kan den gang te
brengen. Minister Cólyft onthulde in de ver
gadering en dat was iets nieuws, of
schoon rtfen ""her eTgêhirnr "wer -vertrroedeir
kon, gelet op het karakter van de functie
van den minister van algemeene zaken
dat hij die coördineerende instantie zou zyn.
Verder verklaarde de regeling in de
stukken^ dat zif raatregélen in overweging
neemt om te itvordecan,dat zij grootere
bevoegdheden krijgt ter overwinning van
weerstanden bij uitvoering van werkverrui-
mingswerken, èn op het terrein van de
arbeidsspreiding. Het Werkfonds zal wor
den dienstbaar gemaakt aan den bouw van
woningen voor groote gezinnen, een voor
nemen, dat ligt in de lyri van de door den
interpellant bepleitte maatregelen, o.a. t. a.
v. de krotopruirr.ing.
In 1938 125 millioen extra voor
werkverruiming.
In het bovenstaande hebben we de richt
lijnen van de regeering aangegeven, aange
vuld met enkele opmerkingen uit de verga
dering. Wy moeten hieraan nog enkele an
dere toevoegen. Tijdens zijn uiteenzetting
van wat de regeering in de afgeloopen vijf
jaren heeft verricht, bracht dr. Colijn naar
voren, dat zij ten behoeve van de werkver
ruiming, afgezien van contingenteeringen,
exportcredieten en landbouwsteun, welke
maatregelen alle hebben bijgedragen tot
het behoud van de werkgelegenheid, niet
minder dan 385 millioen extra heeft besteed,
waarbij men nog in aanmerking moet ne
men, dat de financiëele toestand slecht was.
In dit bedrag zijn niet begrepen de normale
uitgaven voor waterstaatswerken, weikeper
jaar op 65 millioen kuTinen worden gesteld
Voor 1938 is voor waterstaat 103 millioen
Zaterdag 28 Mei.
HILVERSUM, 301,5 M. (VARA-
uitz.) 8.— Gr.pl. (8.16 Ber.) 10.—
VPRO-morgenwyding. 10.20 Voor
Arbeiders in de Continubedr. 12.
1.45 Gr.pl. (2.16 Ber.) 2.— Vegeta
rische voeding voor arbeiders, cau
serie. 2.15 Gr.pl. 3.10 Causerie over
Constantin Meunier. 3.30 VARA-
orkest en solist. 4.30 Esperanto-
uitz. 4.50 Gr.pl. 5.40 Lit. causerie.
6.— Orgelspel. 6.30 Uit de roode
jeugdbeweging. 7.05 Filmland. (7.30
VPRO: Bijbelvertellingen). 8.
Herh. SOS^ber. en 8.03 ANP-ber.,
VARA-Varia. 8.15 VARA-orkest.
9.Toespraak, hierna gr.pl. 9.15
En nu.... Oké! 10.30 ANP-ber.
10.35 Esmeralda-septet. 11.Fragm.
Venus in Seide, operette. 11.30
12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(KRO-uitz.) 8.— Gr.pl. (8.15 Ber.)
9.30 H. Mis. 10.30 Gr.pl. 10.55 Gr.pl.
12.— Ber. 12.15 KRO-orkest. (1.—
1.20 Gr.pl. 2.— Voor de rijpere
jeugd. 2.30 Verv., concert. 3.Kin
deruur. 4.Ber. Hierna de KRO-
me'odisten en solist. (4.304.45
Gr.pl.) 5.30 Esperantonieuws. 5.45
KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gr.pl.
6.20 Journ. weekoverzicht. 6.45 Gr.
pl. 7.— Ber. 7.15 Het Koningswezen
in'tEweland (Engelsch-Togo), cau
serie. 7.35 Act. aetherflitsen. 8.
ANP-ber., mededeelingen. 8.15
Overpeinzing met muz. omlijsting
8.35 Nederlandsch—Hongaarsche
feestavond. 9.50 Gr.pl. 10.30 ANP-
ber. 10.40 Intern, spo'rtrevue. 10.55
—12.— Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 11.20 Gr.pl.
12.05 Eric Jeffcote's Rhythm-kwar-
tet. 12.20 Pianovoordr. 12.50 Gr.pl.
1.20 Sportrep. 1.35 Het Aston Hip-
podrome-orkest. 2.20 Deel. 2.35 Le
ger des Heils-orkest en de Gresham
Zangers. 3.20 Gr.pl. 3.50 Orgelspel.
4.20 't Gershom Parkington-kwintet.
5.Deel. 5.20 Herman Darewski's
Band. 6.05 Sportrep, 6.20 Ber. 6.50
Sportpr. 7.05 BBC-Theater-orkest.
7 50 Radiojournaal. 8.20 Variété-
progr. 9,20 Ber 9.40 Uit Amerika:
Weekoverzicht. 9,55 Radiotooneel.
10.45 BBC-Harmonie-Orkest en so
liste. 11.35 Ambröse en zijn orkest.
12.10—12.20 Ber.
RADIO PARIS, 1648 M. 8.10—9.30
en 10.05 Gr:pl.' 12.35 Bailly-orkest.
(1.50 Zang). 3.20, 4.05 en 8.35 Zang.
8.50 Radiotooneel. 9.30 Variété-pro
gramma. 10.25 Symphonie-concert.
11.201.20 J? Bouillon's orkest.
KEULEN, 456 M. 6.50 en 7.30 Gr.pL
8.50 Danziger Landesorkest. 12.20
Weensch Symph.-orksst. 1.35 Om
roeporkest. 2.30 Gr.pl. 4.20 Omroep
orkest, Omroepdansorkest en solis
ten. 6.30 Cabaretprogr. 7.30 Amuse
mentssextet. 8.20 Gevar. concert.
10.35 Gr.pl. 10.00 A. Berger en Her-
bert Fröhlich met hun orkesten,
2.20—3.20 Omroepdansorkest eh
militair orkèst.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroepsalon-
orkest. 1.30 Vérv. Concert. 1.50 Gr.
pl. 3.20 Pianovoordr. 3.50 en 4.35
Gr.pl. 5.20 en 6.35 Omroepsalon-
orkest. 7.20 Gr.pl. 8.20 Omroep
dansorkest, gemehgd koor en solis
ten. 10.30 Gr.pl. 11.20—12.20 Popu
lair concert. 484 M.: 12.20 Gr.pl.
1.— en 1.30 Geo Bogaert-orkest.
I.50—2.20 en 3.20 Gr.pl. 3.35 en
4.20 Belgisch pianokwartet. 4.50
Musette-ensemble J. Steurs. 5.05
Gr.pl. 5.35 Omroepkleinorkest en
solisten. 6.35 Gr.pl. 7.05 Zang. 7.35
Gr.pl. 8.20 Omroeporkest en -koor.
10.30—12.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Populair concert. 8.10 Ber. 8.20
Gev. concert. 10.20 Ber. 10.40 Hoor-
bericht. 10.55 Sportrep. 11.05 Ber.
II.20 Omroepdansorkest en piano
duo. 12.202.20 Omroepdansorkest,
O. Fricke's orkest e.a. (gr.opn.)
(1.151.26 Tijdsein).
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.10.20, Parijs R.
10.20—11.35, Radio PTT Nord 11.35
—12.20, Brussel VI. 12.20—13.35,
Keulen 13.35—15.35, Brussel 15.35
16.20, Keulen 16.2018.20, Lond.
Reg. 18.20—19.20, Brussel VI. 19.20
—19.50, Keulen 19.50—22.20, Brus
sel VI. 22.2023.20, Keulen 23.20—
24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.—9.20k Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.35—12.35, Droitwich 12.35—14.20,
Lond. Reg. 14.2015.50, Droitwich
15.5017;- Lond. Reg. 17.^17.20,
Droitwich 17.20—21.40, Parys Radio
21.4022.55, Lond. Reg. 22.55
23.35, Droitwich 23.3524.
Lijn 5: Diversen.
Gew. 800 K.G. Benz. 1 op 12.
gevraagd, dus 38 millioen meer, hetgeen
toch pok mag meetellen voor de bestryding
van de werkloosheid. Telt men erbij wat
het Werkfonds zal laten verwerken en de
60 millioen, welke defensie hier laat beste
den, dan komt men alleen voor 1938 tot een
bedrag van circa 125 millioen méér; met
hetgeen er al was, zal in dit jaar voor ver
ruiming van de werkgelegenheid ongeveer
200 millioen kunnen worden besteed. Prof.
van Gelderen zou daar nog 150 millioen bij
willen hebben, maar dat gaat niet, als men
de werken aan nuttigheidseischen wil laten
voldoen, terwyl die verhooging ook finan-
ciëel onmogelijk zou zijn.
Dr. Colijn wees de eischen op het gebied
van het onderwijs af. Deze behooren naar
het oordeel der regeering in de sfeer van
de werkloosheid niet thuis; deze mag niet
worden gebruikt om wenschen te trachten
te verwezenlijken, welke in wezen op een
geheel ander terrein liggen. De minister
hoopte, dat de Kamer, wanneer de regeering
met voorstellen voor nieuwe bevoegdheden
zou komen (welke de Kamer blijkbaar zelf
noodig acht) deze ook zou aanvaarden,
wanneer zy ze in concreten vorm voor zich
zag. De regeering zal eens per jaar een
overzicht van de resultaten van haar maat
regelen aan de Kamers overleggen.
Dinsdag zal blijken hoe de Kamer over
dit antwoord oordeelt.
BRUTALE INBREKERS SLOEGEN
HUN SLAG.
Inbraak te de Lief.
Woensdagnacht is. ingebroken bij den
brood- en banketbakker A. Hanemaa'yer te
de Lier.
Gistermorgen merkte deze, dat ongenoode
gasten een bezoek hadden gebracht aan zijn
woning en Winkel. In de woonkamer was
men zeer brutaal te werk gegaan door, ter
wijl de slaapkamer grenst aan de woon
kamer, deze overhoop te halen en te door
zoeken. De deur tot de slaapkamer, die open
stond, hadden de inbrekers gesloten en er
bovendien nog een stoel voorgezet. Om tij
dens hun werk niet in het licht gezet te
worden, hadden zy het licht onklaar ge
maakt.
Alles wat waarde had, zooals drie gouden
ringen, een gouden armband en een bloed
koralen armband met gouden slot werd mee
genomen, benevens eenige portemonnaies
met geld, waaronder een portemonnaie die
de knecht van den bakker den vorigen
avond op tafel had laten liggen.
Na de huiskamer hebben zij een bezoek
gebracht aan den aangrehzenden winkel,
waar de winkellade werd gelicht.
Blijkbaar hadden de daders bij hun werk
honger gekregen, want eenige taartjes wer
den door hen verorberd. Restanten hiervan
trof men nog op den toonbank aan.
Van de inbrekers ontbreekt tot nu toe eik-
spoor. i i
Door
MARK CHANNING
Nad, bewerking
door MARIE
DEBELMONTE
63)
Toen Colin Gray haar op den dag van
dat gedenkwaardig, door den Cobra voor
bereid, onderhoud verteld had, dat haar
vader vermoord was, had ze het in 't eerst
niet kunnen aannemen, en hieraan alleen
was het te danken geweest, dat ze op de
been was gebleven. En nu werd de man,
dien het lot haar gezonden had, om een
geliefd wezen te vervangen, door dien
zelfden Cobra met den dood bedreigd.
Wat zou het einde zijn van dit alles?
„Soms vraag ik mezelf ook af, waarom
God dergelijke dingen toelaat". Ze sprak
half voor zich zelf, half voor Chirine.
De Perzische keek op. Ze onderging den
geheimzinnigen, wonderbaren invloed van
sympathie.
„Allah weet alles het best! - Wanneer
Je "in je eigen land in veiligheid zult zijn,
Dina, schrijf je me dan eens? Een kara
vaan, die langs komt, bezorgt me wel den
brief".
„Misschien kom jy nog eens by ons
antwoordde Diana, die trachtte het gevoel
van doodsangst, dat haar evenals dien
nacht van haar ontvoering overrompelde,
van zich af te zetten.
„Misschien", antwoordde de Perzische.
Bij het hooren van de regelmatige voet
stappen van een patrouille, die in den tuin
de ronde deed, herkreeg Chirine haar
geestkracht. Het was tijd voor Diana om
zich klaar te maken.
„Kom Dina", zei ze beslist. „Trek dat
bergbewonerspak aan, dat ik voor je neer
gelegd heb. Je bent toch niet bang?"
Ze had haar niet verteld, dat Gray ver
oordeeld was, om bij het opgaan van de zon
te sterven. Dit zou volgens haar idee on-
noodig wreed en gevaarlijk geweest zyn.
Diana schudde ontkennend haar hoofd.
Voor zich zelf had ze geen angst, maar
ze vreesde alleen, dat iets tusschenbeide
zou komen, waardoor ze verhinderd zou
worden hulp voor Colin Gray te halen. El
ke seconde uitstel was een marteling.
„Allah verhoede, dat Firoz belet zou
worden te komen!" zei ze bezorgd.
Het gezicht van Chirine betrok. Als dat
gebeurde!
„Ik heb het kruidenvrouwtje gesproken,
Dina", zei ze fluisterend. „Firoz Khan heeft
zijn kameelen vastgezet vlak bij een bron,
niet ver van het poortje. Hy is daar den
afgeloopen nacht ook geweest.
Tot dusver maakt je sahib het goed, en
zijn cipier is gunstig gestemd... Vrees
niets! Trek nu je bergbewonerspak aan".
En opstaande wendde Chirine zich naar
den stapel zyden kussens, waarop een boek
met Perzische sprookjes opengeslagen was
blijven liggen; zy ging zitten en weer
staarden haar zwarte oogen in den tuin,
zonder iets te zien
Een kwartier later kwam een jonge,
slanke bergbewoner binnen, 't Was Diana.
„Ik ben klaar. Chirine". Even trilde de
diepe stem.
„Bij Allah, je bent een knap jongmensch!"
riep Chirine bewonderend uit. Voor haar
staande, legde ze haar beide kleine handen
op de schouders van het Engelsche meisje.
„Ik zal de vrouw roepen, die je den weg
naar de grot zal wijzen, waar je je ver
bergen kunt", zei ze, zich afwendend.
Een dikke negerin vertoonde zich op den
drempel.
„Heb je de patrouilles gewaarschuwd
niet bij de fontein by het poortje te ko
men, omdat ik er ga baden?" vroeg haar
meesteres.
„Ja", antwoordde de Nubische, met ang
stig rollende oogen. „Ik heb het bevel over
gebracht". Zwygend overhandigde zy een
sleutel.
„Dina, 't is tijd. Doe deze bourka om
een soort domino, in het Oosten door ge
sluierde vrouwen gedragen uit vrees, dat
iemand je in den tuin in manskieeren zou
zien. Wanneer je deze vrouw hoort roepen:
„Dilkoosh!", loop dan zoo hard je kunt
naar het poortje tegenover de grot".
Beide jonge trouwen omhelsden elkaar.
Een oogenblik liter was het groote vertrek
verlaten. Chirine was gaan zorgen voor de
voorbereidselen van de nautch, die ze tij
dens de vlucht van Diana voor Alam Khan
wilde laten dansen.
Eenmaal in de grot trachtte Diana haar
zenuwen, die tot barsten toe gespannen
waren, de baas te blijven. Haar liefde en
een gebed kwamen haar te hulp.
Opeens onderscheidde ze vlak by haar
in het kille schemerdonker een zittende
gedaante, in het wit gekleed, 't Was de
Sadhu van de Swastika. Elk oogenblik
werd hij duidelijker zichtbaar.
„Heb ik dien nacht op den pas van den
Maha Gunj niet gezegd, dat ge vrienden
had? En had ik geen gelijk?" vroeg hy
fluisterend, met zijn verre stem, die klonk
als klokgelui.
„Ja antwoordde Diana, die opnieuw
moed putte uit de reine verschijning.
„Maar waarom is u hier gekomen?"
„Om u aan te sporen moedig te blijven
bij de beproevingen, die u wachten".
Diana had nooit van de Yoga of van zijn
geheimen gehoord. Ze was nog nieuwsgie
riger dan Colin Gray den eersten keer,
toen de Sadhu hem verschenen was. Waar
om, zoo vroeg zij zich af, stelde dit geheim
zinnig wezen belang in haar en openbaarde
hij zich in de critieke oogenblikken van het
ongelooflijk avontuur, dat zij beleefde?
Oogenschijnlijk was zijn eenige bedoeling
haar troost en opbeuring te geven. Tot dus
ver had haar geest voor realisme geen bo
vennatuurlijk karakter aan de verschijning
toegeschreven: ze had aan een hallucinatie
geloofd, tengevolge van haar overspanning;
maar nu deden plaats, omstandigheden en
het onstoffelijk voorkomen van de witte ge
daante haar denken aan de woorden van
haar vader, die beweerde, dat Indië veel
meer van het zoogenaamde bovennatuurlij
ke doordrongen was dan eenig land van de
wereld. De Hindoes waren in dezen gedach-
tenkring dichter by de waarheid dan wij
Westerlingen
Het idee beangstigde haar niet. De ten
gere persoonlijkheid boezemde haar een
vertrouwen in, dat elke vrees uitsloot;ze
was alleen maar héél nieuwsgierig.
„Wie is u, gonron-dji (geestelijke leids
man)?" mompelde ze, haar kin steunend
in de hand, haar blik gericht op de vreemd
heldere oogen van den Hindoe.
„Ik ben de gezworen vijand van hem,
dien men den Man-met-den-Sluier noemt",
antwoordde de verre stem. „Van hem, die
de heiligdommen van mijn volk verwoest,
die er de bloeddorstigste vervolger van is.
En daarom zal hij door mij en door geen
ander gedood worden".
„Is 't waar", vroeg Diana heel zacht, „dat
Alam Khan in dienst is van den Man-met-
den-Sluier?"
De Sadhu boog toestemmend het hoofd.
„De Drager-van-den-Sluier heeft het Pa
leis van den Spiegel ontdekt op het tijdstip,
waarop dit de tempel was van Manasa, da
Godin-slang; en daar hy niet in staat wag
het voor zich te behouden, plaatste hy er
Alam Khan in met de belofte van den
schat, dien de kelders bevatten, te zullen
deelen wat hy nooit doen zal. Vóór dien
tijd had nog nimmer een bergbewoner het
durven naderen. Het spookte er, en in de
schaduw ervan had de Dood zich verscho
len. (Langzaam schudde de Sadhu zyn
hoofd). Nu, de Dood is erde Dood en de
Waanzin Sommige heilige mannen van
myn geloof bezitten wonderbaariyke ver
mogen. Zoo hadden zy, die deze ruïne be
woonden, het uiterlyk aangenomen van
leprozen; in werkelykheid was het slechts
een spel van Maya een zinsbedrog
waardoor zy veiliger waren. Doch de Man-
met-den-Sluier trotseerde het gevaar van
de besmetting, met als gevolg, dat de dood
hem wacht als straf voor zyn euveldaad,
want hy joeg de bezitters het paleis uit".
(Wordt vervolgd).